De voorzitter opent de zitting op 28/09/2023 om 19:00.
De gemeenteraad keurt de notulen van de vergadering van 31 augustus 2023 goed.
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
1° de aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden, vermeld in afdeling 1 en 2 van dit hoofdstuk.
De algemeen directeur woont de vergaderingen van de gemeenteraad bij en is verantwoordelijk voor het opstellen en het bewaren van de notulen en het zittingsverslag ervan. De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad worden, na goedkeuring, ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
De notulen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat is gegeven aan de punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen. Ze maken melding van alle beslissingen en het resultaat van de stemmingen. Behalve bij geheime stemming, vermelden de notulen hoe elk lid gestemd heeft. Van die laatste verplichting kan worden afgeweken voor beslissingen die genomen zijn met unanimiteit.
De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden. De gemeenteraad kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.
Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 28 in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.
/
/
/
Enig artikel.
De notulen van de vergadering van 31 augustus 2023 goed te keuren.
De gemeenteraad neemt kennis van de publicatie van vacante betrekkingen van de politiezone Grimbergen in de vierde mobiliteitscyclus van 2023 van de Geïntegreerde Politie.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus.
/
De federale politie vroeg om ten laatste op 8 september 2023 de behoeften voor de vierde mobiliteitscyclus van 2023 kenbaar te maken.
Volgende vacatures in het operationeel en administratief kader werden gepubliceerd:
Volgende vacatures in het operationeel en administratief kader werden gepubliceerd en komen in aanmerking voor externe werving wanneer er geen interne kandidaten zijn:
Het maximaal aantal betrekkingen werd vacant verklaard.
In de begroting van de lokale politie zijn de nodige kredieten voorzien.
Enig artikel.
Kennis te nemen dat de volgende vacante betrekkingen werden overgemaakt aan de directie van de mobiliteit en het personeelsbeheer van de Geïntegreerde Politie voor publicatie in de vierde mobiliteitscyclus van 2023.
Volgende vacatures in het operationeel en administratief kader werden gepubliceerd:
Volgende vacatures in het operationeel en administratief kader werden gepubliceerd en komen in aanmerking voor externe werving wanneer er geen interne kandidaten zijn:
Het maximaal aantal betrekkingen werd vacant verklaard.
De gemeenteraad stelt de voorwaarden en wijze van gunnen voor de levering en ombouw van een anoniem dienstvoertuig voor het team HR & support, volgens de behoeften van de politiezone, voor een geraamd bedrag van 55.000,00 euro (incl. btw) via de raamovereenkomst van de Vlaamse overheid - perceel 3 compacte bestelwagens MTM 2,5 - 3,5 ton, Full EV, vast.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus.
/
Huidige situatie
De politiezone heeft 18 dienstvoertuigen, namelijk:
3 combi's van team interventie,
1 herkenbaar voertuig van team interventie,
1 anoniem voertuig van team interventie (type break),
1 herkenbaar voertuig van de patrouillehondgeleider,
1 semi-anoniem voertuig van de terreinofficier,
1 anoniem voertuig met ANPR-camera,
3 herkenbare voertuigen van team geïntegreerde sectorwerking,
2 anonieme voertuigen van team recherche,
1 combi van team verkeer,
1 herkenbaar voertuig van team verkeer,
1 anoniem voertuig van team verkeer,
1 anoniem voertuig voor alle teams,
1 bestelwagen van team HR & support.
In de meerjarenplanning voor de vervanging van de dienstvoertuigen worden volgende principes gehanteerd:
De interventievoertuigen van het team interventie worden afgeschreven op 3 jaar of tussen de 100.000 en 120.000 kilometers. De combi's van het team interventie worden vervolgens doorgeschoven naar het team verkeer.
De andere voertuigen worden afgeschreven op 10 jaar of tussen 100.000 en 120.000 kilometers.
Er wordt een onderhoudscontract afgesloten voor de interventievoertuigen.
In 2023 is het voertuig Opel Vivaro met kentekenplaat YJF-235 van het team HR & support meer dan 10 jaar in dienst (datum eerste inschrijving 30 april 2008). Het heeft momenteel een kilometerstand van 80.875 km. Het is noodzakelijk om dit voertuig te vervangen; o.a. omdat het diesel voertuig niet voldoet aan de emissie normen.
De politiezone heeft als overheid een voorbeeldfunctie op vlak van duurzaamheid en wil, daar waar mogelijk, duurzame voertuigen aankopen.
Technische specificaties
Op basis van een bevraging van de personeelsleden van het team HR & support worden volgende minimum technische specificaties weerhouden:
Algemeen
Bestuurderscomfort
elektrisch verstelbare en verwarmde buitenspiegels
centrale vergrendeling
Veiligheid
frontale en zijdelingse airbag
Raamovereenkomst
De levering en ombouw zijn mogelijk via de raamovereenkomst van de Vlaamse overheid -perceel 3 compacte bestelwagen MTM 2,5 - 3,5 ton, Full EV.
De installatie van een laadpaal op de parking van het commissariaat is onontbeerlijk om het nieuwe voertuig snel te kunnen opladen. Er zal een afzonderlijke overheidsopdracht voor de aankoop, levering en installatie van een laadpaal worden opgestart.
De totale kostprijs voor de levering en ombouw van een anoniem dienstvoertuig voor het team HR & support, volgens de behoeften van de politiezone, wordt geraamd op 55.000,00 euro (incl. btw).
Het nodige krediet voor deze aankoop is voorzien op artikel 330/ 743-52 van de buitengewone dienst van de politiebegroting 2023.
Enig artikel.
De voorwaarden en wijze van gunnen voor de levering en ombouw van een anoniem dienstvoertuig voor het team HR & support, volgens de behoeften van de politiezone, voor een geraamd bedrag van 55.000,00 euro (incl. btw) via de raamovereenkomst van de Vlaamse overheid - perceel 3 compacte bestelwagens MTM 2,5 - 3,5 ton, Full EV, vast te stellen.
De gemeenteraad stelt de voorwaarden en de wijze van gunnen voor de aankoop, levering en ombouw van een anoniem dienstvoertuig voor het team recherche, volgens de behoeften van de politiezone, via de raamovereenkomst voertuigen 2021 R3 022 van de federale politie - perceel 36 middenklasse stationswagen vast.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus.
Artikel 117, eerste lid en artikel 234, eerste lid van de nieuwe gemeentewet.
De wet van 17 juni 2016 inzake de overheidsopdrachten (1) en haar uitvoeringsbesluiten.
Artikel 42, §1, 1°, a van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten (limiet van € 135.000,00 excl. btw niet bereikt).
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
Artikel 90, 1° van het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende de plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 11 september 2023 "Aankoop, levering en ombouw van een anoniem dienstvoertuig voor het team recherche via raamovereenkomst federale politie - Voorleggen aan de gemeenteraad - Kennisname en goedkeuring".
/
Huidige situatie
De politiezone heeft 18 dienstvoertuigen, namelijk:
In de meerjarenplanning voor de vervanging van de dienstvoertuigen worden volgende principes gehanteerd:
De interventievoertuigen van het team interventie worden afgeschreven op 3 jaar of tussen de 100.000 en 120.000 kilometers. De combi's van het team interventie worden vervolgens doorgeschoven naar het team verkeer.
De andere voertuigen worden afgeschreven op 10 jaar of tussen 100.000 en 120.000 kilometers.
Er wordt een onderhoudscontract afgesloten voor de interventievoertuigen.
In 2023 is het dienstvoertuig Nissan Quashqai met kentekenplaat 1-AHP-994 van het team recherche meer dan 10 jaar in dienst (datum eerste inschrijving 12 januari 2011). Het heeft een kilometerstand van 106.649 km en het is noodzakelijk om dit voertuig te vervangen.
De politiezone heeft als overheid een voorbeeldfunctie op vlak van duurzaamheid en wil, daar waar mogelijk, duurzame voertuigen aankopen.
Technische specificaties
Op basis van een bevraging van de personeelsleden van het team recherche worden volgende minimum technische specificaties weerhouden:
Algemeen
model: model dat veel voorkomt in het huidige straatbeeld (voorkeur voor ‘tijdloos’ design) zodat het geen te opvallend voertuig wordt (herkenbaarheidanonimiteit)
brandstof: benzine minimum 190 kW (nodig indien verdachten moeten worden gevolgd / geschaduwd)
kleur: donkerblauw (metaalkleur)
ruimte: 500 l koffervolume en interieur biedt voldoende ruimte
interieur: leder => hygiëne (voertuig wordt ook gebruikt voor uithalingen van verdachten uit de gevangenis en transfer minderjarigen)
alarm type VV1
bepantsering deuren vooraan
mistlichten
Bestuurderscomfort
Veiligheid
Ombouw
De aankoop, levering en ombouw zijn mogelijk via de raamovereenkomst voertuigen 2021 R3 022 van de federale politie - perceel 36 middenklasse stationswagen. Deze raamovereenkomst loopt tot 30 november 2025.
De ombouw tot een politievoertuig wordt uitgevoerd door de leverancier Mecelcar, Avenue Albert Einstein 12 in 1348 Louvain-La-Neuve.
De totale kostprijs voor de levering en ombouw van een anoniem dienstvoertuig voor het team recherche, volgens de behoeften van de politiezone, wordt geraamd op 60.000,00 euro (incl. btw).
Het nodige krediet voor deze aankoop is voorzien op artikel 330/ 743-52 van de buitengewone dienst van de politiebegroting 2023.
Enig artikel.
De voorwaarden en wijze van gunnen voor de aankoop, levering en ombouw van een anoniem dienstvoertuig voor het team recherche, volgens de behoeften van de politiezone, via de raamovereenkomst voertuigen 2021 R3 022 van de federale politie - perceel 36 middenklasse stationswagen voor een geraamd bedrag van 60.000,00 euro (incl. btw) vast te stellen.
De gemeenteraad stelt de voorwaarden en wijze van gunnen voor de aankoop, levering, installatie en configuratie van een snelheidscamera voor het team verkeer, volgens de behoeften van de politiezone, voor een geraamd bedrag van 60.000,00 euro incl. btw vast.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus.
/
Huidige situatie
De huidige snelheidsradar is 10 jaar oud. Dit toestel maakt geen gebruik van infrarood flitslicht, het is zwaar om in de koffer van een voertuig te laden en vertoont een aantal defecten. De batterij van de snelheidsradar is defect en momenteel stelt de huidige leverancier gratis een batterij ter beschikking van de politiezone.
De nieuwe types van snelheidsradar zijn gebruiksvriendelijker, zijn compact en lichter, kunnen in minder dan 10 minuten worden opgesteld waardoor ze snel verplaatsbaar zijn. Ze maken gebruik van infrarood flitslicht waardoor de kentekenplaten leesbaar blijven bij donker weer. Ze hebben als bijkomend voordeel dat de weggebruikers niet meer zien dat ze geflitst worden, hierdoor gaan ze niet meer remmen wat de verkeersveiligheid vergroot. Tevens verhoogt dit ook de veiligheid van het CALog personeelslid dat de snelheidscontroles uitvoert.
Voor de aankoop kan gebruik worden gemaakt van de raamovereenkomst CSMRTIOH20 van Cipal DV die op 8 januari 2020 aan Smartville werd gegund. Er werd een offerte opgevraagd aan Smartville voor de aankoop van de vernieuwde versie van het huidige type camera en software. Tevens werd er ook rechtstreeks een offerte gevraagd aan de leverancier Polis-Service omdat er via de raamovereenkomst geen onderhoudscontract wordt aangeboden. Tevens worden volgende verschillen vastgesteld:
Technische specificaties
In samenspraak met het team verkeer werden volgende minimum technische specificaties bepaald:
Prijs
|
AANTAL |
Prijs (excl. btw) PER EENHEID |
TOTALE PRIJS (excl. btw ) |
TOTALE PRIJS (incl. btw) |
SNELHEIDSRADAR |
1 |
37.442,87 € |
37.442,87 € |
45.305,87 € |
INFRASTRUCTUUR (= laptop met tas, installatie software, 2 batterijen, transportkoffer, driepikkel, voedingskabel 5m, netwerkkabel 2m) |
1 |
6.929,11 € |
6.929,11 € |
8.384,22 € |
OPLEIDING (halve dag) |
1 |
498,10 € |
498,10 € |
602,70 € |
IJKING |
1 |
901,56 € |
901,56 € |
1.090,89 € |
ONDERHOUDSCONTRACT (prijs per jaar) |
1 |
2.700,00 € |
2.700,00 € |
3.267,00 € |
TOTAAL |
|
|
|
58.650,68 € |
In bijlage de prijsofferte van de leverancier Polis-Service, Kempenlaan 59 in 2300 Turnhout.
Aan te schrijven leveranciers
De medewerkers van het team middelenbeheer en financiën zullen volgende leveranciers aanschrijven:
Smartville, Steenweg Deine 154 in 9810 Nazareth via de raamovereenkomst CSMRTIOH20 van Cipal DV,
Polis-Service, Kempenlaan 59 in 2300 Turnhout.
De kostprijs voor de aankoop, levering, installatie en configuratie van een snelheidscamera voor het team verkeer wordt geraamd op 60.000,00 euro (incl. btw) en is voorzien in artikel 330/744-51 van de buitengewone dienst van de politiebegroting 2023.
Enig artikel.
De voorwaarden en wijze van gunnen voor de aankoop, levering, installatie en configuratie van een snelheidscamera voor het team verkeer, volgens de behoeften van de politiezone, voor een geraamd bedrag van 60.000,00 euro (incl. btw) vast te stellen.
De gemeenteraad:
neemt kennis van de uitnodiging tot de BAV van DV TMVS op 12 december 2023 om 14.30 uur;
keurt het voorstel tot de statutenwijziging goed en
stelt het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger m.b.t. de te behandelen agendapunten vast.
Artikel 432, derde lid van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB):
De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.
Algemeen:
DLB, deel 3, titel 3 betreffende de intergemeentelijke samenwerking in het bijzonder.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 11 september 2023.
Statuten:
De statuten van Tussengemeentelijke Maatschappij voor Services, voor het laatst gewijzigd door de buitengewone algemene vergadering op 10 december 2019.
Vertegenwoordigers van het gemeentebestuur:
Besluit van de gemeenteraad van 27 april 2023 betreffende de aanduiding van de heer Peter PLESSERS als effectieve gemeentelijke vertegenwoordiger.
/
Per e-mail van 31 augustus 2023 (M2308 2805) en per brief van 29 augustus 2023, ingekomen op 1 september 2023, wordt het gemeentebestuur door de dienstverlenende vereniging (DV) Tussengemeentelijke Maatschappij voor Services (TMVS) opgeroepen om deel te nemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering (BAV) van 12 december 2023 om 14.30 uur, locatie nog onbekend (M2308 2805).
De officiële uitnodiging, met agenda en documentatie, wordt later bezorgd.
De agenda van deze BAV behelst o.a. de goedkeuring van de statutenwijzigingen.
De Raad van Bestuur van de DV TMVS maakt de volgende documenten bij de voorgestelde statutenwijziging over (zie bijlage):
De digitale versie van de betrokken documenten is beschikbaar op de deelnemerssite ‘SharePoint Online’: https://farysov.sharepoint.com/sites/Bestuursorganen/default.aspx
De begeleidende brief is te vinden bij documentsoort ‘Agenda’, de bundel m.b.t de statutenwijziging bij documentsoort ‘Bijlagen’.
Mandatering gemeentelijke vertegenwoordiger
Overeenkomstig artikel 432, derde lid, van het decreet over het lokaal bestuur dient de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordigers in de algemene vergadering van opdrachthoudende en dienstverlenende verenigingen te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
De gemeentelijke vertegenwoordiger, aangeduid in het gemeenteraadsbesluit van 27 april 2023, is de heer Peter PLESSERS.
Aan de gemeenteraad wordt in dit kader voorgesteld om:
De voorzitter verwijst naar de bemerking van raadslid Chris SELLESLAGH op de vergadering van de raad van bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Grimbergen:
Raadslid Chris SELLESLAGH merkt op dat bij de statutenwijziging het gewestelijke erbij komt en dat iedereen mag participeren i.p.v. enkel de aanliggende intercommunales. Hij vraagt waarom deze aanpassing zal gebeuren.De voorzitter van het Autonoom Gemeentebedrijf Grimbergen (AGBG), schepen Jelle DE WILDE antwoordt dat de meeste wijzigingen in de statuten op gewestelijke basis zijn en voor een deel doorgevoerd worden. Het betreft taalkundige en organisatorische zaken, maar geen inhoudelijke wijzigingen. De statutenwijziging gaat over de naamswijziging en de wijzigingen die op hoger niveau werden doorgevoerd, dat enkel formaliteiten betreft en niets inhoudelijks.De voorzitter van het AGBG vraagt of de gemeentelijke vertegenwoordiger, raadslid Peter PLESSERS, meer weet over deze wijzigingen.De gemeentelijke vertegenwoordiger, Peter PLESSERS, reageert dat het de eerste keer is dat hij zal deelnemen aan de algemene vergadering en daar de vraag zal stellen.
Stemmingen
Gaat over tot een eerste stemming inzake de goedkeuring van het voorstel tot statutenwijziging:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Gaat over tot een tweede stemming inzake het vaststellen van het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordigers om in de BAV van DV TMVS op 12 december 2023 de statutenwijzigingen goed te keuren:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
/
Artikel 1.
Kennis te nemen van de uitnodiging van de dienstverlenende vereniging (DV) Tussengemeentelijke Maatschappij voor Services (TMVS) waarbij wordt gemeld dat een buitengewone algemene vergadering (BAV) zal plaatsvinden op 12 december 2023 om 14.30 uur (locatie nog onbekend).
Art. 2.
Kennis te nemen van het feit dat de officiële uitnodiging, met agenda en documentatie, later bezorgd zullen worden.
Art. 3.
Het voorstel tot statutenwijziging die bij de uitnodiging voor deze BAV werd toegevoegd goed te keuren.
Art. 4.
Het mandaat van de aangeduide gemeentelijke vertegenwoordiger m.b.t. de te behandelen agendapunten goed te keuren.
De gemeenteraad keurt het voorstel tot statutenwijziging van de dienstverlenende vereniging Haviland goed en vaardigt de gemeentelijke vertegenwoordigers af om de statutenwijziging op de buitengewone algemene vergadering van 13 december 2023 goed te keuren.
Artikel 432, derde lid van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB):
De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.
Algemeen:
DLB, deel 3, titel 3 betreffende de intergemeentelijke samenwerking in het bijzonder.
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 28 augustus 2023.
Toetreding:
De gemeente is aangesloten bij Haviland Intercommunale die werd opgericht op 24 maart 1965 bij oprichtingsakte verschenen in de Bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 16 april 1965 onder het nummer 8226 EN verlengd werd op 23 oktober 2019, verschenen in de Bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 21 november 2019 onder het nummer 19151652
Statuten:
De statuten van Haviland, voor het laatst gewijzigd door de algemene vergadering op 12 december 2018.
Vertegenwoordigers van het gemeentebestuur:
Het besluit van de gemeenteraad van 28 februari 2019 betreffende de aanduiding van de heer Bart LAEREMANS als effectieve gemeentelijke vertegenwoordiger voor
de algemene vergadering van Haviland en de heer Philip ROOSEN als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
/
Per e-mail van 22 augustus 2023 werd het gemeentebestuur door Haviland opgeroepen om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering (BAV) van woensdag 13 december 2023 om 18.00 uur in de kantoren van Haviland, Brusselsesteenweg 617 te 1731 Asse-Zellik (M2308 1886).
De officiële uitnodiging, met agenda en documentatie, wordt later bezorgd.
De agenda van deze BAV behelst o.a. de goedkeuring van de statutenwijzigingen ingevolge:
De wijzigingen van de statuten van HAVILAND hebben voornamelijk als doel om in overeenstemming te zijn met het Decreet Lokaal Bestuur, dat gewijzigd werd ingevolge voornoemd Decreet Versterking Lokale Democratie.
Volgende punten werden aangepast:
Daarnaast hebben de wijzigingen van de statuten van HAVILAND als doel om in overeenstemming te zijn met het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Volgende punten werden aangepast of toegevoegd:
Als bijlage wordt een overzicht van de statuten waarbij artikelsgewijs de aanpassingen worden weergegeven.
Mandatering gemeentelijke vertegenwoordiger
Overeenkomstig artikel 432, derde lid, van het decreet over het lokaal bestuur dient de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordigers in de algemene vergadering van opdrachthoudende en dienstverlenende verenigingen te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
De gemeentelijke vertegenwoordiger, aangeduid in het gemeenteraadsbesluit van 28 februari 2019, is de heer Bart LAEREMANS. De plaatsvervanger is de heer Philip ROOSEN.
Aan de gemeenteraad wordt in dit kader voorgesteld om:
kennis te nemen van de e-mail van 22 augustus 2023 waarmee Haviland meldt dat op 13 december 2023 een BAV zal plaatsvinden;
het voorstel tot statutenwijzigingen goed te keuren;
het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordigers om in de BAV van Haviland van 13 december 2023 de statutenwijzigingen goed te keuren, vast te stellen.
Stemmingen
Gaat over tot een eerste stemming inzake de goedkeuring van het voorstel tot statutenwijziging, zoals werd aangenomen door de Raad van Bestuur op 19 juni 2023:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Gaat over tot een tweede stemming inzake het vaststellen van het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordigers om in de BAV van Haviland van 13 december 2023 de statutenwijzigingen goed te keuren:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
/
Artikel 1.
Kennis te nemen van de uitnodiging van Haviland van 22 augustus 2023 waarbij wordt gemeld dat een buitengewone algemene vergadering (BAV) zal plaatsvinden op 13 december 2023.
Art. 2.
Het voorstel tot statutenwijziging van Haviland, zoals werd aangenomen door de Raad van Bestuur op 19 juni 2023, goed te keuren.
Art. 3.
Het mandaat van Bart LAEREMANS als effectieve vertegenwoordiger van de raad voor maatschappelijk welzijn en Philip ROOSEN als plaatsvervangende vertegenwoordiger vast te stellen voor de BAV van 13 december 2023 en hen te mandateren de statutenwijziging goed te keuren.
Art. 4.
Een afschrift van dit besluit te bezorgen aan:
De gemeenteraad keurt de afname van een bestelwagen met meubelbak voor de dienst Magazijn via de raamovereenkomst met nummer 2022/HFB/OP/97947 van het agentschap Facilitair Bedrijf van de Vlaamse Overheid, goed. Deze opdracht werd door het agentschap Facilitair Bedrijf van de Vlaamse overheid gegund aan de firma Iveco Belgium nv, Alfons Gossetlaan 28A bus 3 te 1702 Groot-Bijgaarden. De totale uitgave voor deze aankoop bedraagt € 48.000,00 excl. btw of € 58.080,00 incl. btw (inclusief opbouw en exclusief bijkomende opties).
Wettelijk:
Met betrekking tot de aankoop:
Bijlagen:
/
De dienst Magazijn beschikt momenteel over een Iveco Daily met meubelbak voor het verplaatsen van allerhande materialen. Dit voertuig is in dienst sinds augustus 2008 en zit in zijn 16de gebruiksjaar. De kilometerstand bedraagt momenteel zo'n 180.000 kilometer.
Het betrokken voertuig bevindt zich al even in een sukkelstraatje. In augustus 2023 werd er een probleem aan de stuurinrichting (speling) vastgesteld en zijn er stangen vervangen. Een terugkerende opmerking tijdens de technische keuring is de corrosie aan de onderzijde van het voertuig. De staat van de zetels vooraan is zeer slecht. Het voertuig wordt niet meer toegelaten in de LEZ (Euro 4). De vering vertoond ernstige slijtage en is aan vernieuwing toe. Het voertuig wordt dagelijks gebruikt en is een cruciaal en onmisbaar gegeven binnen de werking van het magazijn.
Omwille van het stellen van bepaalde andere prioriteiten werd de vernieuwing van dit voertuig in 2023 niet opgenomen in de voorziene budgetten. Gezien de staat van het voertuig sneller verergert dan verwacht is het noodzakelijk in te grijpen en het voertuig te vernieuwen met budgetten die voorhanden zijn. Enerzijds zijn herstellingswerken aan dit voertuig louter oplapwerk en is dit geen oplossing op lange termijn. Anderzijds geraakt het voertuig zonder toegevoegde kosten niet meer door de technische keuring.
Er werd door de dienst Aankoop & Facilty bekeken op welke wijze we dit voertuig snel en financieel voordelig konden aankopen, conform de vigerende wetgeving overheidsopdrachten. Hier kwamen we uit op de lopende raamovereenkomst bij het Facilitair Bedrijf van de Vlaamse Overheid. Deze raamovereenkomst liep af op 31 augustus 2023 maar het voertuig werd door de dienst Aankoop & Facility tijdig gereserveerd zonder aankoopverplichting op 17 augustus 2023 zodat de aankoop nog conform de wetgeving en de bestekvoorwaarden kan gebeuren. Dit betreft een voertuig dat reeds geconfigureerd werd met de nodige opbouw (meubelbak) volgens de vereisten van de dienst Magazijn.
Er zijn nog enkele bijkomende opties die niet in de vaste configuratie werden opgenomen die wel vereist zijn voor de dienst Magazijn. Deze kunnen achteraf worden toegevoegd aan het voertuig.
Bijkomende opties:
achteruitrijcamera;
2de combi ladingrail met 2 verende landingstangen;
2 led flitslichten voor- en achteraan;
led lichtbalk achteraan;
trekhaak.
Deze opties zullen via een aparte bestelling verlopen gelet op het gegeven dat dit een andere ondernemer betreft (Iveco Verstraeten). De kostprijs van dit voertuig bedraagt € 48.000,00 excl. btw of € 58.080,00 incl. btw inclusief opbouw, exclusief bovenvermelde bijkomende opties. Een offerte voor deze opties werd opgevraagd bij Garage Verstraeten uit Zemst. Deze worden ingeschat op zo'n € 5.000 incl. btw.
Voorstel:
Rekening houdend met bovenstaande wordt voorgesteld om het voertuig af te nemen van de raamovereenkomst van het Facilitair Bedrijf. Hiernaast ook om volgende redenen:
de in deze raamovereenkomst opgenomen voertuigen voldoen aan de behoefte van het bestuur;
de voorgestelde aankoopprijzen marktconform zijn en de marktverkenning reeds gebeurd is via de Vlaamse Overheid;
de snelle levertermijn van het voertuig - uiterlijk einde 2023;
de wagens bij een lokale dealer naar keuze geleverd en onderhouden kunnen worden.
Raadslid Chris SELLESLAGH krijgt het woord en heeft een aantal vragen over het dossier. Er wordt voorgesteld dat er een afname wordt gedaan van het contract via Iveco Eppegem. De gemeente is echter al klant bij Iveco. Hij vraagt waarom deze constructie nodig is. Verder vraagt hij waarom er gekozen wordt voor een voertuig met slechts twee zitbanken en of er navraag werd gedaan naar de prijsverschillen tussen het Facilitair Bedrijf Vlaamse Overheid en Iveco, waar de gemeente voorheen de bestelling plaatste.
Schepen Kirsten HOEFS antwoordt dat de gemeente geen klant is bij een specifieke garage. Voor alle bestellingen moet de gemeente immers een aanbestedingsprocedure volgen. De aanschaf van een nieuwe bestelwagen stond voor volgend jaar gepland, maar moest naar voren geschoven worden, daarom heeft men gekeken hoe deze vervanging z.s.m. kon gebeuren. Dit heeft geleid tot een afname binnen de raamovereenkomst, zodat er geen hele aanbestedingsprocedure nodig was. De gemeente heeft wel een marktconsultatie gedaan, daaruit bleek dat de aanschaf van het voertuig economisch voordelig was, zeker ook gezien de snelle levertermijn. De opties kunnen achteraf worden aangeschaft, daarvoor zal de markt nog geconsulteerd worden. De gemeente heeft al een prijsaanvraag gedaan bij lokale leveranciers.
Dat het voertuig slechts twee zitbanken heeft, wist schepen HOEFS niet. Het aangekochte voertuig voldoet echter aan alle eisen die de diensten hebben opgegeven, waardoor het schepencollege akkoord is gegaan.
Raadslid Chris SELLESLAGH krijgt opnieuw het woord en stelt dat hij dat laatste begrijpt, maar herinnert zich dat het aantal zitplaatsen in het verleden weleens lastig was. Als de diensten aangeven dat dit voldoende is, lijkt het hem geen probleem. Hij vraagt nog wel naar de prijs voor de opties, die Iveco gaat leveren.
Schepen Kirsten HOEFS repliceert dat zij voor de aankoop van toekomstige voertuigen bij de diensten zal navragen of het aantal zitbanken voldoende is. De opties voor het voertuig dat de gemeente wil aanschaffen, zullen rond de € 5.000 kosten. Deze kunnen later worden toegevoegd. Hiervoor zal de gemeente lokale leveranciers consulteren.
Raadslid Chris SELLESLAGH krijgt een laatste maal het woord en verklaart dat hij de vorige keer had gevraagd naar de detailgegevens van de gunning. Hij zal deze vraag stellen aan de Deputatie, zoals werd voorgesteld door de burgemeester.
Budget voor deze aankoop werd niet voorzien in het meerjarenplan maar het budget voor de vernieuwing van de slagbomen aan de loods kan hiervoor aangewend worden: Jaarbudgetrekening GBB-Mag 0119-07/2220000.
Artikel 1.
De afname van de lopende raamovereenkomst van het agentschap Facilitair Bedrijf van de Vlaamse Overheid voor de aankoop van een bestelwagen met meubelbak voor de dienst Magazijn via de raamovereenkomst met nummer 2022/HFB/OP/97947 goed te keuren.
Deze opdracht werd door het agentschap Facilitair Bedrijf van de Vlaamse overheid gegund aan de firma Iveco Belgium nv, Alfons Gossetlaan 28A bus 3 te 1702 Groot-Bijgaarden. De totale uitgave bedraagt € 48.000,00 excl. btw of € 58.080,00 incl. btw (inclusief opbouw en exclusief bijkomende opties).
Art. 2.
Iveco Belgium nv op de hoogte te brengen van de beslissing genomen in artikel 1.
Art. 3.
De betrokken dienst te informeren van de afname van het Facilitair Bedrijf en de levertermijn van het voertuig.
De gemeenteraad keurt het concessiedocument met nr. 2023/1033 en de raming voor de concessie voor de ter beschikking stelling en het onderhoud van nieuwe, refurbished en gesubsidieerde schuilhuizen met en zonder publicitaire ruimte, opgesteld door de dienst Aankoop en Facility goed.
De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het concessiedocument en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de concessieovereenkomsten.
De raming werd goedgekeurd op basis van artikel 35 van de concessiewet waarin wordt bepaald dat de waarde van een concessie wordt gevormd door de totale, tijdens de looptijd van de overeenkomst te behalen omzet van de concessiehouder, exclusief belasting op de toegevoegde waarde, zoals deze door de concessiegever is geraamd, als tegenprestatie voor de werken en diensten die het voorwerp van de concessie uitmaken, en ook voor de bijkomende leveringen die in het kader van de werken en diensten zijn verricht.
De raming voor de concessie wordt geraamd op € 1.080.000 incl. btw.
Artikels 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (DLB) betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad waarin wordt bepaald dat het vaststellen van de contractvoorwaarden voor concessieopdrachten van meer dan 9 jaar een uitdrukkelijk bevoegdheid is van de gemeenteraad.
Wettelijk:
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Artikelen 326 tem. DLB betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake concessieovereenkomsten.
Het koninklijk besluit van 25 juni 2017 betreffende de plaatsing en de algemene uitvoeringsregels van de concessieovereenkomsten.
Met betrekking tot de procedure:
Het besluit van de gemeenteraad van 23 april 1998 waarin de opdracht voor de plaatsing en het onderhoud van wachthuisjes voor het openbaar vervoer werd toegewezen aan de firma City Advertising (heden: Clear Channel) in ruil voor het exclusief recht tot het voeren van Nederlandstalige reclame op deze schuilhuizen.
Het besluit van de gemeenteraad van 24 november 2022 waarin de lastvoorwaarden en de wijze van gunnen voor de concessieopdracht voor de terbeschikkingstelling en het onderhoud van schuilhuizen met en zonder publicitaire ruimte werden goedgekeurd.
De overeenkomst met de firma City Advertising (heden: Clear Channel) van 8 mei 1995 betreffende de opdracht voor de plaatsing en het onderhoud van wachthuisjes voor het openbaar vervoer in ruil voor het exclusief recht tot het voeren van Nederlandstalige reclame op deze schuilhuizen (bijlage 1).
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 23 april 2018 waarin beslist werd de overeenkomst voor de plaatsing en het onderhoud van wachthuisjes, afgesloten tussen gemeente Grimbergen en City Advertising (heden: Clear Channel Belgium) van 8 mei 1998 op te zeggen en de gemeentediensten de opdracht te geven om een nieuwe overheidsopdracht op te starten voor de plaatsing en het onderhoud van wachthuisjes ten behoeve van de gebruiker van het openbaar vervoer (bijlage 2)
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 2 mei 2022 waarbij kennis werd genomen van de juridische problematiek rond de lopende de overeenkomst(en) met Clear Channel.
Het principebesluit van het college van burgemeester en schepenen van 10 oktober 2022 voor de afsluiting van de nieuwe overeenkomst voor de terbeschikkingstelling en onderhoud van schuilhuisjes met publicitaire ruimte waarbij werd beslist deze opdracht als een concessieovereenkomst in de markt te zetten voor een periode van 15 jaar en waarbij:
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 14 november 2022 waarin werd beslist de lastvoorwaarden en de wijze van gunnen voor de concessieopdracht voor de terbeschikkingstelling en het onderhoud van schuilhuizen met en zonder publicitaire ruimte voor goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 6 februari 2023 waarbij de concessieopdracht voor de terbeschikkingstelling en het onderhoud van schuilhuizen met en zonder publicitaire ruimte werd stopgezet wegens geen offertes en waarbij een delegatie werd aangesteld om onderhandelingen te voeren met de potentiële inschrijvers.
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 5 juni 2023 waarin werd beslist om twee schuilhuize te verplaatsen. De schuilhuizen aan de haltes Gemeenteplein en Gemeenteschool werden verplaatst naar Brusselsesteenweg (Matexi) en Esplanade.
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 11 september 2023 "Concessie voor de ter beschikking stelling en het onderhoud van nieuwe, refurbished en gesubsidieerde schuilhuizen met en zonder publicitaire ruimte - Voorleggen aan de gemeenteraad - kennisname en goedkeuring".
BIJLAGEN:
Historiek
Huidige overeenkomst
De huidige overeenkomst voor de terbeschikkingstelling en onderhoud van schuilhuisjes met publicitaire ruimte dateert van 8 mei 1998 en werd afgesloten met de firma City Advertising (heden: Clear Channel).
Deze overeenkomst werd afgesloten voor een periode van 9 jaar te tellen vanaf de datum van installatie van ieder afzonderlijk wachthuisje of reeks van wachthuisjes. Er werd eveneens overeengekomen elk individueel contract telkens stilzwijgend te vernieuwen voor een periode van 6 jaar.
Op 17 februari 2020 werd de overeenkomst opgezegd en conform de einddata per schuilhuisje zijn momenteel nog volgende overeenkomsten lopende:
Impact van Covid-19
Een nieuw bestek werd in 2020 opgemaakt door de dienst Aankoop en Facility maar kon nooit worden goedgekeurd omdat het bestuur op 7 mei 2020 door de firma Clear Channel Belgium op de hoogte werd gebracht dat zij tijdelijk niet konden deelnemen aan deze opdracht door de impact van COVID-19 en de dwingende maatregelen die werden uitgevaardigd door de federale overheid vanaf 18 maart 2020.
In hetzelfde schrijven geven zij aan in afwachting op een nieuwe opdracht de huidige schuilhuizen te blijven onderhouden.
Situatie 2021
In juni 2021 werden de mogelijkheden tot publicatie van een nieuwe opdracht herbekeken. Aangezien de sector nog steeds in een moeilijke situatie zat omdat de mogelijkheden tot deelname aan activiteiten nog steeds zeer beperkt was kon de “out-of-home” affichage zich niet voldoende herpakken, en waren grote investeringen nog steeds uitgesloten.
Stopzetting van de vorige opdracht
Op 14 november 2022 werden de lastvoorwaarden voor de concessieopdracht voor de terbeschikkingstelling en het onderhoud van schuilhuizen met en zonder publicitaire ruimte door de gemeenteraad goedgekeurd.
In deze opdracht zat vervat dat alle schuilhuizen op volgende manier zouden worden vervangen:
Het betrof de plaatsing van 57 schuilhuizen, waarvan:
De looptijd van de concessie werd vastgelegd op 15 jaar, vanaf de sluiting van de concessie.
Ter compensatie diende de concessiehouder aan de aanbestedende overheid jaarlijks een financiële vergoeding te berekenen.
Bij opening van de offertes op 1 februari 2023 mocht het bestuur geen offertes ontvangen. Om die reden werd de opdracht op 6 februari 2023 stopgezet en werd een delegatie aangesteld om onderhandelingen te voeren met de potentiële inschrijvers met als doel verder inzicht te krijgen in de reden(en) waarom er geen inschrijvingen konden worden ontvangen.
Onderhandelingen met de potentiële inschrijvers
Op 16 maart 2023 en 28 maart 2023 vonden gesprekken plaats met de potentiële inschrijvers voor deze concessieopdracht, waarbij onderstaande zaken met de potentiële inschrijvers werden afgetoetst:
/
Huidige situatie
Een nieuwe overeenkomst dient dringend te worden afgesloten aangezien de huidige overeenkomst dateert van 8 mei 1998 .
Rekening houdend met de gesprekken die werden gevoerd met de potentiële inschrijvers wordt voorgesteld om een concessieovereenkomst voor een periode van 15 jaar af te sluiten en waarbij:
de inschrijver voor de vernieuwing kan opteren voor nieuwe, refurbished of gesubsidieerde schuilhuizen, zolang er voor:
de vernieuwing van de schuilhuizen gefaseerd zal verlopen (over 3 jaar) en waarbij de inschrijver zelf kan bepalen of de vernieuwing plaats zal vinden in het eerste, tweede of derde jaar na sluiting van de concessie.
bijkomend 2 nieuwe schuilhuizen moeten worden voorzien, zijnde voor de haltes Bergdal en Brusselsesteenweg;
bijkomend werd voorzien dat de inschrijver mogelijks 2 nieuwe schuilhuizen op jaarbasis moet voorzien;
publicitaire ruimte voor het bestuur (evenementen en/of boodschappen van algemeen belang) voorzien zal worden, zijde via een tijdslot van twee uur per dag verdeeld over een volledige dag;
de inschrijver bij zijn offerte moet aangeven op welke plaatsen er digitaal of via posterreclame geadverteerd zal worden;
de inschrijvers gevraagd zal worden om het gebruik van zonnepanelen maximaal te incorporeren en de opdrachtnemer te laten instaan voor de elektriciteitsaansluitingen en de elektriciteitskosten gedurende de looptijd van de opdracht;
de 9 'toekomstige' Hoppinpunten opgenomen werden in het concessiedocument.
In dit kader werd een bestek met nr. 2023/1033 voor de opdracht “Concessie voor de ter beschikking stelling en het onderhoud van nieuwe, refurbished en gesubsidieerde schuilhuizen met en zonder publicitaire ruimte”, opgesteld door de dienst Aankoop en Facility.
De opdracht omvat de afsluiting van een concessieovereenkomst met één onderneming voor het leveren, plaatsen en onderhouden van nieuwe, refurbished en gesubsidieerde schuilhuizen bij haltes van openbaar vervoer op het grondgebied Grimbergen en het voeren van commerciële reclame op deze schuilhuizen.
Het betreft de plaatsing van 53 schuilhuizen, waarvan:
12 commerciële schuilhuizen van de firma Clear Channel;
38 schuilhuizen in eigen beheer (inclusief de gesubsidieerde schuilhuizen van De Lijn ouder dan 10 jaar);
2 nieuw te plaatsen schuilhuizen;
1 gesubsidieerd schuilhuis van De Lijn.
De inschrijvers dienen voor deze concessie aan te geven op welke schuilhuizen ze reclame zullen maken. Ook de keuze voor analoge en/of digitale reclame zal overgelaten worden aan de concessiehouder.
De concessie bestaat in hoofdzaak uit volgende bestanddelen:
het gefaseerd leveren en plaatsen van schuilhuizen op de actuele locaties zoals aangegeven in dit concessiedocument en dit ter vervanging van de huidige schuilhuizen (met uitzondering van de gesubsidieerde schuilhuizen);
het leveren en plaatsen van 2 bijkomende schuilhuizen (met uitzondering van de gesubsidieerde schuilhuizen);
het esthetisch en kwalitatief in stand houden van de in uitvoering van dit concessiedocument geplaatste infrastructuur (het betreft zowel de nieuwe, de refurbished als de gesubsidieerde schuilhuizen);
het periodiek hygiënisch onderhoud van de in uitvoering van dit concessiedocument geplaatste infrastructuur (het betreft zowel de nieuwe, de refurbished als de gesubsidieerde schuilhuizen);
het herstellen van de in uitvoering van dit concessiedocument geplaatste infrastructuur op afroep na schade (het betreft zowel de nieuwe, de refurbished als de gesubsidieerde schuilhuizen);
het bezorgen van de nodige software voor de digitale commerciële schuilhuizen voor informatieverstrekking aan de burger (voor de digitale reclamezendtijd);
vanaf het moment van vernieuwing: het afsluiten van een EAN-nummer per schuilhuis waar indien nodig elektriciteit moet voorzien worden en het dragen van de bijkomende kosten hieraan verbonden (het betreft zowel de nieuwe, de refurbished als de gesubsidieerde schuilhuizen)
de betaling van alle retributies opgelegd door hogere overheidsinstanties op de schuilhuizen voor het gebruik van het openbaar domein en de betaling van de retributies voor alle (eventuele) inkomsten uit publiciteit (waaronder bijvoorbeeld de jaarlijkse retributie betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor het privatieve gebruik van het openbaar domein van de wegen, de waterwegen en hun aanhorigheden, de zeewering en de dijken – opgenomen in het besluit van 29 maart 2002 van de Vlaamse Regering – van toepassing op de schuilhuizen die zich op een gewestweg bevinden).
Alle in uitvoering van dit concessiedocument geplaatste infrastructuur blijft tijdens de looptijd van de concessie eigendom van de concessiehouder, met uitzondering van de gesubsidieerde schuilhuizen.
De aanbestedende overheid verleent aan de concessiehouder voor bovenvermelde prestaties het exclusieve recht om op de in uitvoering van onderhavig concessiedocument geplaatste schuilhuizen commerciële reclame te voeren, met uitzondering van de gesubsidieerde schuilhuizen waarop geen reclame mogelijk is.
De concessiehouder respecteert bij de reclamevoering strikt de in dit concessiedocument vastgelegde dwingende randvoorwaarden.
Ter compensatie betaalt de concessiehouder aan de aanbestedende overheid jaarlijks een financiële vergoeding. De inschrijver kan jaarlijks een ander bedrag voor deze vergoeding voorzien. Zo kan deze bijvoorbeeld een lager bedrag voorzien in de eerste drie jaren van de concessie wanneer de investeringen dienen plaats te vinden.
Raming van de concessie
Conform artikel 35 van de concessiewet wordt de waarde van een concessie gevormd door de totale, tijdens de looptijd van de overeenkomst te behalen omzet van de concessiehouder, exclusief belasting op de toegevoegde waarde, zoals deze door de concessiegever is geraamd, als tegenprestatie voor de werken en diensten die het voorwerp van de concessie uitmaken, en ook voor de bijkomende leveringen die in het kader van de werken en diensten zijn verricht.
De waarde van deze opdracht wordt geraamd op € 1.080.000 incl. btw (raming aantal publicitaire schuilhuizen: 12 stuks X schatting van de omzet van een publicitair schuilhuis op maandbasis: 500 euro X 12 maand X 15 jaar = € 1.080.000.
De looptijd van de concessie bedraagt 15 jaar. De omzet gedurende deze periode wordt geraamd op € 1.080.000.
Plaatsingsprocedure
Conform artikel 38 van de concessiewet mag de aanbestedende overheid vrij de procedure die tot de keuze van de concessiehouder leidt, naar eigen goeddunken organiseren, mits de bepalingen van deze wet worden nageleefd.
In de concessiedocumenten werd het verloop van de plaatsingsprocedure als volgt beschreven:
Meldingsplicht én verzoek tot toelichting (uiterlijk 10 dagen voor indiening);
Publicatie van de nota van toelichting – indien van toepassing (uiterlijk 7 dagen voor indiening
Toelichtingsvergadering – indien van toepassing (uiterlijk 7 dagen voor indiening)
Indiening eerste offerte
Voorlopige rangschikking van de offertes (prijs-kwaliteit), waarna:
Finaal: Indiening van BAFO (Best and final offer), waarna:
Opmaak van de finale rangschikking
Opmaak gunningsverslag en gunningsbesluit
Kennisgeving gunning
Wachttermijn (15 dagen)
Sluiting
Concessiedocument
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de concessie, het bijhorende concessiedocument en de voorgestelde plaatsingsprocedure goed te keuren.
Raadslid Katrien LE ROY krijgt het woord en vraagt waarom in de eerste aanbestedingsronde geen bedrijven hebben ingetekend. Na de eerste ronde is er overleg gevoerd tussen de potentiële concessienemers en de gemeente. De fractie Groen wil weten wat de struikelblokken zijn voor de concessie. Verder vraagt zij of er overwogen werd om alle schuilhuisjes bij De Lijn af te nemen en niet bij een commerciële partner en zo ja, waarom werd er gekozen voor een commerciële overeenkomst. De geschatte waarde van de concessie, namelijk € 500 per jaar per schuilhuisje, lijkt de fractie Groen een redelijk laag bedrag. Raadslid LE ROY vraagt wat de financiële voordelen van de gemeente zijn op dat vlak.
Schepen Philip ROOSEN beantwoordt de vragen. De gemeente heeft overwogen om de schuilhuisjes van De Lijn af te nemen, maar ze heeft ook behoefte aan een partner die voor een lange termijn het onderhoud verzorgt. De huidige marktpartijen zijn vaak internationaal overgenomen bedrijven, die zich vooral richten op grote steden. Omdat Grimbergen voor hen niet aantrekkelijk genoeg is, hebben deze partijen niet ingetekend in de eerste aanbestedingsronde. Met alle betrokken partijen werd dan een gesprek gevoerd. Dat heeft geleid tot een prijsinschatting, gebaseerd op twaalf schuilhuisjes. De prijs hiervoor ligt tweemaal zo hoog als voor corona. Een tweede argument was dat er een grote aanbesteding in Brussel liep, die de aanbieders wilden afwachten. Dat is nu bekend, dus de gemeente kan bij de andere aanbieders haar aanbesteding uitzetten. Als er desondanks niemand intekent, zal de gemeente alsnog overgaan tot de aanschaf van schuilhuisjes van De Lijn. Vervolgens moet de gemeente budget voorzien voor het onderhoud van de huisjes.
Raadslid Katrien LE ROY vraagt naar de planning. Ze vraagt of het klopt dat er gekozen wordt voor een commerciële partner omdat dit leidt tot € 100.000 inkomsten voor de gemeente en omdat het onderhoud dan niet voor rekening van de gemeente komt.
Schepen Philip ROOSEN antwoordt bevestigend op de laatste vraag. Tegen eind oktober weet hij normaal of het project gegund kan worden.
Raadslid Vincent VAN ACHTER krijgt het woord en vraagt welke criteria de gemeente stelt voor lichtreclame op de schuilhuisjes.
Schepen Philip ROOSEN repliceert dat de gemeente in eerste instantie digitale informatieborden in de gunning wilde opnemen. Na marktconsultatie werd echter besloten om dit los te koppelen van de schuilhuisjes. De twaalf schuilhuisjes zullen wel reclame krijgen. Het is aan de aanbieder om per locatie met een voorstel te komen voor led-schermen, rollende systemen of andere opties. De gemeente zal ervoor zorgen dat de reclame niet storend is, in het straatbeeld past en ook past binnen het energiebeleid van de gemeente.
Raadslid Vincent VAN ACHTER wil er zeker van zijn dat het bestek niet alleen een budgettair criterium bevat, maar ook een esthetisch criterium. Hij hoopt dat er in het bestek een redelijke rationele proportie uitgaat naar de beoordeling van esthetische aspecten.
Raadslid William DE BOECK krijgt het woord en stelt dat hij verschillende vragen had, waarvan er enkele reeds beantwoord werden. De schatting van de omzet van een publicitair schuilhuis wordt bepaald op € 500 per maand. Hij vraagt hoe dit bedrag tot stand is gekomen. Ook had hij nog volgende bedenking, de publicitaire schuilhuizen zijn van Clear Channel, het lijkt hem dat ook andere plaatsen geschikt zijn voor publicitaire schuilhuizen. Hij vraagt of het een optie is om een mogelijkheid in het lastenboek te voorzien zodat een indiener het aantal schuilhuizen kan uitbreiden. Op deze manier zijn er wat meer inkomsten om het onderhoud te bekostigen. Tot slot is de fractie Open VLD bezorgd over de opzegtermijnen van Clear Channel. Hij vraagt in hoeverre stilzwijgende verlengingen zijn ingetreden en in hoeverre Clear Channel bereid zal zijn tot minnelijke schikking als het de opdracht niet binnenhaalt.
Schepen Philip ROOSEN antwoordt dat de € 500 is ingeschat na raadpleging van experts uit de publicitaire sector. Over het uitbreiden van de plaatsen stelt hij dat de gemeente al eens een marktverkenning heeft gedaan. In het gesprek met de potentiële partners, om te horen waarom ze niet ingetekend hadden, is met moeite aan twaalf locaties gekomen waarvan zij, de potentiële partners, aangaven dat deze twaalf locaties commercieel interessant zijn. Moesten de potentiële partners nog meer rentabiliteit willen, had men ons gemakkelijk nog tien andere locaties kunnen aanhalen, aangezien dit voor hun een extra win-model zou zijn geweest. Zij verdienen op het aantal schuilhuisjes en de zichtbaarheid die er is. Die twaalf schuilhuisjes waren met moeite de commercieel interessante voor grondgebied Grimbergen.
Het huidige contract met Clear Channel is complex, niet enkel voor wat betreft de verschillende partijen maar ook in de tijd. Men heeft aangegeven bereid te zijn om over te gaan op een volledig nieuwe gunning. Dit traject loopt nu.
Raadslid William DE BOECK erkent de complexiteit. Hij begrijpt dat er twaalf publicitaire schuilhuisjes komen, maar hij vroeg zich af waarom dat aantal werd gekozen. Hij wilde aanreiken dat er misschien een mogelijkheid was geweest om het aantal te verhogen, zeker omdat het gaat om een periode van vijftien jaar.
Schepen Philip ROOSEN krijgt een laatste maal het woord en reageert dat de marktpartijen per locatie exact kunnen aangeven wat de exposure is en hoeveel mensen er passeren. Voor hen is het heel eenvoudig te weten op welke plekken het voor hen interessant is om te adverteren. In Grimbergen hebben zij van die twaalf plaatsen gezegd dat ze geïnteresseerd zijn om een publicitair schuilhuis te plaatsen
De uitgaven (gesubsidieerde schuilhuizen) en de ontvangsten (subsidie De Lijn + niet-subsidieerbaar gedeelte ten laste van de concessiehouder + jaarlijkse concessievergoeding) werden voorzien in het meerjarenplan. Deze budgetten dienen wellicht te worden aangepast na de sluiting van de opdracht.
De kredieten voor de elektriciteitskosten dienen, rekening houdend met de voorgestelde fasering, te worden geschrapt uit het meerjarenplan.
Enig artikel.
Het concessiedocument met nr. 2023/1033 en de raming voor de concessie voor de ter beschikking stelling en het onderhoud van nieuwe, refurbished en gesubsidieerde schuilhuizen met en zonder publicitaire ruimte, opgesteld door de dienst Aankoop en Facility goed te keuren.
De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het concessiedocument en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de concessieovereenkomsten.
Conform artikel 35 van de concessiewet wordt de waarde van een concessie gevormd door de totale, tijdens de looptijd van de overeenkomst te behalen omzet van de concessiehouder, exclusief belasting op de toegevoegde waarde, zoals deze door de concessiegever is geraamd, als tegenprestatie voor de werken en diensten die het voorwerp van de concessie uitmaken, en ook voor de bijkomende leveringen die in het kader van de werken en diensten zijn verricht.
De raming voor de concessie wordt geraamd op € 1.080.000 incl. btw.
De gemeenteraad bevestigt het algemeen reglement betreffende alle gemeentelijke belastingen voor de aanslagjaren 2023-2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
Besluit van de gemeenteraad van 16 december 2020 houdende de vaststelling van een algemeen reglement betreffende alle gemeentelijke belastingen, aanslagjaren 2021-2025 (dossierstuk 2).
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 11 september 2023 inzake een algemeen reglement betreffende alle gemeentelijke belastingen aanslagjaren 2023-2025 (dossierstuk 3).
/
Het is aangewezen om enkel de afwijkende artikels op te nemen in een algemeen reglement en verder te verwijzen naar het decreet van 30 mei 2008 waarin de procedures en reglementering uitvoerig beschreven staan.
Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente.
Aangezien er momenteel nog geen volledige eensgezindheid bestaat op het vlak van rechtspraak inzake de aantekening van de bekendmaking van het belastingreglement in het daarvoor specifiek voorziene register, wordt het belastingreglement voor de aanslagjaren 2023-2025 inhoudelijk ongewijzigd voorgelegd, om vervolgens te worden bekendgemaakt overeenkomstig de voorgeschreven regels.
Raadslid William DE BOECK krijgt het woord en merkt over de komende agendapunten op dat er wordt gesteld dat het reglement wordt voorgelegd, om vervolgens bekendgemaakt te worden overeenkomstig de voorgeschreven regels. Er is echter geen volledige eensgezindheid op het vlak van de rechtspraak m.b.t. het registreren en de aantekening van de bekendmaking. Hij vraagt of de aanstaande bekendmaking correct zal zijn. Hij ontvangt hier graag een toelichting over.
Burgemeester Bart LAEREMANS stelt voor dat de algemeen directeur een toelichting geeft, omdat schepen OLBRECHTS afwezig is.
Algemeen directeur Muriel VAN SCHEL reageert dat over vorige besluiten inzake de belastingreglementen er juridische onduidelijkheid is. Er is namelijk een uitspraak van het Grondwettelijk Hof geweest. Het is afwachten wat de rechters daarmee gaan doen. Om geen risico te lopen wordt nu al gehandeld conform de nieuwe wetgeving. Het Decreet Lokaal Bestuur werd aangepast, waarbij de regels van de bekendmaking zijn versoepeld. De bedoeling is om deze belastingreglementen conform de nieuwe regels bekend te maken. Of de oude reglementen rechtsgeldig waren, weet de gemeente niet geheel zeker. Deze discussie is nog hangende.
Financieel directeur Jan PLETINCKX krijgt het woord en voegt eraan toe dat er in veel gemeenten klachten worden ingediend door belastingplichtigen. Men heeft het vaak gemunt op de al dan niet correct uitgevoerde publicatie. De Vlaamse overheid heeft inmiddels besloten om de bekendmaking aan te passen, zodat het nagenoeg onmogelijk wordt om er fouten in te maken. Gemeenten kunnen op deze manier niet meer afgestraft worden op formaliteiten die incorrect uitgevoerd zouden zijn.
Raadslid William DE BOECK wenst het zekere voor het onzekere te nemen. Hij vraagt om bevestiging dat het op de nu voorgestelde wijze correct is, dat vindt hij namelijk niet duidelijk verwoord in de tekst, omdat daarin staat dat er nog onzekerheid is.
Financieel directeur Jan PLETINCKX antwoordt dat de nu voorgestelde wijze de zekerheid geeft dat het correct is. Het goede nieuws is dat de mogelijkheid bestaat dat in hangende rechtszaken de nieuwe reglementering meteen intreedt. Dat betekent dat de gemeente zich in hoger beroep wellicht al kan beroepen op de nieuwe reglementering.
Raadslid Eddie BOELENS stelt voor om over alle belastingreglementen in één keer te behandelen, op basis van de stemming van de vorige keer.
Voorzitter Peter PLESSERS had dit al overwogen, maar de administratieve diensten zijn van mening dat de stemming vlotter verloopt als er per agendapunt wordt gestemd. Hij stelt voor om het advies van de administratie te volgen.
/
Enig artikel.
Onderstaand reglement voor de aanslagjaren 2023-2025 te bevestigen:
Algemeen reglement betreffende alle gemeentelijke belastingen – Aanslagjaren 2023-2025
Hoofdstuk 1 – Toepassingsgebied
Artikel 1.
Dit reglement is van toepassing op iedere gemeentelijke belasting, door de gemeenteraad vastgesteld of vast te stellen, voor zover er niet van afgeweken wordt in het belastingreglement zelf. Dit met ingang van 1 januari 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025.
Art. 2.
Dit reglement is niet van toepassing op de aanvullende belastingen ten gunste van de gemeente.
Hoofdstuk 2 – Kohierbelastingen en contantbelastingen
Art. 3.
Het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008 met latere wijzigingen, verder genoemd het "Invorderingsdecreet", en hierna vernoemde aanvullingen is van toepassing op alle gemeentelijke kohier- en contantbelastingen.
Art. 4. - de vaststelling van de aanslag betreffende kohierbelastingen
De kohierbelastingen worden vastgesteld in overeenstemming met een aangifte of aan de hand van de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt.
De toestand op 1 januari van het aanslagjaar wordt in aanmerking genomen, tenzij anders bepaald in het belastingreglement zelf.
De belasting is ondeelbaar.
Art. 5. - de ambtshalve inkohiering – verhoging
In een belastingreglement inzake kohierbelastingen kan voorzien worden in een verplichting van aangifte.
De belastingplichtige is verplicht vóór 1 april van het aanslagjaar, tenzij anders bepaald in het belastingreglement, bij het gemeentebestuur spontaan aangifte te doen door middel van een formulier vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen. Het aangifteformulier is beschikbaar op het e-loket van de gemeentelijke website www.grimbergen.be of is op eenvoudig verzoek bij het gemeentebestuur verkrijgbaar.
Indien de toestand op 1 januari van het aanslagjaar in aanmerking wordt genomen voor de vaststelling van de aanslag en deze op 1 januari van het aanslagjaar ongewijzigd blijft, dient er geen nieuwe aangifte te gebeuren.
Bij gebrek aan aangifte vóór 1 april van het aanslagjaar of binnen de in de verordening gestelde termijn of bij een onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte kan de belasting ambtshalve gevestigd worden. In geval van een ambtshalve aanslag wordt de belasting gevestigd op basis van gegevens waarover de belastingheffende overheid beschikt.
In het geval van ambtshalve aanslag wordt de belasting verhoogd. De verhoging is gelijk aan het bedrag van de ambtshalve belasting.
Het bedrag van de verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.
Voor de belasting ambtshalve wordt gevestigd, brengt de bevoegde overheid, of het personeelslid dat daartoe is aangesteld overeenkomstig artikel 5 van het Invorderingsdecreet, de belastingplichtige met een aangetekende brief op de hoogte van de redenen waarom ze gebruik maakt van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van die elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De belasting mag niet worden gevestigd voor die termijn verstreken is, behoudens als de rechten van de provinciale of gemeentelijke thesaurie in gevaar verkeren ingevolge een andere oorzaak dan het verstrijken van de aanslagtermijnen.
In afwijking van de aanslagtermijn, vermeld in artikel 4 van het Invorderingsdecreet, kunnen ambtshalve belastingen geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 1 januari van het aanslagjaar. Die termijn van drie jaar wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.
Als een belasting ambtshalve is gevestigd, moet de belastingplichtige het bewijs leveren van de juistheid van de door hem ingeroepen elementen.
Art. 6. – hoofdelijke aansprakelijkheid
De belastingschuldige is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
De gemeenteraad bevestigt het belastingreglement op economische bedrijvigheid voor de aanslagjaren 2023-2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
Het is budgettair noodzakelijk een belasting te heffen die toelaat de uitgaven van de gemeente in het algemeen te financieren (de verplichte en facultatieve uitgaven).
De heffing van de belasting zelf moet efficiënt en rendabel zijn.
Het is aangewezen om de natuurlijke en de rechtspersonen die op het grondgebied van de gemeente een economische activiteit uitoefenen en gebruik maken van de gemeentelijke infrastructuur en de dienstverlening aan een gemeentelijke belasting te onderwerpen.
Deze belasting heeft tot doel de bedrijven op het grondgebied te laten bijdragen. Ten overstaan van hen bestaat het belastbaar voorwerp uit het hebben van een vestiging die op het grondgebied van de gemeente is gelegen.
Een algemene en evenwichtige spreiding van de belastingdruk wordt nagestreefd over al de belanghebbenden op het grondgebied van de gemeente.
De belasting beoogt belastingplichtigen met verschillende toestanden. Deze verscheidenheid moet noodzakelijkerwijs worden opgevangen in een gedifferentieerde tariefstructuur met vereenvoudigde categorieën. Er kan niet voor alle mogelijke soorten bedrijven (elk met hun eigen en meest uiteenlopende kenmerken) voorzien worden in een specifieke belastingregeling.
Verschillen inzake financiële draagkracht en/of economische rendabiliteit zijn redelijk verantwoorde differentiatiecriteria voor de toepassing van het belastingreglement en het verschil in tarifering.
Een gedifferentieerde tariefstructuur laat op adequate wijze toe om bij benadering en in overeenstemming met het beginsel van de verdelende rechtvaardigheid de belasting vast te stellen.
Er wordt voorzien in ofwel een forfaitaire minimumbelasting op oppervlakte per vestiging, ofwel een cumulatieve toepassing van de volgende vier criteria: gebruik van motoren, tanks- en vergaarbakken, brandstofdistributieapparaten en geldautomaten. Deze laatste vier criteria zijn primaire indicatoren van financiële draagkracht en economische rendabiliteit. Indien geen van deze aanwezig zijn, is het verantwoord een forfaitaire minimumbelasting op basis van oppervlakte toe te passen.
Het is aangewezen om de vrijstellingen die worden opgenomen in het belastingreglement nader toe te lichten.
Er wordt een vrijstelling van belasting voorzien voor:
openbare diensten van de federale staat, de gewesten, gemeenschappen, gemeenten en publiekrechtelijke instellingen. Deze diensten worden gekenmerkt door hun maatschappelijk nut en belang in het kader van o.a. hulpverlening en veiligheid wat één van de primaire overheidstaken is;
beschutte werkplaatsen, instellingen waar zieken en gehandicapten verzorgd worden en rusthuizen. Het is niet wenselijk om waardevolle sociale initiatieven zoals beschutte werkplaatsen en instellingen waar zieken en gehandicapten verzorgd worden te belasten. Rusthuizen bieden specifieke zorgverstrekking aan ouderen. Deze instellingen dragen bij tot het welzijn van de burgers en bieden ondersteuning aan doelgroepen die extra zorg nodig hebben. Hun bestaansreden is in hoofdzaak niet afgestemd op winstbejag. Bovendien hebben zij een lagere financiële draagkracht en economische rendabiliteit en een kleinere invloed op de gemeentelijke uitgaven;
onderwijsinstellingen. Een vrijstelling voor onderwijsinstellingen is verantwoord gezien het maatschappelijk belang van deze instellingen. Zij dragen bij tot de ontwikkeling, het welzijn en de emancipatie van zowel kinderen als volwassenen. Onderwijs is bovendien een basisrecht dat voor iedereen toegankelijk moet zijn;
de verenigingen actief in de gemeente op sociaal-cultureel, jeugd- en sportvlak. De gemeente wenst haar verenigingen te ondersteunen in hun activiteiten aangezien deze bijdragen aan het welzijn en de leefkwaliteit binnen de gemeente. Zij hebben bovendien in hoofdzaak geen bedrijfsmatig oogmerk en hebben geen winstoogmerk;
land- en tuinbouwbedrijven, tuinbouwbedrijven met openluchtteelt en tuinbouwbedrijven met teelten onder glas of andere duurzame bescherminstallaties. Specifiek aan land- en tuinbouwbedrijven is dat zij nood hebben aan grote oppervlakten om economisch rendabel te zijn en om een leefbare rendabele exploitatie te realiseren. Het is voor de hand liggend dat dit beperktere rendement niet uitsluitend betrekking heeft op de landbouwoppervlaktes maar ook op bijvoorbeeld stockageruimtes en bovendien de motorenkracht. Het rendement dat land- of tuinbouwbedrijven kunnen behalen met behulp van motorenkracht is beperkt en zonder gebruik van de voor deze activiteit noodzakelijke motoren zou het rendement hier onbestaande zijn. Land- en tuinbouwbedrijven zorgen bovendien voor het behoud van voedselproductie binnen Europa die levensnoodzakelijk is en leveren een bijdrage als beheerder van de open ruimte.
Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente.
Aangezien er momenteel nog geen volledige eensgezindheid bestaat op het vlak van rechtspraak inzake de aantekening van de bekendmaking van het belastingreglement in het daarvoor specifiek voorziene register, wordt het belastingreglement voor de aanslagjaren 2023-2025 inhoudelijk ongewijzigd voorgelegd, om vervolgens te worden bekendgemaakt overeenkomstig de voorgeschreven regels.
Raadslid Eddie BOELENS merkt op dat bij de vorige bespreking de toenmalige schepen van Leefmilieu aangaf dat er inspanningen worden geleverd om de belasting aan te passen, zodat hinderlijke bedrijven zwaarder belast worden. Toen werd gezegd dat er strenger opgetreden zou worden voor de klasse 1-bedrijven. De toenmalige schepen heeft toegezegd daarvoor een voorstel uit te werken. Raadslid BOELENS vraagt of dat voorstel intussen beschikbaar is.
Burgemeester Bart LAEREMANS antwoordt dat de toenmalige schepen er niet meer is en dat het dossier het schepencollege niet is bijgebleven. Het is daarom goed dat de fractie Groen erop wijst, want er zijn geen stappen gezet in dit proces. Het lijkt hem echter beter om dit bij het begin van de volgende legislatuur te wijzigen.
Raadslid Eddie BOELENS begrijpt dat er nog geen stappen gezet zijn, maar betreurt het dat de opdracht niet is doorgegeven. De fractie Groen vindt het een belangrijke doelstelling, die destijds werd beaamd door zowel coalitie als oppositie. Hij hoopt dat de volgende legislatuur dit opneemt.
/
Enig artikel.
Onderstaand reglement voor de aanslagjaren 2023-2025 te bevestigen:
Gemeentelijk belastingreglement op economische bedrijvigheid - Aanslagjaren 2023-2025
Artikel 1 - belastbare grondslag
Met ingang van 1 januari 2023 voor een periode eindigend op 31 december 2025 wordt een belasting op de economische bedrijvigheid geheven.
Art. 2. - belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersonen, de vennootschappen met rechtspersoonlijkheid en de feitelijke verenigingen of vennootschappen die op 1 januari van het belastingjaar op het grondgebied van de gemeente Grimbergen een economische bedrijvigheid uitoefenen.
Art. 3. - definities
Voor de toepassing van dit reglement gelden volgende definities:
Vestiging: elke plaats op Grimbergs grondgebied waar een economische bedrijvigheid wordt uitgeoefend of waar de maatschappelijke zetel van een bedrijf, ongeacht de rechtspersoonlijkheidsvorm, is gevestigd.
Economische bedrijvigheid:
a) elke activiteit die enkel kan uitgeoefend worden als de betrokken individuele persoon, rechtspersoon of feitelijke vereniging voldoet aan één of meer van de volgende voorwaarden:
b) het uitoefenen van een vrij beroep, ongeacht de rechtsvorm waarin dit gebeurt.
Oppervlakte die gebruikt wordt voor het uitoefenen van de economische activiteit, verder in reglement afgekort tot ‘oppervlakte’: de ruimten die binnen een gebouw worden gebruikt om de beoogde economische bedrijvigheid uit te oefenen.
Als bijgebouw van een inrichting moet worden beschouwd: iedere instelling of onderneming, iedere werf van om het even welke aard, die gedurende een ononderbroken tijdvak van minstens drie maanden op het grondgebied van de gemeente gevestigd is.
Meetapparaten voor het maximum kwartuurvermogen:
Voorzieningen op installaties van een bedrijf waarmee het maximum kwartuurvermogen wordt gemeten. Er worden maandelijkse opnemingen gedaan door de energieleverancier met het oog op het factureren ervan.
Het belastbaar vermogen wordt als volgt berekend:
R (of referentiewaarde) = het gemiddeld maximum-kwartuurvermogen van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin voor het eerst gevraagd wordt om toepassing van deze bepalingen (hierna referentiejaar genoemd)
kW = het aantal verbruikte kiloWatt van het referentiejaar
V = Verhoudingsfactor
G = het gemiddelde maximum kwartuurvermogen van het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar
Als het verschil tussen G en R groter is dan 20% dan wordt de verhoudingsfactor opnieuw berekend.
V = kW / R
V * G = belastbaar vermogen
Geldautomaten: de toestellen die volautomatisch werken en het cliënteel in de mogelijkheid stellen geldopnemingen of spaar- of betaalverrichtingen te doen.
Landbouw: de activiteit met het oog op een geregelde verkoop gericht op
Tuinbouw: de activiteit met het oog op een geregelde verkoop gericht op
kweek van tuinbouwzaden, plantgoed, en/of aanverwante teelten.
Veeteelt: het houden, het kweken en/of africhten van runderen, varkens, schapen, geiten, paardachtigen en/of pluimvee.
Art. 4. - berekening
Het jaarlijks bedrag van de belasting wordt vastgesteld door middel van
1. cumulatieve toepassing van hierna vermelde criteria en aanslagvoeten, zijnde
zoals omschreven in de hierna vermelde punten B, C, D en E;
OFWEL
2. een forfaitaire minimumbelasting op oppervlakte per vestiging zoals hierna bepaald onder punt A.
Indien beide aanleiding geven tot toepassing van deze belasting, wordt het hoogste bedrag ingekohierd.
Bedragen lager dan € 20,00 worden niet ingekohierd.
Art. 5. - aanslagvoet
De belasting wordt vastgesteld als volgt:
A. Forfaitaire minimumbelasting op oppervlakte
Het jaarlijkse bedrag wordt per vestiging vastgesteld op:
Bedrag |
Oppervlakte |
€ 00,00 |
0 m² < opp. < 400 m² |
€ 200,00 |
400 m² < opp. < 500 m² |
€ 300,00 |
500 m² < opp. < 750 m² |
€ 600,00 |
750 m² < opp. < 1000 m² |
€ 900,00 |
1000 m² < opp. < 1250 m² |
€ 1.200,00 |
1250 m² < opp. < 1500 m² |
€ 1.500,00 |
1500 m² < opp. < 1750 m² |
€ 1.800,00 |
1750 m² < opp. < 2000 m² |
€ 2.400,00 |
2000 m² < opp. < 3000 m² |
€ 2.750,00 |
3000 m² < opp. |
B. Motoren
De belasting is verschuldigd voor het vermogen van motoren die de belastingplichtige voor de exploitatie van zijn inrichting of bijgebouwen gebruikt.
De aanslagvoet wordt vastgesteld op 24,00 €/kW.
§1. Bijzondere bepaling
Nijverheidsbedrijven die beschikken over installaties voorzien van meetapparaten voor het maximumkwartuurvermogen kunnen, in afwijking van het bovenstaande, vragen om de belasting op motoren vast te stellen op basis van het maximumkwartuurvermogen.
Hierbij wordt het belastbaar vermogen berekend zoals vermeld in artikel 3 - definities, onder "meetapparaten voor het maximum kwartuurvermogen" op voorwaarde dat zij:
§2. Zijn vrijgesteld van de belasting op motoren:
- waarvan de werking niet onmisbaar is voor de normale gang van de instelling en die slechts werkt in uitzonderingsgevallen, voor zover zijn tewerkstelling niet ten gevolge heeft dat de productie der betrokken inrichting verhoogd wordt;
- die uitsluitend bestemd is voor hetzelfde werk als een andere, welke hij tijdelijk moet vervangen.
De reserve- en wisselmotoren kunnen aangewend worden gedurende de nodige tijd om de voortzetting van de productie te verzekeren.
C. Tanks- en vergaarbakken
De aanslagvoet met betrekking tot de vaststaande tanks en vergaarbakken met commerciële of industriële doeleinden wordt vastgesteld op 0,65 EUR/m³.
Vrijstelling
Tanks en vergaarbakken met een maximale capaciteit van dertigduizend liter, waarop de apparaten aangesloten zijn die onder toepassing vallen van de belasting op brandstofdistributieapparaten.
D. Brandstofdistributieapparaten
Deze belasting is verschuldigd door de eigenaar van het apparaat. Hij is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
De belasting wordt vastgesteld als volgt:
E. Geldautomaten
De belasting wordt vastgesteld op 275,00 euro per geldautomaat die
- elke bank-, financierings- en/of kredietinstelling
- spaarbank of wisselkantoor
- hun agentschappen, bijkantoren en eenmanszaken
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon onder wiens handelsnaam, logo of embleem, de bovengenoemde instellingen, agentschappen of bijkantoren of eenmanszaken en de geldautomaten worden geëxploiteerd.
Art. 6. - indexering
Alle hierboven vermelde aanslagvoeten zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december voorafgaand aan het aanslagjaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2013.
Art. 7 - vrijstelling van belasting
Zijn vrijgesteld van de belasting op economische bedrijvigheid:
Art. 8 - aangifteverplichting en ambtshalve vestiging
De belastingplichtige is jaarlijks verplicht vóór 30 april van het aanslagjaar bij het gemeentebestuur spontaan aangifte te doen of wijzigingen in te dienen door middel van een formulier vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen. Het aangifteformulier is beschikbaar via het digitaal loket op de gemeentelijke website https://www.grimbergen.be of is op eenvoudig verzoek verkrijgbaar bij het gemeentebestuur.
Indien het gemeentebestuur geen bericht van wijziging van de belastingbasis heeft ontvangen van de belastingplichtige, baseert het gemeentebestuur zich op de vorige aangifte van de belastingplichtige.
Bij gebrek aan aangifte binnen deze termijn of bij een onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte kan de belasting ambtshalve gevestigd worden. In geval van een ambtshalve aanslag wordt de belasting gevestigd op basis van gegevens waarover de belastingheffende overheid beschikt.
De ambtshalve ingekohierde belasting zal worden verhoogd met 100%. Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig met de ambtshalve belasting ingekohierd.
Art. 9 – tijdstip van vestiging van de belasting
Voor vestiging van de belasting beschreven in A, B, C en D wordt de situatie op 1 januari van het belastingjaar beoordeeld met volgende specificaties voor:
Art. 10. - wijze van invordering
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier.
De gemeenteraad bevestigt het belastingreglement op masten en pylonen voor de aanslagjaren 2023-2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
Het is aangewezen om de aanwezigheid van masten en pylonen op het grondgebied van de gemeente te beperken. Dit ter vrijwaring van de aantrekkingskracht van de gemeente als woonomgeving en toeristische bestemming, alsook om visuele vervuiling, landschapsverstoring en het doorbreken van de open ruimte tegen te gaan.
De gemeente wenst in het kader van klimaat en milieu de productie van groene stroom aan te moedigen. Masten en pylonen dienstig om groene energie te produceren worden dan ook vrijgesteld van de belasting.
Masten en pylonen die uitsluitend of hoofdzakelijk dienen voor openbare hulpverlenings- en veiligheidsdiensten die primaire overheidstaken uitoefenen, worden vrijgesteld van de belasting. Deze staan ten dienste van het openbaar nut in het kader van hulpverlening en veiligheid, wat één van de primaire overheidstaken is.
Er geldt een vrijstelling voor constructies voor louter recreatief gebruik. Dit gezien het niet-bedrijfsmatig oogmerk en karakter van deze constructies. Deze constructies staan ten dienste van lokale sport- of recreatievoorzieningen. De gemeente wenst haar verenigingen te ondersteunen in hun activiteiten aangezien deze bijdragen aan het welzijn en de leefkwaliteit binnen de gemeente.
Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente.
Aangezien er momenteel nog geen volledige eensgezindheid bestaat op het vlak van rechtspraak inzake de aantekening van de bekendmaking van het belastingreglement in het daarvoor specifiek voorziene register, wordt het belastingreglement voor de aanslagjaren 2023-2025 inhoudelijk ongewijzigd voorgelegd, om vervolgens te worden bekendgemaakt overeenkomstig de voorgeschreven regels.
Raadslid Eddie BOELENS merkt op dat de fractie Groen vorige keer tegen het belastingreglement op masten en pylonen heeft gestemd. Op basis van dezelfde argumentatie stemt de fractie Groen opnieuw tegen.
Bemerking van raadslid Eddie BOELENS op de gemeenteraad van 16 december 2021:
Raadslid Eddie BOELENS krijgt het woord en merkt op dat Vlaanderen wil dat mensen meer gebruik gaan maken van elektriciteit. De bedoeling is dat elektriciteit minder duur wordt dan aardgas en andere fossiele brandstoffen. De gemeente heeft deze kosten deels in de hand. Op de factuur staan de kosten die de netbeheerder heft. Elia betaalt momenteel 11 miljoen aan belastingen op pylonen en hoogspanningsmasten, exclusief 21% btw. Elia zal die kosten aan de gebruiker doorberekenen. Daarom heeft minister SOMERS opgeroepen om bestaande belasting op pylonen en sleuven af te schaffen en geen nieuwe belastingen te heffen. Het gemeentebestuur van Grimbergen doet echter het omgekeerde en voert een belasting in op hoogspanningspylonen en andere masten. Op deze manier moet Elia veel meer gaan betalen en dus doorrekenen naar zijn klanten, waardoor de prijs van elektriciteit minder daalt dan gewenst. Omdat GSM-masten ongewenst zijn, stelt de fractie Groen voor om deze masten te belasten met € 5.000, maar hoofdspanningspylonen te ontzien.
Verder stelt raadslid BOELENS dat de Vlaamse regering in de brief vraagt om per 5 november 2021 geen nieuwe belastingen meer te heffen, terwijl het schepencollege nadien heeft besloten om dit toch te doen. Ook wordt gevraagd om bestaande belastingen af te bouwen. Door nu alsnog aan te sluiten bij andere gemeenten die belasting heffen, zorgt het gemeentebestuur ervoor dat elke Grimbergenaar enkele euro’s meer betaald op de elektriciteitsfactuur, terwijl de prijzen al torenhoog zijn. De fractie Groen vindt het geen juiste beslissing dat de meerderheid een schrijven van de minister opzij schuift.
Verder stelt raadslid BOELENS dat ook telecomoperatoren hun kosten zullen doorberekenen maar dat in die sector zulke grote winsten worden gemaakt, dat hij daar geen compassie mee heeft. Bovendien is al eerder gezegd dat er tussen de operatoren een samenwerking zou moeten komen, zodat zij de masten gezamenlijk kunnen gebruiken. Een belasting van € 5.000 zou hen misschien daartoe bewegen.
Raadslid William DE BOECK stelt vast dat de fractie CD&V vorig jaar het amendement tegen het heffen van belasting op hoogspanningsmasten heeft gesteund en vraagt of de fractie nu van standpunt is veranderd.
Raadslid Bart VAN HUMBEECK antwoordt dat de fractie CD&V het beschouwt als een nieuw punt. Destijds werd een amendement ingebracht, waarvoor geen meerderheid werd gevonden. Raadslid DE BOECK zal als voormalig schepen van Financiën weten hoe belangrijk het voor de gemeente is om inkomsten te genereren. Als bestuurspartij stemt de fractie CD&V in met het voorstel.
Raadslid William DE BOECK stelt dat iedereen van mening mag veranderen en concludeert dat zijn toenmalige argumentatie om de gemeente financieel gezond te houden door het huidige schepencollege is overgenomen.
Raadslid Eddie BOELENS is er nog altijd van overtuigd dat de meerderheid het niet aan het rechte eind heeft. De fractie Groen blijft consequent in haar stemgedrag en stemt daarom tegen.
/
Enig artikel.
Onderstaand reglement voor de aanslagjaren 2023-2025 te bevestigen:
Gemeentelijk belastingreglement op masten en pylonen - Aanslagjaren 2023-2025
Artikel 1. – Heffingstermijn en belastbaar feit
Voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op masten en pylonen die zich op het grondgebied, in open lucht en zichtbaar vanaf de openbare weg van de gemeente bevinden.
Art. 2. – Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
Art. 3. – Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de mast of pyloon op 1 januari van het aanslagjaar.
Art. 4. – Aanslagvoet
De belasting wordt vastgesteld op 3.000,00 euro per jaar per mast of pyloon.
De belasting is ondeelbaar en voor het hele jaar verschuldigd. Er wordt geen vermindering of terugbetaling van de belasting toegestaan als de mast of pyloon in de loop van het aanslagjaar wordt weggenomen.
Art. 5. – Vrijstellingen
Zijn van de belasting vrijgesteld:
Art. 6. - Aangifteverplichting en ambtshalve vestiging
De belastingplichtige is verplicht vóór 1 april van het aanslagjaar bij het gemeentebestuur spontaan aangifte te doen door middel van een formulier vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen. Het aangifteformulier is beschikbaar via het digitaal loket op de gemeentelijke website https://www.grimbergen.be of is op eenvoudig verzoek verkrijgbaar bij het gemeentebestuur.
Zolang de toestand op 1 januari van het aanslagjaar ongewijzigd blijft dient er geen nieuwe aangifte te gebeuren.
Bij gebrek aan aangifte binnen deze termijn of bij een onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte kan de belasting ambtshalve gevestigd worden. In geval van een ambtshalve aanslag wordt de belasting gevestigd op basis van gegevens waarover de belastingheffende overheid beschikt.
De ambtshalve ingekohierde belasting zal worden verhoogd met 100%. Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig met de ambtshalve belasting ingekohierd.
Art. 7. - Wijze van invordering
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier.
De gemeenteraad bevestigt het belastingreglement op het huis-aan-huis verspreiden van niet-geadresseerd reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten voor de aanslagjaren 2023-2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
Een belasting op het huis-aan-huis verspreiden van niet-geadresseerd reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten is verantwoord om volgende redenen:
uitgevers van niet-geadresseerde bladen veroorzaken een groot papiervolume en maken een belangrijk deel uit van de papierberg in onze gemeente. Dergelijke drukwerken worden slechts beperkt gelezen en doorgaans onmiddellijk weggegooid aangezien de bestemmelingen van deze drukwerken hiervoor vaak niet geopteerd hebben. Deze brengen voor de gemeente ook bijkomende kosten met zich mee van onder meer afhaling en verwerking;
het gemeentebestuur wenst handelaars en bedrijven aan te zetten tot milieuverantwoord gedrag, hen aan te sporen de verspreiding van reclamedrukwerk doorheen het jaar te beperken tot een minimum en hen aan te moedigen om meer gebruik te maken van digitale communicatiekanalen zoals daar zijn website, e-mail,...
Er wordt een vrijstelling van belasting voorzien voor:
publicaties van socio-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en jeugdverenigingen en gemeentelijke buurtcomités;
publicaties van politieke partijen;
publiciteit gevoerd door vormingsinstellingen en plaatselijke onderwijsinstellingen;
regionale pers, op voorwaarde het redactioneel gedeelte met regionaal nieuws minstens 30% van de belastbare oppervlakte bedraagt.
Deze publicaties hebben hoofdzakelijk informatieve doeleinden en zijn niet gericht op het aanzetten tot verkoop van producten en/of diensten. De verspreiding van dergelijke publicaties gebeurt bovendien in veel kleinere volumes alsook op minder frequente wijze.
Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente.
Aangezien er momenteel nog geen volledige eensgezindheid bestaat op het vlak van rechtspraak inzake de aantekening van de bekendmaking van het belastingreglement in het daarvoor specifiek voorziene register, wordt het belastingreglement voor de aanslagjaren 2023-2025 inhoudelijk ongewijzigd voorgelegd, om vervolgens te worden bekendgemaakt overeenkomstig de voorgeschreven regels.
/
Enig artikel.
Onderstaand reglement voor de aanslagjaren 2023-2025 te bevestigen:
Gemeentelijk belastingreglement op het huis-aan-huis verspreiden van niet-geadresseerd reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten - Aanslagjaren 2023-2025
Artikel 1.
Met ingang van 1 oktober 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025, wordt een belasting geheven op het huis-aan-huis verspreiden van niet-geadresseerd reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten.
Art. 2 - Definities
Reclamedrukwerk: elke publicatie die er toe strekt bekendheid te geven aan commerciële activiteiten en/of handelszaken en/of merknamen en die er op gericht is potentiële klanten te bewegen gebruik te maken van de aangeboden diensten en/of producten.
Huis-aan-huis verspreiding: het systematisch achterlaten van het niet-geadresseerd drukwerk in de brievenbussen van woningen en/of gebouwen, zonder enig initiatief van de bestemmeling.
Gelijkgestelde producten: alle stalen en reclamedragers, door de adverteerder aangeboden, die diensten, producten of transacties doen gebruiken, verbruiken of aankopen. De opsomming is niet limitatief.
Niet-geadresseerd drukwerk: ieder drukwerk dat niet in een omslag met onuitwisbare vermelding van de naam en het adres van de bestemmeling wordt besteld.
Collectieve adresaanduiding per straat of gedeeltelijke adresvermelding wordt niet beschouwd als zijnde geadresseerd. Aanduiding zoals “Aan de bewoners van:………” zijn niet voldoende. De naam van de geadresseerde dient vermeld te worden.
Indien verscheidene reclamedrukwerken samen worden verspreid zonder dat ze op een permanente of vaste wijze één geheel vormen, wordt ieder reclamedrukwerk als een apart exemplaar beschouwd.
Eén geheel: de reclamedrukwerken die ofwel in een catalogus of een blaadje zijn opgenomen, ofwel aaneengeniet of geplakt zijn waardoor de reclamedrukwerken niet losbladig zijn, of waarbij het geheel een eenheid qua vorm, kleur, lay-out of ander stijlkenmerk vertoont.
Indien verscheidene reclamedrukwerken die qua vorm, kleur, lay-out of ander stijlkenmerk als afzonderlijk kunnen worden beschouwd en waarbij de meerderheid van de verscheidene reclamedrukwerken elk afzonderlijk toebehoren aan afzonderlijke adverteerders, op een in het vorige lid vermelde wijze zijn samengebracht en waarbij het geheel geen eenheid qua vorm, kleur, lay-out of ander stijlkenmerk vertoont, wordt ieder van die afzonderlijke reclamedrukwerken als een apart exemplaar beschouwd.
Bladgrootte:
Regionale pers: de publicaties die berichtgeving van regionale aard brengen, betreffende ondermeer lokale actualiteit, cultuur, sport of politiek. Hierbij moet het redactioneel gedeelte met regionaal nieuws minstens 30% van de belastbare oppervlakte bedragen. Enkel de bedrukte oppervlakte wordt in aanmerking genomen bij de beoordeling van het aandeel van het redactionele gedeelte; de blanco omranding telt bijvoorbeeld niet mee.
Onder redactionele teksten wordt verstaan:
Als niet-redactioneel worden ondermeer beschouwd de artikelen waarin expliciet of impliciet firma's of producten worden vermeld op een directe of verdoken manier met als doel een commerciële transactie af te sluiten.
Art. 3 - Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de uitgever. De drukker en de verdeler zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Wanneer de uitgever, drukker en verdeler niet gekend zijn, is de belasting verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersonen onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem de reclame wordt gevoerd.
Art. 4 - Aanslagvoet
De belasting wordt als volgt vastgesteld:
Art. 5 - Vrijstellingen
Zijn van de belasting vrijgesteld:
- drukwerk meer dan 6 maal per kalenderjaar wordt bedeeld. Desgevallend is de belasting verschuldigd vanaf de eerste bedeling van het kalenderjaar.
- drukwerk minstens één maal het maximum van 12 bladen overschrijdt. Desgevallend is de belasting verschuldigd vanaf de eerste bedeling van het kalenderjaar.
Art. 6 - aangifteverplichting en ambtshalve vestiging
De belastingplichtige moet binnen de veertien kalenderdagen na de verspreiding spontaan aangifte doen bij het gemeentebestuur door middel van het aangifteformulier vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen. Het aangifteformulier is beschikbaar op het e-loket van de gemeentelijke website https://www.grimbergen.be of is op eenvoudig verzoek bij het gemeentebestuur verkrijgbaar.
Voor de periodieke verspreiding mag de aangifte bij voorbaat gedaan worden voor een volledig aanslagjaar (= een periode van hoogstens twaalf maanden). Aangifte voor een volledig aanslagjaar kan gebeuren tot ten laatste 14 kalenderdagen na de eerste verspreiding.
Bij gebrek aan aangifte binnen deze termijn of bij een onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte kan de belasting ambtshalve gevestigd worden. In geval van een ambtshalve aanslag wordt de belasting gevestigd op basis van gegevens waarover de belastingheffende overheid beschikt.
De ambtshalve ingekohierde belasting zal worden verhoogd met 100%. Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig met de ambtshalve belasting ingekohierd.
Art. 7 - wijze van invordering
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier.
De gemeenteraad bevestigt het belastingreglement op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater voor de aanslagjaren 2023-2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
De aanleg van een gescheiden riolering en een optimale afkoppeling op woningniveau zijn noodzakelijk om in aanmerking te komen voor subsidies voor de uitvoering van rioleringswerken vanwege de Vlaamse Milieu Maatschappij.
Het is derhalve wenselijk om in de afkoppelingswerken voor bestaande woningen optimaal af te koppelen, volgens het ontwerpplan, opgemaakt door de afkoppelingsadviseur en goedgekeurd door de gemeente.
Het is wenselijk om een contante belasting te vestigen op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater op privédomein in die projecten.
Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente.
Aangezien er momenteel nog geen volledige eensgezindheid bestaat op het vlak van rechtspraak inzake de aantekening van de bekendmaking van het belastingreglement in het daarvoor specifiek voorziene register, wordt het belastingreglement voor de aanslagjaren 2023-2025 inhoudelijk ongewijzigd voorgelegd, om vervolgens te worden bekendgemaakt overeenkomstig de voorgeschreven regels.
/
Enig artikel.
Onderstaand reglement voor de aanslagjaren 2023-2025 te bevestigen:
Gemeentelijk belastingreglement op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater - Aanslagjaren 2023-2025
Artikel 1 - belastbare grondslag
Met ingang van 1 oktober 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een contante gemeentebelasting gevestigd voor het niet optimaal afkoppelen van hemelwater bij bestaande infrastructuur en woningen in door de gemeente vastgestelde afkoppelingsprojecten of individuele behandelingsinstallatie (verder IBA's genoemd).
Art. 2. - definitie
Onder afkoppelingsprojecten wordt verstaan de aanleg van gescheiden riolering voor afvalwater en hemelwater op het openbaar en privaat domein.
Onder optimaal afkoppelen wordt verstaan dat de eigenaar van de bedoelde infrastructuur in het bezit is van een goedgekeurd keuringsattest (type VLARIO) afgeleverd door een erkend keurder in overeenstemming met de wetgeving van 1 juli 2011.
Art. 3. - aanslagvoet, berekening
De belasting wordt vastgesteld op € 100 per maand en wordt jaarlijks, op 1 januari, aangepast aan de gezondheidsindex. Dit overeenkomstig volgende formule:
€ 100 x nieuwe index op 1 januari (basis 2013=100)
aanvangsindex 01/2010 (basis 2013=100)
Het bedrag is verschuldigd wanneer de eigenaar het moment van afkoppelen, zoals vastgesteld door de afkoppelingsdeskundige, laat voorbijgaan, en wel vanaf het verstrijken van de eerste maand volgend op dit moment tot het moment waarop het keuringsattest type "VLARIO" kan worden voorgelegd. Het bedrag is ook verschuldigd wanneer de eigenaar niet reageert op afspraakverzoeken van de afkoppelingsdeskundige.
Art. 4. - belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de eigenaar die weigert om de werken te laten uitvoeren voor het scheiden van de afvoer van afvalwater en hemelwater van aan zijn woning tot aan de rooilijn wanneer in de straat van zijn woning een afkoppelingsproject wordt uitgevoerd. Het niet reageren op afspraakverzoeken van de afkoppelingsdeskundige wordt beschouwd als een weigering om werken te laten uitvoeren.
Art. 5. - wijze van invordering
De belasting wordt contant ingevorderd.
Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt ze onmiddellijk eisbaar.
Art. 6. - verwijzing
Het algemeen reglement betreffende al de gemeentelijke belastingen, is op onderhavige belasting van toepassing, in zoverre daarvan niet wordt afgeweken door voorgaande bijzondere bepalingen.
De gemeenteraad bevestigt het belastingreglement op opslagplaatsen van schroot en voertuigen buiten gebruik voor de aanslagjaren 2023-2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
Opslagplaatsen van schroot en voertuigen buiten gebruik geven doorgaans aanleiding tot een onverzorgd en slordig uitzicht. De openbare netheid kan bovendien in het gedrang komen, onder meer door toename van onkruid en ongedierte.
Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente.
Aangezien er momenteel nog geen volledige eensgezindheid bestaat op het vlak van rechtspraak inzake de aantekening van de bekendmaking van het belastingreglement in het daarvoor specifiek voorziene register, wordt het belastingreglement voor de aanslagjaren 2023-2025 inhoudelijk ongewijzigd voorgelegd, om vervolgens te worden bekendgemaakt overeenkomstig de voorgeschreven regels.
Raadslid Eddie BOELENS geeft aan dat de fractie Groen vorige keer heeft tegengestemd omdat ze de belasting niet hoog genoeg vond. Op basis van dezelfde argumentatie stemt de fractie Groen opnieuw tegen.
Bemerking van raadslid BOELENS op de gemeenteraad van 19 december 2019:
Raadslid Eddie BOELENS geeft een stemverklaring. Hij stelt vast dat de belasting wordt verhoogd van € 1 naar € 1,50 per vierkante meter, bestemd voor de exploitatie die minimaal één maand van het aanslagjaar onafgebroken plaatsvindt. Mensen zijn soms zeer creatief om dit te omzeilen. Voor dergelijke milieubelastende opslag van schroot, had de fractie Groen graag een tarief van € 2 gezien.
/
Enig artikel.
Onderstaand reglement voor de aanslagjaren 2023-2025 te bevestigen:
Gemeentelijk belastingreglement op opslagplaatsen van schroot en voertuigen buiten gebruik - Aanslagjaren 2023-2025
Artikel 1 - belastbare grondslag
Er wordt met ingang van 1 oktober 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de opslagplaatsen van schroot en voertuigen buiten gebruik.
Art. 2. - aanslagvoet, berekening
De belasting wordt vastgesteld op 1,50 euro per vierkante meter oppervlakte bestemd voor de exploitatie die gedurende minstens 1 maand van het aanslagjaar onafgebroken plaatsvindt.
Art. 3. - belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de exploitant van de opslagplaats.
De eigenaar van het goed waarop de opslagplaats is gevestigd, is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Art. 4. - de aangifteverplichting
De belastingplichtige is verplicht bij het gemeentebestuur aangifte te doen van de opslagplaats door middel van een formulier vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 5. - wijze van invordering
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier.
Art. 6.
Het heffen van de belasting ontslaat de exploitanten op geen enkele manier van de verplichting tot het bekomen van de wettelijke vereiste vergunningen voor dergelijke uitbatingen.
Art. 7. - verwijzing
Het algemeen reglement betreffende al de gemeentelijke belastingen, is op onderhavige belasting van toepassing, in zoverre daarvan niet wordt afgeweken door voorgaande bijzondere bepalingen.
De gemeenteraad bevestigt het belastingreglement op de exploitatie van taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder voor de aanslagjaren 2023-2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
De gemeente is bevoegd voor het afleveren van de vergunningen voor taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder en voor de controle op de afgeleverde vergunningen. Dit vergt heel wat administratieve opvolging.
De houders van een vergunning voor de exploitatie van een taxidienst en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder kunnen onderworpen worden aan een jaarlijkse belasting.
Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente.
Aangezien er momenteel nog geen volledige eensgezindheid bestaat op het vlak van rechtspraak inzake de aantekening van de bekendmaking van het belastingreglement in het daarvoor specifiek voorziene register, wordt het belastingreglement voor de aanslagjaren 2023-2025 inhoudelijk ongewijzigd voorgelegd, om vervolgens te worden bekendgemaakt overeenkomstig de voorgeschreven regels.
/
Enig artikel.
Onderstaand reglement voor de aanslagjaren 2023-2025 te bevestigen:
Gemeentelijk belastingreglement op de exploitatie van taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder – Aanslagjaren 2023-2025
Artikel 1. – belastbare grondslag
Met ingang van 1 oktober 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de door het college van burgemeester en schepenen verleende vergunningen voor het exploiteren van een taxidienst en/of een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder.
Huidig reglement is van toepassing op de vergunningen uitgereikt uiterlijk op 31 december 2019.
Art. 2. – aanslagvoet
De niet-geïndexeerde aanslagvoeten zijn vastgesteld per jaar en per in de vergunning vermeld voertuig:
Voor de exploitatie van een taxidienst: |
|
• bij standplaats op privéterrein: |
250,00 euro |
• bij standplaats op privéterrein van |
325,00 euro |
• bij gebruik standplaatsen op de |
450,00 euro |
Voor de exploitatie van een dienst voor |
250,00 euro |
Voor het inzetten van eenzelfde voertuig |
500,00 euro |
De hierboven vermelde aanslagvoeten zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december voorafgaand aan het aanslagjaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2000.
Art. 3. - belastingplichtige
Het eerste jaar is de belasting verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die houder is van de vergunning op het moment van de afgifte.
Voor de daaropvolgende aanslagjaren is de belastingplichtige de houder van de vergunning op 1 januari van het aanslagjaar.
Art. 4.
De belasting is verschuldigd voor het hele jaar, onafhankelijk van het moment waarop de vergunning werd verleend.
Volgende situaties geven geen aanleiding tot belastingsvermindering:
Met eventuele wijzigingen in de vergunning wordt rekening gehouden vanaf het aanslagjaar dat volgt op het jaar waarin de wijziging plaatsvond.
Art. 5. – wijze van invordering
De belasting wordt contant ingevorderd door middel van een factuur. Als de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting een kohierbelasting.
Zonder betalingsbewijs worden de vergunning, de taxikaarten, de kaarten en de herkenningstekens voor een verhuurvoertuig met bestuurder niet meegegeven.
Art. 6. - verwijzing
Het algemeen reglement betreffende al de gemeentelijke belastingen, is op onderhavige belasting van toepassing, in zoverre daarvan niet wordt afgeweken door voorgaande bijzondere bepalingen.
De gemeenteraad bevestigt het belastingreglement inzake nachtwinkels voor de aanslagjaren 2023-2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
Op het grondgebied van de gemeente bevinden zich een aantal nachtwinkels.
De organisatie van nachtwinkels verschilt fundamenteel van deze van de gewone kleinhandel, onder meer door het gelijklopen van de openingsuren ervan met de nachtrust van de meeste omwonenden.
De lokale politie dient inzake nachtwinkels alert te zijn voor mogelijke verstoringen van de openbare veiligheid en rust.
Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente.
Aangezien er momenteel nog geen volledige eensgezindheid bestaat op het vlak van rechtspraak inzake de aantekening van de bekendmaking van het belastingreglement in het daarvoor specifiek voorziene register, wordt het belastingreglement voor de aanslagjaren 2023-2025 inhoudelijk ongewijzigd voorgelegd, om vervolgens te worden bekendgemaakt overeenkomstig de voorgeschreven regels.
/
Enig artikel.
Onderstaand reglement voor de aanslagjaren 2023-2025 te bevestigen:
Gemeentelijk belastingreglement inzake nachtwinkels – Aanslagjaren 2023-2025
Artikel 1. – belastbare grondslag
Met ingang van 1 oktober 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt zowel een openingsbelasting als een jaarlijkse belasting gevestigd op nachtwinkels gelegen op het grondgebied van de gemeente.
Art. 2.
Voor de toepassing van het reglement dient onder nachtwinkels te worden verstaan: elke winkel die in algemene voedingswaren en huishoudartikelen handelt en tussen 18 en 7u open is, en dit ongeacht of alle verplichtingen en beperkingen, zoals voorzien in de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening, hierbij gerespecteerd worden.
Art. 3. – aanslagvoet
§ 1. De openingsbelasting is een éénmalige belasting die vastgesteld is op 6 000,00 euro en verschuldigd is bij elke opening van een nieuwe handelsactiviteit van een nachtwinkel.
Elke wijziging van uitbating is gelijkgesteld met een nieuwe handelsactiviteit.
Elke wijziging of stopzetting van een economische activiteit dient onder de verantwoordelijkheid van de belastingplichtigen onmiddellijk en per aangetekend schrijven te worden meegedeeld aan het gemeentebestuur.
§ 2. De jaarlijkse belasting is vastgesteld op 1 650,00 euro per nachtwinkel.
In het aanslagjaar waarin voor een nachtwinkel een openingsbelasting wordt gevestigd, wordt voor dezelfde nachtwinkel geen jaarlijkse belasting geheven.
Art. 4. – belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de uitbater van de nachtwinkel. De eigenaar van het gebouw waarin de nachtwinkel wordt uitgebaat is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Art. 5.
De openingsbelasting en de jaarlijkse belasting zijn ondeelbaar. Zij zijn verschuldigd voor het volledige jaar, ongeacht de datum van aanvang of stopzetting van de economische activiteit of wijziging van uitbating. Er wordt geen enkele korting of teruggave van de belasting gedaan om welke reden dan ook.
Art. 6. – aangifteverplichting
De uitbater van de handelszaak is ertoe gehouden jaarlijks vóór 1 maart van het aanslagjaar aangifte te doen bij het college van burgemeester en schepenen op basis van het aangifteformulier dat op de gemeentelijke website is terug te vinden.
Art. 7. – wijze van invordering
De belasting dient contant te worden betaald, tegen afgifte van een factuur. Als de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting een kohierbelasting.
Art. 8. - verwijzing
Het algemeen reglement betreffende al de gemeentelijke belastingen, is op onderhavige belasting van toepassing, in zoverre daarvan niet wordt afgeweken door voorgaande bijzondere bepalingen.
De gemeenteraad bevestigt het belastingreglement op openluchtrecreactieve verblijven voor de aanslagjaren 2023-2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
Iedereen die op het grondgebied van de gemeente verblijft maar geen bijdrage levert in de financiering van de gemeentelijke uitgaven via de gemeentebelasting dient geldelijk bij te dragen in de financiering van de gemeentelijke uitgaven.
Hoewel aan de exploitatie van openluchtrecreatieve verblijven onmiskenbaar positieve effecten verbonden kunnen zijn, kan deze activiteit tevens aanleiding geven tot bijkomende hinder onder meer op het vlak van verkeer of geluidsoverlast. Toezicht van de gemeente is vereist.
Terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven geven aanleiding tot een grotere zorg voor veiligheid binnen de gemeente.
Het is aangewezen om de exploitant van het kampeerterrein aan te duiden als belastingplichtige aangezien de identiteit van de toeristen die op het terrein verblijven niet gekend is. De exploitant kan het bedrag van de belasting doorrekenen aan de toeristen.
Het is aangewezen de aanslagvoet jaarlijks te laten mee-evolueren met de index.
Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente.
Aangezien er momenteel nog geen volledige eensgezindheid bestaat op het vlak van rechtspraak inzake de aantekening van de bekendmaking van het belastingreglement in het daarvoor specifiek voorziene register, wordt het belastingreglement voor de aanslagjaren 2023-2025 inhoudelijk ongewijzigd voorgelegd, om vervolgens te worden bekendgemaakt overeenkomstig de voorgeschreven regels.
/
Enig artikel.
Onderstaand reglement voor de aanslagjaren 2023-2025 te bevestigen:
Gemeentelijk belastingreglement op openluchtrecreatieve verblijven - Aanslagjaren 2023-2025
Artikel 1. - belastbare grondslag
Met ingang van 1 januari 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven zoals bedoeld in het decreet van 5 februari 2016 betreffende het toeristische logies.
Art. 2. - aanslagvoet, berekening
De belasting wordt vastgesteld op 0,50 euro per vierkante meter nuttige oppervlakte. De aanslagvoet wordt jaarlijks aangepast volgens het indexcijfer van de consumptieprijzen.
Art. 3. - belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de exploitant op 1 januari van het belastingjaar. De eigenaar op 1 januari van het belastingjaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Art. 4. - aangifteverplichting
De belastingplichtige is verplicht bij het gemeentebestuur aangifte te doen van het terrein voor openluchtrecreatieve verblijven door middel van een formulier vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 5. - wijze van invordering
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier.
Art. 6.
Wanneer eenzelfde situatie aanleiding kan geven tot heffen van belasting door toepassing van dit reglement en de belasting op de tweede verblijven of de verblijfsbelasting, is alleen onderhavig reglement van toepassing.
Art. 7. - verwijzing
Het algemeen reglement betreffende al de gemeentelijke belastingen, is op onderhavige belasting van toepassing, in zoverre daarvan niet wordt afgeweken door voorgaande bijzondere bepalingen.
De gemeenteraad bevestigt het belastingreglement op de tijdelijke bewegwijzering en signalisatie voor het aanduiden van een reisroute voor de aanslagjaren 2023-2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
In het kader van manifestaties en evenementen van socio-culturele, godsdienstige, sportieve, recreatieve of alle andere aard kan de gemeente tijdelijke bewegwijzering en signalisatie voor het aanduiden van een reisroute toestaan.
Deze bewegwijzering is bedoeld om slechts voor een bepaalde periode langs de weg te worden geplaatst. De gemeente dient hier ook controle uit te voeren op een tijdige weghaling van de geplaatste signalisatie.
Het aanvragen, aanbrengen en verwijderen van tijdelijke bewegwijzering en signalisatie, alsook de controle hierop, brengt een bijkomende belasting mee van gemeentelijke en/of politionele diensten.
Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente.
Aangezien er momenteel nog geen volledige eensgezindheid bestaat op het vlak van rechtspraak inzake de aantekening van de bekendmaking van het belastingreglement in het daarvoor specifiek voorziene register, wordt het belastingreglement voor de aanslagjaren 2023-2025 inhoudelijk ongewijzigd voorgelegd, om vervolgens te worden bekendgemaakt overeenkomstig de voorgeschreven regels.
Raadslid Eddie BOELENS merkt op dat de fractie Groen zich vorig jaar van stemming heeft onthouden en dat op basis van dezelfde argumentatie opnieuw zal doen.
Na raadpleging van de notulen van de zitting van 19 december 2019 moet worden vastgesteld dat er destijds geen argumentatie werd gegeven.
/
Enig artikel.
Onderstaand reglement voor de aanslagjaren 2023-2025 te bevestigen:
Gemeentelijk belastingreglement op de tijdelijke bewegwijzering en signalisatie voor het aanduiden van een reisroute
Aanslagjaren 2023-2025
Artikel 1 - belastbare grondslag
Met ingang van 1 oktober 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de tijdelijke bewegwijzering en signalisatie voor het aanduiden van een reisroute.
Art. 2. - aanslagvoet, berekening
De belasting wordt vastgesteld op 6 euro per wegwijzer en per begonnen periode van een maand vanaf de effectieve plaatsing.
Art. 3. - belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de rechtspersoon of de natuurlijke persoon die een gemeentelijke vergunning heeft voor het plaatsen van tijdelijke bewegwijzering en signalisatie voor het aanduiden van een reisroute.
Indien een gezamenlijke aanvraag wordt gedaan, dienen de aanvragers uitdrukkelijk op het aanvraagformulier te vermelden aan welke aanvrager het aanslagbiljet dient te worden gestuurd.
Deze laatste verbindt er zich toe in te staan voor de integrale betaling, onverminderd enige onderlinge overeenkomst tussen de aanvragers.
Niettemin blijven de aanvragers hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Art. 4. - vrijstelling van belasting
Er geldt een vrijstelling van belasting voor het plaatsen van tijdelijke wegwijzers en signalisatie voor het aanduiden van een reisroute op basis van een goedgekeurd signalisatieplan:
Art. 5.
De belasting wordt vastgesteld aan de hand van de vergunningen afgeleverd door het gemeentebestuur.
Art. 6. - wijze van invordering
De belasting moet contant worden betaald bij aflevering van de vergunning.
Art. 7. - verwijzing
Het algemeen reglement betreffende al de gemeentelijke belastingen, is op onderhavige belasting van toepassing, in zoverre daarvan niet wordt afgeweken door voorgaande bijzondere bepalingen.
De gemeenteraad bevestigt het belastingreglement inzake lijkbezorging, asverstrooiing en ontgravingen voor de aanslagjaren 2023-2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
De bepalingen van het gemeentelijk belastingreglement op begraving en bijzetting zonder concessie en uitstrooiing op de strooiweide, goedgekeurd in de gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2013 en van het gemeentelijk belastingreglement op opgravingen, het gebruik van een wachtkelder en het openen van graf- en urnenkelders en columbaria, goedgekeurd in de gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2013, worden met ingang van 1 januari 2020 ondergebracht in het belastingreglement lijkbezorging, asverstrooiing en ontgravingen.
Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente.
Aangezien er momenteel nog geen volledige eensgezindheid bestaat op het vlak van rechtspraak inzake de aantekening van de bekendmaking van het belastingreglement in het daarvoor specifiek voorziene register, wordt het belastingreglement voor de aanslagjaren 2023-2025 inhoudelijk ongewijzigd voorgelegd, om vervolgens te worden bekendgemaakt overeenkomstig de voorgeschreven regels.
Raadslid Eddie BOELENS merkt op dat de fractie Groen vorige keer heeft tegengestemd en dat op basis van dezelfde argumentatie opnieuw zal doen.
Na raadpleging van de notulen van de zitting van 19 december 2019 moet worden vastgesteld dat er destijds geen argumentatie werd gegeven.
/
Enig artikel.
Onderstaand reglement voor de aanslagjaren 2023-2025 te bevestigen:
Gemeentelijk belastingreglement lijkbezorging, asverstrooiing en ontgravingen - Aanslagjaren 2023-2025
Artikel 1 - belastbare grondslag
Met ingang van 1 oktober 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op:
Art. 2. - aanslagvoet, berekening
§1. niet-geconcedeerde gronden, niet geconcedeerde columbariumnissen en niet-geconcedeerde urneveldplaatsen:
§2. de asverstrooiing:
§3. Het ontgraven van stoffelijke overschotten uit volle grond en uit een grafkelder:
§4. verwijdering uit een urnenkelder of columbarium:
§5. Het openen van grafkelders, urnekelders en columbaria:
Art. 3. - de belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de aanvrager.
Art. 4. - wijze van invordering
De belasting wordt contant ingevorderd op het ogenblik van de aanvraag tot begraving, bijzetting of uitstrooiing van de as.
Art. 5. - verwijzing
Het algemeen reglement betreffende al de gemeentelijke belastingen, is op onderhavige belasting van toepassing, in zoverre daarvan niet wordt afgeweken door voorgaande bijzondere bepalingen.
De gemeenteraad bevestigt het belastingreglement op verwaarloosde woningen en bouwgronden voor de aanslagjaren 2023-2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
In overleg met de intergemeentelijke samenwerking Woonbeleid Noord werden de gemeentelijke reglementen onderzocht en geëvalueerd op de werkgroepen van 13 november 2018 en 15 januari 2019. Deze evaluatie heeft aangetoond dat een reglement op basis van indicaties doeltreffender is dan op basis van het huidige puntensysteem.
Als deelnemende gemeente van de intergemeentelijke samenwerking Woonbeleid Noord is het aangeraden om op dezelfde manier verwaarloosde woningen en gebouwen te inventariseren. Alle deelnemende gemeenten zullen dezelfde werkwijze hanteren. Dit zorgt voor een uniforme en optimale gang van zaken.
De woonconsulent of technisch adviseur aangesteld door het Woonbeleid Noord zal de taak van registerbeheerder uitvoeren.
Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente.
Aangezien er momenteel nog geen volledige eensgezindheid bestaat op het vlak van rechtspraak inzake de aantekening van de bekendmaking van het belastingreglement in het daarvoor specifiek voorziene register, wordt het belastingreglement voor de aanslagjaren 2023-2025 inhoudelijk ongewijzigd voorgelegd, om vervolgens te worden bekendgemaakt overeenkomstig de voorgeschreven regels.
/
Enig artikel.
Onderstaand reglement voor de aanslagjaren 2023-2025 te bevestigen:
Gemeentelijk belastingreglement verwaarloosde woningen en bouwgronden – Aanslagjaren 2023-2025
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALING
Artikel 1. - begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder:
1° registerbeheerder: de gemeentelijke dienst, die door het gemeentebestuur belast wordt met de opmaak, de actualisering en het beheer van het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en bouwgronden;
2° aangetekende zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:
3° bezwaarinstantie en beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen;
4° eengezinswoning: een huis dat hetzij dadelijk, hetzij na normale herstelling- of onderhoudswerken hoofdzakelijk dient of zal dienen tot huisvesting van één gezin of een persoon;
5° appartement of studio: het geheel of het gedeelte van een verdieping van een gebouw dat hetzij dadelijk, hetzij na normale herstelling- of onderhoudswerken hoofdzakelijk dient of zal dienen tot huisvesting van één gezin of een persoon;
6° woning: elk onroerend goed dat tot permanente huisvesting van een gezin of persoon dient of kan dienen;
7° bouwgrond: een perceel grond dat stedenbouwkundig bestemd is tot woningbouw of een onroerend goed dat ermee wordt gelijkgesteld. Het geheel of het gedeelte van een gebouw dat, pas na de uitvoering van andere werken dan normale herstelling- of onderhoudswerken, kan dienen tot huisvesting van een gezin of een persoon, met in voorkomend geval de aanhorigheden die tegelijk met het gebouw worden verkregen, wordt met een bouwgrond gelijkgesteld , vermeld in artikel 1.1.0.0.2. in titel 2, hoofdstuk 9, wordt in afwijking van het eerste lid verstaan onder: 7°, van het Decreet houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013;
8° opnamedatum: de datum waarop een woning of een bouwgrond met toepassing van artikel 4 van dit reglement in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en bouwgronden is opgenomen;
9° verwaarlozingsregister: het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en bouwgronden;
10° verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang de woning of de bouwgrond niet uit het verwaarlozingsregister is geschrapt;
11° zakelijk gerechtigde: de houder of medehouder van één van de volgende zakelijke rechten:
a) de volle eigendom;
b) het recht van opstal of van erfpacht;
c) het vruchtgebruik.
HOOFDSTUK 2: REGISTRATIE VAN VERWAARLOOSDE WONINGEN EN BOUWGRONDEN
Art. 2. - vaststelling van de verwaarlozing
§1. De door het college van burgemeester en schepenen aangeduide registerbeheerder is belast met de opsporing van verwaarloosde woningen en bouwgronden en bezit onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
§2. De registerbeheerder stelt de verwaarlozing van een woning of een bouwgrond vast aan de hand van een genummerd technisch verslag dat als bijlage is toegevoegd aan dit reglement.
§3. Er is sprake van verwaarlozing als er minimaal 2 indicaties aanwezig zijn, tenzij er 1 indicatie opgesomd onder §4 aanwezig is. Bij het technisch verslag wordt minimum één foto toegevoegd. De datum van het technisch verslag geldt als datum van vaststelling van verwaarlozing en geldt als opnamedatum.
§4. Bij een aantal indicaties wordt een woning of bouwgrond onmiddellijk opgenomen in het register, in het technisch verslag te vinden onder punt 5:
Art. 3. - gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en bouwgronden
§1. De registerbeheerder houdt een gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en bouwgronden bij. In dit register worden minimaal de volgende gegevens opgenomen:
Het technisch verslag vermeldt:
Art. 4. - registratie van verwaarloosde woningen en bouwgronden
§1. Een woning of een bouwgrond, waarvan is vastgesteld dat het verwaarloosd is, wordt opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en bouwgronden op datum van het technisch verslag.
§2. Een woning die opgenomen is in de gemeentelijke registers van leegstand, onbebouwde bouwgronden of tweede verblijven of een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en/of onbewoonbaar verklaarde woningen, kan ook worden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en bouwgronden.
§3. Doordat de criteria voor opname in dit nieuwe reglement werden aangepast, zal elke woning en bouwgrond, opgenomen in de gemeentelijke inventaris van verwaarloosde woningen en bouwgronden opnieuw gecontroleerd worden. Voor de bepaling van de heffing, zal er nog steeds gekeken worden naar de datum van opname.
Art. 5. - kennisgeving registratie
§1. Alle zakelijk gerechtigden worden met een aangetekende zending in kennis gesteld van de opname van de woning of de bouwgrond in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en bouwgronden. Deze kennisgeving bevat:
§2. De aangetekende zending wordt gericht aan de woonplaats van de zakelijk gerechtigde(n). Bij gebrek hieraan, aan zijn verblijfplaats. Bij gebrek hieraan, aan het adres van de woning waarop het technisch verslag betrekking heeft.
Art. 6. - beroep tegen de opname indienen
§1. Het modelformulier om beroep in te dienen tegen de opname in het register van verwaarloosde woningen en bouwgronden is te downloaden via de website van de gemeente of te vragen aan de registerbeheerder.
§2. De zakelijk gerechtigde bezorgt het ingevuld modelformulier om beroep in te dienen tegen de opname in het register van verwaarloosde woningen en bouwgronden binnen een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de aangetekende verzending omtrent de opname in het register verwaarloosde woningen en bouwgronden.
§3. De registerbeheerder onderzoekt of het beroep gegrond is binnen een termijn van 90 dagen na ontvangst van het verzoek. En maakt zijn advies over aan het schepencollege. De zakelijk gerechtigde wordt met een aangetekende brief ingelicht van de beslissing van het college. Deze aangetekende brief vermeldt de instantie waarbij beroep kan worden ingesteld, zijnde de rechtbank van eerste aanleg van Brussel, evenals de ter zake geldende termijnen en vormen.
Ar. 7. - schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en bouwgronden
§1. De registerbeheerder schrapt een woning of een bouwgrond uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en bouwgronden wanneer de zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning of de bouwgrond onvoldoende indicaties van verwaarlozing vertoont die bij quotering in het technisch verslag, vermeld in artikel 2, tot verwaarlozing zou leiden. De zakelijk gerechtigde richt hiertoe een schriftelijk verzoek aan de registerbeheerder.
§2. De aanvraag tot schrapping wordt aangetekend verstuurd door de zakelijk gerechtigde aan de registerbeheerder. De aanvraag moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:
§3. Bij betekening per aangetekend schrijven geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het verzoek tot schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en bouwgronden. De datum van schrapping is de datum van aanvraag tot schrapping. De registerbeheerder onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het verwaarlozingsregister en neemt een beslissing binnen een termijn van 90 dagen na de ontvangst van het verzoek. De registerbeheerder brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending. Als de kennisgeving niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het verzoek tot schrapping geacht te zijn ingewilligd.
§4. Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 6.
§5. Als het verzoek tot schrapping ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.
HOOFDSTUK 3: BELASTING
Art. 8. - belasting op verwaarloosde woningen en bouwgronden
§1. Met ingang van 1 januari 2023, voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en bouwgronden die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en bouwgronden.
§2. Zolang de woning of de bouwgrond niet uit het verwaarlozingsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.
Art. 9. - belastingplichtige
§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde(n) van de verwaarloosde woning of bouwgrond op de verjaardag van de opnamedatum.
§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars afzonderlijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens afzonderlijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
Indien er een recht van opstal of erfpacht bestaat, is de activeringsheffing verschuldigd door de erfpachter of de opstalhouder. Bij vruchtgebruik is de heffing verschuldigd door de vruchtgebruiker.
§3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de verkoper of zijn notaris de verkrijger van het zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het register van leegstaande woningen en gebouwen. De nieuwe eigenaar is de belasting verschuldigd met ingang van 1 januari volgend op de datum van de authentieke akte die hem het eigendom toekent. Er zal geen rekening gehouden worden met de tussen partijen gesloten overeenkomst.
Art. 10. - tarief van de belasting
§1. De belasting bedraagt:
§2. De belasting wordt vermeerderd met € 500 per bijkomende nieuwe termijn van twaalf maanden dat de woning of de bouwgrond in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en bouwgronden staat. Het aantal termijnen dat een woning of bouwgrond in het register staat vervalt bij overdracht van het zakelijk recht betreffende de verwaarloosde woning of bouwgrond.
Art. 11. - vrijstellingen
§1. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling als vermeld in §5, dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de registerbeheerder. Hierbij wordt verplicht gebruik gemaakt van het modelformulier meegestuurd bij de administratieve akte of te vinden op de gemeentelijke website.
§2. De registerbeheerder onderzoekt of er redenen zijn voor het toekennen van een vrijstelling binnen een termijn van 90 dagen na ontvangst van het verzoek. De registerbeheerder brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een aangetekende zending.
§3. Beroep tegen de beslissing over een aanvraag tot vrijstelling kan ingediend worden bij het schepencollege binnen een termijn van 90 dagen volgens de procedure vermeld in artikel 6.
§4. Van de belasting op verwaarloosde woningen en bouwgronden zijn vrijgesteld voor onbepaalde duur:
§5. Van de belasting op verwaarloosde woningen en bouwgronden zijn vrijgesteld voor bepaalde duur:
Art. 12. - bezwaar tegen de heffing indienen
§1. Het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008 met latere wijzigingen en hierna vernoemde aanvullingen is van toepassing op alle gemeentelijke kohier- en contant belastingen. Een beknopt overzicht is te vinden op de website van de gemeente Grimbergen.
§2. De belastingplichtige dient binnen een termijn van drie maanden vanaf de kennisgeving van de aanslag zijn bezwaarschrift in. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. Het college van burgemeester en schepenen doet een uitspraak over het bezwaar binnen een termijn van zes maanden vanaf de ontvangst van het bezwaarschrift. Als de belastingplichtige niet akkoord gaat met de beslissing van het college van burgemeester en schepen of als hij geen beslissing krijgt binnen de voorziene termijn, kan hij beroep aantekenen bij de rechtbank van eerste aanleg.
Art. 13. - inkohiering
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Het kohier wordt jaarlijks opgemaakt.
Art. 14. - betalingstermijn
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Art. 15. - verwijzing
Het algemeen reglement betreffende al de gemeentelijke belastingen, is op onderhavige belasting van toepassing, in zoverre daarvan niet wordt afgeweken door voorgaande bijzondere bepalingen.
De gemeenteraad bevestigt het belastingreglement ter bestrijding van leegstaande woningen en gebouwen voor de aanslagjaren 2023-2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
In overleg met de intergemeentelijke samenwerking Woonbeleid Noord worden de gemeentelijke reglementen onderzocht en geëvalueerd.
Als deelnemende gemeente van de intergemeentelijke samenwerking Woonbeleid Noord is het aangeraden om op dezelfde manier leegstaande woningen en gebouwen te inventariseren. Alle deelnemende gemeenten zullen dezelfde werkwijze hanteren. Dit zorgt voor een uniforme en optimale gang van zaken.
De woonconsulent of technisch adviseur aangesteld door het Woonbeleid Noord zal de taak van registerbeheerder uitvoeren.
Tarieven kunnen variëren voor wat betreft een kamer, een gebouw, een woning en andere woonentiteiten. Een woning heeft een veel grotere oppervlakte dan bijvoorbeeld een kamer en zal dan ook een grotere invloed uitoefenen op de verloedering in de omgeving en in het straatbeeld. Het tariefverschil wordt objectief gemeten op basis van de woonvorm en de impact hiervan op de verloedering in de omgeving.
De vrijstellingen van de leegstandsheffing worden ingevoerd met als doel het inspelen op onvoorziene situaties. Op deze manier krijgen eigenaars van een leegstaande woning of een leegstaand gebouw de mogelijkheid om de onvoorziene situatie recht te zetten.
Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente.
Aangezien er momenteel nog geen volledige eensgezindheid bestaat op het vlak van rechtspraak inzake de aantekening van de bekendmaking van het belastingreglement in het daarvoor specifiek voorziene register, wordt het belastingreglement voor de aanslagjaren 2023-2025 inhoudelijk ongewijzigd voorgelegd, om vervolgens te worden bekendgemaakt overeenkomstig de voorgeschreven regels.
/
Enig artikel.
Onderstaand reglement voor de aanslagjaren 2023-2025 te bevestigen:
Gemeentelijk belastingreglement ter bestrijding van leegstaande gebouwen en woningen – Aanslagjaren 2023-2025
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALING
Artikel 1. - begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder:
1° registerbeheerder: de gemeentelijke dienst, die door het gemeentebestuur belast wordt met de opmaak, de actualisering en het beheer van het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen;
2° aangetekende zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:
a) een aangetekend schrijven;
b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;
c) elke andere door de administratie toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld, o.a. mail;
3° bezwaarinstantie en beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen;
4° eengezinswoning: een huis dat hetzij dadelijk, hetzij na normale herstelling- of onderhoudswerken hoofdzakelijk dient of zal dienen tot huisvesting van één gezin of een persoon;
5° appartement of studio: het geheel of het gedeelte van een verdieping van een gebouw dat hetzij dadelijk, hetzij na normale herstelling- of onderhoudswerken hoofdzakelijk dient of zal dienen tot huisvesting van één gezin of een persoon;
6° woning: elk onroerend goed dat tot permanente huisvesting van een gezin of persoon dient of kan dienen;
7° opnamedatum: de datum waarop een woning of een gebouw met toepassing van artikel 4 van dit reglement in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen is opgenomen;
8° leegstaand gebouw: gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden (GDP art. 2.2.6 §2). Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning of melding in de zin van artikel 4.2.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, met latere wijzigingen, of milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, met latere wijzigingen. Bij een gebouw waarvan geen vergunning of melding voorhanden is of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden;
9° leegstaande woning: een woning wordt als leegstaand beschouwd wanneer zij gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overstemming met de woonfunctie (GDP art 2.2.6 §3);
10° leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen, vermeld in art. 2.2.6 van het grond- en pandendecreet;
11° verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang de woning of het gebouw niet uit het leegstandsregister is geschrapt;
12° zakelijk gerechtigde: de houder of medehouder van één van de volgende zakelijke rechten:
a) de volle eigendom;
b) het recht van opstal of van erfpacht;
c) het vruchtgebruik.
HOOFDSTUK 2: REGISTRATIE VAN LEEGSTAANDE WONINGEN
Art. 2. - vaststelling van de leegstand
§1. De door het college van burgemeester en schepen aangeduide registerbeheerder is belast met de opsporing van leegstaande woningen en bezit onderzoek-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De registerbeheerder stelt de leegstand van een woning vast aan de hand van een genummerde administratieve akte.
§2. Er is sprake van leegstand als er minimaal 2 indicaties zoals vermeld in artikel 3 aanwezig zijn. Bij de administratieve akte wordt minimum één foto toegevoegd. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de leegstand en geldt als opnamedatum.
§3. Doordat de criteria voor opname in dit nieuwe reglement werden aangepast, zal elke woning en grond, opgenomen in de gemeentelijke inventaris van leegstaande woningen en gebouwen opnieuw gecontroleerd worden. Voor de bepaling van de heffing, zal er nog steeds gekeken worden naar datum van opname.
Art. 3. - gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen
§1. De registerbeheerder houdt een gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen bij. In dit register worden minimaal de volgende gegevens opgenomen:
De administratieve akte vermeldt:
§2. De leegstand wordt beoordeeld op basis van objectieve indicaties zoals vermeld in volgende lijst:
Art. 4. - registratie van leegstaande woningen en gebouwen
§1. Een woning, waarvan is vastgesteld dat het leegstaand is, wordt opgenomen in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen op datum van de administratieve akte.
§2. Een woning die opgenomen is in het gemeentelijk register van verwaarlozing kan ook worden opgenomen in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen.
Register tweede verblijven en register leegstaande woningen en gebouwen kunnen niet gecombineerd worden. Bij twijfel of onvoldoende bewijzen zal de woning opgenomen worden in het register van leegstaande woningen en gebouwen.
Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en/of onbewoonbaar verklaarde woningen, kan niet worden opgenomen in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen. Omgekeerd kan dit wel, een woning die opgenomen wordt in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen, kan nadien ook opgenomen worden in de gewestelijke inventaris van ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen.
Art. 5. - kennisgeving van de voorgenomen registratie
§1. Alle zakelijk gerechtigden worden met een aangetekende zending in kennis gesteld van de opname van de woning in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen.
De kennisgeving bevat:
§2. De aangetekende zending wordt gericht aan de woonplaats van de zakelijk gerechtigde(n). Bij gebrek hieraan, aan zijn verblijfplaats. Bij gebrek hieraan, aan het adres van de woning waarop de administratieve akte betrekking heeft.
Art. 6. - beroep tegen de opname indienen
§1. Het modelformulier om beroep in te dienen tegen de opname in het register van leegstaande woningen of gebouwen is te downloaden via de website van de gemeente of te vragen aan de registerbeheerder.
§2. De zakelijk gerechtigde bezorgt het ingevuld modelformulier om beroep in te dienen tegen de opname in het register van leegstaande woningen en gebouwen binnen een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de aangetekende verzending omtrent de opname in het leegstandsregister.
§3. De registerbeheerder onderzoekt of het beroep gegrond is binnen een termijn van 90 dagen na ontvangst van het verzoek en maakt zijn advies over aan het schepencollege. De zakelijk gerechtigde wordt met een aangetekende brief ingelicht van de beslissing van het college. Deze aangetekende brief vermeldt de instantie waarbij beroep kan worden ingesteld, zijnde de rechtbank van eerste aanleg van Brussel, evenals de ter zake geldende termijnen en vormen.
Art. 7. - schrapping uit het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen
§1. De registerbeheerder schrapt een woning uit het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen wanneer de zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt conform de functie. De registerbeheerder stelt deze aanwending vast via facturen van zes opeenvolgende maanden van water of elektriciteit verbruik en een inschrijving in het bevolkingsregister. De zakelijk gerechtigde richt hiertoe een schriftelijk verzoek aan de registerbeheerder.
§2. De aanvraag tot schrapping wordt aangetekend verstuurd door de zakelijk gerechtigde aan de registerbeheerder. De aanvraag moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:
§3. Bij betekening per aangetekende zending geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het verzoek tot schrapping uit het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen. De datum van schrapping is de datum van aanvraag tot schrapping. De registerbeheerder onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister en neemt een beslissing binnen een termijn van 90 dagen na de ontvangst van het verzoek. De registerbeheerder brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een aangetekende zending. Als de kennisgeving niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het verzoek tot schrapping geacht te zijn ingewilligd.
§4. Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de zakelijk gerechtigde bezwaar aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 6.
§5. Als het verzoek tot schrapping ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.
HOOFDSTUK 3: DE BELASTING
Art. 8. - belasting op leegstaande woningen
§1. Met ingang van 1 januari 2023 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen.
§2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.
Art. 9. - belastingplichtige
§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde(n) van het leegstaande gebouw of woning op de verjaardag van de opnamedatum.
§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars afzonderlijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk echt, zijn deze eveneens afzonderlijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
Indien er een recht van opstal of erfpacht bestaat, is de leegstandsheffing verschuldigd door de erfpachter of de opstalhouder. Bij vruchtgebruik is de heffing verschuldigd door de vruchtgebruiker.
§3. In geval van overdracht van het zakelijk recht wordt van de verkoper of zijn notaris verwacht dat ze de verkrijger van het zakelijk recht voorafgaandelijk in kennis stelt dat het goed is opgenomen in het register van leegstaande woningen en gebouwen. In elk geval wordt geen rekening gehouden met de tussen partijen gesloten overeenkomst aangaande de verschuldigde belasting.
Art. 10. - tarief van de belasting
§1. De belasting bedraagt:
§2. De belasting wordt vermeerderd met € 500 per bijkomende nieuwe termijn van twaalf maanden dat de woning in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen staat. Het aantal termijnen dat een woning in het register staat vervalt bij overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning.
Art. 11. - bezwaar tegen de heffing indienen
§1. Het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008 met latere wijzigingen is van toepassing op alle gemeentelijke kohier- en contant belastingen.
§2. De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen de belasting overeenkomstig de bepalingen vermeld in artikel 9 van het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008 inclusief latere wijzigingen.
§3. De belastingplichtige die gebruik wenst te maken van een vrijstelling dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen.
§4. Van de belasting op leegstaande woningen zijn vrijgesteld voor onbepaalde duur:
§5. Een vrijstelling van de leegstandsbelasting wordt verleend voor bepaalde duur:
De vrijstelling geldt voor het eerstvolgende aanslagjaar. De belastingplichtige dient jaarlijks zelf te bewijzen (a.d.h.v. facturen, foto’s, etc.) dat de vooropgestelde werken uitgevoerd zijn, zoniet zal de heffing verdubbeld worden. Deze vrijstelling kan maximaal één maal verlengd worden en dit enkel bij grondige renovatiewerken. Grondige renovatiewerken houden in dat de woning tijdens het uitvoeren van de werken onmogelijk te bewonen is omwille van het gebrek aan basiscomfort.
§6. De belastingplichtige die een vrijstelling ontvangt, moet de leegstaande woning normaal onderhouden en niet laten verkrotten.
Art. 12. - inkohiering
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Het kohier wordt jaarlijks opgemaakt.
Art. 13. - betalingstermijn
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
De gemeenteraad bevestigt het belastingreglement op niet-bebouwde bouwgronden en kavels voor de aanslagjaren 2023-2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
Het is wenselijk om realiseerbare niet-bebouwde bouwgronden en kavels te activeren in de gemeente en grondspeculatie tegen te gaan.
Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente.
Aangezien er momenteel nog geen volledige eensgezindheid bestaat op het vlak van rechtspraak inzake de aantekening van de bekendmaking van het belastingreglement in het daarvoor specifiek voorziene register, wordt het belastingreglement voor de aanslagjaren 2023-2025 inhoudelijk ongewijzigd voorgelegd, om vervolgens te worden bekendgemaakt overeenkomstig de voorgeschreven regels.
Raadslid Eddie BOELENS merkt op dat de fractie Groen zich vorig jaar van stemming heeft onthouden en dat op basis van dezelfde argumentatie opnieuw zal doen.
Na raadpleging van de notulen van de zitting van 19 december 2019 moet worden vastgesteld dat er destijds geen argumentatie werd gegeven.
/
Enig artikel.
Onderstaand reglement voor de aanslagjaren 2023-2025 te bevestigen:
Gemeentelijk belastingreglement op niet-bebouwde bouwgronden en kavels – Aanslagjaren 2023-2025
Artikel 1 - belastbare grondslag
Met ingang van 1 januari 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de niet-bebouwde bouwgronden en kavels die voorkomen in het register van niet-bebouwde percelen.
Als niet-bebouwde bouwgrond of kavel wordt beschouwd elke grond die voldoet aan de definitie zoals bepaald in artikel 1.2, 3°, 10° en 11° van het Decreet Grond- en Pandenbeleid (DGPB).
Art. 2. - aanslagvoet, berekening
De belasting wordt vastgesteld op 20,00 euro per strekkende meter lengte van de grond palende aan de weg, waarbij elke begonnen meter als een volle meter wordt aangerekend. De minimumaanslag bedraagt 300,00 euro per grond.
Wanneer een grond aan verscheidene wegen paalt, is de langste perceelbreedte langs één van deze wegen de grondslag van de belastingberekening.
Wanneer de grond begrepen is in een afgesneden hoek, gevormd door twee wegen, is de belastbare lengte gelijk aan de langste van de rechte perceelbreedte, vermeerderd met de helft van de afgesneden hoek.
De belastbare lengte wordt steeds in volle meter uitgedrukt. Elk gedeelte van een strekkende meter wordt als volledige meter beschouwd.
Art. 3. - belastingplichtige
De belasting bezwaart de eigendom en is verschuldigd door de degene die eigenaar is op 1 januari van het aanslagjaar. De datum op de authentieke akte is hier van toepassing.
In geval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars afzonderlijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
Art. 4. - vrijstelling van belasting
Genieten een vrijstelling van de belasting gedurende de vijf kalenderjaren die volgen op de verwerving van het goed:
Zijn vrijgesteld van de belasting:
1° de storting van een afdoende financiële waarborg;
2° een door een bankinstelling op onherroepelijke wijze verleende afdoende financiële waarborg en dat kan worden afgeleverd indien de vergunninghouder deels zelf de lasten heeft uitgevoerd, deels de nodige waarborgen heeft gegeven.
Art. 5. - de aangifteverplichting
De belastingplichtige is verplicht vóór 1 april van het aanslagjaar bij het gemeentebestuur spontaan aangifte te doen van de niet-bebouwde bouwgrond of kavel door middel van een formulier vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen. Het aangifteformulier is beschikbaar op het e-loket van de gemeentelijke website www.grimbergen.be of is op eenvoudig verzoek bij het gemeentebestuur verkrijgbaar.
Zolang de toestand op 1 januari van het aanslagjaar ongewijzigd blijft dient er geen nieuwe aangifte te gebeuren.
Bij gebrek aan aangifte binnen de in de verordening gestelde termijn of bij een onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte kan de belasting ambtshalve gevestigd worden. In geval van een ambtshalve aanslag wordt de belasting gevestigd op basis van gegevens waarover de belastingheffende overheid beschikt.
In het geval van ambtshalve aanslag wordt de belasting verhoogd. De verhoging is gelijk aan het bedrag van de ambtshalve belasting.
Art. 6. - wijze van invordering
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier.
De gemeenteraad bevestigt het belastingreglement op tweede verblijven voor de aanslagjaren 2023-2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
Artikel 170, §4 van de Grondwet.
DLB.
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2019 houdende de vaststelling van een gemeentelijk belastingreglement op tweede verblijven voor de aanslagjaren 2020-2025 (dossierstuk 1).
Besluit van de gemeenteraad van 26 november 2020 houdende de vaststelling van een gemeentelijk belastingreglement op tweede verblijven voor de aanslagjaren 2021-2025 (dossierstuk 2).
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 11 september 2023 inzake het belastingreglement op tweede verblijven, aanslagjaren 2023-2025 (dossierstuk 3).
/
Het doel van dit reglement bestaat erin om ervoor te zorgen dat burgers, die over een woning beschikken, er niet geregistreerd zijn en bijgevolg bepaalde gemeentelijke belasting niet verschuldigd zijn, maar die tegelijkertijd wel kunnen genieten van diensten en faciliteiten die door de gemeente worden aangeboden, ook een geldelijke bijdrage leveren aan de gemeentelijke inspanningen.
De gemeente levert inspanningen voor personen die niet ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van de gemeente maar die er toch verblijven en dus ook gebruik maken van de gemeentelijke infrastructuur en dienstverlening. Eigenaars of huurders van tweede verblijven kunnen namelijk genieten van dezelfde voorzieningen en faciliteiten als inwoners op het vlak van onder meer brandweer, politie, huisvuilophaling en aanleg en onderhoud van openbare domeinen.
Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente.
Aangezien er momenteel nog geen volledige eensgezindheid bestaat op het vlak van rechtspraak inzake de aantekening van de bekendmaking van het belastingreglement in het daarvoor specifiek voorziene register, wordt het belastingreglement voor de aanslagjaren 2023-2025 inhoudelijk ongewijzigd voorgelegd, om vervolgens te worden bekendgemaakt overeenkomstig de voorgeschreven regels.
/
Enig artikel.
Onderstaand reglement voor de aanslagjaren 2023-2025 te bevestigen:
Gemeentelijk belastingreglement op tweede verblijven – Aanslagjaren 2023-2025
Artikel 1. - belastbare grondslag
Voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de tweede verblijven.
Art. 2.
Als tweede verblijf wordt beschouwd elke constructie met woon- of verblijfsgelegenheid waar op 1 januari van het aanslagjaar niemand is ingeschreven in het bevolkingsregister voor het hoofdverblijf.
Worden onder meer beschouwd als tweede verblijf: (land)huizen, bungalows, villa’s, appartementen, studio’s, weekendhuisjes, optrekjes, chalets en alle vaste woonverblijven met inbegrip van stacaravans.
Art. 3. – belastingplichtige
De belasting is in eerste instantie verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar de betreffende woongelegenheid huurt en in tweede instantie de natuurlijke of rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van de betreffende woongelegenheid wanneer deze niet verhuurd is.
In geval van verhuring dient de eigenaar van de woning hiervan bewijs te leveren aan de hand van een huurcontract.
De eigenaar van de betreffende woongelegenheid is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Art. 4. - aanslagvoet
De belasting wordt vastgesteld op 1000,00 euro per tweede verblijf.
Art. 5. – vrijstellingen
§ 1. Vallen niet onder de toepassing van deze belasting:
§ 2. Een woongelegenheid, zoals bedoeld in artikel 2 van onderhavig reglement, wordt niet als tweede verblijf beschouwd wanneer het bewijs wordt voorgelegd dat deze als gevolg van brand, storm, overstromingen of blikseminslag niet bewoond kan worden.
§ 3. Een woongelegenheid, zoals bedoeld in artikel 2 van onderhavig reglement, kan voor één aanslagjaar vrijgesteld worden van de belasting op tweede verblijven wanneer het bewijs wordt voorgelegd dat:
- het overlijden van de eigenaar in het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar;
- de definitieve opname van de eigenaar in een woonzorgcentrum in het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar;
- de uitschrijving van de huurder uit het bevolkingsregister op het aanslagadres. Dit uitsluitend indien de uitschrijving dateert na 1 oktober van het aan het aanslagjaar voorafgaande kalenderjaar en op voorwaarde dat deze huurder minimaal 1 jaar onafgebroken ingeschreven stond op het aanslagadres.
§ 4. Wanneer belastingplichtigen van bovenstaande vrijstellingen wensen gebruik te maken, dienen zij hiervan het bewijs te leveren.
Art. 6. - aangifteverplichting
De belastingplichtige is verplicht vóór 1 april van het aanslagjaar bij het gemeentebestuur spontaan aangifte te doen door middel van een formulier vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen. Het aangifteformulier is beschikbaar op het e-loket van de gemeentelijke website www.grimbergen.be of is op eenvoudig verzoek bij het gemeentebestuur verkrijgbaar.
Zolang de toestand op 1 januari van het aanslagjaar ongewijzigd blijft dient er geen nieuwe aangifte te gebeuren.
Bij gebrek aan aangifte binnen de in de verordening gestelde termijn of bij een onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte kan de belasting ambtshalve gevestigd worden. In geval van een ambtshalve aanslag wordt de belasting gevestigd op basis van gegevens waarover de belastingheffende overheid beschikt.
In het geval van ambtshalve aanslag wordt de belasting verhoogd. De verhoging is gelijk aan het bedrag van de ambtshalve belasting.
Art. 7.
Wanneer eenzelfde situatie aanleiding kan geven tot heffen van belasting door toepassing van voorliggend reglement en het reglement aangaande de leegstand, is alleen laatstgenoemd reglement van toepassing.
Wanneer eenzelfde situatie aanleiding kan geven tot heffen van belasting door toepassing van voorliggend reglement en het reglement aangaande verwaarloosde gebouwen en gronden, is alleen laatstgenoemd reglement van toepassing.
Als er bezwaar wordt ingediend tegen één van bovenstaande belastingen en dit bezwaar wordt ingewilligd door het college van burgemeester en schepenen, dan behoudt het gemeentebestuur zich het recht alsnog in te kohieren voor de belasting op tweede verblijven.
Art. 8. - wijze van invordering
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier.
De gemeenteraad bevestigt het belastingreglement op het privaat gebruik van het openbaar domein voor de aanslagjaren 2023-2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
De inname van het openbaar domein brengt verkeershinder met zich mee op de openbare wegen en het openbaar domein binnen de gemeente. Deze inname vereist daarboven een verhoogd toezicht op de openbare wegen en het openbaar domein, alsook tussenkomst van gemeentelijke en/of politionele diensten. Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente.
Raadslid Eddie BOELENS krijgt het woord en merkt op dat de fractie Groen vorige keer heeft tegengestemd. De fractie CD&V heeft vorig jaar een amendement ingediend dat niet werd aangenomen.
Raadslid William DE BOECK krijgt het woord en herinnert zich de discussie met de fractie CD&V over het feit dat onder artikel 4 de vrijstelling tem. de zevende kalenderdag was geschrapt, dat leek de fractie CD&V een pest-maatregel voor mensen die geen mogelijkheid hebben om hun container op privaat terrein te plaatsen. Anderzijds zou het mensen ontmoedigen om werkzaamheden aan hun woning te laten uitvoeren. De fractie CD&V stelde daarom een amendement voor. De fractie Open VLD vindt het vreemd dat het vorig jaar zo’n belangrijk discussiepunt was en men hier nu niets meer over hoort.
Schepen Philip ROOSEN krijgt het woord en stelt dat mensen in een jaar van gedachten kunnen veranderen. Bovendien zijn het vijgen na Pasen, want de diensten zijn al bezig met de actualisatie van het reglement. Vandaag betrof het de formalisering van het huidige belastingreglement, maar over enkele weken komt er een nieuw voorstel voor het belastingreglement.
Raadslid Bart VAN HUMBEECK is verrast door het betoog van raadslid DE BOECK. Als hij het zo belangrijk vindt, zou raadslid DE BOECK het amendement opnieuw zelf ter stemming kunnen voorleggen. Als hij zelf niet achter het amendement staat, hoeft hij ook geen betoog te houden over de destijds voorgestelde wijziging.
Raadslid William DE BOECK krijgt opnieuw het woord en zal het amendement niet ter stemming voorleggen. De fractie Open VLD zal terug meestemmen, zoals de fractie dat vorig jaar ook heeft gedaan. Hij was benieuwd naar de motivatie van de fractie CD&V om van standpunt te wijzigen. Hij hoopt dat de fracties in een democratisch orgaan als de gemeenteraad dusdanig geïnformeerd worden over de motivatie, want dat leidt er wellicht toe dat andere fracties ook hun mening aanpassen.
Raadslid Bart VAN HUMBEECK krijgt een laatste maal het woord en herhaalt de woorden van de burgemeester dat het wijzigen van belastingreglementen bij voorkeur aan het begin van de legislatuur gebeurt. Hij dankt schepen ROOSEN voor zijn toelichting op de actualisatie van het reglement.
Aangezien er momenteel nog geen volledige eensgezindheid bestaat op het vlak van rechtspraak inzake de aantekening van de bekendmaking van het belastingreglement in het daarvoor specifiek voorziene register, wordt het belastingreglement voor de aanslagjaren 2023-2025 inhoudelijk ongewijzigd voorgelegd, om vervolgens te worden bekendgemaakt overeenkomstig de voorgeschreven regels.
Enig artikel.
Onderstaand reglement voor de aanslagjaren 2023-2025 te bevestigen:
Gemeentelijk belastingreglement op het privaat gebruik van het openbaar domein – Aanslagjaren 2023-2025
Artikel 1. - belastbare grondslag
Met ingang van 1 oktober 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op het privaat gebruik van het openbaar domein.
Art. 2. - aanslagvoet, berekening
Het bedrag van de belasting wordt berekend in overeenstemming met de hierna vermelde bepalingen:
1. Occasionele commerciële reclame. |
|
Voor het gebruik van het openbaar domein, anders dan per voertuig met eigen beweegkracht: |
|
per eenheid (bord, doek of enig andere constructie) voor een periode korter of gelijk aan drie kalenderdagen |
90,00 euro |
per bijkomende kalenderdag |
30,00 euro |
Voor het gebruik van het openbaar domein per voertuig met eigen beweegkracht dat |
|
per kalenderdag |
30,00 euro |
In geval van gebruik van een luidspreker wordt de belasting verdubbeld. |
|
Voor het gebruik van een kabelballon in het luchtruim boven het grondgebied van de |
|
per kalenderdag |
150,00 euro |
2. Wekelijkse markten en andere occasionele verkooppunten. |
|
per lopende meter en per marktdag of verkoopdag |
1,60 euro |
Bovenop dit basistarief geldt een forfaitair bedrag van 3,00 euro per marktdag of verkoopdag voor de aansluiting op het openbaar elektriciteitsnet, indien er daarvoor een |
|
3. Tentconstructies |
|
per m² en per week voor de door de tent bezette oppervlakte |
0,50 euro |
4. Containers, stellingen en kranen, werfwagens, bouw- en afbraakmaterialen. |
|
per dag met een maximum van 25 m² bezette oppervlakte |
15,00 euro |
extra per dag en per m² vanaf meer dan 25 m² bezette oppervlakte |
0,60 euro |
Art. 3. - belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die het openbaar domein in gebruik neemt op een wijze zoals omschreven in artikel 2.
De persoon voor wiens rekening het openbaar domein in gebruik wordt genomen is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Art. 4. - vrijstelling van belasting
Zijn vrijgesteld van de belasting:
Art. 5. - verplichting voorafgaande aanvraag
§1. Voor occasioneel privaat gebruik is men gehouden een voorafgaande aanvraag in te dienen bij het gemeentebestuur met aanduiding van de wijze, inhoud en periode ervan.
2§. Na aanvang van gebruik kan de periode die werd opgegeven in de aanvraag niet meer ingekort worden. Met andere woorden, de belasting geldt voor de volledige periode die vermeld staat in de aanvraag.
Art. 6. - wijze van invordering
§1. De belasting wordt contant ingevorderd. Bij gebrek aan contant-betaling zal tot inkohiering van de belasting worden overgegaan.
§2. Voor containers, stellingen en kranen, werfwagens, bouw- en afbraakmaterialen wordt contant ingevorderd bij het verkrijgen van de vergunning om het openbaar domein in gebruik te nemen.
De gemeenteraad bevestigt het belastingreglement op de opmaak en de afgifte van sommige administratieve documenten van de bevolking en burgerlijke stand voor de aanslagjaren 2023-2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
Het gemeentebestuur dient, in de mate van het mogelijke en binnen de grenzen van hetgeen verantwoord is, te trachten kosten te recupereren voor individualiseerbare diensten.
Het afleveren van administratieve stukken is één van de meest voorkomende taken van de gemeentediensten.
De kosten kunnen forfaitair worden bepaald binnen de perken gesteld door de hogere overheden. Het Ministerieel besluit van 11 september 2017 (BS 29 september 2017) stelt dat de tarieven van de vergoedingen jaarlijks worden herzien op 1 januari op basis van de schommelingen van de gezondheidsindex.
Het afleveren van allerhande administratieve stukken brengt voor de gemeente zware lasten mee en het is aangewezen om hiervoor een belasting in te vorderen.
Het is aangewezen om dit reglement specifiek te behouden voor de dienst Bevolking / Burgerlijke stand om de werkwijze voor de dienst te vereenvoudigen.
Gelet op de financiële toestand van de gemeente.
Aangezien er momenteel nog geen volledige eensgezindheid bestaat op het vlak van rechtspraak inzake de aantekening van de bekendmaking van het belastingreglement in het daarvoor specifiek voorziene register, wordt het belastingreglement voor de aanslagjaren 2023-2025 inhoudelijk ongewijzigd voorgelegd, om vervolgens te worden bekendgemaakt overeenkomstig de voorgeschreven regels.
Raadslid Eddie BOELENS krijgt het woord en herinnert de gemeenteraad eraan dat de fracties Groen, CD&V en Vooruit vorig jaar hebben betoogd dat zij het betreurden dat de gemeente op zoek ging naar andere inkomensbronnen, waaronder de belasting voor de opmaak van diverse administratieve documenten. Er werd gesteld dat het een asociale vorm van belasting is omdat arme en rijke bewoners evenveel betalen voor het aanvragen van een document. De fractie Groen blijft deze vlaktaks betreuren en is benieuwd naar het huidige stemgedrag van de fractie CD&V.
Voorzitter Peter PLESSERS schorst kort de vergadering en gaat vervolgens over tot de stemming.
Raadslid William DE BOECK krijgt het woord en merkt op dat hij het vreemd vindt dat de vraag van raadslid BOELENS niet wordt beantwoord, maar dat de voorzitter overgaat tot de orde van de dag.
Voorzitter Peter PLESSERS dankt raadslid DE BOECK voor zijn opmerking en legt het voorstel ter stemming voor.
/
Enig artikel.
Onderstaand reglement voor de aanslagjaren 2023-2025 te bevestigen:
Gemeentelijk belastingreglement op de opmaak en de afgifte van sommige administratieve documenten van de bevolking en burgerlijke stand Aanslagjaren 2023-2025
Artikel 1. - belastbare grondslag
Met ingang van 1 oktober 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de afgifte van sommige getuigschriften of andere administratieve documenten.
Art. 2. - aanslagvoet, berekening
|
tarief |
opmaak en afgifte van documenten, akten en inlichtingen van de dienst bevolking en burgerlijke stand |
5,00 euro |
attest van woonst, samenstelling van gezin, bewijs van leven aan persoon zelf |
gratis |
attest van woonst, samenstelling van gezin, bewijs van leven afgeleverd aan een derde |
5,00 euro |
afgifte van elektronische identiteitskaarten en verblijfskaarten voor personen vanaf 18 jaar |
officiële kostprijs voor het aanmaken + 7,00 euro, afgerond naar de hogere gehele euro |
afgifte van elektronische identiteitskaarten en verblijfskaarten (kinderen vanaf 12 jaar tot en met 17 jaar) |
officiële kostprijs voor het aanmaken + 5,00 euro, afgerond naar de hogere gehele euro |
afgifte van elektronische identiteitskaarten en verblijfskaarten (spoed) |
officiële kostprijs voor het aanmaken + 15,00 euro, afgerond naar de hogere gehele euro |
afgifte van elektronische identiteitskaarten en verblijfskaarten (extreme spoed) |
officiële kostprijs voor het aanmaken + 20,00 euro, afgerond naar de hogere gehele euro |
afgifte van kids-ID |
officiële kostprijs voor het aanmaken + 3,00 euro, afgerond naar de hogere gehele euro |
afgifte van kids-ID (spoed) |
officiële kostprijs voor het aanmaken + 10,00 euro, afgerond naar de hogere gehele euro |
afgifte van kids-ID ( extreme spoed) |
officiële kostprijs voor het aanmaken + 15,00 euro, afgerond naar de hogere gehele euro |
nieuwe pin- en pukcodes |
5,00 euro |
afgifte van identiteitsbewijzen, met foto, voor verblijven in het buitenland, voor kinderen jonger dan 12 jaar (enkel van toepassing op niet-Belgen) |
2,00 euro |
afgifte van trouwboekjes |
30,00 euro (incl. 3,00 euro belasting op het huwelijksuittreksel in het boekje) |
afgifte van reispassen voor verblijf in het buitenland |
officiële kostprijs voor het aanmaken +
|
afgifte van reispassen voor verblijf in het buitenland (spoedprocedure ) |
officiële kostprijs voor het aanmaken +
|
afgifte van een attest van immatriculatie |
15,00 euro |
de afgifte van een rijbewijs |
|
|
7,00 euro boven op de prijs die door de federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer wordt aangerekend, afgerond naar de hogere gehele euro |
|
7,00 euro begrepen in de prijs die door de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer is vastgesteld, afgerond naar de hogere gehele euro |
|
geen belasting |
het eensluidend verklaren van documenten en stukken |
5,00 euro |
afgifte van een uittreksel uit het strafregister |
5,00 euro |
afgifte van een moraliteitsattest |
30,00 euro |
dossierkosten: |
|
|
15,00 euro per meerderjarige |
|
30,00 euro |
|
30,00 euro (een akte zal gratis afgeleverd worden) |
|
30,00 euro (een akte zal gratis afgeleverd worden) |
|
30,00 euro |
|
officiële registratiekost FOD Financiën kostprijs voor het aanmaken 50,00 euro |
|
50 euro / uur |
|
75,00 euro |
|
7,00 euro |
|
30,00 euro |
|
30,00 euro |
|
250,00 euro ( incl. deurwaarderskosten ) |
|
75,00 euro indien huwelijk op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag + 30,00 euro trouwboekje; 100,00 euro indien huwelijk op vrijdag + 30,00 euro trouwboekje; 150,00 euro indien huwelijk op zaterdag + 30,00 euro trouwboekje; |
Art. 3. - belastingplichtige
De belasting valt ten laste van de persoon of instellingen aan wie deze stukken door de gemeente of ambtshalve worden uitgereikt.
Art. 4. - vrijstelling van belasting
Zijn van de door de gemeente gevorderde belasting vrijgesteld:
Art. 5. - wijze van invordering
De belasting wordt contant ingevorderd.
Art. 6. - bijkomende kosten
De particulieren en privé-instellingen die om het verzenden van administratieve documenten verzoeken betalen alle kosten die gepaard gaan met het verzenden ervan.
Het globale bedrag voor de verzendingskost wordt vastgesteld op 1,00 euro.
Een persoon, vermeld onder artikel 4, tweede punt, moet deze kost niet betalen.
De vergoeding voor het verzenden van afschriften van andere bestuursdocumenten, die niet worden vermeld onder artikel 2, valt niet onder de toepassing van dit reglement.
De gemeenteraad bevestigt het belastingreglement op het weghalen van afvalstoffen en vuilnis, gestort op plaatsen waar dit storten volgens een wettelijke of reglementaire bepaling verboden is voor de aanslagjaren 2023-2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
Artikel 170, §4, van de Grondwet.
DLB.
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Het gemeentelijk politiereglement, in het bijzonder Hoofdstuk 2 "De openbare netheid", Afdeling 1 "Netheid van de openbare ruimte" en Hoofdstuk 7 "Dieren".
Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2019 aangaande de goedkeuring van het belastingreglement op het weghalen van afvalstoffen en vuilnis, gestort op plaatsen waar dit storten volgens een wettelijke of reglementaire bepaling verboden is voor de aanslagjaren 2020-2025 (dossierstuk 1).
Besluit van de gemeenteraad van 28 januari 2021 aangaande de goedkeuring van het belastingreglement op het weghalen van afvalstoffen en vuilnis, gestort op plaatsen waar dit storten volgens een wettelijke of reglementaire bepaling verboden is voor de aanslagjaren 2021-2025 (dossierstuk 2).
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 11 september 2023 inzake het belastingreglement op het weghalen van afvalstoffen en vuilnis, gestort op plaatsen waar dit storten volgens een wettelijke of reglementaire bepaling verboden is, aanslagjaren 2023-2025 (dossierstuk 3).
/
Het bestuur wordt regelmatig geconfronteerd met vuilnis dat gestort of achtergelaten wordt op plaatsen die hiertoe niet voorzien zijn (hoofdzakelijk sluikstorten). Dit asociale gedrag brengt heel wat inzet van gemeentepersoneel alsook van derde partners met zich mee teneinde dit vuilnis in te zamelen en te verwerken. Om deze praktijken tegen te gaan voorziet het bestuur in een belasting op het weghalen van afvalstoffen en vuilnis.
Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente.
Aangezien er momenteel nog geen volledige eensgezindheid bestaat op het vlak van rechtspraak inzake de aantekening van de bekendmaking van het belastingreglement in het daarvoor specifiek voorziene register, wordt het belastingreglement voor de aanslagjaren 2023-2025 inhoudelijk ongewijzigd voorgelegd, om vervolgens te worden bekendgemaakt overeenkomstig de voorgeschreven regels.
/
Enig artikel.
Onderstaand reglement voor de aanslagjaren 2023-2025 te bevestigen:
Gemeentelijk belastingreglement op het weghalen van afvalstoffen en vuilnis, gestort op plaatsen waar dit storten door een wettelijke of reglementaire bepaling verboden is - Aanslagjaren 2023-2025
Artikel 1 - belastbare grondslag
Er wordt met ingang van 1 oktober 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025 een gemeentebelasting gevestigd op het weghalen door het gemeentebestuur van afvalstoffen en vuilnis gestort op plaatsen waar dit storten door een wettelijke of reglementaire bepaling verboden is.
Art. 2. - aanslagvoet, berekening
De belasting wordt vastgesteld als volgt:
Art. 3. - belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de afvalstoffen en vuilnis gestort of achtergelaten heeft, of die eigenaar of begeleider is van het dier dat uitwerpselen achterlaat in de openbare ruimte (met uitzondering van daartoe speciaal ingerichte plaatsen). De eigenaar van de afvalstoffen en vuilnis, of van het dier dat uitwerpselen achterlaat, is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Art. 4. - wijze van invordering
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het bedrag van de belasting mag ingekohierd worden vanaf de dag van het weghalen.
De gemeenteraad bevestigt het belastingreglement betreffende de verrichtingen van stedenbouwkundige en milieutechnische aard voor de aanslagjaren 2023-2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
Het is aangewezen een motivering op te nemen in het belastingreglement rond de heffing van de belasting op ontbrekende parkeer- en fietsstalplaatsen alsook voor de heffing van de bouwtaks en de belasting op de aansluiting op het openbaar rioleringsnet.
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening legt normen vast rond parkeerplaatsen en fietsenstallingen. De gemeente wil hiermee de parkeerdruk in de kernen terugdringen en de vrijwaring van het openbaar domein garanderen. Er worden parkeernormen vastgelegd op basis van functie. Hiervan kan gemotiveerd afgeweken worden, bijvoorbeeld voor winkels in de dorpscentra. De gemeente wil namelijk ondernemerschap in de kernen niet ontmoedigen.
Indien er echter afgeweken wordt van de stedenbouwkundige voorschriften aangaande de aanleg van parkeer- of fietsstalplaatsen in het kader van de realisatie van een omgeving- of stedenbouwkundige vergunning, wordt er door de gemeente een belasting gevestigd.
Deze belasting moet bouwaanvragers aansporen om de vereiste parkeer- of fietsstalplaatsen (alsnog) te voorzien, zodat het openbaar domein niet belast wordt met geparkeerde wagens. Dit zorgt immers voor een mobiliteitsproblemen en verkeersonveilige situaties.
De bouwtaks wordt gevestigd in het kader van een duurzaam en doordacht ruimtegebruik. Met deze taks wenst het bestuur de inwoners en ondernemers van de gemeente die plannen te bouwen, herbouwen of verbouwen aanzetten om duurzaam om te gaan met de beschikbare ruimte en de indeling hiervan. Het is een stimulans naar de toekomst toe om compacter te bouwen en verharding te verminderen.
Bouwen, her- en verbouwen van gebouwen brengt bovendien ook bijkomende hinder en overlast (wegversperringen, geluidshinder, overlast aan werfvoertuigen, enz…) met zich mee in de gemeente en voor de omwonenden.
Bij het bouwen of verbouwen van o.a. industriële gebouwen gaat het vaak over grote volumes, waardoor deze belasting aanzienlijk kan oplopen. Om extra investeringen en tewerkstelling aan te moedigen, is het dus zeker wenselijk een lager tarief te voorzien voor dergelijke gebouwen.
Het reglement voorziet tevens in een kost voor het rooien van bomen. Bomen spelen een onbetwistbare rol in het groene karakter van de gemeente en leveren een bijdrage tegen de klimaatopwarming.
Er worden regelmatig omgevingsvergunningen aangevraagd voor het rooien van bomen. Dit is jammer aangezien bomen bijdragen tot het groene karakter van een gemeente en bijdragen tot meer duurzaamheid. Er wordt zelden een compensatie opgelegd, aangezien dit niet altijd mogelijk is en de controle hierop ook niet evident is, zeker niet pro-actief. Om het rooien van bomen toch enigszins te ontmoedigen wordt een forfaitair bedrag van 50 euro per te rooien boom als bouwtaks opgelegd. Dit bedrag is niet onredelijk, de bouwtaks kan teruggevorderd worden wanneer aangetoond wordt dat er een compensatie heeft plaatsgevonden. Indien het rooien van de boom vrijgesteld is van vergunning, dient er uiteraard geen bouwtaks aangerekend te worden. Dit is het geval wanneer de boom zich in een straal van 15m van de vergunde woning bevindt, geen deel uitmaakt van een bos, en zich in woongebied - agrarisch gebied of industriegebied bevindt.
In het kader van een verhoging van de zuiveringsgraad van het afvalwater, zijn de inwoners van de gemeente verplicht hun woning aan te sluiten op het openbaar rioleringsnet of op een individueel systeem voor de behandeling van het afvalwater. De aansluiting gebeurt uitsluitend door een door de gemeente aangeduide aannemer. Hiervoor wordt een belasting gevestigd die bestaat uit de werkelijke uitvoeringskosten voor het realiseren van de aansluiting.
Uit een onafhankelijke werklastmeting van 24 februari 2014 uitgevoerd door Deloitte en Touche in samenwerking van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), de Vereniging van Vlaamse Provincies (VVP), het departement Leefmilieu, natuur en Energie van de Vlaamse Overheid en het departement Ruimte Vlaanderen van de Vlaamse Overheid bleek dat de inwerkingtreding van het Omgevingsvergunningsdecreet de werklast van de gemeentelijke stedenbouwkundige- en milieuambtenaren zou verhogen.
Uit een bevraging van de VVSG van 28 november 2018 blijkt dat één op de twee gevallen een personeelslid van de gemeente bedrijven of burgers moet ondersteunen bij het digitaal indienen, en dat één op drie aanvragen nog op papier worden ingediend. De gemeente moet vervolgens het dossier zelf digitaliseren.
De werklast en de externe en interne kosten verbonden met het leveren van de bestaande administratieve diensten werd in 2019, één jaar na de invoering van de omgevingsvergunning, opnieuw geëvalueerd. Hierbij werd eveneens rekening gehouden met de gehanteerde tarieven voor de administratieve afhandeling van omgevingsvergunningen en andere attesten of formulieren bij de naburige gemeenten.
De belasting voor het verschaffen van digitale kopieën van vergunningen en/of plannen is afgestemd op de dekking van de gemaakte administratieve kosten. Het digitaliseren van plannen is tijdrovend, hiervoor werd recent een nieuwe, dure scanner aangekocht.
Het is aangewezen om bij het afleveren van een omgevingsvergunningen voor stedenbouwkundige handelingen met meerdere woonentiteiten een bijkomende dossierkost aan te rekenen per bijkomende woonentiteit.
Er werd een spoedprocedure voor de aflevering van stedenbouwkundige inlichtingen geïntroduceerd. De vastgestelde termijn voor het afleveren van stedenbouwkundige inlichtingen is dertig dagen, de werkelijke termijn waarbij de stedenbouwkundige inlichtingen worden afgeleverd door de gemeentediensten bedraagt ongeveer veertien dagen. De dienst krijgt alsnog geregeld de vraag van notariskantoren om deze sneller af te leveren. Door middel van een spoedprocedure kan de notaris binnen 3 werkdagen (onder voorbehoud) de aangevraagde stedenbouwkundige inlichtingen ontvangen, tegen een meerprijs.
Kosten in het kader van wettelijke publicaties worden tegen de integrale kostprijs aangerekend.
Voor het houden van een informatievergadering wordt een forfaitaire kost aangerekend.
Bij vraag van advies door de gemeente aan Inter, de instantie die stedenbouwkundige plannen controleert op de toegankelijkheid, wordt een dossierkost aangerekend. Het bedrag dat door Inter aan de gemeente in dit kader wordt aangerekend, is het bedrag van de
belasting.
Het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening betreffende toegankelijkheid (5 juni 2009) regelt de toegankelijkheid van gebouwen voor mindervaliden (hierna: gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid) .
De verordening is van toepassing op:
meergezinswoningen met minstens 6 wooneenheden;
toeristische acccomodaties met 10 of meer kamers;
publiek toegankelijke gebouwen.
De gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid bevat veel technische regels over afmetingen en hellingsgraden die op dit ogenblik eigenlijk niet getoetst worden door de dienst Vergunningen. Nu wordt enkel als voorwaarde opgelegd dat de aanvraag aan de verordening dient te voldoen. Dit geeft natuurlijk problemen naar de toegankelijkheid van dergelijke gebouwen.
De instantie Inter-Toegankelijk Vlaanderen is een adviesinstantie die stedenbouwkundige plannen toetst aan de gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid.
Dit gebeurt tegen betaling volgens de onderstaande tarieven:
Toepassingsgebied
Soort project | Type kostprijs | Tarief (excl.BTW) | |
Niet van toepassing | forfait | 76 euro | |
Art. 3 Algemene publieke functies |
< 150m² | forfait | 115 euro |
150m² ≤ x ≤ 400m² | forfait | 190 euro | |
> 400m² | forfait | 305 euro | |
Art. 4 Toeristische verblijfsacc. |
≤ 10 accomodaties | forfait | 115 euro |
> 10 acc. ≤ 2 aangepaste kamers |
forfait | 190 euro | |
> 10 acc. > 2 aangepaste kamers |
forfait | 305 euro | |
Art. 5 Wonen |
6 - 20 wooneenheden | forfait | 190 euro |
≥ 20 wooneenheden | forfait | 305 euro | |
kamerwoningen studentenhuizen ≥ 20 kamers |
forfait | 305 euro | |
gezondheidsinst. welzijnsinst. ≥ 20 kamers |
forfait | 305 euro | |
Meer ingewikkelde dossiers | Gemengde toepassingsgebieden (meerdere functies in een project) | regie | 76 euro/uur |
≥ 7500m² | regie | 76 euro/uur | |
2de of volgende behandeling van gekend dossier (vb herindiening na weigering, betwisting...) | regie | 76 euro/uur |
Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente.
Aangezien er momenteel nog geen volledige eensgezindheid bestaat op het vlak van rechtspraak inzake de aantekening van de bekendmaking van het belastingreglement in het daarvoor specifiek voorziene register, wordt het belastingreglement voor de aanslagjaren 2023-2025 inhoudelijk ongewijzigd voorgelegd, om vervolgens te worden bekendgemaakt overeenkomstig de voorgeschreven regels.
Raadslid Eddie BOELENS krijgt het woord en meldt dat de fractie Groen vorige keer heeft tegenstemd met als motivatie dat het een asociale belasting betreft omdat ze gelijk is voor elke stedenbouwkundige ingreep. De fractie is wel voorstander van de verhoging, maar niet van de wijze waarop de belasting wordt geheven. De fractie Groen zal daarom opnieuw tegenstemmen.
/
Enig artikel.
Onderstaand reglement voor de aanslagjaren 2023-2025 te bevestigen:
Gemeentelijk belastingreglement betreffende de verrichtingen van stedenbouwkundige en milieutechnische aard - Aanslagjaren 2023 - 2025
Artikel 1 - belastbare grondslag
Met ingang van 1 oktober 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op:
Art. 2. - definities
Analoge zending: een aangetekende brief of een afgifte tegen ontvangstbewijs.
Digitale zending: een zending via het omgevingsloket of het uitwisselingsplatform, op voorwaarde dat de gegevens worden uitgewisseld conform de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
RWA: Regenwaterafvoer of hemelwaterafvoer.
DWA: Droogwederafvoer of afvalwaterafvoer.
MOBER: mobiliteitseffectenrapport.
IBA: individuele behandeling van afvalwater.
Art. 3. - belastingplichtige
De belasting is in eerste instantie verschuldigd door de aanvrager/houder van de omgevingsvergunning, stedenbouwkundige vergunning of milieuvergunning, -inlichting of -handeling en in tweede instantie door de eigenaar van het perceel waarop de uit te voeren werken of na te komen verplichtingen betrekking hebben.
De eigenaar van de grond is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting, in geval van onverdeeldheid zijn de onverdeelde eigenaars van de grond hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
De aanvrager is verplicht bij het gemeentebestuur aangifte te doen.
Art. 4. - tarief en minimaal bedrag
A. DOSSIERKOSTEN
§ 1 – ALGEMEEN
Aanvraag tot stedenbouwkundige inlichtingen met uittreksel uit plannen- en vergunningenregister |
200,00 euro |
|
|
Aanvraag tot stedenbouwkundige inlichtingen zonder uittreksel uit plannen- of vergunningenregister |
100,00 euro |
|
|
Uittreksel uit plannen- of vergunningenregister |
50,00 euro |
|
|
Aanvraag tot stedenbouwkundige inlichtingen met uittreksel uit plannen- en vergunningenregister Spoedprocedure |
250,00 euro |
|
|
Aanvraag tot stedenbouwkundige inlichtingen zonder uittreksel uit plannen- of vergunningenregister spoedprocedure |
150,00 euro |
|
|
Uittreksel uit plannen- of vergunningenregister spoedprocedure |
50,00 euro |
|
|
Aanvraag tot stedenbouwkundig attest |
75,00 euro |
|
|
Aanvraag tot planologisch attest: |
400,00 euro |
|
|
Verdelingen van gronden notarissen |
50,00 euro |
|
|
Conformiteitsattest (kamer)woningen |
|||
|
62,50 euro |
|
|
|
12,50 euro |
|
|
|
1250,00 euro |
|
|
|
0,00 euro |
|
|
|
0,00 euro |
|
|
Aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en/of de exploitatie of overname van een ingedeelde inrichting: |
|||
|
200,00 euro |
|
|
|
100,00 euro
3000,00 euro |
|
|
|
200,00 euro |
|
|
|
2500,00 euro
1250,00 euro |
|
|
|
1000,00 euro |
|
|
|
500,00 euro |
|
|
|
300,00 euro
250,00 euro |
|
|
Aanvraag van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden: |
|||
|
500,00 euro |
|
|
|
250,00 euro |
|
|
|
100,00 euro |
|
|
Melding van stedenbouwkundige handelingen en/of de exploitatie of overname van een ingedeelde inrichting of activiteiten: |
|||
|
50,00 euro 100,00 euro |
|
|
|
75,00 euro |
|
|
Verzoek bijstelling of afwijking van de milieuvoorwaarden: |
|||
|
500,00 euro |
|
|
|
250,00 euro |
|
|
Verzoek bijstelling of afwijking van de voorwaarden: |
|||
Aanvraag tot bijstelling van de verkaveling |
250,00 euro |
|
|
Mededeling met vraag tot omzetting van een milieuvergunning naar een omgevingsvergunning van onbepaalde duur: |
|||
|
3000,00 euro |
|
|
|
2500,00 euro |
|
|
|
1250,00 euro |
|
|
|
1000,00 euro 500,00 euro |
|
|
|
300,00 euro |
|
|
Projectvergadering ter voorbereiding van een vergunningsaanvraag: |
|||
milieu én stedenbouwkundig |
300,00 euro |
|
|
milieu of stedenbouwkundig |
200,00 euro |
|
|
Aanvraag tot het verstrekken van omgevingsvergunning- of stedenbouwkundige(o.a. geldende plannen) of milieutechnische informatie (o.a. VLAREBO en/of VLAREM-opzoekingen) per kadastraal perceel: |
|||
|
60,00 euro |
|
|
|
60,00 euro |
|
|
|
120,00 euro |
|
|
Aanvraag tot het verstrekken van diverse omgevings- of stedenbouwkundige en milieuvergunningen, milieu(technische) attesten/documenten (o.a. kopie van vergunning, attest van stopzetting, vrijstellingsattest voor de heffing op de waterverontreiniging bij het gebruik van een IBA,…) per attest of document: |
|||
|
10,00 euro |
|
|
|
20,00 euro |
|
|
|
15,00 euro |
|
|
|
20,00 euro |
|
|
|
20,00 euro |
|
|
Overige tarieven: |
|||
|
Kosten integraal doorgerekend aan de aanvrager |
|
|
|
Kosten integraal doorgerekend aan de aanvrager + 10% administratieve kosten |
|
|
|
150,00 euro |
|
|
|
500,00 euro |
|
|
|
Kostprijs advies |
|
|
|
|
|
De dossierkosten zijn cumulatief voor aanvragen van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en de exploitatie van een ingedeelde inrichting.
Er wordt door INTER een kost aangerekend voor het advies in het kader van de Vlaamse stedenbouwkundige verordening betreffende toegankelijkheid voor publiek toegankelijke gebouwen
Het bedrag dat door INTER aan de gemeente in dit kader wordt aangerekend, is het bedrag van de retributie. De dossierkost is verschuldigd door de natuurlijke- of rechtspersoon die de vergunning aanvraagt.
De dossierkosten dienen voorafgaandelijk aan het indienen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning betaald te worden en een bewijs van overschrijving van dit bedrag dient bijgevoegd te worden bij de aanvraag van een omgevingsvergunning.
B. BOUWTAKS
a) BOUWEN, VERBOUWEN EN HERBOUWEN VAN GEBOUWEN
De belasting wordt berekend naar verhouding van het totaal volume van het gebouw of de constructie, met inbegrip van de bruikbare ondergrondse gedeelten, maar met uitsluiting van de eigenlijke grondvesten.
Voor gebouwen of constructies zal voor het vaststellen van het volume uitgedrukt in kubieke meter, gerekend worden met de buitenkant van de muren en de daken.
Voor de tussen de vleugels van een gebouw of constructie volledig ingesloten binnenruimte geldt in het bijzonder dat de luchtruimte uitgedrukt in kubieke meters van de overdekte gedeelten van het gebouw mee in aanmerking genomen wordt als grondslag voor de berekening van de bouwtaks, ongeacht of deze overdekte gedeelten volledig afgesloten zijn. Het volume dat in dit geval in aanmerking genomen wordt om de grondslag van de bouwtaks te bepalen is het volume dat ligt binnen de ruimte die ontstaat wanneer vanaf de dakrand in een rechte lijn aansluiting wordt gemaakt met de effectief gebouwde muren of andere infrastructuur.
Voor gebouwen of constructies met één of meer gemeenschappelijke muren zal de inhoud berekend worden met de afmetingen van de buitenkant van het gebouw of tot in de as(sen) van de gemeenschappelijke muren.
De belasting voor woongebouwen wordt als volgt vastgesteld:
Ingeval van uitbreiding van een gebouw is de belasting enkel voor het nieuw gedeelte verschuldigd.
De belasting voor gebouwen voor overwegend industriële, commerciële, ambachtelijke, sport, vrije tijd of amusementsdoeleinden wordt als volgt vastgesteld:
Voor het slopen van gebouwen of delen van gebouwen, welke niet vallen onder “Hoofdstuk 13 Afbraak” van het “Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is”, zonder de oprichting van nieuwbouw, dient een forfaitaire belasting van €250,00 te worden betaald.
b) WIJZIGEN VAN GEVELS
Bij het wijzigen gevels wordt een forfaitaire belasting aangerekend van 50 euro. Voor het louter (her)schilderen van gevels wordt geen bouwtaks aangerekend.
c) LUIFELS EN OVERKAPPINGEN AAN DE GEVEL
Voor de constructie van luifels en niet-gesloten overkappingen aan de gevel bedraagt de belasting 6 euro per m².
d) OPRICHTEN VAN ZENDANTENNES, PYLONEN EN MASTEN
De belasting voor het oprichten van zendantennes, pylonen en masten bedraagt 32,5 euro/m (hoogte).
e) ZWEMBADEN
De belasting voor het oprichten van zwembaden wordt berekend aan de hand van het volume van het zwembad en bedraagt 3 euro per m³.
f) ROOIEN VAN BOMEN
Voor het rooien van een boom wordt een belasting aangerekend van 50 euro per boom, voor zover voor het rooien een omgevingsvergunning nodig is. Deze is pas verschuldigd 12 maanden nadat de omgevingsvergunning voor het rooien van de bomen werd uitgereikt, tenzij op sluitende wijze (door middel van een vaststelling ter plaatse, aankoopfactuur, foto's,...) kan worden aangetoond dat sinds het rooien van de betrokken boom op hetzelfde perceel een nieuwe boom werd aangeplant.
C. AANSLUITING OP HET OPENBAAR RIOLERINGSNET OF LOZING IN HET OPENBAAR GRACHTENSYSTEEM
De belasting wordt geheven voor de realisatie van de aangevraagde aansluiting op het openbare rioleringsnet of op het openbare grachtensysteem van ofwel een RWA alleen, ofwel een DWA alleen, ofwel RWA en DWA gelijktijdig, op aanvraag van de eigenaar van het goed waarvoor een aansluiting nodig is. De aansluiting gebeurt uitsluitend door een door de gemeente aangeduide aannemer.
De belasting bestaat uit de werkelijke uitvoeringskosten voor het realiseren van de aansluiting, gemaakt door een door de gemeente aangestelde aannemer, ongeacht of de aansluiting gebeurt op een gemengd openbaar rioleringsnet of op een gescheiden openbaar rioleringsstelsel, met of zonder grachten.
De belasting wordt geheven per realisatie van de aangevraagde rioleringsaansluiting van een infrastructuur (woningen, ingedeelde inrichtingen volgens VLAREM ongeacht de klasse, individuele behandelingsinstallatie (IBA), appartementsblok, verkaveling, verharde oppervlakte, garageboxen, e.d.,…).
D. PARKEERPLAATSEN EN FIETSSTALPLAATSEN
Per ontbrekende parkeerplaats op basis van de voorwaarden in de omgevingsgunning is er een belasting van 15.000 euro verschuldigd. Er is eveneens een belasting van 15.000 euro verschuldigd als de bestemming van de parkeerplaats wordt gewijzigd waardoor niet langer voldaan wordt aan de voorwaarden in de omgevingsvergunning.
Per ontbrekende fietsstalplaats op basis van de voorwaarden in de omgevingsvergunning is er een belasting van 750 euro verschuldigd. Er is eveneens een belasting van 750 euro verschuldigd als de bestemming van de fietsstalplaats wordt gewijzigd waardoor niet langer voldaan wordt aan de voorwaarden in de omgevingsvergunning
Voor publiek toegankelijke functies (vb. restaurant, winkel,…) in de onmiddellijke omgeving van een openbare parking wordt de belasting per ontbrekende parkeerplaats vastgesteld op 2.000 euro en per ontbrekende fietsstalplaats op 100 euro als de vergunningverlenende overheid heeft geoordeeld dat een afwijking op de parkeernorm toegestaan kan worden.
Het aantal parkeerplaatsen en fietsstalplaatsen dat voorzien moet worden, wordt berekend op basis van de parkeernormen opgenomen in de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening.
De belasting kan worden teruggevorderd indien binnen de 12 maanden na aflevering van de vergunning waarbij deze belasting werd gevestigd:
De aanvraag tot terugbetaling dient door de belastingplichtige te gebeuren binnen de drie maand nadat de parkeerplaats of fietsstalplaats beschikbaar is. Na schriftelijke melding door de belastingplichtige wordt het voldoen aan de voorwaarden gecontroleerd door het bestuur. Dit ofwel door middel van een visuele controle of door middel van de door de belastingplichtige ter beschikking gestelde documenten (authentieke akte,...).
Indien deze controle positief is, wordt de belasting terugbetaald.
De belasting op parkeerplaatsen of fietsstalplaatsen is niet verschuldigd op plaatsen waar de parkeerplaatsen en/of fietsstalplaatsen niet mogen of kunnen worden voorzien omwille van bepalingen in de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening en/of vigerende wetgeving en de vergunningverlenende overheid heeft geoordeeld dat daardoor een afwijking op de parkeernorm toegestaan kan worden.
§ 2 - WAARBORGEN EN KOSTEN OPENBAAR ONDERZOEK
A. WAARBORGEN
Waarborgen worden gestort onder de vorm van een geblokkeerde spaar- of termijnrekening.
a) Vergunning onder voorwaarden
Bij aflevering van een vergunning onder voorwaarden kan een waarborg gesteld worden. Bedrag en termijn worden door het college van burgemeester en schepenen bepaald in functie van de situatie.
b) Groenscherm
Verschuldigd bedrag bedraagt 2.500 euro.
De waarborg wordt ten laatste teruggegeven 3 jaar na de aanplanting en op verzoek van de eigenaar, na vaststelling van aanplanting en instandhouding.
B. KOSTEN OPENBAAR ONDERZOEK
Indien voor de behandeling van de aanvraag een openbaar onderzoek wordt georganiseerd, worden de gemaakte verzendingskosten aangerekend en afzonderlijk vermeld.
C. KOSTEN ADMINISTRATIEVE LUS
Indien voor de behandeling van de aanvraag een administratieve lus, zoals bepaald onder afdeling 6 artikel 13 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, dient te worden toegepast door toedoen van de aanvrager wordt hiervoor een extra dossierkost van 50,00 euro aangerekend.
§ 3 – Bij toepassing van onderhavig reglement wordt elk gedeelte van een lopende/vierkante/kubieke meter (per te berekenen onderdeel van de belasting) beschouwd als een gehele lopende/vierkante/kubieke meter.
Art. 5. - vrijstelling van belasting
Hierna vermelde vrijstellingen zijn van toepassing op art. 4, §1, punt B en §2, A en B.
Zijn vrijgesteld van de belasting:
A. het bouwen van gebouwen door of op initiatief van:
Indien vermoed kan worden dat het bouwen door en/of het initiatiefrecht van één van de aangehaalde actoren zou zijn ingegeven met als oogmerk de financiële belangen van het gemeentebestuur te schaden, kan deze laatste zich het recht voorbehouden de belasting toch te vestigen ten aanzien van de eigenaar van de grond.
B. De gebouwen die door dezelfde eigenaar worden heropgebouwd na ontploffing, brand, stormschade of andere ongevallen, tenzij het volume vermeerderd wordt. Enkel de eventuele uitbreiding wordt belast.
Art. 6. - gebouwen gedeeltelijk op Grimbergen
Gebouwen opgericht op een grond gedeeltelijk op het grondgebied van Grimbergen en een of meerdere andere gemeenten, worden slechts belast voor de delen van de gebouwen op het grondgebied van Grimbergen.
Art. 7. - wijze van invordering
De belasting wordt contant ingevorderd met afzonderlijke vermelding (indien van toepassing) van:
Art. 8.
Dossierkosten en, desgevallend, kosten voor het openbaar onderzoek dienen betaald te worden, ongeacht een eventuele intrekking van de aanvraag of een eventueel niet gebruiken van de vergunning.
De gemeenteraad bevestigt het belastingreglement op aanplakborden en uithangborden, geplaatst op privé-domein en zichtbaar vanaf de openbare weg voor de aanslagjaren 2023-2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
Uithangborden zijn doorgaans zichtbaar vanaf de openbare weg en kunnen de perceptie van de omgeving of het straatbeeld devalueren.
Om deze redenen wenst het bestuur het plaatsen van uithangborden en aanplakborden in te perken. Om eventuele lichtvervuiling zoveel mogelijk te vermijden, worden verlichte borden aan een hoger tarief belast.
Er wordt beslist om volgende vrijstellingen toe te voegen aan het belastingreglement:
Uithangborden geplaatst door apothekers vallen o.a. onder de toepassing van deze vrijstelling. Het koninklijk besluit houdende onderrichtingen voor de apothekers van 21 januari 2009 (Hoofdstuk 3, artikel 10) bepaalt dat iedere apotheek voorzien moet zijn van een duidelijk zichtbaar uithangbord teneinde gemakkelijk te kunnen worden teruggevonden door de patiënt, meer bepaald tijdens de wachtdienst.
Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente.
Aangezien er momenteel nog geen volledige eensgezindheid bestaat op het vlak van rechtspraak inzake de aantekening van de bekendmaking van het belastingreglement in het daarvoor specifiek voorziene register, wordt het belastingreglement voor de aanslagjaren 2023-2025 inhoudelijk ongewijzigd voorgelegd, om vervolgens te worden bekendgemaakt overeenkomstig de voorgeschreven regels.
/
Enig artikel.
Onderstaand reglement voor de aanslagjaren 2023-2025 te bevestigen:
Gemeentelijk belastingreglement op de aanplakborden en uithangborden, geplaatst op privé-domein en zichtbaar vanaf de openbare weg Aanslagjaren 2023-2025
Artikel 1 - belastbare grondslag
Met ingang van 1 januari 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op aanplakborden en uithangborden.
Art. 2. - definities
§1. Als uithangbord wordt beschouwd elke aanduiding met commercieel doel die zichtbaar is vanaf de openbare weg.
§2. Onder aanplakborden wordt verstaan elke constructie zichtbaar vanaf de openbare weg, waarop reclame wordt aangebracht door aanplakking, vasthechting, schildering of door elk ander middel.
§3. Als reclame wordt beschouwd: elke aanduiding zichtbaar vanaf de openbare weg die tot doel heeft de handel, de nijverheid of het beroep bekend te maken die op een bepaalde plaats wordt uitgeoefend, en elke mededeling die rechtstreeks of onrechtstreeks tot doel heeft de verkoop van producten of diensten te bevorderen.
Art. 3. - belastingplichtige
De belasting is in eerste instantie verschuldigd door de eigenaar van het uithangbord of aanplakbord op 1 januari van het aanslagjaar en in tweede instantie door de eigenaar van het gebouw of de grond op 1 januari van het aanslagjaar waarop het uithangbord of het aanplakbord zich bevindt.
De eigenaar van het gebouw of de grond is hoofdelijk aansprakelijk.
Art. 4. - aanslagvoet
De belasting bedraagt per vierkante meter nuttige oppervlakte:
Elk gedeelte van een vierkante meter wordt beschouwd als een volledige vierkante meter.
Art. 5. - belastbare oppervlakte
De belastbare oppervlakte van een uithangbord of aanplakbord, waarbij elk belastbaar voorwerp afzonderlijk wordt beschouwd, wordt berekend als volgt:
Constructie | Belastbare oppervlakte |
één enkel vlak | de werkelijke oppervlakte van de volledige constructie als onregelmatige figuur: de werkelijke oppervlakte van de meetkundige figuur waarin de figuur gevat kan worden |
verscheidene vlakken | de totale werkelijke oppervlakte van alle vlakken die tegelijkertijd of achtereenvolgens zichtbaar zijn |
volume | het drievoud van het product van de hoogte met de grootste breedte ervan |
een apparaat dat achtereenvolgende voorstelling of projectie toelaat |
werkelijke oppervlakte vermenigvuldigd met het aantal verschillende voorstellingen of projecties |
Art. 6. - vrijstelling van belasting
Van de belasting zijn vrijgesteld:
Art. 7 - aangifteverplichting en ambtshalve vestiging
De belastingplichtige is verplicht vóór 1 april van het aanslagjaar bij het gemeentebestuur spontaan aangifte te doen door middel van een formulier vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen. Het aangifteformulier is beschikbaar via het digitaal loket op de gemeentelijke website https://www.grimbergen.be of is op eenvoudig verzoek verkrijgbaar bij het gemeentebestuur.
Zolang de toestand op 1 januari van het aanslagjaar ongewijzigd blijft dient er geen nieuwe aangifte te gebeuren.
Bij gebrek aan aangifte binnen deze termijn of bij een onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte kan de belasting ambtshalve gevestigd worden. In geval van een ambtshalve aanslag wordt de belasting gevestigd op basis van gegevens waarover de belastingheffende overheid beschikt. De ambtshalve ingekohierde belasting zal worden verhoogd met 100%. Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig met de ambtshalve belasting ingekohierd.
Art. 8. - wijze van invordering
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier.
De gemeenteraad neemt kennis van de opvolgingsrapportering met betrekking tot het eerste semester van 2023.
Artikel 263 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn beslisten eind 2019 tot goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025. Momenteel zijn we in de 2de helft van de uitvoering van het vooropgestelde beleid.
In het decreet over het lokaal bestuur (DLB) werd met ingang van 2020 voorzien in een nieuw instrument om de raadsleden in kennis te stellen van de mate waarin het vooropgestelde beleid vorm krijgt. Bovenop de jaarlijkse rapportering bij de opmaak van de jaarrekening, dient jaarlijks uiterlijk in september immers een opvolgingsrapportering te worden opgemaakt.
In het rapport dienen de raadsleden een overzicht terug te vinden van de stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen van het meerjarenplan. Hierbij dient tevens een overzicht te worden gegeven van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar.
Indien dit nodig of aangewezen blijkt, kan de opvolgingsrapportering tevens worden aangegrepen om een wijziging door te voeren aan de financiële risico's of assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan.
De huidige opvolgingsrapportering bevat:
In samenspraak met de respectievelijke dienst- en afdelingshoofden, alsook met de betrokken mandatarissen, werd de opvolgingsrapportering met betrekking tot het eerste semester van 2023 opgemaakt.
Net zoals het meerjarenplan werd het voorliggende rapport gezamenlijk opgemaakt voor zowel gemeente- als OCMW-bestuur. De aanrekeningen die in de rapportering worden getoond, betreffen in regel de boekingen tot en met eind juni 2023, tenzij anders aangegeven.
Raadslid Eddie BOELENS krijgt het woord en dankt de Financiële dienst voor de informatie. Het was wellicht verstandig geweest om een financiële commissie te organiseren om de rapportage te bespreken. De fractie Groen heeft een aantal opmerkingen. Ten eerste stelt de fractie vast dat de realisatiegraad van het investeringsprogramma met 16,98% zeer laag is. Toch werden in het eerste semester meer nieuwe leningen aangegaan dan er werden afgelost. Vorig jaar heeft de fractie Groen al gewaarschuwd voor de oplopende schuldenlast. De stijgende trend zet zich door, ondanks de lage investeringen. Volgens het opvolgingsrapport zou er voor de periode 2023-2025 nog 63 miljoen euro aan nieuwe leningen worden aangegaan om alle geplande investeringen te financieren. Nu zal de realisatiegraad veel lager blijven, maar desondanks ziet het ernaar uit dat de leningslast het komende anderhalf jaar flink zal toenemen. De fractie Groen stelt vast dat in de periode 2011-2021 een serieuze schuldafbouw heeft plaatsgevonden, maar dat sindsdien de schulden weer flink zijn toegenomen.
Een tweede punt is dat de laatste lening een interest van 3,53% kende. In de ramingen wordt echter uitgegaan van 2%. De fractie Groen hoort graag waarom wordt vasthouden aan de 2%, ondanks de stijgende trend op de kapitaalmarkt. De fractie verwacht niet dat de leningen die de komende tijd worden aangegaan een interest van 2% zullen hebben en wil weten waarom men vasthoudt aan 2%.
Het derde punt is het Pierebad. Er wordt vastgesteld dat daar grote financiële risico’s zijn. De fractie Groen heeft nota genomen van de bijkomende investeringsverplichtingen voor ruim 2,5 miljoen euro. De som waarvoor de gemeente borg staat bij de bank neemt ook toe. Daarbovenop vraagt Lago het gemeentebestuur naar een tussenkomst in de energiekosten. De fractie Groen ontvangt hier graag een toelichting over, want de onderhandelingen met Lago lijken wel zeer in het voordeel van Lago te zijn, waardoor de lasten voor de gemeente zijn en de baten voor Lago. De fractie Groen vraagt waarom er geen sluitende afspraken zijn gemaakt over de energiekosten.
Raadslid Chris SELLESLAGH krijgt het woord en stelt dat in de documenten het totaalbedrag van de GAS-4 boetes staan en vraagt of daar een specificatie van gegeven kan worden.
Schepen Philip ROOSEN antwoordt dat GAS-4 boetes worden gegeven voor foutief stilstaan en parkeren. Het zijn geen snelheidsovertredingen.
Financieel directeur Jan PLETINCKX krijgt het woord en repliceert dat de gemeente in 2023 voor 4 miljoen euro aan leningen heeft opgenomen, wat bovengemiddeld is en iets hoger dan de geplande kapitaalaflossingen. De totale leningslast blijft echter onder de € 1.000 per inwoner. Er zal dit jaar nog meer geleend moeten worden, tegen een rentelast van circa 4%. In de rapportage is nog steeds een rentevoet van 2% opgenomen, omdat de realisatiegraad laag is, waardoor veel gebudgetteerde leningen niet worden opgenomen, 2% is daarmee nog een hoge inschatting.
De opdracht aan Lago is gegund op basis van een financieel plan dat Lago heeft opgesteld, daarin werd een raming van de energiekosten opgenomen. Lago beroept zich nu terecht op overmacht en vraagt om het verschil tussen geraamde en werkelijke energiekosten bij de gemeente te declareren. Hierover is de gemeente in onderhandeling, waarbij de inzet is dat de gemeente 50% van de meerkosten voor haar rekening neemt.
Raadslid Eddie BOELENS krijgt opnieuw het woord en vindt de verantwoording van de rentelast van 2% merkwaardig. Over de energiekosten zegt hij dat de overmacht van de energiecrisis voor alle partijen geldt. De gemeente heeft daardoor ook veel hogere kosten gehad. Een privé-firma zou gewoon de kosten moeten betalen, zoals particuliere inwoners dat ook moeten. Blijkbaar heeft de firma echter zeer goed onderhandeld.
In het rapport had hij gelezen dat de gemeente een beroep doet op korte termijnkredieten om financieringsproblemen te overbruggen, maar er staat nergens tegen welke interest dit soort kredieten worden aangegaan. De fractie Groen vraagt zich af of het wel interessant is om korte termijnkredieten af te sluiten tegen hoge interesten.
Financieel directeur Jan PLETINCKX antwoordt dat de rentelast van 2% eind vorig jaar werd ingeschat voor de gehele duur van het meerjarenplan tem. 2025. Nu ziet de gemeente dat de rentevoet elke maand hoger wordt. Naar verwachting blijft de rente voorlopig op het hoge niveau. Korte termijnkredieten zijn minder interessant dan lange termijnkredieten. Ze zijn echter een goede oplossing voor incidentele tekorten. Nu het tekort chronisch lijkt te zijn, wordt volgende week besproken wat de beste optie is om het tekort te dekken.
Schepen Kirsten HOEFS krijgt het woord en vult aan dat het contract van Lago meerdere bepalingen bevat die niet zo gunstig zijn voor de gemeente. Het is spijtig dat de gemeente moet tussenkomen om bij te dragen aan de energiekosten, maar er zijn precedenten waarin de rechtspraak duidelijk is. Voor zover het contract ruimte voor interpretatie overlaat, is de gemeente in onderhandeling met Lago. De uitkomsten hiervan zullen over enkele weken in een commissie worden behandeld. Een concessie is echter nooit zonder risico voor het openbaar bestuur.
Raadslid Tom GAUDAEN krijgt het woord en vraagt naar de Charleroyhoeve. De fractie Open VLD vindt het spijtig dat de heropbouw van de stallingen niet werd voortgezet. De bouw had al begonnen moeten zijn, maar volgens de rapportage staat het project on hold. De fractie vraagt naar de stand van zaken. De tweede vraag betreft de subsidie van € 217.000, deze was gelinkt aan de wederopbouw. De fractie Open VLD vraagt of er gegarandeerd wordt dat de subsidie geldig blijft voor de verbouwing van het vredegerecht of voor een ander gebouw. Ook wil de fractie Open VLD weten hoe lang de subsidie geldig blijft.
Schepen Jelle DE WILDE krijgt het woord en antwoordt dat nooit werd gezegd dat het project van de ruïne niet gerealiseerd zal worden. De gemeente gaat verder met het project van de ruïne en van de Charleroyhoeve. De subsidies die de gemeente heeft gekregen, hebben betrekking op de site van de ruïne en niet op het vredegerecht. Ze zijn geldig tot 2027, dus voor die tijd moet het project afgerond zijn. Er wordt momenteel overlegd met de architect. Voor het gebouw van het vredegerecht is in het voorjaar 2023 een subsidieaanvraag gedaan. Binnenkort verwacht het gemeentebestuur hier uitsluitsel over.
Voorzitter Peter PLESSERS sluit het debat.
De rapportering is uitsluitend bedoeld voor het bestuur en de raadsleden en hoeft dus niet op de website gepubliceerd te worden. Evenmin dient deze rapportering voorwerp uit te maken van een digitale rapportering aan het Agentschap voor Binnenlands Bestuur.
Het opvolgingsrapport mag gezamenlijk worden opgemaakt voor zowel gemeente- als OCMW-bestuur, maar dient zowel aan de gemeenteraad als aan de raad voor maatschappelijk welzijn te worden voorgelegd.
De voorliggende rapportering dient niet te worden goedgekeurd, de raadsleden dienen enkel kennis te nemen van de stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan.
Enig artikel.
Kennis te nemen van de stand van zaken van de uitvoering van het huidige meerjarenplan 2020-2025 op basis van de opvolgingsrapportering met betrekking tot het eerste semester van 2023.
De gemeenteraad neemt kennis van de e-mail van 25 juli 2023 van het provinciaal gouvernement Vlaams-Brabant, waarin wordt meegedeeld dat de begrotingsrekening 2022, de balans op 31 december 2022 en de resultatenrekening over het dienstjaar 2022 van politiezone Grimbergen werden goedgekeurd.
/
De jaarrekening 2022 van de politiezone Grimbergen werd op 22 juni 2023 door de gemeenteraad vastgesteld. De begrotingsrekening, de balans en de resultatenrekening, evenals de overige documenten, werden overgemaakt aan de toezichthoudende overheid en werden op 28 juni 2023 ontvangen door het provinciaal gouvernement Vlaams-Brabant.
Volgens artikel 78 van de wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, zijn besluiten van de gemeenteraad betreffende de rekeningen die betrekking hebben op de lokale politie, onderworpen aan de goedkeuring van de gouverneur. Deze laatste dient zich over de goedkeuring uit te spreken en dient de bedragen vast te stellen binnen een termijn van 200 dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van de rekening bij de gouverneur. De wettelijke termijn waarbinnen het dossier behandeld dient te worden, eindigt op 14 januari 2024.
Per mail van 25 juli 2023 van het provinciaal gouvernement Vlaams-Brabant wordt overgegaan tot goedkeuring van de begrotingsrekening 2022, de balans op 31 december 2022 en de resultatenrekening over het dienstjaar 2022.
Bij de controle van de jaarrekening 2022 werd opgemerkt dat enkele kredietoverschrijdingen hebben plaatsgevonden en wordt het bestuur erom verzocht om tijdig de nodige kredieten op te nemen in de begroting.
Enig artikel.
Kennis te nemen van de e-mail van 25 juli 2023 van het provinciaal gouvernement Vlaams-Brabant, waarin wordt meegedeeld dat de begrotingsrekening 2022, de balans op 31 december 2022 en de resultatenrekening over het dienstjaar 2022 van politiezone Grimbergen werden goedgekeurd.
De gemeenteraad gaat akkoord met het ontwerp van compromis houdende gemeentelijke aankoop voor openbaar nut van de onroerende goederen gelegen Koningslosesteenweg 50-52 te 1853 Grimbergen op de percelen kadastraal gekend als 4de afdeling - sectie A - nrs. 313f2 & 321f ten bedrage van 2.100.000,00 euro.
Artikels 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur (DLB).
/
Het college van burgemeester en schepenen heeft zich op 26 juni 2023 principieel akkoord verklaard met de aankoop voor openbaar nut van de onroerende goederen gelegen Koningslosesteenweg 50-52 te 1853 Grimbergen op de percelen kadastraal gekend als 4de afdeling - sectie A - nrs. 313f2 & 321f aan de overeengekomen verkoopprijs van 2.100.000,00 euro onder de opschortende voorwaarde dat alle nodige documenten kunnen voorgelegd worden en dat de dienst gebouwen voorafgaand de onroerende goederen heeft kunnen inspecteren en positief advies verleend.
Volgende documenten werden aangeleverd door de verkoper:
1) Asbest-attest van 9 augustus 2023 betreffende de onroerende goederen gelegen Koningslosesteenweg 50-52 te 1853 Grimbergen (DOSSIERSTUK 1);
2) EPC niet-residentieel voor de crèche gelegen Koningslosesteenweg 52 te 1853 Grimbergen (DOSSIERSTUK 2);
3) Keuringsverslag LS + ééndraadschema's (kelder, glvl en verd.) (DOSSIERSTUK 3);
4) Keuringsverslag HS-cabine (DOSSIERSTUK 4);
5) Overzicht van de huurders crèche en loods - facturen (DOSSIERSTUK 5) --> thans 11 gekende huurders van crèche, garageboxen en ruimtes in de loods;
6) Huurovereenkomst crèche 3WPlus (DOOSIERSTUK 6).
Volgende documenten moeten volgens de notaris niet aangeleverd worden bij verkoop van een loods:
1) Keuringsverslag LS van de loods;
2) EPC niet-residentieel.
Notariskantoor GYPENS heeft het ontwerp van compromis overgemaakt houdende gemeentelijke aankoop van de onroerende goederen gelegen Koningslosesteenweg 50-52 te 1853 Grimbergen gelegen op de percelen kadastraal gekend als 4de afdeling - sectie A - nrs. 313f2 & 321t.
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 18 september 2023 het ontwerp van compromis houdende aankoop van de onroerende goederen gelegen Koningslosesteenweg 50-52 te 1853 Grimbergen op de percelen kadastraal gekend als 4de afdeling - sectie A - nrs. 313f2 & 321t principieel goedgekeurd en het aankoopdossier ter goedkeuring doorgestuurd naar de gemeenteraad
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het compromis, ten bedrage van 2.100.000,00 euro, houdende gemeentelijke aankoop van de onroerende goederen gelegen Koningslosesteenweg 50-52 te 1853 Grimbergen op de percelen kadastraal gekend als 4de afdeling - sectie A - nrs. 313f2 & 321t, goed te keuren.
Burgemeester Bart LAEREMANS krijgt het woord en geeft een toelichting. De gemeente is tot een koopovereenkomst gekomen voor de aankoop van de loods en het gebouw voor een bedrag van € 2.100.000, wat aanmerkelijk lager is dan de schattingsprijs. Het gaat om panden en gronden op een uiterst strategische ligging in Strombeek-Bever. Ze grenzen aan de eigendommen van het OCMW aan de Grootwinkellaan/Rodepoortstraat, de sporthal en het voormalige voetbalterrein. De gemeente wil met de aankoop voorkomen dat particuliere initiatiefnemers de locatie gaan ontwikkelen, omdat ze er op termijn een zone van wenst te maken ten behoeve van de gemeenschap. Momenteel zijn er nog geen concrete plannen, maar de sporthal zal op termijn aangepakt moeten worden om de recreatiemogelijkheden in Strombeek-Bever te verbeteren.
De gemeente heeft onlangs een opdracht gegeven om alle gemeentelijke gebouwen te inventariseren en een analyse te maken van benodigde investeringen en renovatiekosten. Hierin zal het gebouw aan de Koninglosesteenweg worden meegenomen. Ook wordt momenteel gewerkt aan het RUP Gabarieten, om tot een visie te komen wat de ontwikkelingsterreinen in Strombeek-Bever zijn en welke panden vervangen kunnen worden.
De drie rapporten zijn nodig om een visie op de site te ontwikkelen. Men verwacht dat dit in de loop van de volgende legislatuur gaat gebeuren. De gemeente ziet de aankoop van het perceel als een unieke opportuniteit.
Ten slotte dankt burgemeester LAEREMANS schepenen Philip ROOSEN en Kirsten HOEFS die hard hebben gewerkt om de aankoop tot stand te kunnen brengen.
Raadslid Chris SELLESLAGH krijgt het woord en merkt op dat de aankoop goed past binnen het geheel. De fractie Open VLD vindt het wel spijtig dat de gemeente iets aankoopt, terwijl ze weet dat er sprake is van vervuiling. De saneringskosten komen dus voor rekening van de gemeente. Hij vindt het vreemd dat in het schattingsverslag niets is opgenomen over de benodigde sanering, omdat dit de aankoopprijs beïnvloedt.
Burgemeester Bart LAEREMANS stelt dat er wel degelijk een bodemattest en een asbestattest zijn toegevoegd aan het schattingsverslag. De gemeente denkt dat de vervuiling erg meevalt, omdat het terrein alleen werd gebruikt als groothandel en niet voor zware garageactiviteiten. Er moet asbest verwijderd worden, maar dat gaat om enkele goed demonteerbare buizen. Bovendien betaalt de gemeente aanzienlijk minder voor het perceel en de gebouwen dan de prijs in het schattingsverslag.
Schepen Kirsten HOEFS krijgt het woord en voegt eraan toe dat er een asbestinventaris en -attest werden opgemaakt, alsook een bodemattest. Met de diensten is de situatie uitvoerig onderzocht en gezamenlijk is er een raming opgesteld voor de benodigde kosten, die uitkomt op circa € 20.000.
Raadslid Chris SELLESLAGH verklaart dat het bodemattest en het schattingsverslag zeer kort voor de aanvang van de vergadering werden toegevoegd.
Raadslid Eddie BOELENS wil een vraag stellen over de historische vervuiling. Hij vraagt of hij ervan mag uitgaan dat het bodemattest rekening houdt met eventueel petroleumresten of andere. Hij herinnert zich de kwalijke historie van het Kloosterpoortpark en de daarnaast liggende Colora winkel waarin de gemeente zwaar geïnvesteerd heeft om die historische vervuiling weg te hebben. Dus hoopt en gaat hij ervan dat dat wel in orde is.
Voor de rest vindt de fractie Groen dit een uitgelezen kans en getuigt dit van vooruitziendheid dat men deze grond wil kopen, wat in schril contrast staat met het beleid van de afgelopen periode, waarin de gemeente allerlei gebouwen heeft verkocht. De prijs vindt de fractie Groen ook heel schappelijk.
Er wordt nota genomen van het feit dat er geen concrete plannen zijn en de gemeente de nota’s afwacht: het plan sport, infrastructuur en patrimonium, het plan Gabariten en het plan Strombeek. De fractie GROEN gaat ervan uit dat het kinderdagverblijf voorlopig daar blijft of alleszins zal blijven.
De fractie GROEN heeft een belangrijke opmerking: dit gaat over een zeer belangrijk gebied, ook voor de toekomst van Strombeek. De gemeente wil het zelf beheren en het zullen de toekomstige coalities zijn die daar keuzes in moeten maken. Raadslid BOELENS verwijst naar het Masterplan Strombeek waar er een aantal sociale woningen voorzien waren.
De fractie GROEN heeft een belangrijke boodschap voor de meerderheid en hoopt dat dit niet in dovemansoren belandt. Raadslid Eddie BOELENS verwijst naar het parkje, achter villa Rijkendal, wat een heel mooi gebied is, maar volgens sommigen is dat te verwaarlozen. De mensen in Strombeek-Bever koesteren elk stukje groen. Een paar maanden geleden is er de beslissing genomen dat er een GO!-school moet komen in Strombeek en de fractie GROEN looft die beslissing en wil dat ook zeggen op de gemeenteraad, want blijkbaar gaan er roddels de ronde dat Groen tegen een nieuwe GO!-school zou zijn. De fractie GROEN kent de behoeftes en weet dat die school meer dan nodig is. Zij weten ook dat in het plan “Stribinski” de ligging van die school ongeveer in die omgeving gesitueerd werd, omdat je dan een mooie driehoek hebt met het Villegastje, de Sint-Jozef en de buurt van de sporthal Vertommen.
De fractie GROEN doet nogmaals een warme oproep om serieus te overwegen en rekening te houden met het massaal protest van de mensen die daarmee begaan zijn en om de locatie van die GO!-school te heroverwegen. Als men kijkt naar al de opportuniteiten en uitdagingen die er zijn op het vlak van mobiliteit qua het brengen van kinderen naar school en vermijden van moeilijke toestanden, dan is die locatie de uitgelezen locatie. Er wordt gesproken over een versleten sportinfrastructuur, men zou eigenlijk ook een sporthal kunnen hebben die kan gebruikt worden door de school zodat er geen aparte turnzaal nodig zou zijn voor die school. Er zijn een hele hoop argumenten, die de fractie GROEN toch vraagt, om niet onder de mat te schuiven en om in de onderhandelingen met het GO!-onderwijs op tafel te leggen.
Bovendien weet de fractie GROEN dat de GO!-school geen vragende partij was om per se aan de voorgestelde locatie vast te houden; zij hebben een budget aangeboden en gezegd dat zij een school willen bouwen in Strombeek, maar niet op welke locatie. Dit werd door ‘jullie’ voorgesteld. De fractie GROEN vindt dit nog steeds een zeer foute keuze waarbij er op geen enkel moment rekening gehouden werd met de noden die er zijn in Strombeek op het vlak van een beetje groenvoorziening. De fractie GROEN vraagt nogmaals om dit naar het schepencollege mee te nemen en de mogelijkheid grondig te heroverwegen om de school naar ‘daar’ te lokaliseren.
Burgemeester Bart LAEREMANS reageert dat er protest door inwoners is omdat zij denken dat alle groen rondom villa Rijckendal gaat verdwijnen omwille van de school. Dat is juist niet de bedoeling, want de gemeente wil een groene omgeving voor de school. Het parkje is altijd een probleemgebied geweest, met mensen die er zich verschuilen of drugs gebruiken. Als er een school gebouwd wordt, hebben 180 tot 200 kinderen veel genot van het groen. Tegelijkertijd denkt het gemeentebestuur dat de site die nu wordt aangekocht een belangrijke versterking is van de Rodepoortsite, waar nog meer recreatie en groen kan worden gerealiseerd. Over die invulling wordt echter later gediscussieerd.
Raadslid Eddie BOELENS krijgt nogmaals het woord en repliceert hierop. Meneer LAEREMANS u kent ons kwaliteiten toe die wij niet hebben, u denkt dat wij een stadsoase zijn en dat wij het zijn die 400 à 500 handtekeningen verzameld hebben tegen die school, maar als u kijkt naar wie dat heeft ondertekend zijn dat zeker niet allemaal de mensen die in de blok wonen waar de school zich zou situeren, dat is zwaar wat u daar allemaal zegt. U zegt dat wij mensen opmaken daarbij, maar dat is echt niet nodig. Daar leeft enorm veel bezorgdheid over en wij moeten mensen daar echt niet voor opmaken, maar we delen wel hun bezorgdheid.
U zegt dat Strombeek niet eens een stad is, maar Strombeek is verstedelijkt, u moet een kat een kat noemen. Het is misschien geen stad, maar Strombeek is niet waar u woont en waar andere mensen in Grimbergen en Beigem wonen, wij wonen in een sterk verstedelijkt gebied en elk stukje openbaar groen die er is, moet gekoesterd worden en als u zegt het is een verwaarloosd stuk grond, dan is het de gemeente die die stukken grond verwaarloosd heeft. U weet zelf dat er mensen zijn die zelf hebben aangeboden om die gronden te onderhouden. Wij hebben het advies van Natuurpunt gevraagd, voor de waarde van de grond en ze zeggen:
“Er zijn heel wat imposante en inheemse bomen, die absoluut niet gekapt zouden mogen worden want die vervang je niet zomaar. Waardevolle gebouwen en monumenten vervang je ook niet zomaar door nieuwbouw. De villa Rijckendael vinden wij architecturaal ook mooi. Men moet echt niet afkomen met de claim dat deze gebouwen afgeschreven zijn. (…) Dit betreft een ongelukkige keuze om op dit perceel, volledig omsloten door een hele reeks inwoners, een school te bouwen. (…) Als gemeente kan je niet bewust een gebouw of gebied laten verloederen om daarna te zeggen dat afbraak en herbestemming de oplossing zijn.”
Verder heeft Natuurpunt advies gevraagd op welke manier dat parkje ecologisch opgewaardeerd kan worden. Er staat haagbeuk, prachtige bomen en een mammoetboom, maar zeggen dat het een verwaarloosd gebied is dat opgewaardeerd zal worden door de helft in te palmen door het bouwen van een school, dat is de mensen blaasjes wijsmaken. Verder werd gezegd dat de groene plekken die overblijven voor het publiek toegankelijk zullen zijn, maar dit blijkt in de praktijk niet haalbaar. Hierover heeft raadslid Eddie BOELENS met veel mensen van de Sint-Jozefschool, waar trouwens ook een stukje park publiek toegankelijk zou moeten zijn, over gesproken. Er wordt gewezen op de moeilijkheden om dit allemaal te controleren; mensen kunnen over de draad kruipen en zich op de speelplaats van de kinderen begeven.
Tot slot zegt raadslid Eddie BOELENS dat men niet mag zeggen dat de fractie GROEN tegen de GO!-school is, maar als deze op de voorgestelde locatie komt, gaan er procedures komen die dit project op de lange baan gaan schuiven, maar dat hebben zij niet gevraagd. De fractie GROEN vraagt enkel om de locatie grondig te heroverwegen.
De enige reden waarom men wilt dat die GO!-school op die locatie moet komen is omdat men al de rest op een of andere manier wilt verzilveren. Dat ene ingesloten groen gebiedje, kan je nu eenmaal niet bebouwen zoals het parkje van Ter Borre. Dit is de reden die erachter zit en daarom houdt men daar halsstarrig aan vast.
Burgemeester Bart LAEREMANS antwoordt dat hij veel sympathie heeft voor Natuurpunt, maar niet vindt dat Natuurpunt zich moet gaan uitspreken over de waarde van gebouwen, daar heeft men nl. geen kennis van. Het gebouw Rijckendael is in erg slechte staat en werd niet opgenomen op de erfgoedlijst als zijnde een waardevol gebouw. Het gemeentebestuur is van mening dat een kleine enkelvoudige school op die locatie zou passen.
Raadslid Eddie BOELENS krijgt voor de derde en laatste keer het woord en stelt dat de meningen onder omwonenden verdeeld zijn. Sommigen denken dat een school niet nodig is maar dat komt omdat zij niet over alle informatie beschikken. Velen vinden echter wel dat er een extra school nodig is in Strombeek-Bever. Dat neemt niet weg dat er veel mensen zijn die bedenkingen hebben over de locatie. De fractie Groen heeft vanaf het eerste moment aangegeven dat een school wel nodig is.
Raadslid Tom GAUDAEN krijgt tot slot het woord en merkt op dat de interessante discussie het belang van het punt aantoont. De fractie Open VLD betreurt dat twee essentiële documenten, het schattingsverslag en het bodemattest pas heel laat zijn toegevoegd.
/
Artikel 1.
Het ontwerp van compromis, zoals voorgelegd in zitting van heden, houdende gemeentelijke aankoop voor openbaar nut van de onroerende goederen gelegen Koningslosesteenweg 50-52 te 1853 Grimbergen op de percelen kadastraal gekend als 4de afdeling - sectie A - nrs. 313f2 & 321f ten bedrage van 2.100.000,00 euro, goed te keuren.
Art. 2.
De algemeen directeur en de gemeenteraadsvoorzitter (of hun gemachtigde vervangers) aan te stellen voor de ondertekening van het compromis.
De gemeenteraad stelt het ontwerp van rooilijnplan houdende gedeeltelijke wijziging van de rooilijn van de Onze-Lieve-Vrouwstraat (buurtweg nr. 47) en de Prinsenstraat (buurtweg nr. 9) voorlopig vast en gelast het college van burgemeester en schepenen met de organisatie van het openbaar onderzoek.
Artikels 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur (DLB).
Het openbaar plein met oorlogsmonument (thans parking), tegenover het gemeentehuis, werd verworven bij administratieve akte van 10 april 1961 (in uitvoering van een koninklijk besluit van 19 oktober 1960) voor de vergroting van het gemeenteplein. Er kan/mag echter uitgegaan worden van het feit dat de rooilijn nooit verlegd werd conform de destijds vigerende wetgeving (wet op de buurtwegen van 10 april 1841 e.a.).
Met betrekking tot het plein/de parking voor het gemeentehuis is thans geen informatie beschikbaar in het gemeentelijk archief omtrent de verwerving ervan. Ook hier kan/mag uitgegaan worden van het feit dat de rooilijn destijds nooit verlegd werd conform de vigerende wetgeving (wet op buurtwegen van 10 april 1841 e.a.).
De rooilijn voor de Onze-Lieve-Vrouwstraat (buurtweg nr. 47) kan/mag op heden verondersteld worden zoals opgenomen in de atlas der buurtwegen conform de wet van 10 april 1841 op de buurtwegen.
In het kader van de opmaak van de omgevingsvergunning voor de realisatie van de nieuwe vleugel van het gemeentehuis en de bijkomende omgevingsaanleg langs de Onze-Lieve-Vrouwstraat en de Prinsenstraat dient de rooilijn van de Onze-Lieve-vrouwstraat (buurtweg nr. 47) en de Prinsenstraat (buurtweg nr. 9), voorafgaand aan de omgevingsvergunning, gedeeltelijk gewijzigd te worden.
Het landmeetkunde & expertiseburo TEUGELS nv heeft het ontwerp van rooilijnplan houdende gedeeltelijke wijziging van de rooilijn van de Onze-Lieve-Vrouwstraat (buurtweg nr. 47) en de Prinsenstraat (buurtweg nr. 9) van 15 september 2023 overgemaakt.
De motivatienota in het kader van de gedeeltelijke wijziging van de rooilijn van de Onze-Lieve-Vrouwstraat (buurtweg nr. 47) en Prinsenstraat (buurtweg nr. 9) werd opgemaakt door CIT Blaton nv en toegevoegd in bijlage 2.
Conform artikel 16 van het decreet houdende gemeentewegen dient, ten gevolge van de gedeeltelijke verplaatsing van de rooilijn van de Prinsenstraat (buurtweg nr. 9) op het perceel kadastraal gekend als 2de afdeling - sectie E - nr. 416p (deel), de waardevermindering geschat te worden door een landmeter-expert.
De waardevermindering door wijziging van de rooilijn op het perceel kadastraal gekend als 2de afdeling -sectie E - nr. 416p (deel) werd door landmeetkunde en expertiseburo TEUGELS geschat op 103.400,00 euro.
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 18 september 2023 kennis genomen van de motivatienota, het ontwerp van rooilijnplan houdende gedeeltelijke wijziging van de rooilijn van de Onze-Lieve-Vrouwstraat (buurtweg nr. 47) en Prinsenstraat (buurtweg nr. 9) en het schattingsverslag met betrekking tot de waardevermindering van het perceel kadastraal gekend als 2de afdeling - sectie E - nr. 416p en beslist om het rooilijnplan, conform het decreet houdende gemeentewegen, ter voorlopige goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om het ontwerp van rooilijnplan houdende gedeeltelijke wijziging van de rooilijn van de Onze-Lieve-Vrouwstraat (buurtweg nr. 47) en Prinsenstraat (buurtweg nr. 9) voorlopig vast te stellen en aan het college van burgemeester opdracht te geven tot organisatie van een openbaar onderzoek, conform het decreet houdende gemeentewegen.
Raadslid Chris SELLESLAGH krijgt het woord en stelt dat het agendapunt niet enkel over de rooilijn gaat, maar over de invulling van het traject rond het gemeentehuis. Hij moet vaststellen dat de parkeerplaatsen rond het gemeentehuis zo goed als verdwijnen, op enkele parkeerplaatsen na. De fractie Open VLD heeft hieromtrent enkele vragen. Met wie werd het overleg gepleegd om het project uit te tekenen, aan wie werd advies gevraagd om bepaalde wegen aan te leggen en de parkings weg te nemen? Werd advies gevraagd aan de raad voor Lokale Economie, die de middenstand van de gemeente vertegenwoordigt?
Schepen Kirsten HOEFS antwoordt dat ze de documenten van de vorige gemeenteraadscommissie omgeving zal opzoeken waarin de beelden van de omgevingsaanleg getoond werden op die commissie, die vandaag ook bij de stukken zitten. Ze geeft toe dat in de motiveringsnota, die bij dit agendapunt bij de stukken zit, niet verwezen wordt naar de juiste afbeelding. De stukken zijn laat toegekomen en er was onvoldoende tijd om de afbeelding nog aan te passen. In ieder geval komt het volledige dossier nogmaals aan bod op de gemeenteraadscommissie omgeving. Ze benadrukt dat het agendapunt niet gaat over de parkeerplaatsen, maar louter over het aanpassen van de rooilijn. De bekommernissen over de parkeerplaatsen zijn terecht, maar doen er in dit dossier niet toe.
Er wordt in ieder geval gestreefd om in het nieuwe project minstens evenveel parkeerplaatsen te voorzien dan in het vorige project dat werd opgeborgen.
Het agendapunt dat vandaag op de gemeenteraad staat gaat over het aanpassen van de rooilijn. De reden hiervoor is om binnen het project de rooilijn een halve meter te verleggen, om zo het kruispunt voor de deur van het gemeentehuis overzichtelijker te maken en de verkeersdoorstroming binnen de omgeving van het gemeentehuis te verbeteren. Het is de bedoeling om de aanpassing van de rooilijn zo snel mogelijk in gang te zetten en mee te nemen in het volledig project.
Raadslid Chris SELLESLAGH krijgt nogmaals het woord en vraagt of het mogelijk is om in de toekomst de juiste documenten te bezorgen.
Schepen Philip ROOSEN krijgt het woord en stelt dat als men goed kijkt naar het plannetje naar zowel de oude en nieuwe rooilijn en naar de wegenis die per definitie openbare ruimte is, dan is alles openbare ruimte en de aanpassing van dat rooiplan biedt ons de mogelijkheid om in de toekomst om het even wat in de openbare ruimte aan te leggen, maar die beslissing werd nog niet genomen. Het aanpassen van de rooilijn biedt ons veel vrijheid om in alle creativiteit parkeerplaatsen te voorzien of om het kruispunt veiliger te maken. De motiveringsnota was enkel richtinggevend en het klopt dat er een verkeerde afbeelding in staat, maar in dit agendapunt doet het er niet toe. Het agendapunt gaat over het feit dat de volledige zone openbaar domein wordt door de rooilijn te verleggen.
Schepen HOEFS krijgt een laatste maal het woord en adviseert raadslid SELLESLAGH om de notulen van de gemeenteraadscommissie omgeving van 26 juni 2023 te raadplegen waarin alle stukken die daar getoond werden nog raadpleegbaar zijn en inclusief de stukken over de parkeerplaatsen op plaatsen A, B en C.
Bondige samenvatting van de procedurele bepalingen over gemeentelijke rooilijnplannen (art. 16 tem. 19 en 24-25 van het decreet houdende gemeentewegen):
Het college van burgemeester en schepenen neemt de nodige maatregelen voor de opmaak van de gemeentelijke rooilijnplannen. De gemeenteraad stelt het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan voorlopig vast.
Het college van burgemeester en schepenen onderwerpt het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan aan een openbaar onderzoek binnen een ordetermijn van dertig dagen na de voorlopige vaststelling door de gemeenteraad, met aankondiging via de opgelegde kanalen (brieven, website, aanplakking, B.S., ...). Na de opgelegde aankondiging(en) wordt het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan gedurende dertig dagen ter inzage gelegd in het gemeentehuis en gepubliceerd op de gemeentelijke website.
De opmerkingen en bezwaren worden uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek bezorgd aan het gemeentebestuur. De deputatie en het departement bezorgen het gemeentebestuur binnen de termijn van 30 dagen een advies over de overeenstemming van het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan met de doelstelling en principes zoals vermeld in art. 3 en 4 van het decreet gemeentewegen.
De gemeenteraad stelt binnen de zestig dagen na het einde van het openbaar onderzoek het gemeentelijk rooilijnplan definitief vast. Het besluit van de definitieve vaststelling wordt onmiddellijk (lees: zo snel mogelijk) via alle kanalen en aan alle belanghebbenden bekendgemaakt.
Als de gemeente niet binnen een termijn van 30 dagen op de hoogte gebracht is van een georganiseerd administratief beroep, dan wordt het besluit tot definitieve vaststelling bekendgemaakt in het B.S. (met uitwerking 14 dagen na de bekendmaking).
Tegen het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan kan (binnen een termijn van 30 dagen) een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering (dit beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de beslissing in beroep.
Het college van burgemeester en schepenen bezorgt dan het volledige dossier, na ontvangst van het beroepschrift, aan het departement.
De Vlaamse regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn (van orde) van negentig dagen (die ingaat de dag na ontvangst van het dossier).
De Vlaamse regering beslist hierop ofwel tot vernietiging van het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het rooilijnplan, ofwel wordt het beroep verworpen (en wordt het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling bekendgemaakt in het B.S.).
/
Artikel 1.
Het ontwerp van rooilijnplan houdende gedeeltelijke wijziging van de rooilijn van de Onze-Lieve-Vrouwstraat (buurtweg nr. 47) en de Prinsenstraat (buurtweg nr. 9) van 15 september 2023 opgemaakt door landmeetkunde en expertiseburo TEUGELS bv, conform artikel 17 van het decreet houdende gemeentewegen, voorlopig vast te stellen.
Art. 2.
Vast te stellen dat de waardevermindering ten gevolge van de gedeeltelijke wijziging van de rooilijn op het gemeentelijk perceel kadastraal gekend als 2de afdeling - sectie E - nr. 416p langs de Prinsenstraat door landmeetkunde en expertiseburo TEUGELS nv geschat wordt op 103.400,00 euro.
Art. 3.
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de organisatie van het openbaar onderzoek, overeenkomstig artikel 17 van het decreet houdende gemeentewegen.
De gemeenteraad gaat akkoord met de ontwerpakte houdende vestiging van recht van opstal op een gedeelte van het perceel kadastraal gekend als 3de afdeling - sectie H - nr. 75l2 (voetbalterrein A, sportcentrum Populierendallaan) overeenkomstig het proces-verbaal van opmeting van 12 juni 2023, ten voordele van vzw Merode Hockey Club Grimbergen.
Artikels 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur (DLB).
/
Historiek:
De gemeenteraad heeft zich op 22 november 2018 akkoord verklaard met de notariële ontwerpakte inzake vestiging van een recht van opstal op een gedeelte van het perceel kadastraal gekend als 3de afdeling - sectie H - nr. 75e2 langs de Populierendallaan. Deze akte werd verleden voor notaris Bénédicte BOES op 29 januari 2019.
De gemeenteraad heeft gelijktijdig ook een investeringssubsidie ten bedrage van 50.000,00 euro goedgekeurd/toegekend aan vzw Merode Hockey Club Grimbergen als ondersteuning bij de aanleg van een hockeyveld.
Door de huidige capaciteitsproblemen wenst vzw Merode Hockey Club Grimbergen bijkomende infrastructuur te voorzien. Hiertoe werd het (tweede) aanpalende veld, dat voordien dienst deed als voetbalveld van KFC Borght-Humbeek, als geschikt ervaren voor de aanleg van een volwaardig kunst-waterveld en trainingsveld voor de jongste spelers.
De gemeenteraad heeft op 27 april 2023 beslist principieel akkoord te gaan om gedurende acht opeenvolgende jaren een jaarlijkse investeringstoelage van 100.000,00 euro toe te kennen (in totaliteit 800.000,00 euro) aan vzw Merode Hockey Club Grimbergen, voor de realisatie door deze laatste van een bijkomend kunst-waterveld en extra trainingsveldje en dit engagement ook op te nemen in het recht van opstal dat met betrekking tot de beoogde site gevestigd dient te worden en waarbij verdere praktische afspraken uitgewerkt zullen worden.
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 21 augustus 2023 het ontwerp van proces-verbaal van opmeting van 12 juni 2023 opgemaakt door Topovision bvba betreffende de zone van recht van opstal op een gedeelte van het perceel kadastraal gekend als 3de afdeling - sectie H - nr. 75l2 (met een oppervlakte van 75a36ca) ten voordele van vzw Merode Hockey Club Grimbergen, goedgekeurd.
Notariskantoor BOES-PRAET heeft de ontwerpakte houdende vestiging van recht van opstal op een gedeelte van het perceel kadastraal gekend als 3de afdeling - sectie H - nr. 75l2 (voetbalterrein A, sportcentrum Populierendallaan), ten voordele van vzw Merode Hockey Club Grimbergen, overgemaakt. Het opstalrecht vangt aan op 1 oktober 2023 en de einddatum van het opstalrecht met betrekking tot dit tweede hockeyveld wordt gelijkgesteld aan de einddatum van het opstalrecht uit 2019 voor het eerste hockeyveld, meer bepaald om van rechtswege te eindigen op 1 augustus 2068. De vergoeding wordt vastgesteld op een symbolische euro per jaar.
Het college van burgemeester en schepenen heeft zich op 18 september 2023 principieel akkoord verklaard met ontwerpakte houdende vestiging van recht van opstal op een gedeelte van het perceel kadastraal gekend als 3de afdeling - sectie H - nr. 75l2 (voetbalterrein A, sportcentrum Populierendallaan), overeenkomstig het proces-verbaal van opmeting van 12 juni 2023, ten voordele van vzw Merode Hockey Club Grimbergen.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om akkoord te gaan met de ontwerpakte houdende vestiging van recht van opstal op een gedeelte van het perceel kadastraal gekend als 3de afdeling - sectie H - nr. 75l2 (voetbalterrein A, sportcentrum Populierendallaan) overeenkomstig het proces-verbaal van opmeting van 12 juni 2023, ten voordele van vzw Merode Hockey Club Grimbergen.
Specifieke aandacht wordt nogmaals gevestigd op verbindingsriolering tussen Populierendallaan en de Tangebeek, onder het voetbalveld/nieuw aan te leggen hockeyveld (zoals ook specifiek vermeld in de notariële akte).
Tussen partijen werd overeengekomen dat de opstalhouder, voorafgaand aan de aanleg van het nieuwe hockeyveld, toestemming geeft aan de opstalgever tot vernieuwing van de bestaande rioleringsbuis teneinde schade aan de toekomstige bouwwerken en aanplantingen te vermijden. De verantwoordelijkheid voor het onderhoud, herstelling en eventuele vernieuwing blijft echter steeds bij de opstalgever.
Dit dossier wordt verder opgevolgd door de gemeentelijke dienst wegen en water.
/
Artikel 1.
Akkoord te gaan met de ontwerpakte houdende vestiging van recht van opstal op een gedeelte van het perceel kadastraal gekend als 3de afdeling - sectie H - nr. 75l2 (voetbalterrein A, sportcentrum Populierendallaan) overeenkomstig het proces-verbaal van opmeting van 12 juni 2023, zoals voorgelegd in zitting van heden, ten voordele van vzw Merode Hockey Club Grimbergen.
Dit opstalrecht wordt aangegaan voor een jaarlijkse vergoeding van één symbolische euro per jaar en zal lopen van 1 oktober 2023 tot en met 1 augustus 2068.
Art. 2.
De algemeen directeur en de gemeenteraadsvoorzitter (of hun gemachtigde vervangers) aan te stellen voor de ondertekening van de akte.
De gemeenteraad neemt kennis van de samenwerkingsovereenkomst inclusief bijlagen tussen de gemeente Grimbergen en de vzw Regionaal Landschap Brabantse Kouters voor de uitvoering van het projectvoorstel 'Uitbreiding Kloosterpoort Grimbergen’ en keurt deze goed.
Artikels 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.
De projectovereenkomst met bijhorende bijlagen per e-mail ontvangen op 2 augustus 2023 van de heer Wim SOLIE, medewerker gebiedsgerichte acties, in opdracht van de heer Patrick ENDELS, coördinator van het Regionaal Landschap Brabantse Kouters (BIJLAGE 4).
/
De gemeente en vzw Regionaal Landschap Brabantse Kouters zullen samenwerken in het kader van het project ‘Uitbreiding Kloosterpoort Grimbergen’.
Beide partijen leggen via deze overeenkomst (volledige tekst in BIJLAGEN 4) hun wederzijdse rechten en plichten inzake de samenwerking vast.
Aansluitend op de eerdere inrichting van het park Kloosterpoort door de gemeente Grimbergen in de periode 2012-2014 wenst de gemeente i.s.m. RLBK de bestaande parkzone mét uitbreiding ten noorden verder in te richten als extensieve parkzone met speelgroen, rekening houdend met de opgelegde randvoorwaarden door de hogere overheid.
Het project omvat minstens de invulling met volgende onderdelen:
Deze overeenkomst geldt voor de personeels- en werkingskosten die nodig zijn voor het begeleiden van de gemeente om het natuurpark een groene, biodiverse en toegankelijke invulling te geven. Deze overeenkomst omvat niet de eigenlijke kosten voor de uitvoering van de eigenlijke inrichting.
Inherent verbonden aan deze taakverdeling wordt binnen de opdracht van RLBK steeds gezocht naar subsidiekansen en opportuniteiten die zich voordoen om de opdracht helpen te financieren voor zover dit spoort met de vooropgestelde timing en de effectieve uitvoering niet hypothekeert.
De gemeente financiert de personeelskost nodig voor de bovenbeschreven RLBK-taken zoals bepaald in hoofdstuk 4 van de projectovereenkomst: algemene projectcoördinatie en projectmanagement, samen met de gemeente instaan voor de opvolging van de naleving van de voorwaarden voor het opruimen, herstellen en plantklaar achterlaten van de werfzone, opmaken van een projectaanvraag bij de provincie Vlaams-Brabant of bij de Vlaamse Overheid indien relevante projectoproepen daartoe kansen bieden, aanleveren van de documenten nodig voor de omgevingsvergunning (indien nodig), opmaak aanbestedingsdossier, opvolging van de werken, de voorlopige en de definitieve oplevering, opmaak van een kort, indicatief beheerplan en communicatie-initiatieven.
Voor de projectbegeleiding door RLBK wordt een budget voorzien van 18.900 euro voorzien indien een traject voor het aanvragen en bekomen van een omgevingsvergunning vereist is. Indien bij het definitief ontwerp blijkt dat geen vergunning vereist is, bedraagt het totaalbudget 16.740 euro. Op dit budget is geen BTW verschuldigd.
Dit bedrag werd goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 21 augustus.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd deze samenwerkingsovereenkomst goed te keuren.
Deze overeenkomst gaat in op 1 oktober 2023 of op een later moment wanneer de aannemer start met het opruimen van de werfzone, herstel van de toegang en het reliëf in de oorspronkelijke parkzone, dit alles conform de verleende vergunning (vergund op 27/11/2013 - BA/159/13) en loopt over een periode van 27 maanden. Ze kan in onderling overleg met de gemeente verlengd worden indien de uitvoering van het project dit vereist gezien op het moment van opmaak van de overeenkomst nog geen zekerheid bestaat over het eventueel te volgen traject voor aanvraag van een omgevingsvergunning en/of zoektocht naar extra uitvoeringsmiddelen via diverse projectoproepen.
Deze overeenkomst neemt een einde op 31 december 2025, behoudens bovenvermelde verlenging of verschuiving van de inwerkingtreding.
Enig artikel.
Kennis te nemen van de samenwerkingsovereenkomst inclusief bijlagen tussen de gemeente Grimbergen en de vzw Regionaal Landschap Brabantse Kouters voor de uitvoering van het projectvoorstel 'Uitbreiding Kloosterpoort Grimbergen’ en deze goed te keuren.
De gemeenteraad neemt kennis dat 29 lokale besturen (waaronder de gemeente Grimbergen) de regeling rond het doven van de openbare straatverlichting veranderen vanaf 9 oktober 2023: de openbare verlichting zal doven om middernacht i.p.v. om 23 uur en de straatverlichting zal voortaan ook in de nacht van zondag op maandag branden.
Artikel 40 Decreet Lokaal Bestuur 22 december 2017.
/
Fluvius meldde op 3 juli 2023 dat uit de feedback bleek dat een aanpassing wenselijk was. De meest gevraagde aanpassingen waren om een uur later te doven en op zondagnacht de verlichting te laten branden, omwille van sociale activiteiten en veiligheidsredenen.
Fluvius stelde daarom voor om het schema aan te passen als volgt: tijdens weekdagen doven we het licht van 00u tot 5u, en op vrijdag-, zaterdag- en zondagavond laten we het licht aan.
(Opgelet: Er is slecht één brandprogramma Energieloze Nachten mogelijk over heel Vlaanderen. Dit betekent dat alle lokale besturen, die blijven deelnemen aan dit regime, akkoord gaan om over te schakelen naar het voorgestelde uurschema.)
Fluvius vroeg daarop de mening van de deelnemende besturen over dit voorstel.
Op 4 juli 2023 besliste het college van burgemeester en schepenen om met dit voorstel akkoord te gaan.
Op 18 september 2023 bleek via een overleg tussen de burgemeesters van het Toekomstforum Halle-Vilvoorde dat 29 lokale besturen hiermee akkoord gaan, waardoor de regeling zal uitgerold worden op 9 oktober 2023.
Het schepencollege dient dit vervolgens te bekrachtigen.
Openbare straatverlichting blijft langer branden in Halle-Vilvoorde
Negenentwintig lokale besturen maken via het overlegplatform Toekomstforum Halle-Vilvoorde hun besluit kenbaar om de regeling rond het doven van de openbare straatverlichting te veranderen. Vanaf 9 oktober 2023 zal de openbare verlichting doven om middernacht in plaats van om 23u. Vanaf dan zal de straatverlichting voortaan ook in de nacht van zondag op maandag branden.
In samenwerking met Fluvius worden de afspraken rond de ‘energieloze nachten’ verder verfijnd. Met deze collectieve inspanning verminderen de lokale besturen in Halle-Vilvoorde de CO2-uitstoot, worden de oplopende energiekosten beperkt en komt men tegelijk tegemoet aan de wensen van inwoners. "Het was belangrijk voor ons om naar de feedback van onze inwoners te luisteren", aldus de woordvoerders van de lokale besturen. "Vele inwoners gaven aan dat ze achter het principe van het doven in het midden van de nacht staan, maar dat doven om 23 uur te vroeg was. Daarom hebben we besloten om het doven van de verlichting uit te stellen tot middernacht.”
“Concreet zal de openbare straatverlichting nu 20 uur per week gedoofd worden in plaats van 30 uur. Dat komt neer op 75% van de tijd brandende straatverlichting en 25% van de tijd gedoofde lichten. De straatverlichting zal telkens branden van zonsondergang tot middernacht en van 5 uur tot zonsopgang. Het weekendregime blijft van kracht op zondagnacht, waardoor de straatverlichting dus voortaan ook aan blijft in de nacht van zondag op maandag. Ook tijdens evenementen en bij ingrijpende werken blijft de openbare verlichting tijdelijk en lokaal branden”, lichten de lokale besturen toe.
Geen impact op criminaliteit
Bij inwoners kwam de vraag regelmatig terug of het doven van de straatverlichting een impact heeft op de criminaliteit. “Het antwoord is, kort samengevat: neen. Dat blijkt uit een bevraging bij de 23 verschillende politiezones van provincie Vlaams-Brabant, georganiseerd door gouverneur van Vlaams-Brabant Jan Spooren. In geen enkele van de politiezones werd een impact op de criminaliteitscijfers opgemeten. Uit dezelfde bevraging blijkt ook dat er geen stijging is van het aantal verkeersongevallen. De resultaten liggen in lijn van eerdere bevindingen in provincies West-Vlaanderen en Limburg.
Waarom 20 uur per week doven?
Het doven van straatverlichting is goed voor het klimaat, voor de natuur en voor de budgetten. Vóór de overschakeling naar ledlampen bedroeg de uitstoot van straatverlichting in Vlaanderen nog 98.000 ton CO2/jaar. Dat wordt teruggebracht tot 54.000 ton CO2/jaar (-45%) wanneer Vlaanderen tegen eind 2028 volledig is overgestapt op ledverlichting. Door de straatverlichting te doven volgens de nieuwe afspraken, wordt de uitstoot nog verder teruggedrongen met 13.500 ton CO2/jaar, zelfs na de overschakeling op leds. De steden en gemeenten zetten hiermee een belangrijke gezamenlijke stap om de energiefacturen onder controle te houden in tijden waarin de energieprijzen sterk fluctueren.
Samenwerking over de gemeentegrenzen heen
De regeling wordt door Fluvius uitgerold in 29 steden en gemeenten in de regio Halle-Vilvoorde (zie kaart): Affligem, Asse, Beersel, Bever, Dilbeek, Galmaarden, Gooik, Grimbergen, Herne, Halle, Kampenhout, Lennik, Liedekerke, Linkebeek, Londerzeel, Machelen, Meise, Merchtem, Opwijk, Pepingen, Roosdaal, Sint-Genesius-Rode, Sint-Pieters-Leeuw, Steenokkerzeel, Ternat, Vilvoorde, Wezembeek-Oppem, Wemmel en Zaventem. In de komende dagen wordt dit, naargelang de lokale gewoonten, bekrachtigd door de individuele schepencolleges en/of gemeenteraad.
Informatie voor de pers
Dit persbericht wordt verstuurd in naam van 29 lokale besturen: Affligem, Asse, Beersel, Bever, Dilbeek, Galmaarden, Gooik, Grimbergen, Herne, Halle, Kampenhout, Lennik, Liedekerke, Linkebeek, Londerzeel, Machelen, Meise, Merchtem, Opwijk, Pepingen, Roosdaal, Sint-Genesius-Rode, Sint-Pieters-Leeuw, Steenokkerzeel, Ternat, Vilvoorde, Wezembeek-Oppem, Wemmel en Zaventem.
Raadslid Linda DE PREE krijgt het woord en stelt dat ze de berichtgeving al via de gemeentelijke Facebookpagina had gezien en benadrukt dat het agendapunt dus geen eerste kennisname betreft. De fractie Groen heeft een vraag over de aanpassing van het brandregime. De fractie heeft er geen bezwaar tegen, omdat ze van inwoners heeft gehoord dat ze zich onveilig voelen als ze ’s avonds in het donker naar huis moeten. Wel hoort ze graag hoe het zit met de vervanging van lampen door ledverlichting.
Schepen Kirsten HOEFS antwoordt dat de gemeente momenteel 24,87% van de verlichting heeft vervangen door ledverlichting. De streefdatum is van 2030 verschoven naar 2028, maar de schepen weet niet of dat haalbaar is. Fluvius heeft extra medewerkers aangeworven om het proces te versnellen. Vanaf januari zou daarom een trapje hoger geschakeld kunnen worden.
Raadslid Chris SELLESLAGH krijgt het woord en heeft begrepen dat er ’s nachts alleen nog op de gewestwegen licht blijft branden. Hij heeft echter gemerkt dat er ook delen van andere straten nog ’s nachts verlicht zijn.
Schepen Kirsten HOEFS antwoordt dat de verlichting van enkele straten gekoppeld is aan die op de gewestwegen. Als de verlichting ergens blijft branden, verzoekt zij om dit aan de gemeentedienst door te geven.
Raadslid Brigitte JANSSENS krijgt het woord en merkt op dat de verlichting soms ook overdag blijft branden.
Schepen Kirsten HOEFS reageert dat dit meestal een test is. Defecte lampen worden bijvoorbeeld overdag vervangen, waarbij men het hele circuit inschakelt om de kapotte lampen te detecteren.
/
Enig artikel.
Kennis te nemen dat 29 lokale besturen (waaronder de gemeente Grimbergen) de regeling rond het doven van de openbare straatverlichting veranderen vanaf 9 oktober 2023: de openbare verlichting zal doven om middernacht i.p.v. om 23 uur en de straatverlichting zal voortaan ook in de nacht van zondag op maandag branden.
De gemeenteraad keurt de wijzigingen aan het arbeidsreglement voor de personeelsleden van het gemeentelijk basisonderwijs goed.
/
Elke werkgever moet de algemene arbeidsvoorwaarden vaststellen in een arbeidsreglement.
In de gemeenteraadszitting van 30 juni 2022 werd het arbeidsreglement voor de personeelsleden van de gemeentelijke basisscholen voor het laatst gewijzigd.
Sinds de laatste versie van het arbeidsreglement werd vastgesteld, werd het ambt van beleidsondersteuner ingericht en werden ook leersteuncentra opgericht.
In de collegezitting van 2 mei 2023 keurde het college van burgemeester en schepenen het afsprakenkader voor deconnectie in het basisonderwijs goed. Vanaf 1 september 2023 dient dit afsprakenkader in het arbeidsreglement te worden opgenomen als bijlage.
Op 22 mei 2023 keurde het college van burgemeester en schepenen het 3-jarenplan ICT beleid voor het basisonderwijs goed, bestaande uit 12 actiepunten. Aangezien leerkrachten en leerlingen steeds meer met digitale middelen werken en zullen werken, is een afsprakenkader hierrond erg belangrijk. In het arbeidsreglement wordt in artikel 166 verwezen naar de richtlijnen met betrekking tot het gebruik van alle communicatie- en informaticatoepassingen van de school. De directies stellen voor om deze richtlijnen als bijlage op te nemen bij het arbeidsreglement.
Aangezien deze aanpassingen in het arbeidsreglement moesten worden geïmplementeerd, werden ook de andere hoofdstukken opnieuw nagekeken, en dit op basis van het model dat werd aangereikt door de Onderwijskoepel van Steden en Gemeenten (OVSG).
De volgende wijzigingen worden voorgesteld:
|
Vorige Versie |
Voorstel wijziging |
1 Algemene bepalingen en definities, Art. 5 |
Na § 5, wordt een nieuwe definitie toegevoegd. Hierdoor wijzigt de nummering van de volgende alinea’s. |
§ 6 Leersteuncentrum: een zelfstandig centrum of een centrum dat deel uitmaakt van een school voor buitengewoon onderwijs, dat leersteun biedt aan scholen voor gewoon onderwijs met leerlingen met een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag, in het gewoon basisonderwijs en het gewoon secundair onderwijs.
|
2 Arbeidsduur, arbeidstijd, prestatieregeling, vakantieregeling, 2.3 |
2.3 Zorgcoördinator, ICT-coördinator en administratief medewerker |
2.3 Zorgcoördinator, ICT-coördinator, administratief medewerker en beleidsmedewerker |
Art. 32 |
De zorgcoördinator, de ICT-coördinator en de administratief medewerker zijn inzetbaar voor de scholengemeenschap; |
De zorgcoördinator, de ICT-coördinator, de administratief medewerker en de beleidsmedewerker zijn inzetbaar voor de scholengemeenschap. |
2.3.2 |
2.3.2 Bepalingen voor de zorgcoördinator / ICT-coördinator |
2.3.2 Bepalingen voor de zorgcoördinator / ICT-coördinator / beleidsondersteuner |
Art. 34 |
De wekelijkse opdracht van de zorgcoördinator / ICT-coördinator die voltijds fungeert bedraagt 36 klokuren. |
De wekelijkse opdracht van de zorgcoördinator / ICT-coördinator / beleidsondersteuner die voltijds fungeert bedraagt 36 klokuren. |
Art. 35 |
De wekelijkse opdracht van de zorgcoördinator/ICT-coördinator die deeltijds fungeert bedraagt steeds een evenredig deel van die 36 klokuren. Er wordt steeds afgerond naar een volledig uur. |
De wekelijkse opdracht van de zorgcoördinator / ICT-coördinator / beleidsondersteuner die deeltijds fungeert bedraagt steeds een evenredig deel van die 36 klokuren. Er wordt steeds afgerond naar een volledig uur.
|
Art. 37 |
De schoolvakanties zijn vakantiedagen voor de zorgcoördinator/ICT-coördinator. (…) |
De schoolvakanties zijn vakantiedagen voor de zorgcoördinator / ICT-coördinator / beleidsondersteuner. (…) |
5 Betaling van het salaris, Art 74 |
§1 De directeur van de school draagt er zorg voor dat de nodige gegevens om te komen tot de correcte uitbetaling van het salaris en/ of het wachtgeld tijdig naar het Agentschap voor Onderwijsdiensten worden doorgezonden. De directeur zorgt ervoor dat elk personeelslid in kennis gesteld wordt van deze gegevens.
|
§1 De directeur van de school draagt er zorg voor dat de nodige gegevens om te komen tot de correcte uitbetaling van het salaris en/ of het wachtgeld tijdig naar het Agentschap voor Onderwijsdiensten worden doorgezonden. §2 Voorafgaand aan deze elektronische communicatie legt de directeur de gegevens ter kennisname, en indien vereist ook ter goedkeuring, voor. |
Art. 75 |
Het personeelslid kan de “schoollisting” met de salarisgegevens die het Agentschap voor Onderwijsdiensten doorstuurt naar de school, raadplegen op het secretariaat van de school voor wat de gegevens over het eigen salaris betreft. Het personeelslid kan het individueel dossier raadplegen via ‘Mijn Onderwijs’.
|
Het personeelslid kan zijn individueel salarisdossier raadplegen via ‘Mijn Onderwijs Personeel’.
|
12 Bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de personeelsleden, 12.4 |
12.4 Ten aanzien van de inspectie, verificatie en de pedagogische begeleidingsdienst |
12.4 Ten aanzien van de inspectie, verificatie, de pedagogische begeleidingsdienst, CLB-medewerkers en leerondersteuners |
Art. 142 |
Het personeelslid aanvaardt de bevoegdheid van de pedagogische begeleiders en andere personen waarop het schoolbestuur een beroep doet, voor zover hun optreden conform is met hun opdracht. In geval van een conflict wordt dit voorgelegd aan de directeur en/of het schoolbestuur.
|
Het personeelslid aanvaardt de bevoegdheid van de pedagogische begeleiders, CLB-medewerkers, leerondersteuners en andere personen waarop het schoolbestuur een beroep doet, voor zover hun optreden conform is met hun opdracht. In geval van een conflict wordt dit voorgelegd aan de directeur en/of het schoolbestuur.
|
Art. 166 |
§1 Het personeelslid maakt van deze toepassingen gebruik overeenkomstig de richtlijnen van het schoolbestuur. §2 Deze richtlijnen worden meegedeeld bij dienstmededeling §en bevatten de controlemaatregelen en de gevolgen die verbonden zijn aan de overtredingen. |
§1 Het personeelslid maakt van deze toepassingen gebruik overeenkomstig de richtlijnen van het schoolbestuur. §2 Deze richtlijnen zijn terug te vinden in bijlage 9 bij dit arbeidsreglement en bevatten de controlemaatregelen en de gevolgen die verbonden zijn aan de overtredingen |
13 Specifieke verplichtingen |
Er wordt een artikel 168 toegevoegd, hierdoor wijzigen de nummers van de volgende artikels. |
Art 168 Alle afspraken in verband met het recht op de connectie zijn opgenomen in de bijlage 8 bij dit arbeidsreglement.
|
17 Onthaal van nieuwe personeelsleden |
Art. 212 De indiensttreding van het personeelslid is het gevolg van een aanstellingsbesluit. Het personeelslid ontvangt bij de indiensttreding een afschrift van: - het aanstellingsbesluit; - de beginselverklaring neutraliteit; - het pedagogisch project; - het arbeidsreglement, met inbegrip van de aanvullende verplichtingen en onverenigbaarheden; - het schoolreglement; - de algemene veiligheidsrichtlijnen; - de richtlijnen in geval van evacuatie; - desgevallend de geïndividualiseerde functiebeschrijving. |
Art 212 De indiensttreding van het personeelslid is het gevolg van een aanstellingsbesluit. Het personeelslid ontvangt bij de indiensttreding een afschrift van: - het aanstellingsbesluit; - de beginselverklaring neutraliteit; - het pedagogisch project; - het arbeidsreglement, met inbegrip van de aanvullende verplichtingen en onverenigbaarheden; - het schoolreglement; - de algemene veiligheidsrichtlijnen; - de richtlijnen in geval van evacuatie; - de functiebeschrijving; - de lijst van instellingsgebonden opdrachten; - de overeenkomst inzake aanvangsbegeleiding (bij starters); |
Art 213, §3 |
Het schoolbestuur voorziet in aanvangsbegeleiding. Het personeelslid gaat hier op in.
|
Het schoolbestuur voorziet in aanvangsbegeleiding. Het personeelslid gaat hier op in. De duur en intensiteit van de aanvangsbegeleiding worden bepaald in onderling overleg tussen het personeelslid en de directeur en opgenomen in een schriftelijke overeenkomst. Deze wordt in onderling overleg aangepast als gevolg van nieuwe afspraken. |
De volgende bijlagen maken integraal deel uit van het arbeidsreglement:
Na overleg tijdens de vergadering van het ABOCHOC werd op vraag van de afgevaardigden van de vakorganisaties, artikel 85, §3 weggelaten:
“Is het personeelslid aangesteld in meerdere scholen van het schoolbestuur en krijgt het personeelslid tijdens eenzelfde schooljaar verschillende beoordelingen, dan gaat de negatieve beoordeling voor op de andere beoordelingen. Is er geen negatieve beoordeling, dan gaat de beoordeling met werkpunten voor op de positieve beoordeling.”
/
Artikel 1.
De wijzigingen die in de inhoudelijke verantwoording zijn omschreven, met ingang van 1 oktober 2023 door te voeren in het arbeidsreglement voor de personeelsleden van de gemeentelijke basisscholen, vastgesteld in de gemeenteraadszitting van 29 augustus 2013 en laatst gewijzigd op 30 juni 2022.
Art. 2.
Het gecoördineerde arbeidsreglement voor de personeelsleden van de gemeentelijke basisscholen, samen met de 9 bijlagen, zoals opgenomen in bijlage, goed te keuren.
De gemeenteraad heft het huidige arbeidsreglement voor de personeelsleden van de Academie voor Muziek, Woord en Dans op en keurt een nieuw reglement goed om in werking te treden vanaf 1 oktober 2023.
/
Elke werkgever moet de algemene arbeidsvoorwaarden vaststellen in een arbeidsreglement.
In de gemeenteraadszitting van 26 juni 2008 werd het arbeidsreglement voor de Academie voor Muziek, Woord en Dans vastgesteld. Op 29 augustus 2016 werd dit voor het laatst gewijzigd.
Aangezien de vorige versie van het arbeidsreglement sterk gedateerd was, en hierdoor erg veel wijzigingen noodzakelijk waren, wordt voorgesteld om het arbeidsreglement van 26 juni 2008 op te heffen en een nieuw reglement vast te stellen met ingang van 1 oktober 2023.
Het voorstel voor het nieuwe reglement werd opgemaakt in samenwerking met de directeur van de Academie voor Muziek, Woord en Dans. Het model ‘arbeidsreglement’ van het Onderwijssecretariaat voor Steden en Gemeenten (OVSG) werd gebruikt als uitgangspunt.
Dit dossier werd op de agenda geplaatst van het Afzonderlijk Bijzonder Onderhandelings- en Hoog Overlegcomité voor het gesubsidieerd Onderwijs.
/
Artikel 1.
Het arbeidsreglement voor de personeelsleden van de Academie voor Muziek, Woord en Dans, zoals vastgesteld in zitting van 26 juni 2016 en laatst gewijzigd in zitting van 29 augustus 2016, op te heffen met ingang van 1 oktober 2023.
Art. 2.
Het arbeidsreglement voor de personeelsleden van de Academie voor Muziek, Woord en Dans, zoals opgenomen als bijlage 1 bij deze beslissing, goed te keuren om in werking te treden vanaf 1 oktober 2023.
De gemeenteraad nam kennis van de mondelinge vragen door de raadsleden op de zitting gesteld en verwijst voor het overige naar het zittingsverslag, oftewel de audio-opname, te vinden op de gemeentelijke website.
§ 1. Onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2.
§ 2. De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.
§ 3. De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.
Een afschrift van elk reglement waarin een strafbepaling of een administratieve sanctie wordt opgenomen, wordt dadelijk verzonden aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank.
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
1° de aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden, vermeld in afdeling 1 en 2 van dit hoofdstuk.
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.
(...)
De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden. De gemeenteraad kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.
Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 28 in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.
(...)
/
Raadslid Vincent VAN ACHTER constateert dat er enige tijd geleden gediscussieerd werd over de verlenging van de licenties voor het gokkantoor in Strombeek-Bever. Toen werd geconcludeerd dat er geen wettelijk kader was om de vergunning in te trekken. Inmiddels is de tendens dat gokkantoren worden verbannen en dat er geen vergunningen meer worden verstrekt. De fractie Groen is van mening dat de gemeente een kans heeft gemist om de marginalisering van Strombeek-Bever tegen te houden. De fractie Groen zou graag de stand van zaken horen omtrent dit onderwerp.
Raadslid Linda DE PREE heeft vorige keer gevraagd naar het bushokje op het kruispunt Koningslosesteenweg en Sint-Annalaan. Dat is een gevaarlijk en onoverzichtelijk kruispunt, door de afrastering voor het bushokje zien automobilisten de overstekende voetgangers en fietsers niet. Ze vraagt of de gemeente al actie heeft ondernomen om dit te veranderen en of er al antwoord van het werkgenootschap is ontvangen.
Raadslid Brigitte JANSSENS vraagt naar de mogelijkheden voor Strombeekse handelaars en verenigingen een evenement te organiseren, vergelijkbaar met de kerstmarkt in Grimbergen.
Raadslid Eddie BOELENS heeft n.a.v. de notulen van het schepencollege van 28 augustus 2023 begrepen dat er gesprekken zijn gevoerd met Intradura over de uitvoering van het arrest van de Raad van State. Er staat in dat Intradura een nieuwe recyclagepark in Strombeek-Bever wil openen. Het schepencollege geeft aan om begin september een geplande locatie aan te duiden. De fractie Groen hoort graag aan welke locatie het gemeentebestuur denkt.
Raadslid Eddie BOELENS vraagt welk voorstel het schepencollege achter de hand houdt, voor het geval Intradura niet ingaat op het voorstel om het recyclagepark in Koningslo te houden.
Raadslid Eddie BOELENS heeft gelezen dat er bij de Piereman een hondenlosloopweide komt. De fractie Groen vraagt waar die gepland is, omdat men denkt dat de beschikbare ruimte bij de Piereman zeer beperkt is.
Raadslid Eddie BOELENS meldt dat een Europese verordening het gebruik van rubbergranulaat verbiedt voor kunstgrasvelden. Er is sprake van uitfasering per 2031. Hij vraagt of de gemeente daar nota van heeft genomen en of men van plan is om de nodige maatregelen te treffen.
Raadslid Eddie BOELENS vraagt naar het parkgebied achter de St. Jozefschool, daar zijn recent langs de Kloosterstraat hoogstambomen gekapt. Onlangs is er ook een hoogstamboom langs de Grimbergsesteenweg gekapt, terwijl dat parkgebied is. Hij wil weten waarom de bomen gekapt zijn en of er een kapvergunning voor afgegeven was.
Raadslid Tom GAUDAEN dankt de meerderheid voor de erkenning van zijn opmerking van een jaar geleden dat de rente-inschatting van 2% veel te conservatief was, dat de rentestand nu bijna twee keer zo hoog is, toont maar aan dat studies niet zaligmakend zijn. Daarnaast merkt hij op dat er vanavond over veel belastingreglementen is gestemd. Het is hem opgevallen dat een van de coalitiefracties voor alle reglementen stemde. Hij vraagt aan de fractieleider van CD&V naar een reactie hierop. Op de website van de fractie CD&V Grimbergen staat namelijk nog steeds een zeer kritische tekst over de enorme verhogingen die de meerderheid vorig jaar heeft doorgevoerd.
/
Enig artikel.
Kennis te nemen van de mondelinge vragen door de raadsleden ter zitting gesteld en voor het overige te verwijzen naar het zittingsverslag, zijnde de audio-opname, te vinden op de gemeentelijke website.
De voorzitter sluit de zitting op 28/09/2023 om 21:43.
Namens GEMEENTERAAD,
Muriel VAN SCHEL
algemeen directeur
Peter PLESSERS
voorzitter gemeenteraad