De gemeenteraad bevestigt het belastingreglement ter bestrijding van leegstaande woningen en gebouwen voor de aanslagjaren 2023-2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
In overleg met de intergemeentelijke samenwerking Woonbeleid Noord worden de gemeentelijke reglementen onderzocht en geëvalueerd.
Als deelnemende gemeente van de intergemeentelijke samenwerking Woonbeleid Noord is het aangeraden om op dezelfde manier leegstaande woningen en gebouwen te inventariseren. Alle deelnemende gemeenten zullen dezelfde werkwijze hanteren. Dit zorgt voor een uniforme en optimale gang van zaken.
De woonconsulent of technisch adviseur aangesteld door het Woonbeleid Noord zal de taak van registerbeheerder uitvoeren.
Tarieven kunnen variëren voor wat betreft een kamer, een gebouw, een woning en andere woonentiteiten. Een woning heeft een veel grotere oppervlakte dan bijvoorbeeld een kamer en zal dan ook een grotere invloed uitoefenen op de verloedering in de omgeving en in het straatbeeld. Het tariefverschil wordt objectief gemeten op basis van de woonvorm en de impact hiervan op de verloedering in de omgeving.
De vrijstellingen van de leegstandsheffing worden ingevoerd met als doel het inspelen op onvoorziene situaties. Op deze manier krijgen eigenaars van een leegstaande woning of een leegstaand gebouw de mogelijkheid om de onvoorziene situatie recht te zetten.
Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente.
Aangezien er momenteel nog geen volledige eensgezindheid bestaat op het vlak van rechtspraak inzake de aantekening van de bekendmaking van het belastingreglement in het daarvoor specifiek voorziene register, wordt het belastingreglement voor de aanslagjaren 2023-2025 inhoudelijk ongewijzigd voorgelegd, om vervolgens te worden bekendgemaakt overeenkomstig de voorgeschreven regels.
/
Enig artikel.
Onderstaand reglement voor de aanslagjaren 2023-2025 te bevestigen:
Gemeentelijk belastingreglement ter bestrijding van leegstaande gebouwen en woningen – Aanslagjaren 2023-2025
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALING
Artikel 1. - begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder:
1° registerbeheerder: de gemeentelijke dienst, die door het gemeentebestuur belast wordt met de opmaak, de actualisering en het beheer van het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen;
2° aangetekende zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:
a) een aangetekend schrijven;
b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;
c) elke andere door de administratie toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld, o.a. mail;
3° bezwaarinstantie en beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen;
4° eengezinswoning: een huis dat hetzij dadelijk, hetzij na normale herstelling- of onderhoudswerken hoofdzakelijk dient of zal dienen tot huisvesting van één gezin of een persoon;
5° appartement of studio: het geheel of het gedeelte van een verdieping van een gebouw dat hetzij dadelijk, hetzij na normale herstelling- of onderhoudswerken hoofdzakelijk dient of zal dienen tot huisvesting van één gezin of een persoon;
6° woning: elk onroerend goed dat tot permanente huisvesting van een gezin of persoon dient of kan dienen;
7° opnamedatum: de datum waarop een woning of een gebouw met toepassing van artikel 4 van dit reglement in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen is opgenomen;
8° leegstaand gebouw: gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden (GDP art. 2.2.6 §2). Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning of melding in de zin van artikel 4.2.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, met latere wijzigingen, of milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, met latere wijzigingen. Bij een gebouw waarvan geen vergunning of melding voorhanden is of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden;
9° leegstaande woning: een woning wordt als leegstaand beschouwd wanneer zij gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overstemming met de woonfunctie (GDP art 2.2.6 §3);
10° leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen, vermeld in art. 2.2.6 van het grond- en pandendecreet;
11° verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang de woning of het gebouw niet uit het leegstandsregister is geschrapt;
12° zakelijk gerechtigde: de houder of medehouder van één van de volgende zakelijke rechten:
a) de volle eigendom;
b) het recht van opstal of van erfpacht;
c) het vruchtgebruik.
HOOFDSTUK 2: REGISTRATIE VAN LEEGSTAANDE WONINGEN
Art. 2. - vaststelling van de leegstand
§1. De door het college van burgemeester en schepen aangeduide registerbeheerder is belast met de opsporing van leegstaande woningen en bezit onderzoek-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De registerbeheerder stelt de leegstand van een woning vast aan de hand van een genummerde administratieve akte.
§2. Er is sprake van leegstand als er minimaal 2 indicaties zoals vermeld in artikel 3 aanwezig zijn. Bij de administratieve akte wordt minimum één foto toegevoegd. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de leegstand en geldt als opnamedatum.
§3. Doordat de criteria voor opname in dit nieuwe reglement werden aangepast, zal elke woning en grond, opgenomen in de gemeentelijke inventaris van leegstaande woningen en gebouwen opnieuw gecontroleerd worden. Voor de bepaling van de heffing, zal er nog steeds gekeken worden naar datum van opname.
Art. 3. - gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen
§1. De registerbeheerder houdt een gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen bij. In dit register worden minimaal de volgende gegevens opgenomen:
De administratieve akte vermeldt:
§2. De leegstand wordt beoordeeld op basis van objectieve indicaties zoals vermeld in volgende lijst:
Art. 4. - registratie van leegstaande woningen en gebouwen
§1. Een woning, waarvan is vastgesteld dat het leegstaand is, wordt opgenomen in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen op datum van de administratieve akte.
§2. Een woning die opgenomen is in het gemeentelijk register van verwaarlozing kan ook worden opgenomen in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen.
Register tweede verblijven en register leegstaande woningen en gebouwen kunnen niet gecombineerd worden. Bij twijfel of onvoldoende bewijzen zal de woning opgenomen worden in het register van leegstaande woningen en gebouwen.
Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en/of onbewoonbaar verklaarde woningen, kan niet worden opgenomen in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen. Omgekeerd kan dit wel, een woning die opgenomen wordt in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen, kan nadien ook opgenomen worden in de gewestelijke inventaris van ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen.
Art. 5. - kennisgeving van de voorgenomen registratie
§1. Alle zakelijk gerechtigden worden met een aangetekende zending in kennis gesteld van de opname van de woning in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen.
De kennisgeving bevat:
§2. De aangetekende zending wordt gericht aan de woonplaats van de zakelijk gerechtigde(n). Bij gebrek hieraan, aan zijn verblijfplaats. Bij gebrek hieraan, aan het adres van de woning waarop de administratieve akte betrekking heeft.
Art. 6. - beroep tegen de opname indienen
§1. Het modelformulier om beroep in te dienen tegen de opname in het register van leegstaande woningen of gebouwen is te downloaden via de website van de gemeente of te vragen aan de registerbeheerder.
§2. De zakelijk gerechtigde bezorgt het ingevuld modelformulier om beroep in te dienen tegen de opname in het register van leegstaande woningen en gebouwen binnen een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de aangetekende verzending omtrent de opname in het leegstandsregister.
§3. De registerbeheerder onderzoekt of het beroep gegrond is binnen een termijn van 90 dagen na ontvangst van het verzoek en maakt zijn advies over aan het schepencollege. De zakelijk gerechtigde wordt met een aangetekende brief ingelicht van de beslissing van het college. Deze aangetekende brief vermeldt de instantie waarbij beroep kan worden ingesteld, zijnde de rechtbank van eerste aanleg van Brussel, evenals de ter zake geldende termijnen en vormen.
Art. 7. - schrapping uit het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen
§1. De registerbeheerder schrapt een woning uit het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen wanneer de zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt conform de functie. De registerbeheerder stelt deze aanwending vast via facturen van zes opeenvolgende maanden van water of elektriciteit verbruik en een inschrijving in het bevolkingsregister. De zakelijk gerechtigde richt hiertoe een schriftelijk verzoek aan de registerbeheerder.
§2. De aanvraag tot schrapping wordt aangetekend verstuurd door de zakelijk gerechtigde aan de registerbeheerder. De aanvraag moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:
§3. Bij betekening per aangetekende zending geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het verzoek tot schrapping uit het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen. De datum van schrapping is de datum van aanvraag tot schrapping. De registerbeheerder onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister en neemt een beslissing binnen een termijn van 90 dagen na de ontvangst van het verzoek. De registerbeheerder brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een aangetekende zending. Als de kennisgeving niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het verzoek tot schrapping geacht te zijn ingewilligd.
§4. Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de zakelijk gerechtigde bezwaar aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 6.
§5. Als het verzoek tot schrapping ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.
HOOFDSTUK 3: DE BELASTING
Art. 8. - belasting op leegstaande woningen
§1. Met ingang van 1 januari 2023 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen.
§2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.
Art. 9. - belastingplichtige
§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde(n) van het leegstaande gebouw of woning op de verjaardag van de opnamedatum.
§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars afzonderlijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk echt, zijn deze eveneens afzonderlijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
Indien er een recht van opstal of erfpacht bestaat, is de leegstandsheffing verschuldigd door de erfpachter of de opstalhouder. Bij vruchtgebruik is de heffing verschuldigd door de vruchtgebruiker.
§3. In geval van overdracht van het zakelijk recht wordt van de verkoper of zijn notaris verwacht dat ze de verkrijger van het zakelijk recht voorafgaandelijk in kennis stelt dat het goed is opgenomen in het register van leegstaande woningen en gebouwen. In elk geval wordt geen rekening gehouden met de tussen partijen gesloten overeenkomst aangaande de verschuldigde belasting.
Art. 10. - tarief van de belasting
§1. De belasting bedraagt:
§2. De belasting wordt vermeerderd met € 500 per bijkomende nieuwe termijn van twaalf maanden dat de woning in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen staat. Het aantal termijnen dat een woning in het register staat vervalt bij overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning.
Art. 11. - bezwaar tegen de heffing indienen
§1. Het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008 met latere wijzigingen is van toepassing op alle gemeentelijke kohier- en contant belastingen.
§2. De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen de belasting overeenkomstig de bepalingen vermeld in artikel 9 van het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008 inclusief latere wijzigingen.
§3. De belastingplichtige die gebruik wenst te maken van een vrijstelling dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen.
§4. Van de belasting op leegstaande woningen zijn vrijgesteld voor onbepaalde duur:
§5. Een vrijstelling van de leegstandsbelasting wordt verleend voor bepaalde duur:
De vrijstelling geldt voor het eerstvolgende aanslagjaar. De belastingplichtige dient jaarlijks zelf te bewijzen (a.d.h.v. facturen, foto’s, etc.) dat de vooropgestelde werken uitgevoerd zijn, zoniet zal de heffing verdubbeld worden. Deze vrijstelling kan maximaal één maal verlengd worden en dit enkel bij grondige renovatiewerken. Grondige renovatiewerken houden in dat de woning tijdens het uitvoeren van de werken onmogelijk te bewonen is omwille van het gebrek aan basiscomfort.
§6. De belastingplichtige die een vrijstelling ontvangt, moet de leegstaande woning normaal onderhouden en niet laten verkrotten.
Art. 12. - inkohiering
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Het kohier wordt jaarlijks opgemaakt.
Art. 13. - betalingstermijn
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.