Terug
Gepubliceerd op 15/12/2023

Besluit  GEMEENTERAAD

do 14/12/2023 - 19:00

Wijziging van het gemeentelijk reglement inzake de opname van verwaarloosde woningen en gebouwen in het gemeentelijk verwaarlozingsregister en de belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen – Aanslagjaren 2023-2025 - Goedkeuring

Aanwezig: Peter PLESSERS, voorzitter gemeenteraad
Bart LAEREMANS, burgemeester
Jelle DE WILDE, Kirsten HOEFS, Chantal LAUWERS, Trui OLBRECHTS, Philip ROOSEN, Karlijne VAN BREE, Jean-Paul WINDELEN, schepenen
Manon BAS, Linda DE PREE, Jean DEWIT, Isabel GAISBAUER, Tom GAUDAEN, Gilbert GOOSSENS, Brigitte JANSSENS, Katrien LE ROY, Katleen ORINX, Luk RAEKELBOOM, Patricia SEGERS, Chris SELLESLAGH, Vincent VAN ACHTER, Gerlant VAN BERLAER, Rudi VAN HOVE, Bart VAN HUMBEECK, Yves VERBERCK, Karin VERTONGEN, Patrick VERTONGEN, Elke WOUTERS, gemeenteraadsleden
Muriel VAN SCHEL, algemeen directeur
Verontschuldigd: Eddie BOELENS, William DE BOECK, Caroline DENIL, Karima MOKHTAR, gemeenteraadsleden

De gemeenteraad keurt het gewijzigd gemeentelijk reglement inzake de opname van verwaarloosde woningen en gebouwen in het gemeentelijk verwaarlozingsregister en de belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen, aanslagjaren 2024-2025, goed.

De volgende bepalingen zijn van toepassing inzake de bevoegdheid:

Artikels 40, §3 en 41, 14° Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).

De beslissing wordt genomen op grond van:
  • Artikel 170, §4 van de Grondwet.
  • DLB.
  • Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
  • Het bestuursdecreet van 7 december 2018. 
  • Vlaamse Codex Wonen van 2021. 
 
  • Besluit van de gemeenteraad van 27 juni 2019 houdende het verderzetten van de deelname aan de Interlokale Vereniging “Woonwinkel Noord”, de goedkeuring van het subsidiedossier 2020 – 2025 en een kennisname van de verwachte subsidies vanuit de Vlaamse overheid en de Provincie Vlaams-Brabant.
  • Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2019 houdende een gemeentelijk belastingreglement verwaarloosde woningen en bouwgronden - aanslagjaren 2020-2025 (dossierstuk 1).
  • Besluit van de gemeenteraad van 28 september 2023 houdende een gemeentelijk belastingreglement verwaarloosde woningen en bouwgronden - aanslagjaren 2023-2025 (dossierstuk 2).
 
  • Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 4 december 2023 inzake de wijziging van het van het gemeentelijk reglement inzake de opname van verwaarloosde woningen en gebouwen in het gemeentelijk verwaarlozingsregister en de belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen – aanslagjaren 2024-2025 (dossierstuk 3).
De beslissing houdt rekening met volgende adviezen:

In overleg met de intergemeentelijke samenwerking Woonwinkel Noord, die belast is met het uitvoeren en het evalueren van het reglement verwaarlozing volgens aanvullende activiteit 2.6 van het lokaal woonbeleid, werd het gemeentelijk reglement verwaarlozing onderzocht en geëvalueerd. Deze evaluatie heeft aangetoond dat wijzingen in de regelgeving een aanpassing van het reglement vraagt.

De beslissing kent volgende inhoudelijke verantwoording:

Volgende wijzigingen worden doorgevoerd:

  • Verwaarloosde bouwgronden worden uit het verwaarlozingsregister gehaald en worden niet meer belast: volgens de Vlaamse Codex Wonen kan enkel een verwaarloosde woning of gebouw opgenomen worden op het register. Een verwaarloosde bouwgrond kan eventueel wel bestreden worden met een belasting op verwaarloosde terreinen in woongebied.

 

  • Er wordt een maximumbedrag vastgesteld voor de jaarlijkse verhoging van de belasting.

 

  • Wijzigingen aan het opname-attest:

    • Identiteit en adres van de zakelijk gerechtigde(n) worden niet meer opgenomen omwille van GDPR.

    • De woningcontroleurs voegden een nieuwe categorie (categorie II) toe. Zo kan er een beter onderscheid gemaakt worden tussen ernstige en minder ernstige gebreken.

    • Vanaf 3 gebreken van categorie I zal er automatisch een gebrek van categorie II worden toegekend. 

    • Een woning wordt opgenomen vanaf 3 gebreken van categorie I of 1 gebrek van categorie II.

    • Het gebrek rond verwaarlozing van de tuin werd geschrapt omdat dit niet kan gebruikt worden voor vaststelling van een verwaarloosde woning of gebouw. De omgeving van het pand is iets anders dan het pand zelf.

 

  • Correctie inzake de beslissingsbevoegdheid over vrijstelling van belasting. Het college van burgemeester en schepenen beslist over een vrijstelling en niet de administratie.

 

  • De vrijstellingsprocedure wordt aangepast overeenkomstig de regelgeving. Een vrijstelling wordt aangevraagd na inkohiering en via de bezwaarprocedure. Dit sluit het nauwst aan bij het invorderingsdecreet.

 

  • Verschillende vrijstellingsmogelijkheden worden geschrapt of gewijzigd:

    • De vrijstelling voor eigendommen van openbare besturen wordt geschrapt. Omwille van het gelijkheidsbeginsel is dit niet toegelaten.

    • De vrijstelling voor belastingplichtigen met een beperkte handelingsbekwaamheid of die verblijven in een oudervoorziening of psychiatrische instelling wordt geschrapt. Belangrijk is dat ook deze woningen worden onderhouden. 

    • De vrijstelling omwille van een verzegeling of betredingsverbod in het kader van een strafrechtelijke procedure wordt geschrapt. Er zijn situaties waarbij de zakelijk gerechtigde de verwaarlozing wel mag/kan wegwerken. 

    • De vrijstelling, toegekend aan belastingplichtigen in het kader van renovatiewerken (met indien van toepassing een niet-vervallen stedenbouwkundige of omgevingsvergunning voor renovatiewerken), wordt meer beperkt in tijd en wijzigt van 3 jaar naar maximum 2 jaar.

Bijkomende info:

/

Publieke stemming
Aanwezig: Peter PLESSERS, Bart LAEREMANS, Jelle DE WILDE, Kirsten HOEFS, Chantal LAUWERS, Trui OLBRECHTS, Philip ROOSEN, Karlijne VAN BREE, Jean-Paul WINDELEN, Manon BAS, Linda DE PREE, Jean DEWIT, Isabel GAISBAUER, Tom GAUDAEN, Gilbert GOOSSENS, Brigitte JANSSENS, Katrien LE ROY, Katleen ORINX, Luk RAEKELBOOM, Patricia SEGERS, Chris SELLESLAGH, Vincent VAN ACHTER, Gerlant VAN BERLAER, Rudi VAN HOVE, Bart VAN HUMBEECK, Yves VERBERCK, Karin VERTONGEN, Patrick VERTONGEN, Elke WOUTERS, Muriel VAN SCHEL
Voorstanders: Bart LAEREMANS, Jelle DE WILDE, Kirsten HOEFS, Chantal LAUWERS, Trui OLBRECHTS, Philip ROOSEN, Karlijne VAN BREE, Jean-Paul WINDELEN, Manon BAS, Eddie BOELENS, Caroline DENIL, Linda DE PREE, Jean DEWIT, Isabel GAISBAUER, Tom GAUDAEN, Gilbert GOOSSENS, Brigitte JANSSENS, Katrien LE ROY, Katleen ORINX, Peter PLESSERS, Luk RAEKELBOOM, Patricia SEGERS, Chris SELLESLAGH, Vincent VAN ACHTER, Gerlant VAN BERLAER, Rudi VAN HOVE, Bart VAN HUMBEECK, Yves VERBERCK, Karin VERTONGEN, Patrick VERTONGEN, Elke WOUTERS
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
BESLUIT:

Artikel 1.

Onderstaand gewijzigd reglement goed te keuren:

Gemeentelijk reglement inzake de opname van verwaarloosde woningen en gebouwen in het gemeentelijk verwaarlozingsregister en de belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen – aanslagjaren 2024-2025

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

1°     administratie: de administratieve eenheid van het intergemeentelijk samenwerkingsverband Woonwinkel Noord, belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het register van verwaarloosde woningen en gebouwen, zoals vermeld in artikel 2.15 en artikel 2.20 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

2°     beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a)     een aangetekend schrijven,

b)     een (elektronisch) aangetekende zending,

c)     een afgifte tegen ontvangstbewijs,

d)     via de gemeentelijke website indien een meldingsformulier voorzien is,

e)     elke andere door de administratie toegelaten betekeniswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld;

3°     gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, zoals vermeld artikel 1.3, §1, 14° van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

4°     houder ((of medehouder)) van het zakelijk recht: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

a)     de volle eigendom,

b)     het recht van opstal of van erfpacht,

c)     het vruchtgebruik;

5°     opnamedatum: de datum waarop de woning of het gebouw opgenomen wordt in het verwaarlozingsregister;

6°     verjaardag: het ogenblik waarop een nieuwe periode van twaalf maanden verstreken is sinds de opnamedatum, zolang de woning of het gebouw niet uit het verwaarlozingsregister is geschrapt;

7°     verwaarlozingsregister: het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, vermeld in artikel 2 van dit reglement;

8°     woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande, zoals vermeld in artikel 1.3, §1, 66° van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Hoofdstuk 1: Opname

 

Artikel 2: Verwaarlozingsregister

§1. De administratie houdt een register bij van verwaarloosde woningen en gebouwen.

§2. In het verwaarlozingsregister worden de volgende gegevens opgenomen:

1°     het adres van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw,

2°     het dossiernummer,

3°     de datum van opname in het verwaarlozingsregister.

 

Artikel 3: Vaststelling van verwaarlozing

§1. Een gebouw, ongeacht of het dienst doet als woning, wordt beschouwd als verwaarloosd, wanneer het ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval vertoont aan buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst of dakgoten. Op basis van het opnameattest (bijlage 1: Model opname attest verwaarlozing) wordt geoordeeld hoeveel indicaties van verwaarlozing aanwezig zijn.

Indien 3 of meer gebreken van categorie I (klein gebrek) of minstens 1 gebrek van categorie II (ernstig gebrek) aanwezig is, is er sprake van verwaarlozing. 3 Gebreken of meer van categorie I leiden automatisch naar een gebrek van categorie II.  

§2. Een verwaarloosde woning of gebouw wordt opgenomen in het verwaarlozingsregister aan de hand van een genummerd opnameattest waaraan minstens één foto wordt toegevoegd. Het opnameattest bevat, de kadastrale gegevens en een opsomming van alle gebreken die aanleiding geven tot de opname in het verwaarlozingsregister. De datum van de vaststelling is de datum van het opnameattest en geldt eveneens als opnamedatum in het verwaarlozingsregister.

§3. Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen kan eveneens opgenomen worden in het verwaarlozingsregister, en omgekeerd.

§4. Een woning die of een gebouw dat opgenomen is in het gemeentelijke leegstandsregister, kan eveneens opgenomen worden in het verwaarlozingsregister, en omgekeerd.

 

Artikel 4: Kennisgeving van de opname

Alle houders van het zakelijk recht, zoals bekend bij de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen, worden met een beveiligde zending (zie begripsomschrijving art. 1) in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het verwaarlozingsregister.

De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de houder van het zakelijk recht. Is de woonplaats van een houder van het zakelijk recht niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats van een houder van het zakelijk recht niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan het adres van de woning of het gebouw waarop het opnameattest betrekking heeft.

 

Artikel 5: Beroep tegen de opname

§1. Binnen een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de beveiligde verzending van de kennisgeving vermeld in artikel 4, kan een houder van het zakelijk recht bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het verwaarlozingsregister. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:

1°     de identiteit en het adres van de indiener,

2°     de vermelding van het nummer van het opnameattest en het adres van de woning of het gebouw waarop het beroepschrift betrekking heeft,

3°     de bewijsstukken die aantonen dat de opname van de woning of het gebouw in het verwaarlozingsregister ten onrechte is gebeurd. De opname kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

Als datum van het beroepschrift geldt de datum van de beveiligde zending.

Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

§2. Het beroepschrift is onontvankelijk als het niet is ingediend overeenkomstig de bepalingen in paragraaf 1.

§3. Als het beroepschrift onontvankelijk is, deelt het college van burgemeester en schepenen dit mee aan de indiener. Het indienen van een aangepast of nieuw beroep is mogelijk zolang de beroepstermijn van §1 niet verstreken is.

§4. Het college van burgemeester en schepenen beslist over de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften. De beslissing gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling. Als een beslissing op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met de opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden. 

§5. Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat op de dag na de indiening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend. 

§6. Als beroep van de houder van het zakelijk recht onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, blijft de woning of het gebouw opgenomen in het verwaarlozingsregister. 

 

Artikel 6: Schrapping uit het verwaarlozingsregister

§1. Een woning of gebouw wordt uit het verwaarlozingsregister geschrapt als de houder van het zakelijk recht bewijst dat de woning of het gebouw twee of minder gebreken van categorie I en geen gebreken categorie  II vertoont die bij quotering in het model van opnameattest, vermeld in artikel 3, tot verwaarlozing zou leiden. ln geval van sloop moet alle puin geruimd zijn.

De houder van het zakelijk recht kan dit aantonen door het aanleveren van bewijsstukken. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek ter plaatse uitgevoerd door de met de opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

§2. Voor de schrapping uit het verwaarlozingsregister richt de houder van het zakelijk recht een ondertekend en gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending. Dit verzoek bevat:

1°     de identiteit en het adres van de indiener,

2°     de vermelding van het nummer van het opnameattest en het adres van de woning of het gebouw waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft,

3°     de bewijsstukken overeenkomstig paragraaf 1 die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag worden uit het verwaarlozingsregister. Als datum van het schrappingsverzoek geldt de datum van de beveiligde zending.

Als het verzoek ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

§3. De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het verwaarlozingsregister en neemt een beslissing binnen een termijn van negentig dagen na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt, na een kennisgeving van haar beslissing aan het college van burgemeester en schepenen, de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending. 

Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het verwaarlozingsregister. De indieningsdatum van het schrappingsverzoek geldt als datum waarop de woning of het gebouw uit het verwaarlozingsregister wordt geschrapt.

§4. Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de houder van het zakelijk recht beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 5. 

 

Hoofdstuk 2: Belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen

 

Artikel 7: Belastbaar voorwerp en belastingtermijn

§1. Met ingang van 1 januari 2024 voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het verwaarlozingsregister.

§2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in het verwaarlozingsregister.

Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit het verwaarlozingsregister, blijft de belasting jaarlijks verschuldigd bij elke verjaardag van de opname.

 

Artikel 8: Belastingplichtige

§1. De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht op de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op de verjaardag van de opname.

§2. Indien er meerdere houders van het zakelijk recht zijn, zijn zij allen hoofdelijk gehouden tot betaling van de totale belastingschuld.

§3. ln geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de verkoper of zijn notaris de verkrijger van het zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het verwaarlozingsregister. De verkoper of zijn notaris stelt de administratie binnen twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte via beveiligde zending in kennis van de overdracht en de identiteitsgegevens van de nieuwe houder van het zakelijk recht. In elk geval wordt geen rekening gehouden met de tussen partijen gesloten overeenkomst aangaande de verschuldigde belasting.

 

Artikel 9: Tarief van de belasting

De belasting bedraagt jaarlijks:

  • 2000 euro voor een verwaarloosde woning of gebouw;
  • 800 euro voor een verwaarloosd appartement, studio of studentenkamer.

De hierboven vermelde basisbedragen worden jaarlijks vermeerderd met 500,00 euro per bijkomende termijn van twaalf maanden dat de woning of het gebouw in het verwaarlozingsregister opgenomen staat. Het basisbedrag kan maximaal verhoogd worden tot een bedrag van  5.000,00 euro, waarna jaarlijks het maximumbedrag van 5.000,00 verschuldigd is bij elke nieuwe verjaardag van opname in het verwaarlozingsregister.

Het aantal termijnen dat een woning of gebouw in het register staat vervalt bij overdracht van het zakelijk recht op de verwaarloosde woning of gebouw, met uitzondering van: een overdracht aan een vennootschap die door de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks gecontroleerd wordt; een overdracht die het gevolg is van een fusie, splitsing of andere overgang ten algemene titel; een overdracht in het kader van een openstaande nalatenschap met betrekking tot de woning of het gebouw.

 

Artikel 11: Wijze van inning

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

De kohierbelasting wordt betaald binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 12: Bezwaarprocedure

§1. De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van

verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag

volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of

vanaf de datum van de contante inning.

§2. De belastingplichtige kan beroep doen op de volgende persoonsgebonden of woning- of gebouw gebonden vrijstellingsmogelijkheden.

De persoonsgebonden vrijstellingen gaan niet over op nieuwe zakelijk gerechtigden in geval van overdracht.

 

Van de belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen is vrijgesteld:

1°     De belastingplichtige die sinds minder dan één jaar houder van het zakelijk recht is over de woning of het gebouw, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het belastingjaar dat volgt op het verkrijgen van het zakelijk recht. Dit bewijs moet geleverd worden door het voorleggen van een attest van de notaris of de notarisakte waaruit blijkt vanaf welke datum de belastingplichtige eigenaar is geworden.

Deze vrijstelling geldt niet voor:

  • de overdracht aan een vennootschap die door de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks gecontroleerd wordt;
  • de overdracht die het gevolg is van een fusie, splitsing of andere overgang ten algemene titel;
  • wanneer de belastingplichtige deel uitmaakt van een openstaande nalatenschap met betrekking tot de woning of het gebouw.

2°     De belastingplichtige die een gedetailleerd renovatieschema voorlegt waaruit blijkt dat er renovatiewerken werden uitgevoerd om de vastgestelde gebreken weg te werken. De werken moeten uitgevoerd zijn gedurende het jaar waarop de belastingaanslag betrekking heeft.
Het gedetailleerde renovatieschema bevat volgende bewijsstukken:

  • indien van toepassing een niet-vervallen goedgekeurde stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning (behalve een sloopvergunning).
  • een tekening of schets van de woning of het gebouw met aanduiding van de geplande werken;
  • een volledige opsomming en korte beschrijving van alle geplande werken, vergezeld van een kostenraming en eventuele reeds opgevraagde offertes;
  • facturen van de uitgevoerde werken;
  • een fotoreportage van de renovatiewerken.

De vrijstelling geldt voor één aanslagjaar. Deze vrijstelling kan maximaal één maal verlengd worden en dit enkel bij grondige renovatiewerken. Grondige renovatiewerken houden in dat de woning tijdens het uitvoeren van de werken onmogelijk te bewonen is omwille van het gebrek aan basiscomfort.

 

Van de belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen is het gebouw en/of woning vrijgesteld dat:

3°     Gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan, of geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;

4°     Vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling geldt voor het eerst aanslagjaar volgend op de datum van vernieling of beschadiging. De vrijstelling kan worden toegekend n.a.v. een besluit van de burgemeester op basis van artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet. Onder een ramp wordt verstaan elke gebeurtenis die uiterlijk waarneembare schade veroorzaakt aan de woning of het gebouw, waardoor de bewoning van de woning of het gebruik van het gebouw geheel of ten dele onmogelijk wordt. Bewijs van schade door ramp dient voorgelegd te worden. Enkel van toepassing wanneer de woning of het gebouw voordien niet werd opgenomen in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Artikel 13: Overgangsbepaling

§1. Het gemeentelijk belastingreglement op verwaarloosde woningen en bouwgronden, goedgekeurd door de gemeenteraad op 19 december 2019 voor de aanslagjaren 2020-2025 en  goedgekeurd door de gemeenteraad op 28 september 2023 voor de aanslagjaren 2023-2025 wordt volledig opgeheven bij het in werking treden van huidig reglement. 

§2. Woningen en gebouwen die werden geregistreerd in het verwaarlozingsregister overeenkomstig alle voorgaande reglementen en die nog niet geschrapt zijn blijven opgenomen, met behoud van de oorspronkelijke opnamedatum.

§3. De zakelijk gerechtigde van de woning of het gebouw die een lopende vrijstelling heeft bekomen dient, indien zij een aanslagbiljet ontvangen, een nieuwe vrijstelling of schrapping aan te vragen binnen de nieuwe bezwaartermijn en volgens de bepalingen van dit reglement anders wordt de zakelijk gerechtigde belastingplichtig.

§4. Vrijstellingsmogelijkheden waarbij een maximaal aantal verleningen werd vastgelegd houden ook rekening met toegekende vrijstellingen in het verleden onder voorgaande verwaarlozingsreglementen.

§5. Voor de bepaling van het tarief van de belasting zal er nog steeds gekeken worden naar de oorspronkelijke opnamedatum. Ook de belastingverhoging die werd opgebouwd n.a.v. het verstrijken van een nieuwe termijn van 12 maanden opname in het verwaarlozingsregister blijft van toepassing.

§6. De houders van het zakelijk recht van elke woning of gebouw opgenomen in het gemeentelijke verwaarlozingsregister zullen op de hoogte gebracht worden van het nieuwe reglement via beveiligde zending.

§7. Verwaarloosde bouwgronden die volgens het vorig reglement opgenomen werden in het verwaarlozingsregister zullen geschrapt worden met ingang van dit reglement. 

 

Art. 2.

Dit besluit bekend te maken overeenkomstig de bepalingen van “Afdeling 2. Bekendmaking en inwerkingtreding, Hoofdstuk 1. Akten van het lokaal bestuur, Titel 5. De werking van het lokaal bestuur" DLB.