De gemeenteraad keurt de dading, toegevoegd als bijlage 1 bij het besluit, goed.
Artikel 41, tweede lid, 17° van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (DLB):
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
17° het aangaan van andere dadingen dan dadingen met personeelsleden naar aanleiding van een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben.
Wettelijke bepalingen:
§2. De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.
Meer bepaald, en voor zover de aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is gehouden, worden de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd :
1° alles wat verband houdt met een veilig en vlot verkeer op openbare wegen, straten, kaden en pleinen, hetgeen omvat de reiniging, de verlichting, de opruiming van hindernissen, het slopen of herstellen van bouwvallige gebouwen, het verbod om aan ramen of andere delen van gebouwen enig voorwerp te plaatsen dat door zijn val schade kan berokkenen, of om wat dan ook te werpen dat voorbijgangers verwondingen of schade kan toebrengen of dat schadelijke uitwasemingen kan veroorzaken; voor zover de politie over het wegverkeer betrekking heeft op blijvende of periodieke toestanden, valt zij niet onder de toepassing van dit artikel;
(...)
Men is aansprakelijk niet alleen voor de schade welke men veroorzaakt door zijn eigen daad maar ook voor die welke veroorzaakt wordt door de daad van personen voor wie men moet instaan, of van zaken die men onder zijn bewaring heeft.
Elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden.
Ieder is aansprakelijk niet alleen voor de schade welke hij door zijn daad, maar ook voor die welke hij door zijn nalatigheid of door zijn onvoorzichtigheid heeft veroorzaakt.
Specifiek:
/
Dagvaarding
In 2017 werd de Merodestraat heraangelegd, waarbij nieuwe verhardingen werden voorzien op de rijbaan, alsook het voet- en fietspad. Deze werken werden uitgevoerd door de firma BESIX Infra in opdracht van het gemeentebestuur.
Op 17 december 2017 werd de eerste schade vastgesteld bij D.W, wonende Merodestraat 100 te 1850 Grimbergen. Er is sprake van vijf schadeposten voor een geraamde waarde van € 23.163,38 excl. btw:
Voor de schadeposten 3, 4 en 5 werd een oorzakelijk verband met de werken weerhouden.
Op 16 november 2022 ontving het bestuur een dagvaarding via aangetekend schrijven van gerechtsdeurwaarder Van Meerbeek - Koekelbergh (zie bijlage).
De brandverzekering van de schadelijder heeft de schade vergoed maar vraagt nu een in solidum* veroordeling van de aannemer (Besix Infra) en de bouwheer (Gemeente Grimbergen).
*(in solidum: De schuldeiser kan na een veroordeling in solidum kiezen bij welke schuldenaar hij voor een deel of zelfs voor het geheel aanklopt. Hierna kan de schuldenaar die gedwongen werd tot betaling verhaal uitoefenen op de medeveroordeelden.)
De eis luidt als volgt:
Eerste (Besix Infra) en tweede (Gemeente Grimbergen) gedaagde solidair en in solidum minstens de ene bij gebrek aan de andere te veroordelen tot betaling:
Aan eerste verzoekster (Mr. Wyns Daniel) van een bedrag van € 8.965,36 provisioneel, te vermeerderen met de vergoedende en gerechtelijke intresten vanaf datum uitbetaling aan haar verzekerde tot op datum van gehele betaling.
Aan tweede verzoekster (KBC Verzekeringen) van een bedrag van € 255,79 provisioneel, te vermeerderen met de vergoedende en gerechtelijke intresten vanaf datum uitbetaling aan haar verzekerde tot op datum van gehele betaling.
Eerste (Besix Infra) en tweede (Gemeente Grimbergen) gedaagde solidair en in solidum minstens de ene bij gebreke aan de andere, eveneens te veroordelen tot alle kosten van het geding, met inbegrip van te toepasselijke basisrechtsplegingsvergoeding, thans begroot op € 1.350,00, te indexeren.
Aangifte via polis burgerlijke aansprakelijkheid
Dit dossier werd aangegeven bij de verzekeringsmaatschappij Ethias die de burgerlijke aansprakelijkheid van het bestuur dekt:
Poging tot minnelijke regeling
Een akkoord werd bekomen tussen de schadelijder en de firma Besix over het grootste deel van de schadeposten.
Er is echter één schadepost waar partijen het niet over eens geraken: niet aansluiting van de regenafvoer.
Op 25 juni 2024 stuurde advocaat VAN BESIEN (aangesteld voor het bestuur) een mail om te polsen of Ethias/Gemeente Grimbergen bereid is alsnog minnelijk te regelen.
"Voor wat betreft de schade veroorzaakt door de niet-aansluiting van de regenafvoer, kijkt eisende partij xxx naar zowel de GEMEENTE GRIMBERGEN (verkeerde plannen gemeente) als naar BESIX (uitvoeringwerken).
Teneinde kort proces te maken, zou deze schade door partij xxx als volgt begroot worden: schade in werkelijke waarde: 4.319,36 + 103,80 (BTW op 1.730,00) = 4.423,16. De helft daarvan zou dan € 2.211,58 bedragen.
Is ETHIAS / GEMEENTE GRIMERGEN bereid conform dit voorstel te regelen of procederen wij verder?"
Besix zou dan de overige helft t.w.v. 2.211,58 euro op zich nemen.
Standpunt Ethias
Op 26 juni 2024 vroeg de cel Verzekeringen aan Ethias om standpunt in te nemen en herhaalde dat de gemeente studiebureau SWBO aanstelde voor het opmaken van de afkoppelingsplannen en bovendien de eigenaar van het perceel verantwoordelijk blijft voor de aanduidingen.
Ethias liet weten akkoord te gaan om de helft van de schade door de niet-aansluiting van de regenafvoer ten laste te nemen.
Hoewel de aansprakelijkheid van de gemeente niet bewezen is, gaat men met dit voorstel akkoord om kort proces te maken.
Ethias is echter niet bereid om enige gerechtskosten (RPV, dagvaardingskosten) ten laste te nemen. Deze kosten zouden dus ten laste van de eisende partij vallen of van Besix moeten blijven.
Op deze manier kan dit schadegeval van 2017 met bijhorende rechtszaak afgesloten worden.
Dading
Op 27 november 2024 ontving het bestuur het ontwerp van dadingsovereenkomst, dit werd toegevoegd als bijlage 1 bij dit besluit.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de dading goed te keuren.
/
Artikel 1.
De dading, zoals uiteengezet in het besluit en toegevoegd als bijlage 1 bij dit besluit, goed te keuren.
Art. 2.
De gemeenteraadsvoorzitter en de algemeen directeur (of hun gemachtigde vervangers) aan te stellen voor de ondertekening van deze dading.