De gemeenteraad bevestigt het belastingreglement op economische bedrijvigheid voor de aanslagjaren 2023-2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
Het is budgettair noodzakelijk een belasting te heffen die toelaat de uitgaven van de gemeente in het algemeen te financieren (de verplichte en facultatieve uitgaven).
De heffing van de belasting zelf moet efficiënt en rendabel zijn.
Het is aangewezen om de natuurlijke en de rechtspersonen die op het grondgebied van de gemeente een economische activiteit uitoefenen en gebruik maken van de gemeentelijke infrastructuur en de dienstverlening aan een gemeentelijke belasting te onderwerpen.
Deze belasting heeft tot doel de bedrijven op het grondgebied te laten bijdragen. Ten overstaan van hen bestaat het belastbaar voorwerp uit het hebben van een vestiging die op het grondgebied van de gemeente is gelegen.
Een algemene en evenwichtige spreiding van de belastingdruk wordt nagestreefd over al de belanghebbenden op het grondgebied van de gemeente.
De belasting beoogt belastingplichtigen met verschillende toestanden. Deze verscheidenheid moet noodzakelijkerwijs worden opgevangen in een gedifferentieerde tariefstructuur met vereenvoudigde categorieën. Er kan niet voor alle mogelijke soorten bedrijven (elk met hun eigen en meest uiteenlopende kenmerken) voorzien worden in een specifieke belastingregeling.
Verschillen inzake financiële draagkracht en/of economische rendabiliteit zijn redelijk verantwoorde differentiatiecriteria voor de toepassing van het belastingreglement en het verschil in tarifering.
Een gedifferentieerde tariefstructuur laat op adequate wijze toe om bij benadering en in overeenstemming met het beginsel van de verdelende rechtvaardigheid de belasting vast te stellen.
Er wordt voorzien in ofwel een forfaitaire minimumbelasting op oppervlakte per vestiging, ofwel een cumulatieve toepassing van de volgende vier criteria: gebruik van motoren, tanks- en vergaarbakken, brandstofdistributieapparaten en geldautomaten. Deze laatste vier criteria zijn primaire indicatoren van financiële draagkracht en economische rendabiliteit. Indien geen van deze aanwezig zijn, is het verantwoord een forfaitaire minimumbelasting op basis van oppervlakte toe te passen.
Het is aangewezen om de vrijstellingen die worden opgenomen in het belastingreglement nader toe te lichten.
Er wordt een vrijstelling van belasting voorzien voor:
openbare diensten van de federale staat, de gewesten, gemeenschappen, gemeenten en publiekrechtelijke instellingen. Deze diensten worden gekenmerkt door hun maatschappelijk nut en belang in het kader van o.a. hulpverlening en veiligheid wat één van de primaire overheidstaken is;
beschutte werkplaatsen, instellingen waar zieken en gehandicapten verzorgd worden en rusthuizen. Het is niet wenselijk om waardevolle sociale initiatieven zoals beschutte werkplaatsen en instellingen waar zieken en gehandicapten verzorgd worden te belasten. Rusthuizen bieden specifieke zorgverstrekking aan ouderen. Deze instellingen dragen bij tot het welzijn van de burgers en bieden ondersteuning aan doelgroepen die extra zorg nodig hebben. Hun bestaansreden is in hoofdzaak niet afgestemd op winstbejag. Bovendien hebben zij een lagere financiële draagkracht en economische rendabiliteit en een kleinere invloed op de gemeentelijke uitgaven;
onderwijsinstellingen. Een vrijstelling voor onderwijsinstellingen is verantwoord gezien het maatschappelijk belang van deze instellingen. Zij dragen bij tot de ontwikkeling, het welzijn en de emancipatie van zowel kinderen als volwassenen. Onderwijs is bovendien een basisrecht dat voor iedereen toegankelijk moet zijn;
de verenigingen actief in de gemeente op sociaal-cultureel, jeugd- en sportvlak. De gemeente wenst haar verenigingen te ondersteunen in hun activiteiten aangezien deze bijdragen aan het welzijn en de leefkwaliteit binnen de gemeente. Zij hebben bovendien in hoofdzaak geen bedrijfsmatig oogmerk en hebben geen winstoogmerk;
land- en tuinbouwbedrijven, tuinbouwbedrijven met openluchtteelt en tuinbouwbedrijven met teelten onder glas of andere duurzame bescherminstallaties. Specifiek aan land- en tuinbouwbedrijven is dat zij nood hebben aan grote oppervlakten om economisch rendabel te zijn en om een leefbare rendabele exploitatie te realiseren. Het is voor de hand liggend dat dit beperktere rendement niet uitsluitend betrekking heeft op de landbouwoppervlaktes maar ook op bijvoorbeeld stockageruimtes en bovendien de motorenkracht. Het rendement dat land- of tuinbouwbedrijven kunnen behalen met behulp van motorenkracht is beperkt en zonder gebruik van de voor deze activiteit noodzakelijke motoren zou het rendement hier onbestaande zijn. Land- en tuinbouwbedrijven zorgen bovendien voor het behoud van voedselproductie binnen Europa die levensnoodzakelijk is en leveren een bijdrage als beheerder van de open ruimte.
Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente.
Aangezien er momenteel nog geen volledige eensgezindheid bestaat op het vlak van rechtspraak inzake de aantekening van de bekendmaking van het belastingreglement in het daarvoor specifiek voorziene register, wordt het belastingreglement voor de aanslagjaren 2023-2025 inhoudelijk ongewijzigd voorgelegd, om vervolgens te worden bekendgemaakt overeenkomstig de voorgeschreven regels.
/
Enig artikel.
Onderstaand reglement voor de aanslagjaren 2023-2025 te bevestigen:
Gemeentelijk belastingreglement op economische bedrijvigheid - Aanslagjaren 2023-2025
Artikel 1 - belastbare grondslag
Met ingang van 1 januari 2023 voor een periode eindigend op 31 december 2025 wordt een belasting op de economische bedrijvigheid geheven.
Art. 2. - belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersonen, de vennootschappen met rechtspersoonlijkheid en de feitelijke verenigingen of vennootschappen die op 1 januari van het belastingjaar op het grondgebied van de gemeente Grimbergen een economische bedrijvigheid uitoefenen.
Art. 3. - definities
Voor de toepassing van dit reglement gelden volgende definities:
Vestiging: elke plaats op Grimbergs grondgebied waar een economische bedrijvigheid wordt uitgeoefend of waar de maatschappelijke zetel van een bedrijf, ongeacht de rechtspersoonlijkheidsvorm, is gevestigd.
Economische bedrijvigheid:
a) elke activiteit die enkel kan uitgeoefend worden als de betrokken individuele persoon, rechtspersoon of feitelijke vereniging voldoet aan één of meer van de volgende voorwaarden:
b) het uitoefenen van een vrij beroep, ongeacht de rechtsvorm waarin dit gebeurt.
Oppervlakte die gebruikt wordt voor het uitoefenen van de economische activiteit, verder in reglement afgekort tot ‘oppervlakte’: de ruimten die binnen een gebouw worden gebruikt om de beoogde economische bedrijvigheid uit te oefenen.
Als bijgebouw van een inrichting moet worden beschouwd: iedere instelling of onderneming, iedere werf van om het even welke aard, die gedurende een ononderbroken tijdvak van minstens drie maanden op het grondgebied van de gemeente gevestigd is.
Meetapparaten voor het maximum kwartuurvermogen:
Voorzieningen op installaties van een bedrijf waarmee het maximum kwartuurvermogen wordt gemeten. Er worden maandelijkse opnemingen gedaan door de energieleverancier met het oog op het factureren ervan.
Het belastbaar vermogen wordt als volgt berekend:
R (of referentiewaarde) = het gemiddeld maximum-kwartuurvermogen van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin voor het eerst gevraagd wordt om toepassing van deze bepalingen (hierna referentiejaar genoemd)
kW = het aantal verbruikte kiloWatt van het referentiejaar
V = Verhoudingsfactor
G = het gemiddelde maximum kwartuurvermogen van het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar
Als het verschil tussen G en R groter is dan 20% dan wordt de verhoudingsfactor opnieuw berekend.
V = kW / R
V * G = belastbaar vermogen
Geldautomaten: de toestellen die volautomatisch werken en het cliënteel in de mogelijkheid stellen geldopnemingen of spaar- of betaalverrichtingen te doen.
Landbouw: de activiteit met het oog op een geregelde verkoop gericht op
Tuinbouw: de activiteit met het oog op een geregelde verkoop gericht op
kweek van tuinbouwzaden, plantgoed, en/of aanverwante teelten.
Veeteelt: het houden, het kweken en/of africhten van runderen, varkens, schapen, geiten, paardachtigen en/of pluimvee.
Art. 4. - berekening
Het jaarlijks bedrag van de belasting wordt vastgesteld door middel van
1. cumulatieve toepassing van hierna vermelde criteria en aanslagvoeten, zijnde
zoals omschreven in de hierna vermelde punten B, C, D en E;
OFWEL
2. een forfaitaire minimumbelasting op oppervlakte per vestiging zoals hierna bepaald onder punt A.
Indien beide aanleiding geven tot toepassing van deze belasting, wordt het hoogste bedrag ingekohierd.
Bedragen lager dan € 20,00 worden niet ingekohierd.
Art. 5. - aanslagvoet
De belasting wordt vastgesteld als volgt:
A. Forfaitaire minimumbelasting op oppervlakte
Het jaarlijkse bedrag wordt per vestiging vastgesteld op:
Bedrag |
Oppervlakte |
€ 00,00 |
0 m² < opp. < 400 m² |
€ 200,00 |
400 m² < opp. < 500 m² |
€ 300,00 |
500 m² < opp. < 750 m² |
€ 600,00 |
750 m² < opp. < 1000 m² |
€ 900,00 |
1000 m² < opp. < 1250 m² |
€ 1.200,00 |
1250 m² < opp. < 1500 m² |
€ 1.500,00 |
1500 m² < opp. < 1750 m² |
€ 1.800,00 |
1750 m² < opp. < 2000 m² |
€ 2.400,00 |
2000 m² < opp. < 3000 m² |
€ 2.750,00 |
3000 m² < opp. |
B. Motoren
De belasting is verschuldigd voor het vermogen van motoren die de belastingplichtige voor de exploitatie van zijn inrichting of bijgebouwen gebruikt.
De aanslagvoet wordt vastgesteld op 24,00 €/kW.
§1. Bijzondere bepaling
Nijverheidsbedrijven die beschikken over installaties voorzien van meetapparaten voor het maximumkwartuurvermogen kunnen, in afwijking van het bovenstaande, vragen om de belasting op motoren vast te stellen op basis van het maximumkwartuurvermogen.
Hierbij wordt het belastbaar vermogen berekend zoals vermeld in artikel 3 - definities, onder "meetapparaten voor het maximum kwartuurvermogen" op voorwaarde dat zij:
§2. Zijn vrijgesteld van de belasting op motoren:
- waarvan de werking niet onmisbaar is voor de normale gang van de instelling en die slechts werkt in uitzonderingsgevallen, voor zover zijn tewerkstelling niet ten gevolge heeft dat de productie der betrokken inrichting verhoogd wordt;
- die uitsluitend bestemd is voor hetzelfde werk als een andere, welke hij tijdelijk moet vervangen.
De reserve- en wisselmotoren kunnen aangewend worden gedurende de nodige tijd om de voortzetting van de productie te verzekeren.
C. Tanks- en vergaarbakken
De aanslagvoet met betrekking tot de vaststaande tanks en vergaarbakken met commerciële of industriële doeleinden wordt vastgesteld op 0,65 EUR/m³.
Vrijstelling
Tanks en vergaarbakken met een maximale capaciteit van dertigduizend liter, waarop de apparaten aangesloten zijn die onder toepassing vallen van de belasting op brandstofdistributieapparaten.
D. Brandstofdistributieapparaten
Deze belasting is verschuldigd door de eigenaar van het apparaat. Hij is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
De belasting wordt vastgesteld als volgt:
E. Geldautomaten
De belasting wordt vastgesteld op 275,00 euro per geldautomaat die
- elke bank-, financierings- en/of kredietinstelling
- spaarbank of wisselkantoor
- hun agentschappen, bijkantoren en eenmanszaken
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon onder wiens handelsnaam, logo of embleem, de bovengenoemde instellingen, agentschappen of bijkantoren of eenmanszaken en de geldautomaten worden geëxploiteerd.
Art. 6. - indexering
Alle hierboven vermelde aanslagvoeten zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december voorafgaand aan het aanslagjaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2013.
Art. 7 - vrijstelling van belasting
Zijn vrijgesteld van de belasting op economische bedrijvigheid:
Art. 8 - aangifteverplichting en ambtshalve vestiging
De belastingplichtige is jaarlijks verplicht vóór 30 april van het aanslagjaar bij het gemeentebestuur spontaan aangifte te doen of wijzigingen in te dienen door middel van een formulier vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen. Het aangifteformulier is beschikbaar via het digitaal loket op de gemeentelijke website https://www.grimbergen.be of is op eenvoudig verzoek verkrijgbaar bij het gemeentebestuur.
Indien het gemeentebestuur geen bericht van wijziging van de belastingbasis heeft ontvangen van de belastingplichtige, baseert het gemeentebestuur zich op de vorige aangifte van de belastingplichtige.
Bij gebrek aan aangifte binnen deze termijn of bij een onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte kan de belasting ambtshalve gevestigd worden. In geval van een ambtshalve aanslag wordt de belasting gevestigd op basis van gegevens waarover de belastingheffende overheid beschikt.
De ambtshalve ingekohierde belasting zal worden verhoogd met 100%. Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig met de ambtshalve belasting ingekohierd.
Art. 9 – tijdstip van vestiging van de belasting
Voor vestiging van de belasting beschreven in A, B, C en D wordt de situatie op 1 januari van het belastingjaar beoordeeld met volgende specificaties voor:
Art. 10. - wijze van invordering
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier.