Terug
Gepubliceerd op 25/02/2022

Besluit  GEMEENTERAAD

do 24/02/2022 - 19:00

Integraal reglement riolering inclusief kleinschalige waterzuivering - Aanpassing van het gemeentelijk subsidiereglement betreffende de tussenkomst in de kosten voor de afkoppeling van hemelwater op privédomein voor de periode 2020-2025 - Goedkeuring

Aanwezig: Peter PLESSERS, voorzitter gemeenteraad
Chris SELLESLAGH, burgemeester
William DE BOECK, Tom GAUDAEN, Bart LAEREMANS, Chantal LAUWERS, Philip ROOSEN, Karlijne VAN BREE, Jean-Paul WINDELEN, schepenen
Manon BAS, Eddie BOELENS, Caroline DENIL, Linda DE PREE, Jelle DE WILDE, Jean DEWIT, Isabel GAISBAUER, Gilbert GOOSSENS, Kirsten HOEFS, Brigitte JANSSENS, Katrien LE ROY, Karima MOKHTAR, Trui OLBRECHTS, Katleen ORINX, Luk RAEKELBOOM, Patricia SEGERS, Vincent VAN ACHTER, Gerlant VAN BERLAER, Rudi VAN HOVE, Bart VAN HUMBEECK, Yves VERBERCK, Karin VERTONGEN, Patrick VERTONGEN, Elke WOUTERS, gemeenteraadsleden
Muriel VAN SCHEL, algemeen directeur

De gemeenteraad keurt het:

  • integraal reglement riolering en kleinschalige waterzuivering en
  • aangepast "Gemeentelijk subsidiereglement betreffende de tussenkomst in de kosten voor de afkoppeling van hemelwater op privédomein voor de periode 2020-2025",
goed.
De volgende bepalingen zijn van toepassing inzake de bevoegdheid:

Artikel 40, §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).

De beslissing wordt genomen op grond van:

ALGEMEEN:

  • DLB.
  • Wet van 26 maart 1971 betreffende de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging en latere wijzigingen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende de vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem I) en latere wijzigingen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen betreffende milieuhygiëne (Vlarem II) en latere wijzigingen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 23 maart 1999 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 1996 houdende vaststelling van de voorwaarden onder welke, alsook van de verhouding in welke het Vlaams gewest bijdraagt in de kosten verbonden aan de aanleg en verbetering door de gemeenten van de openbare riolen, andere dan prioritaire rioleringen, evenals houdende vaststelling van nadere regels met betrekking tot de procedure tot vaststelling van de subsidiëringsprogramma's.
  • Omzendbrief van de Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling van 31 juli 1996 met betrekking tot de vaststelling van de code van goede praktijk voor de aanleg van openbare riolen en individuele voorbehandelingsinstallaties.
  • Omzendbrief van de Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling van 19 december 1996 met betrekking tot de vaststelling van de code van goede praktijk voor de aanleg van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties.
  • Omzendbrief van de Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling van 23 maart 1999 met betrekking tot de vaststelling van de code van goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.de aanleg van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties.
  • Europese kaderrichtlijn Water 2000/60/EG.
  • Decreet van de Vlaamse regering van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet van 19 juli 2013 betreffende het integraal waterbeleid.
  • De wetgeving van 1 juli 2011 met betrekking tot keuring van de privéwaterafvoer van infrastructuren verplicht via het algemene waterverkoopreglement.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening "infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden riolering van afvalwater en hemelwater" die de bewoners van bepaalde infrastructuren verplicht hun afval- en regenwater te scheiden.
  • De verordening betreffende hemelwater lozing goedgekeurd door de Vlaamse regering 5 juli 2013.
 
  • De provinciale stedenbouwkundige verordeningen van 7 juni 2005 betreffende afkoppeling van hemelwater afkomstig van verharde oppervlakten en in zake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken.
 
SPECIFIEK:
  • Besluit van de gemeenteraad van 20 november 2003 tot vaststelling van een stedenbouwkundige verordening betreffende de lozing van afvalwaters, goedgekeurd door de bestendige deputatie op 1 december 2005 en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 23 december 2005.
  • Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2009 houdende vaststelling van een reglement betreffende de tussenkomst in de kosten voor de afkoppeling van hemelwater op privé domein.
  • Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2013 houdende vaststelling van een gemeentelijk subsidiereglement betreffende de tussenkomst in de kosten voor de afkoppeling van hemelwater op privédomein met ingang van 1 januari 2014 voor een termijn eindigend op 31 december 2019.

 

  • Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 17 januari 2022.
De beslissing houdt rekening met volgende adviezen:

Er wordt rekening gehouden met het advies en opmerkingen van de Financiële dienst (in bijlage).

De beslissing kent volgende inhoudelijke verantwoording:

De gemeente Grimbergen investeert sterk in de aanleg van gescheiden rioleringssystemen.

Het is wenselijk om de rendabiliteit van deze investeringen te verhogen en de inwoners te overtuigen het hemelwater op privédomein af te koppelen, dit komt in eerste instantie het milieu ten goede.

De aanleg van gescheiden RWA- en DWA-leidingen in de straat met een optimale afkoppeling op infrastructuurniveau is noodzakelijk om in aanmerking te komen voor de maximale subsidies voor de uitvoering van rioleringswerken vanwege de VMM.

Bij nieuwbouw of verbouwing wordt gescheiden aanleg van afval- en hemelwaterleiding tot aan de perceelgrens opgelegd in de stedenbouwkundige vergunning.

 

Het is wenselijk het oppervlakte- en grondwater te beschermen en daarom noodzakelijk een gemeentelijk reglement vast te stellen met betrekking tot de afkoppeling van hemelwater afkomstig van bestaande infrastructuren die gelegen zijn aan een openbare weg die met gescheiden riolering uitgerust wordt.

 

In de gemeenteraadszitting van 19 december 2019 werd het gemeentelijk subsidiereglement betreffende de tussenkomst in de kosten voor de afkoppeling van hemelwater op privédomein met ingang van 1 januari 2020 voor een termijn eindigend op 31 december 2025 goedgekeurd.

Het bestaande subsidiereglement zou kunnen voor onduidelijkheid zorgen, daarom wordt er voorgesteld om het bestaande subsidiereglement aan te passen. De verduidelijking heeft voornamelijk betrekking op:

  • het feit wie recht heeft op een tussenkomst van de gemeente naar aanleiding van afkoppelingswerken;
  • hetgeen bedoeld wordt onder de term "reële uitvoeringskost";
  • de rol van de eigenaar van het pand en de huurder bij afkoppelingswerken
  • het geval waarbij er meerwerken zouden zijn;
  • het geval indien het onroerend goed wordt verkocht terwijl een dossier met betrekking tot afkoppelingswerken loopt.

 

Er werd voor de duidelijkheid een vergelijking gemaakt tussen het bestaande reglement en het voorstel tot aanpassing van het subsidiereglement (zie bijlage 1). In het reglement werd eveneens in geel aangeduid hetgeen wijzigt tegenover het bestaande reglement.

 

Bijkomend werd de plaatsing en onderhoud van een Individuele Behandelingsinstallatie voor Afvalwater (IBA) onder collectief beheer toegevoegd aan het subsidiereglement (zie bijlage 1 art. 7).

 

Rekening houdend met voorgaande werd het "Integraal reglement riolering en kleinschalige waterzuivering" opgemaakt door de dienst Wegen en water.

Onder artikels 21 tem. 39 van deze reglementering wordt kleinschalige waterzuivering toegelicht (zie bijlage).

 

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd dit goed te keuren.

Bijkomende info:

De nodige kredieten voor het uitvoeren van afkoppelingswerken en het plaatsen van individuele waterzuiveringsinstallaties worden in het meerjarenplan 2020-2025 voorzien.

Publieke stemming
Aanwezig: Peter PLESSERS, Chris SELLESLAGH, William DE BOECK, Tom GAUDAEN, Bart LAEREMANS, Chantal LAUWERS, Philip ROOSEN, Karlijne VAN BREE, Jean-Paul WINDELEN, Manon BAS, Eddie BOELENS, Caroline DENIL, Linda DE PREE, Jelle DE WILDE, Jean DEWIT, Isabel GAISBAUER, Gilbert GOOSSENS, Kirsten HOEFS, Brigitte JANSSENS, Katrien LE ROY, Karima MOKHTAR, Trui OLBRECHTS, Katleen ORINX, Luk RAEKELBOOM, Patricia SEGERS, Vincent VAN ACHTER, Gerlant VAN BERLAER, Rudi VAN HOVE, Bart VAN HUMBEECK, Yves VERBERCK, Karin VERTONGEN, Patrick VERTONGEN, Elke WOUTERS, Muriel VAN SCHEL
Voorstanders: Chris SELLESLAGH, William DE BOECK, Tom GAUDAEN, Bart LAEREMANS, Chantal LAUWERS, Philip ROOSEN, Karlijne VAN BREE, Jean-Paul WINDELEN, Manon BAS, Eddie BOELENS, Caroline DENIL, Linda DE PREE, Jelle DE WILDE, Isabel GAISBAUER, Gilbert GOOSSENS, Kirsten HOEFS, Brigitte JANSSENS, Katrien LE ROY, Karima MOKHTAR, Trui OLBRECHTS, Katleen ORINX, Peter PLESSERS, Luk RAEKELBOOM, Patricia SEGERS, Vincent VAN ACHTER, Gerlant VAN BERLAER, Rudi VAN HOVE, Bart VAN HUMBEECK, Yves VERBERCK, Karin VERTONGEN, Patrick VERTONGEN, Elke WOUTERS
Onthouders: Jean DEWIT
Resultaat: Met 32 stemmen voor, 1 onthouding
BESLUIT:

Artikel 1.

Het "Integraal reglement riolering en kleinschalige waterzuivering", zoals opgemaakt door de dienst Wegen en water, toegevoegd als bijlage bij dit besluit, goed te keuren.


Art. 2.

Ten gevolge van de goedkeuring van het reglement zoals bepaald in artikel 1, onderstaande aanpassingen aan het gemeentelijk subsidiereglement betreffende de tussenkomst in de kosten voor de afkoppeling van hemelwater op privédomein en de plaatsing van een IBA voor de periode 2021-2025 goed te keuren:

HOOFDSTUK 1: Algemene bepalingen

Art. 1. - definities

  • RWA: Regenwaterafvoer of hemelwaterafvoer

  • DWA: Droogweerafvoer of afvalwaterafvoer

  • De VLAREM milieuklasse 1, 2 en 3 duiden op de graad van mogelijke hinder van het bedrijf voor mens en milieu. Volgende factoren spelen een rol bij de indeling in een klasse: grootte van de opslag, vermogen van de machines en het gebruik van gevaarlijke producten of grondstoffen.

  • milieuklasse 1: de meest hinderlijke activiteit;

  • milieuklasse 2: de minder hinderlijke activiteit;

  • milieuklasse 3: de minst hinderlijke activiteit.

  • VLARIO: Overlegplatform en kenniscentrum voor rioleringen- en afwalwaterzuiveringssector in Vlaanderen.

  • Keuringsattest type VLARIO: Attest opgemaakt door een VLARIO gecertificeerde  keurder. De keurder dient te beschikken over de vereiste technische vaardigheid om de keuring uit te voeren en mag niet betrokken zijn bij de technische uitvoering van de privéwaterafvoer.

  • Reële uitvoeringskost: kostprijs berekend aan de hand van de werkelijk uitgevoerde hoeveelheden van de werken door de door de gemeente aangestelde aannemer.

  • IE = inwonerequivalent: de gemiddelde hoeveelheid afvalwater die door één persoon per dag wordt geproduceerd, namelijk 150 l/dag.

  • Vlarem II: besluit van de Vlaamse regering van 1 juli 1995 en latere wijzigingen houdende algemene en sectorale bepalingen inzak milieuhygiëne.


HOOFSTUK 2: Afkoppeling van hemelwater op privédomein

Art. 2.

Met ingang van 1 januari 2020 voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentelijke tussenkomst in de kosten voor de scheiding van een bestaand gemengd privaat rioleringsstelsel van DWA en RWA toegekend op voorwaarde dat:

  • het gaat over een bestaande infrastructuur (woning, appartementsblokken, openbare gebouwen, verharde oppervlaktes, garageboxen, bedrijven VLAREM milieuklasse 3, ed…) waar in de bouwvergunning geen gescheiden rioleringsstelsel werd opgelegd;

  • de werken voor de scheiding van het privaat gemengde rioleringsstelsel moeten worden uitgevoerd ter gelegenheid van de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel op het openbaar domein;

  • bij afkoppeling van open en/of halfopen bebouwing dient het hemelwater 100 % gescheiden te worden van het afvalwater;

  • bij de afkoppeling van een gesloten bebouwing, de dakwaterafvoer en de hellende vlakken naar de woning toe aan de straatzijde afgekoppeld worden van de vuilwaterleiding;

  • de overloop van de regenwaterput moet aangesloten worden op het RWA rioleringssysteem;

  • er bij de open of halfopen bebouwing een buffering van regenwater voorzien wordt om te beletten dat alle regenwater onmiddellijk naar de RWA zou worden geleid. Deze buffering kan uitgebouwd worden door middel van de installatie van een regenwaterput of van een regenwaterinfiltratie op het perceel;

  • er voor de infrastructuur een goedgekeurd keuringsattest type VLARIO bestaat.

 

Art. 3.

De tussenkomst kan niet worden toegekend wanneer:

  • de eigenaar een aannemer aanstelt om de afkoppelingswerkzaamheden op privaat domein uit te voeren.

De tussenkomst kan enkel worden toegekend aan de eigenaar van het goed wanneer de afkoppelingswerken op privaat domein door de aangestelde aannemer van de gemeente wordt uitgevoerd.

 

Art. 4.

Om aanspraak te kunnen maken op de tussenkomst moet de eigenaar vóór de door het gemeentebestuur vastgestelde uiterste datum, een positief gevolg geven aan het afkoppelingsvoorstel opgesteld door de afkoppelingsdeskundige.

Dit voorstel zal bestaan uit:

  • een ontwerp om voor de betreffende infrastructuur het hemelwater optimaal af te koppelen van het afvalwater en gescheiden af te voeren tot aan de rooilijn;

  • een indicatieve kostenraming (meetstaat) voor de uitvoering van dit ontwerp door de aannemer die werd aangeduid hetzij door de gemeente, hetzij door de opdrachthouder die optreedt namens de gemeente;

  • de vaststelling van het gedeelte van de kost dat aan de eigenaar ten laste wordt gelegd voor de uitvoering van het ontwerp;

  • een overeenkomst betreffende de uitvoering van het ontwerp, te ondertekenen door de eigenaar van het perceel;

  • als het een verhuurd goed betreft: een verklaring van de eigenaar dat deze de uitvoering van het afkoppelingswerk zal toelaten en hiervoor, waar nodig, toegang tot het gehuurde goed zal verschaffen, te ondertekenen door de eigenaar van het perceel en de huurder(s) in te lichten hiervan;

  • ingeval een gebouw meerdere eigenaars en/of huurders telt: een door alle eigenaars ondertekende akkoordverklaring met het afkoppelingsvoorstel en de uitvoering en toegang ervan.

Als een eigenaar(s) ten opzichte van het ontwerp meerwerken wenst te laten uitvoeren door de aangestelde aannemer valt de kost hiervoor geheel ten laste van de eigenaar(s).

Als ten opzichte van het ontwerp meerwerken ontstaan ten gevolgen van onbekende ondergrondse elementen wordt de eigenaar hiervan ingelicht en een aangepast overeenkomst gebaseerd op de reële kosten aan hem bezorgd ter goedkeuring. Meerwerken worden pas uitgevoerd en doorgerekend  na akkoord van de eigenaar(s)

Als een eigenaar een eigendom verkoopt terwijl er een dossier voor afkoppelingswerken lopende is, dient hij dit te laten vermelden in de notariële verkoopakte. De subsidie wordt in dit geval toegekend aan de eigenaar(s) die de eindfactuur dienen te betalen.


Art. 5.

Elke eigenaar mag zelf de afkoppelingswerken uitvoeren of zelf een aannemer aanstellen om op zijn/haar kosten de werken volgens de geldende wetgeving te laten uitvoeren.

De keuring van het aangelegde gescheiden rioleringsstelsel wordt uitgevoerd door een erkend keurder van private waterafvoer, aangeduid door de gemeente of door een opdrachthouder die optreedt namens de gemeente, in overeenstemming volgens de op dat moment geldende wetgeving voor het keuren van het gescheiden afwateringsstelsel gelegen op het privaat domein.

Het keuringsattest dient van het type "VLARIO" te zijn.

De kosten voor keuring worden gedragen door de gemeente of door een opdrachthouder die optreedt namens de gemeente. Dit is ook in het geval dat de afkoppelingswerken uitgevoerd zijn door de eigenaar of het bedrijf zelf.

De kosten voor een eventuele herkeuring zijn volledig ten lasten van de eigenaar

De keuring heeft als doel na te gaan of de privéwaterafvoer conform is voor een aansluiting op de huisaansluiting of het openbaar saneringsnetwerk, waarbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd op het private domein, de afvoer van afvalwater conform is met de wettelijke voorschriften die opgenomen zijn in de milieuwetgeving, en de opvang, de mogelijkheid tot gebruik en de afvoer van hemelwater conform is met de verordeningen inzake hemelwater, naargelang welke verordening van toepassing is op de situatie in kwestie die moet worden gekeurd, en rekening houdend met eventuele vergunningsaanvragen.


Art. 6.

De éénmalig gemeentelijke tussenkomst wordt als een forfaitair bedrag bepaald:

  • 700 Euro voor open en/of half open bebouwing, appartementsblokken, verharde oppervlaktes, bedrijven VLAREM milieuklasse 3, e.d.;

  • 200 Euro voor gesloten bebouwing;

  • 200 Euro voor bedrijven VLAREM milieuklasse 1 en 2.

Wanneer de kost lager is dan het forfaitair bedrag, wordt het subsidiebedrag beperkt tot de totale kost.

Het gedeelte ten laste van de eigenaar wordt bepaald door de tussenkomst zoals hierboven vermeld, af te trekken van de totale reële uitvoeringskost. Dit bedrag wordt geïnd door de gemeente door middel van een factuur aan de eigenaar.

De keuringskost en het terugvorderbaar gedeelte van de kost voor uitvoering van de afkoppeling op privé domein worden geïnd door de aannemer die door de gemeente of door de opdrachtgever die optreedt namens de gemeente. Deze kosten worden ingevorderd door middel van een factuur aan de gemeente.


HOOFDSTUK 3: IBA's (Individuele behandelingsinstallaties voor afvalwater onder collectief beheer)

Art. 7.

Voor lozingen in het individueel te optimaliseren buitengebied dient het afvalwater gezuiverd te worden door een Individuele Behandelingsinstallatie voor Afvalwater (IBA), waarvan de capaciteit is afgestemd op het aantal IE. Hemelwater en afvalwater moeten gescheiden afgevoerd worden. Enkel het afvalwater wordt aangesloten op de IBA. De normen voor de effluentlozing dienen te voldoen aan de voorwaarden van Vlarem II.

Het gemeentebestuur plaatst een IBA voor het zuiveren van huishoudelijk afvalwater op het onroerend goed van de natuurlijke rechtspersoon die houder is van een zakelijk of persoonlijk recht van een woongelegenheid of ander goed dat gelegen is in een zone waar geen collectief beheer van huishoudelijk afvalwater voorzien is of gepland wordt ingevolge de toepasselijke wetgeving en reglementering, verder genoemd "de begunstigde", en stelt deze voor onbepaalde duur ter beschikking.

Behoudens in geval van uitdrukkelijke toestemming hiertoe van het gemeentebestuur wordt in de regel slechts één IBA per onroerend goed geplaatst en mogen geen andere onroerende goederen aangesloten worden op de IBA, alsook wordt er in de regel slechts één aansluiting gerealiseerd op de installatie per onroerend goed. Het onroerend goed is voor het gemeentebestuur enkel aansluitbaar op een installatie voor individuele sanering als de oorsprong, hoeveelheid, samenstelling en continuïteit van het afvalwater en de toepasselijke reglementering dit toelaten.

Het gemeentebestuur bepaalt de inplantingsplaats van de IBA, in overleg met de begunstigde, in functie van de concrete mogelijkheden van bereikbaarheid, plaatsing en exploitatie hierbij rekening houdend met de technische en financiële implicaties.

De (her)aanleg van beplanting of verharding op het betrokken perceel bij plaatsing zijn niet inbegrepen bij de plaatsing van de IBA en vallen ten laste van de begunstigde.

De IBA die zich op het perceel van de begunstigde bevindt, blijft altijd de volledige eigendom van het gemeentebestuur.

De plaatsing en onderhoud van de IBA is 100% ten laste van het gemeentebestuur.

De éénmalig gemeentelijke subsidie voor de IBA wordt toegekend aan de gemeente en bepaald als volg:

  • op moment dat het IBA-project opgenomen is op het gemeente lijk investeringsprogramma (GIP) kan de gemeente aanspraak maken op een subsidie van 1.750 euro per geplaatste IBA maar voor IBA's met een prioriteit 1 of 2 zoals opgenomen in het gebiedsdekkend uitvoeringsplan van de VMM wordt dit bedrag verhoogt tot 3.500 euro per geplaatste IBA. De verhoging is beperkt in tijd en geldt tot en met de subsidiëringsprogramma's die in 2023worden vastgelegd
  • voor IBA-projecten die opgenomen zijn op een programma voor de inwerkingtreding van het subsidiebesluit van 5 mei 2017 geldt een subsidie van 2250 euro per geplaatste IBA.

De begunstigde blijft, conform de geldende regelgeving, zelf verantwoordelijk voor en permanente stroomtoevoer voor de werking van de IBA. De energetische kosten zijn ten laste van de begunstigde.

De scheiding van het afvalwater en het regenwater op het perceel zijn niet inbegrepen bij de plaatsing van de IBA en vallen ten laste van de begunstigde. Indien van toepassing kan de begunstigde gebruik maken van het subsidiereglement afkoppelingswerken op privaat domein volgens de bepalingen vermeld onder hoofdstuk 2 van het gemeentelijk subsidiereglement.


Art. 3.

Dit besluit bekend te maken overeenkomstig de bepalingen van “Afdeling 2. Bekendmaking en inwerkingtreding, Hoofdstuk 1. Akten van het lokaal bestuur, Titel 5. De werking van het lokaal bestuur" DLB.