De gemeenteraad bevestigt het belastingreglement op openluchtrecreactieve verblijven voor de aanslagjaren 2023-2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
Iedereen die op het grondgebied van de gemeente verblijft maar geen bijdrage levert in de financiering van de gemeentelijke uitgaven via de gemeentebelasting dient geldelijk bij te dragen in de financiering van de gemeentelijke uitgaven.
Hoewel aan de exploitatie van openluchtrecreatieve verblijven onmiskenbaar positieve effecten verbonden kunnen zijn, kan deze activiteit tevens aanleiding geven tot bijkomende hinder onder meer op het vlak van verkeer of geluidsoverlast. Toezicht van de gemeente is vereist.
Terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven geven aanleiding tot een grotere zorg voor veiligheid binnen de gemeente.
Het is aangewezen om de exploitant van het kampeerterrein aan te duiden als belastingplichtige aangezien de identiteit van de toeristen die op het terrein verblijven niet gekend is. De exploitant kan het bedrag van de belasting doorrekenen aan de toeristen.
Het is aangewezen de aanslagvoet jaarlijks te laten mee-evolueren met de index.
Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente.
Aangezien er momenteel nog geen volledige eensgezindheid bestaat op het vlak van rechtspraak inzake de aantekening van de bekendmaking van het belastingreglement in het daarvoor specifiek voorziene register, wordt het belastingreglement voor de aanslagjaren 2023-2025 inhoudelijk ongewijzigd voorgelegd, om vervolgens te worden bekendgemaakt overeenkomstig de voorgeschreven regels.
/
Enig artikel.
Onderstaand reglement voor de aanslagjaren 2023-2025 te bevestigen:
Gemeentelijk belastingreglement op openluchtrecreatieve verblijven - Aanslagjaren 2023-2025
Artikel 1. - belastbare grondslag
Met ingang van 1 januari 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven zoals bedoeld in het decreet van 5 februari 2016 betreffende het toeristische logies.
Art. 2. - aanslagvoet, berekening
De belasting wordt vastgesteld op 0,50 euro per vierkante meter nuttige oppervlakte. De aanslagvoet wordt jaarlijks aangepast volgens het indexcijfer van de consumptieprijzen.
Art. 3. - belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de exploitant op 1 januari van het belastingjaar. De eigenaar op 1 januari van het belastingjaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Art. 4. - aangifteverplichting
De belastingplichtige is verplicht bij het gemeentebestuur aangifte te doen van het terrein voor openluchtrecreatieve verblijven door middel van een formulier vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 5. - wijze van invordering
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier.
Art. 6.
Wanneer eenzelfde situatie aanleiding kan geven tot heffen van belasting door toepassing van dit reglement en de belasting op de tweede verblijven of de verblijfsbelasting, is alleen onderhavig reglement van toepassing.
Art. 7. - verwijzing
Het algemeen reglement betreffende al de gemeentelijke belastingen, is op onderhavige belasting van toepassing, in zoverre daarvan niet wordt afgeweken door voorgaande bijzondere bepalingen.