De voorzitter opent de zitting op 26/09/2024 om 18:35.
De gemeenteraad keurt de notulen van de vergadering van 29 augustus 2024 goed.
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
1° de aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden, vermeld in afdeling 1 en 2 van dit hoofdstuk.
De algemeen directeur woont de vergaderingen van de gemeenteraad bij en is verantwoordelijk voor het opstellen en het bewaren van de notulen en het zittingsverslag ervan. De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad worden, na goedkeuring, ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
De notulen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat is gegeven aan de punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen. Ze maken melding van alle beslissingen en het resultaat van de stemmingen. Behalve bij geheime stemming, vermelden de notulen hoe elk lid gestemd heeft. Van die laatste verplichting kan worden afgeweken voor beslissingen die genomen zijn met unanimiteit.
De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden. De gemeenteraad kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.
Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 28 in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.
/
/
/
Enig artikel.
De notulen van de vergadering van 29 augustus 2024 goed te keuren.
De gemeenteraad:
keurt de agendapunten met toelichtingsnota's voor de buitengewone algemene vergadering van 13 november 2024 van OV Fluvius goed en
stelt het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordigers op de buitengewone algemene vergadering van OV Fluvius van 13 november 2024 vast.
Artikel 432, derde lid van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB):
De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.
Algemeen:
DLB, deel 3, titel 3 betreffende de intergemeentelijke samenwerking in het bijzonder.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 9 september 2024: OV Fluvius - Buitengewone algemene vergadering van 13 november 2024: agendapunten en mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger - Kennisname.
Statuten:
De statuten van Fluvius OV, voor het laatst gewijzigd door de algemene vergadering op 1 april 2019.
Vertegenwoordigers van het gemeentebestuur:
Besluit van de gemeenteraad van 28 februari 2019 betreffende de aanduiding van de heer Luk RAEKELBOOM als effectieve gemeentelijke vertegenwoordiger en de heer Pierre VAN DEN WYNGAERT als plaatsvervangende vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van Fluvius OV.
Besluit van de gemeenteraad van 28 april 2022 betreffende de vervanging van de heer Pierre VAN DEN WYNGAERT door de heer Peter PLESSERS als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
/
Per brief en e-mail van 2 en 4 september 2024, ingekomen op 4 september 2024 (M2409 0234), wordt het gemeentebestuur opgeroepen om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering (BAV) van OV Fluvius die doorgaat op 13 november 2024 om 18.30 uur op digitale wijze.
Agenda AV:
De toelichtingsnota's bevinden zich als bijlagen bij dit besluit.
Mandatering gemeentelijke vertegenwoordiger
Overeenkomstig artikel 432, derde lid, van het decreet over het lokaal bestuur dient de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordigers in de algemene vergadering van opdrachthoudende en dienstverlenende verenigingen te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
De effectieve gemeentelijke vertegenwoordiger, aangeduid in het gemeenteraadsbesluit van 28 februari 2019, is de heer Luk RAEKELBOOM.
De plaatsvervangende gemeentelijke vertegenwoordiger is de heer Peter PLESSERS.
Aan de gemeenteraad wordt in dit kader voorgesteld om:
kennis te nemen van de brief van 2 september 2024 waarmee OV Fluvius meldt dat op 13 november 2024 een BAV zal plaatsvinden;
kennis te nemen van de te behandelen agendapunten en de toelichtingsnota's en deze goed te keuren en
het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordigers in de BAV van OV Fluvius van 13 november 2024 vast te stellen.
Stemmingen:
Gaat over tot een eerste stemming inzake de goedkeuring van de agendapunten en de toelichtingsnota's van de BAV van OV Fluvius van 13 november 2024:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Gaat over tot een tweede stemming inzake het vaststellen van het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordigers in de BAV van OV Fluvius van 13 november 2024:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
/
Artikel 1.
Kennis te nemen van de uitnodiging van OV Fluvius van 28 maart 2028 waarbij wordt gemeld dat een buitengewone algemene vergadering (BAV) zal plaatsvinden op woensdag 13 november 2024 om 18.30 uur op digitale wijze, met volgende agenda en de toelichtingsnota’s m.b.t. deze agendapunten, en deze goed te keuren:
Art. 2.
Het mandaat van de heer Luk RAEKELBOOM als effectieve gemeentelijke vertegenwoordiger en de heer Peter PLESSERS als plaatsvervangende gemeentelijke vertegenwoordiger, vast te stellen voor de digitale BAV van OV Fluvius van 13 november 2024 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), en hen op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden m.b.t. artikels 1 van dit besluit.
Art. 3.
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de OV Fluvius, ter attentie van het secretariaat, (in pdf-versie), op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.
Art. 4.
Een afschrift van dit besluit te bezorgen aan:
De gemeenteraad neemt kennis van de opvolgingsrapportering m.b.t. het eerste semester van 2024.
Artikel 263 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn beslisten eind 2019 tot goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025. Momenteel zijn we in het voorlaatste jaar van de uitvoering van het vooropgestelde beleid.
In het decreet over het lokaal bestuur (DLB) werd met ingang van 2020 voorzien in een nieuw instrument om de raadsleden in kennis te stellen van de mate waarin het vooropgestelde beleid vorm krijgt. Bovenop de jaarlijkse rapportering bij de opmaak van de jaarrekening, dient jaarlijks uiterlijk in september immers een opvolgingsrapportering te worden opgemaakt.
In het rapport dienen de raadsleden een overzicht terug te vinden van de stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen van het meerjarenplan. Hierbij dient tevens een overzicht te worden gegeven van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar.
Indien dit nodig of aangewezen blijkt, kan de opvolgingsrapportering tevens worden aangegrepen om een wijziging door te voeren aan de financiële risico's of assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan.
De huidige opvolgingsrapportering bevat:
In samenspraak met de respectievelijke dienst- en afdelingshoofden, alsook met de betrokken mandatarissen, werd de opvolgingsrapportering met betrekking tot het eerste semester van 2024 opgemaakt.
Net zoals het meerjarenplan werd het voorliggende rapport gezamenlijk opgemaakt voor zowel gemeente- als OCMW-bestuur. De aanrekeningen die in de rapportering worden getoond, betreffen in regel de boekingen tot en met eind juni 2024, tenzij anders aangegeven.
De rapportering is uitsluitend bedoeld voor het bestuur en de raadsleden en hoeft dus niet op de website gepubliceerd te worden. Evenmin dient deze rapportering voorwerp uit te maken van een digitale rapportering aan het Agentschap voor Binnenlands Bestuur.
Het opvolgingsrapport mag gezamenlijk worden opgemaakt voor zowel gemeente- als OCMW-bestuur, maar dient zowel aan de gemeenteraad als aan de raad voor maatschappelijk welzijn te worden voorgelegd.
De voorliggende rapportering dient niet te worden goedgekeurd, de raadsleden dienen enkel kennis te nemen van de stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan.
Enig artikel.
Kennis te nemen van de stand van zaken van de uitvoering van het huidige meerjarenplan 2020-2025 op basis van de opvolgingsrapportering m.b.t. het eerste semester van 2024.
De gemeenteraad gaat akkoord met de notariële ontwerpakte en volmachtakte tot verkoop via videoconferentie houdende verkoop van het perceel kadastraal gekend als 4de afdeling - sectie A - nr. 332k.
Artikel 293 DLB:
De besturen houden bij de transacties van onroerende goederen rekening met de hierna vermelde zaken, tenzij een andere regelgeving van toepassing is. De regelgeving over de pacht bijvoorbeeld bepaalt een andere procedure.
3.1 Schatting
Het bestuur heeft een geldig en recent schattingsverslag nodig voor de objectieve waardebepaling van de onroerende transacties.
Het schattingsverslag is geldig als het is opgesteld door ofwel:
1° een landmeter-expert als vermeld in artikel 296 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
2° de afdeling Vastgoedtransacties van de Vlaamse Belastingdienst, Beleidsdomein Financiën en Begroting van de Vlaamse overheid. Die afdeling kan een schattingsverslag opstellen als dat kadert binnen haar taak om akten te verlijden. Daarvoor is het vereist dat het bestuur het volledige dossier en de uiteindelijke akte via die afdeling laat verlopen (decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse vastgoedcodex).
Het schattingsverslag is recent als het niet ouder is dan twee jaar.
De geschatte prijs (of de schattingsprijs) is de minimum- of maximumprijs voor de onroerende transactie, tenzij het bestuur kan motiveren waarom daarvan wordt afgeweken. Bij de verkoop van een onroerend goed door het bestuur is de schattingsprijs de minimumprijs die betaald moet worden. Bij de aankoop van een onroerend goed door het bestuur is de schattingsprijs de maximumprijs die betaald mag worden.
Als wordt afgeweken van de schattingsprijs, moet het bestuur motiveren aan de hand van objectieve redenen die daarvoor worden ingeroepen.
Als het bestuur een recht van voorkoop heeft en wil uitoefenen, is het niet verplicht om het onroerend goed te laten schatten.
3.2 Mededinging en transparantie
Voor onroerende transacties moet de markt geraadpleegd worden. Elke mogelijk geïnteresseerde moet de kans krijgen om mee te dingen. De procedure verloopt met voldoende openbaarheid en transparantie. Het bestuur moet voldoende en gepaste publiciteit voeren om de mogelijk geïnteresseerden te bereiken. Dat is de beste garantie om een goede prijs te verkrijgen en is de werkwijze die het best het algemeen belang dient.
Onderhandse verkopen met voldoende publiciteit, transparantie en mededinging beantwoorden aan voormelde criteria. Dat geldt uiteraard ook voor de notariële openbare verkopen, zoals die zijn geregeld in het Gerechtelijk Wetboek.
Alleen om redenen van algemeen belang kan worden aanvaard dat de transactie zonder concurrentie verloopt. Het bestuur moet dat voldoende motiveren.
3.3 Algemeen bestuurlijk toezicht
Als het algemeen bestuurlijk toezicht, ambtshalve of na een klacht, wordt uitgeoefend, moeten de besturen het dossier bezorgen aan de toezichthoudende overheid. Het dossier bevat de stukken die aantonen hoe de procedure is verlopen. Het bevat minstens de volgende stukken of gegevens:
1° het besluit of de besluiten over de onroerende transactie;
2° in voorkomend geval de goedgekeurde overeenkomst of akte of, als er nog geen goedgekeurde overeenkomst of akte is, het ontwerp daarvan;
3° het bewijs dat de nodige publiciteit is gevoerd en dat de procedure transparant is verlopen, of de redenen voor de afwijking daarvan;
4° in voorkomend geval de ingediende biedingen;
5° het recente schattingsverslag.
/
In uitvoering van de administratieve akte van 3 maart 1961 werd het perceel (thans) kadastraal gekend als 4de afdeling - sectie A - nr. 332k in groter geheel verworven door de gemeente Grimbergen voor openbaar nut.
Volgens de huidige kadastrale legger (op datum van 1 januari 2023) heeft dit perceel een kadastrale oppervlakte van 120,00 vierkante meter. Dit lijkt evenwel niet te kloppen. Bij akte van 3 maart 1961 werd het perceel in een groter geheel met een totale oppervlakte van 120,00m² verworven. De vermoedelijke oppervlakte van het desbetreffend perceel zal eerder zo'n 35,00m² zijn, doch pas bij een eventuele opmeting zal de correcte oppervlakte gekend zijn. Dit opmetingsplan zou echter pas opgemaakt worden bij een concrete vraag tot aankoop van het perceel door de nieuwe aanpalende eigenaar.
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 6 november 2023 kennis genomen van het gebruiksrecht ten persoonlijke titel, sinds 3 juli 2001, op het perceel kadastraal gekend als 4de afdeling - sectie A - nr. 332k op de hoek van de Koningslosesteenweg en de Grotewinkellaan, ten voordele van de eigenaar(s) van het aanpalende onroerend goed gelegen Koningslosesteenweg 42 te 1853 Grimbergen. Dit gebruiksrecht eindigt automatisch bij verkoop van het aanpalend onroerend goed en gaat niet over naar de koper/nieuwe eigenaar. Eveneens heeft het college van burgemeester en schepenen zich principieel akkoord verklaard met een verkoop, indien de vraag gesteld wordt (door de nieuwe eigenaar).
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 18 december 2023 kennis genomen van het schattingsverslag van 11 december 2023 opgemaakt door landmeter en expertiseburo Tom PEETERS, waarbij de waarde van het perceel kadastraal gekend als 4de afdeling - sectie A - nr. 332k geschat wordt op 500,00 euro per vierkante meter, rekening houdende met het advies van de dienst Vergunningen.
Op 11 juni 2024 (M2405 0694) heeft de koopster van het onroerend goed gelegen Koningslosesteenweg 42 te 1853 Grimbergen haar interesse betuigd in de aankoop van het naastliggend gemeentelijk perceel kadastraal gekend als 4de afdeling - sectie A - nr. 332k.
Landmeter-expert Tom PEETERS heeft het opmetingsplan van 23 juni 2024 met betrekking tot het perceel kadastraal gekend als 4de afdeling - sectie A - nr. 332k overgemaakt.
Op 4 juli 2024 heeft de koper van het aanpalend onroerend goed gelegen Koningslosesteenweg 42 te 1853 Grimbergen het compromis tot aankoop (van de woning) overgemaakt, waardoor in navolging van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 18 december 2023 het verkoopdossier kan/mag opgestart worden.
Een onderhandse verkoop, in afwijking van de principes van mededinging en transparantie en artikel 293 van het decreet lokaal bestuur, wordt hieronder gemotiveerd:
hoewel het perceel kadastraal gekend als 4de afdeling - sectie A - nr. 332k in groter geheel verworven werd in 1961 voor openbaar nut, werd het door het gemeentebestuur sinds 2001 kosteloos ter beschikking gesteld aan de private eigenaar van het aanpalende onroerend goed gelegen Koningslosesteenweg 42 te 1853 Grimbergen;
gelet op de ligging van het perceel, op de hoek van de Koningslosesteenweg en de Grotewinkellaan, heeft enkel het aanpalende onroerend goed gelegen Koningslosesteenweg 42 te 1853 Grimbergen een onmiddellijk nuttig gebruik van het perceeltje en
het openbaar nut van dit perceel is reeds geruime tijd verdwenen.
De verkoopprijs van het perceel kadastraal gekend als 4de afdeling - sectie A - nr. 332k, met een opgemeten (afgeronde) oppervlakte van 37,00 vierkante meter, kan op basis van het schattingsverslag van 11 december 2023 (500,00 euro per vierkante meter) vastgesteld worden op 18.500,00 euro.
Het college van burgemeester en schepenen heeft zich op 15 juli 2024 principieel akkoord verklaard met een gemotiveerde onderhandse verkoop van het perceel kadastraal gekend als 4de afdeling - sectie A - nr. 332k voor een bedrag van 18.500,00 euro en om notariskantoor Sandry GYPENS aan te stellen.
Notariskantoor Sandry GYPENS heeft op 4 september 2024 de notariële ontwerpakte en op 5 september 2024 de volmachtakte tot verkoop via videoconferentie (de verkoopakte wordt immers op kantoor van de geassocieerde notarissen MAQUET, JOYE & BERTOUILLE getekend) overgemaakt. De gemeente Grimbergen komt enkel tussen in deze akte betreffende verkoop van het gemeentelijk perceel kadastraal gekend als 4de afdeling - sectie A - nr. 332k voor een bedrag van 18.500,00 euro.
Het college van burgemeester en schepenen heeft zich op 9 september 2024 principieel akkoord verklaard met zowel de notariële ontwerpakte als de volmachtakte tot verkoop via videoconferentie houdende gemeentelijke verkoop van het perceel kadastraal gekend als 4de afdeling - sectie A - nr. 332k op de hoek van de Koningslosesteenweg en Grotewinkellaan voor een bedrag van 18.500,00 euro.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om akkoord te gaan met zowel de notariële ontwerpakte als de volmachtakte tot verkoop via videoconferentie houdende gemeentelijke verkoop van het perceel kadastraal gekend als 4de afdeling - sectie A - nr. 332k op de hoek van de Koningslosesteenweg en Grotewinkellaan voor een bedrag van 18.500,00 euro.
Raadslid LE ROY krijgt het woord en vraagt wat de reden is van de verkoop.
Burgemeester LAEREMANS krijgt het woord en licht toe dat dit een dossier is dat hijzelf en schepen HOEFS van dichtbij gevolgd hebben. Dat zijn reststukken die voor die woning van essentieel belang zijn om die garage of parking te gebruiken, anders is die woning moeilijk te bereiken. Op zich heeft dit voor het bestuur een kleine meerwaarde. Er is een correcte schatting gebeurd aan een heel normale prijs en helaas zijn de bouwgronden in Strombeek en Grimbergen €500 per vierkante meter. Dat bedrag is ook nooit betwist geweest, dus is het een correcte prijs.
Het geformuleerde advies van dienst Vergunningen werd opgenomen onder artikel 11 ('de stedenbouwkundige toestand') van het ontwerp van de notariële akte.
Artikel 1.
Akkoord te gaan met de notariële ontwerpakte en de volmachtakte tot verkoop via videoconferentie houdende verkoop van het perceel kadastraal gekend als 4de afdeling - sectie A - nr. 332k gelegen op de hoek van de Koningslosesteenweg en Grotewinkellaan voor een bedrag van 18.500,00 euro, zoals voorgelegd in zitting van heden.
Art. 2.
De gemeenteraadsvoorzitter en de algemeen directeur (of hun gemachtigde vervangers) aan te duiden voor de ondertekening van de notariële akte.
De gemeenteraad gaat akkoord met het ontwerp van concessieovereenkomst voor de plaatsing van een kiosk op het perceel kadastraal gekend als 1ste afdeling - sectie C - nr. 406d2 (deel) langs de Westvaartdijk (ter hoogte van de Verbrande Brug).
Historiek
Op 31 maart 2023 ('automatenakkoord') heeft de federale regering een overeenkomst gesloten met de hele financiële sector, vertegenwoordigd door FEBELFIN, over de toegang tot cash in België. Het netwerk van geldautomaten van BATOPIN zal ingevolge dit akkoord op bepaalde plaatsen uitgebreid worden.
Specifieke aandacht wordt gevestigd op artikel B.2) §4 van het 'automatenakkoord':
"De federale overheden zullen, binnen de beperkingen van hun bevoegdheden, inspanningen blijven leveren om:
de gemeentelijke en gewestelijke overheden aan te moedigen om de belastingen op ATM's te schrappen waar ze reeds bestaan en om ze niet in te voeren waar ze nog niet bestaan;
de gemeentelijke overheden aan te moedigen om locaties ter beschikking te stellen;
de gemeentelijke overheden aan te moedigen om de verleningsprocedures voor vergunningen te vergemakkelijken;
in overleg met ATM-operatoren, een versoepeling te beogen van de regelgeving van beveiligd vervoer (wet tot regeling van de private veiligheid en/of KB beveiligd vervoer)."
BATOPIN, Belgian ATm OPtimization INitiative, is een project van Belfius, BNP Paribas Fortis, ING en KBC. Samen zorgen deze banken voor de uitbouw van een optimaal netwerk van geldautomaten in België. Veiligheid en efficiëntie staan hierbij centraal, net als gebruiksgemak. Cash geld moet toegankelijk blijven voor iedereen.
Het college van burgemeester en schepenen heeft zich op 29 april 2024 principieel akkoord verklaard met de inplanting een BATOPIN cash-automaat langs de Westvaartdijk op het perceel kadastraal gekend als 1ste afdeling - sectie C - nr. 406a2. Er dient wel nog een omgevingsvergunning aangevraagd te worden voor de plaatsing van de cash-automaat.
De aanvraag tot omgevingsvergunning voor het plaatsen van een bankautomaat werd ingediend op 2 mei 2024. Het college van burgemeester en schepenen heeft op 15 juli 2024 de omgevingsvergunning (OMV/150/24) verleend, op voorwaarde dat:
het advies van Fluxys nv van 3 juni 2024 strikt wordt nageleefd;
de verlichte elementen ’s nachts tussen 22 en 6 uur gedempt worden tot maximaal 500 cd/m² en minstens minder sterk licht geven dan eventueel aanwezige straatverlichting.
/
Op 10 juli 2024 werd het ontwerp van concessieovereenkomst + Site Visite Rapport overgemaakt door BATOPIN nv.
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 2 september 2024 kennis genomen van het Automatenakkoord van 31 maart 2023 tussen de federale overheid en FEBELFIN, en meer specifiek artikel B.2) §4 "De federale overheden zullen, binnen de beperkingen van hun bevoegdheden, inspanningen blijven leveren om de gemeentelijke en gewestelijke overheden aan te moedigen om de belastingen op ATM's te schrappen waar ze reeds bestaan en om ze niet in te voeren waar ze nog niet bestaan (...)'', en is akkoord gegaan met het ontwerp van concessieovereenkomst voor de plaatsing van een kiosk op het perceel kadastraal gekend als 1ste afdeling - sectie C - nr. 406d2 (deel) langs de Westvaartdijk (ter hoogte van de Verbrande Brug).
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om akkoord te gaan met het ontwerp van concessieovereenkomst voor de plaatsing van een kiosk op het perceel kadastraal gekend als 1ste afdeling - sectie C - nr. 406d2 (deel) langs de Westvaartdijk (ter hoogte van de Verbrande Brug).
Akkoord van 27 juni 2024 van Jasper DECLERCQ, Informatieveiligheid/DPO m.b.t. de camerabewaking rond de kiosk (M2407 0413).
Deze concessieovereenkomst wordt voorgelegd aan de gemeenteraad aangezien de looptijd ervan 9 jaar bedraagt, maar telkens stilzwijgend verlengbaar met drie jaar.
Conform het decreet lokaal bestuur is enkel de gemeenteraad bevoegd voor overeenkomsten van meer dan 9 jaar.
/
Artikel 1.
Akkoord te gaan met het ontwerp van concessieovereenkomst, zoals voorgelegd in zitting van heden, voor de plaatsing van een kiosk op het perceel kadastraal gekend als 1ste afdeling - sectie C - nr. 406d2 (deel) langs de Westvaartdijk (ter hoogte van de Verbrande Brug). Deze locatie wordt kosteloos ter beschikking gesteld aan BATOPIN NV voor een periode van negen jaar (stilzwijgend verlengbaar voor telkens drie jaar).
Art. 2.
De gemeenteraadsvoorzitter en de algemeen directeur (of hun gemachtigde vervangers) aan te duiden voor de ondertekening van de concessieovereenkomst.
De gemeenteraad neemt kennis van het informele advies van de cultuurraad van 15 april 2024 inzake de straatnaamgeving voor de nieuwe straten in de verkaveling VA/939/23 (Beigemveld, fase II) en van het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 12 augustus 2024 om de benamingen "Hildegard van Bingenlaan, Rien Aarssenlaan, Crescendopad, Pianopad, Da capopad, Andantepad, Van Boesschotenpark, Beigemveldpad" voor principiële vaststelling voor te leggen.
De gemeenteraad kent de benamingen "Hildegard van Bingenlaan, Rien Aarssenlaan, Crescendopad, Pianopad, Da capopad, Andantepad, Van Boesschotenpark, Beigemveldpad" principieel toe aan de nieuwe straten/paden/wegjes in de verkaveling VA/939/23 (Beigemveld, fase II).
De gemeenteraad geeft opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om de procedure voorgeschreven bij decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen uit te voeren.
Deze aangelegenheid zal na het openbaar onderzoek opnieuw voorgelegd worden aan de gemeenteraad voor definitieve beslissing.
Artikel 1 van het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen:
"Alleen de gemeenteraad is bevoegd om de naam van openbare wegen en pleinen vast te stellen of te wijzigen.
Algemeen
Het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen
HOOFDSTUK I. - Algemene beginselen.
Artikel 1.
Alleen de gemeenteraad is bevoegd om de naam van openbare wegen en pleinen vast te stellen of te wijzigen.
Art. 2.
§ 1. Bij het vaststellen van de naam van openbare wegen en pleinen of het wijzigen van deze naam wordt bij voorkeur geput uit gegevens van de plaatselijke geschiedenis, het kunst- en cultuurleven, de toponymie en de volkskunde.
§ 2. De naam van een nog levende persoon mag niet worden gebruikt.
In aanmerking komen enkel de namen van uit historisch, wetenschappelijk of algemeen-maatschappelijk oogpunt belangrijke figuren.
Hierbij wordt de voorkeur gegeven aan figuren die voor de gemeente of voor de onmiddellijke omgeving van betekenis zijn geweest.
(§ 3. De naam van een lid van de koninklijke familie, overleden of nog in leven, mag enkel worden gebruikt, indien daartoe vooraf instemming van de Regering werd verkregen.)
(…)
HOOFDSTUK III. - Voorschriften betreffende het vaststellen en het wijzigen van de naam van de openbare wegen en pleinen.
Art. 4.
Het gemeentebestuur dat de namen van wegen en pleinen wil wijzigen :
1° deelt, met opgave van redenen, dit voornemen schriftelijk mee aan al de personen die, hetzij langs de bedoelde wegen en pleinen wonen en kiesgerechtigd zijn in de gemeente, hetzij eigenaar zijn van erven gelegen langs de bedoelde wegen en pleinen en een in België bekende woonplaats hebben. Deze personen kunnen binnen 30 dagen hun eventuele opmerkingen en bezwaren schriftelijk bij het betrokken gemeentebestuur indienen. (Uitzondering wordt gemaakt voor het verbeteren van taal- en spelfouten, waarbij een eenvoudig advies van de provinciale commissie voor plaatsnaamgeving volstaat om bedoelde aanpassing uit te voeren;)
(2° vraagt advies aan de gemeentelijke raad voor cultuur en culturele vrijetijdsbesteding. Deze raad deelt schriftelijk binnen 30 dagen zijn advies aan het gemeentebestuur mee. Het gemeentebestuur kan advies vragen aan de Koninklijke Commissie voor Advies voor Plaatsnaamgeving. Deze commissie deelt binnen 30 dagen schriftelijk zijn advies mee aan het gemeentebestuur. Bij ontstentenis van een binnen de voorgeschreven termijn overgezonden advies wordt dit als gunstig beschouwd;)
3° maakt dit voornemen door openbare aanplakking bekend, waarna eventuele opmerkingen en bezwaren schriftelijk binnen 30 dagen bij het gemeentebestuur kunnen worden ingediend.
De in 1°, 2° en 3° van dit artikel vermelde procedure moet gelijktijdig verlopen.
Het gemeentebestuur bepaalt in de mededeling bedoeld in 1°, (in de vragen om advies bedoeld in 2°), en in de aangepakte bekendmaking bedoeld in 3°, de datum waarop de termijn van 30 dagen begint te lopen.
Bij het verstrijken van de vastgestelde termijn sluit het gemeentebestuur een proces-verbaal af waarin de ingediende opmerkingen en bezwaren worden opgenomen.
Art. 5.
Bij het vaststellen van de naam van nieuwe wegen en pleinen zijn de regels bepaald in 2° en 3 ° van artikel 4 van toepassing.
(…)
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 7.
Indien in de naam van openbare wegen of pleinen gebruik werd gemaakt van een eigennaam, bevatten de naamborden een beknopte toelichting van de gekozen benaming.
(…)
Decreet Lokaal Bestuur 22 december 2017.
Specifiek
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 26 februari 2024: Straatnaamgeving in de verkaveling VA/939/23 - MATEXI PROJECTS - het verkavelen in 125 loten (fase II) – Kruipstraat zn, 1850 Grimbergen - Kennisname en opstart procedure straatnaamgeving.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 12 augustus 2024: Straatnaamgeving in de verkaveling VA/939/23 - MATEXI PROJECTS - het verkavelen in 125 loten (fase II) – Kruipstraat zn, 1850 Grimbergen: informeel advies Cultuurraad en vaststelling voorlopige straatnaam - Kennisname en standpuntbepaling.
Verslag van de vergadering van de Cultuurraad van 15 april 2024 (brief van 24 april 2024, zie bijlage).
Noodzaak nieuwe straatnaam
Op 24 december 2023 heeft MATEXI PROJECT een omgevingsaanvraag voor het verkavelen van gronden ingediend voor het noordelijke gedeelte van Beigemveld (dossier met nummer VA/939/23).
De verkavelingsaanvraag voorziet in de realisatie van 125 loten en de aanleg van nieuwe straten die aantakken op het zuidelijke gedeelte van Beigemveld en de Armand Preud'hommelaan, ten noorden van het project.
De omgevingsaanvraag VA/939/23 werd intussen op 6 augustus 2024 vergund door het college van burgemeester en schepenen.
Bij de toekomstige aanvragen tot het bouwen van de woningen, dienen deze woningen van een correct adres te worden voorzien.
Procedure straatnaamgeving
Ingevolge artikel 1 van het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen is de gemeenteraad bevoegd om de naam van een nieuwe straat vast te stellen.
Bij het vaststellen van de namen van openbare wegen dient bij voorkeur geput te worden uit gegevens van de plaatselijke geschiedenis, het kunst- en cultuurleven, de toponymie en de volkskunde (cf. art. 2, §1, van vermeld decreet).
Bij het vaststellen van de namen van openbare wegen en pleinen dient de volgende procedure toegepast te worden:
Er dient advies gevraagd te worden aan de gemeentelijke cultuurraad (art. 4, § 2, van vermeld decreet). De cultuurraad beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen om schriftelijk zijn advies mee te delen aan het gemeentebestuur
Het voornemen van nieuwe straatnaam moet door openbare aanplakking bekendgemaakt worden, waarna eventuele opmerkingen en bezwaren schriftelijk binnen 30 dagen bij het gemeentebestuur kunnen worden ingediend.
Beide procedures moeten gelijktijdig verlopen.
Bij het verstrijken van de vastgestelde termijn sluit het gemeentebestuur een proces-verbaal af waarin de ingediende opmerkingen en bezwaren worden opgenomen.
Indien in de naam van openbare wegen of pleinen gebruik werd gemaakt van een eigennaam, bevatten de naamborden een beknopte toelichting van de gekozen benaming.
In praktijk wordt er bij aanvang van de procedure tot straatnaamgeving onmiddellijk een informeel advies gevraagd over de naamgeving aan de gemeentelijke cultuurraad opdat de gemeenteraad nadien kan overgaan tot de principiële vaststelling van deze straatnamen.
O.b.v. de principiële vaststelling van de straatnaam kan het openbaar onderzoek georganiseerd worden, dat gelijktijdig verloopt met de formele vraag aan de cultuurraad. Na het openbaar onderzoek dient de gemeenteraad over de definitieve straatnaamgeving te beslissen.
Informeel advies cultuurraad
In de zitting van 26 februari 2024 besliste het college van burgemeester en schepenen om de procedure straatnaamgeving op te starten voor de nieuw aan te leggen straat in de verkavelingsaanvraag VA/939/23 MATEXI/BEIGEMVELD en om een informeel advies te vragen aan de cultuurraad over de naamgeving.
Per brief van 24 april 2024 adviseert de cultuurraad om volgende namen te geven aan de twee nieuwe lanen, zes paadjes en één wegje.
Hildegard Von Bingenlaan
Rien Aarssenlaan
Crescendopad
Pianopad
Da capopad
Andantepad
Canvaspad
Pastelpad
Beigemveldweg
Principiële vaststelling straatnaam
In de zitting van 12 augustus 2024 besliste het college van burgemeester en schepenen om volgende straatbenamingen, inclusief de naamgeving van de paadjes, voor principiële beslissing aan de gemeenteraad voor te leggen:
Hildegard van Bingenlaan (ipv Hildegard Von Bingenlaan)
Rien Aarssenlaan
Crescendopad
Pianopad
Da capopad
Andantepad
Van Boesschotenpark (ipv Canvaspad en Pastelpad) motivatie: verwijzing naar de Grimbergse Norbertijn Gereon Van Boesschoten die Gregoriaanse muziek op de kaart heeft gebracht
Beigemveldpad
De naamgeving werd weergegeven op een inplantingsplan (zie bijlage).
Raadslid DEWIT krijgt het woord en zegt dat hij tegenstemt voor de keuze 'Van Boesschotenpark'.
/
Artikel 1.
Kennis te nemen van het informeel advies van 15 april 2024 van de cultuurraad inzake de straatnaamgeving voor de nieuwe straten in de verkaveling VA/939/23 (Bigemveld, fase II) en van het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 12 augustus 2024 om de straatbenamingen "Hildegard van Bingenlaan, Rien Aarssenlaan, Crescendopad, Pianopad, Da capopad, Andantepad, Van Boesschotenpark en Beigemveldpad", voor principiële vaststelling voor te leggen.
Art. 2.
De benamingen "Hildegard van Bingenlaan, Rien Aarssenlaan, Crescendopad, Pianopad, Da capopad, Andantepad, Van Boesschotenpark, Beigemveldpad" principieel toe te kennen aan de nieuwe straten/paden/wegjes in de verkaveling VA/939/23.
Art. 3.
Aan het college van burgemeester en schepenen opdracht te geven de procedure voorgeschreven bij decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen uit te voeren.
Art. 4.
Deze aangelegenheid na het openbaar onderzoek opnieuw voor te leggen aan de gemeenteraad voor definitieve beslissing.
De gemeenteraad gaat akkoord met de voorgestelde nieuwe rooilijn en de aanleg van de wegenis die onderdeel vormt en geïntegreerd deel uitmaakt van de aanvraag tot omgevingsvergunning (ref.: OMV_2024038514 - VA/940/24) voor het verkavelen van een perceel in 7 loten, waarvan 5 loten voor een eengezinswoning in open bebouwing en de aanleg van een ontsluitingsweg, gelegen Bieststraat 26 te 1850 Grimbergen, kadastraal gekend als: afdeling 3 sectie F nrs. 133K, 133H, 134S en 141B op voorwaarde dat deze aanvraag tot omgevingsvergunning wordt vergund.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, inzonderheid artikel 31 e.v.:
Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarover de gemeenteraad beslissings- bevoegdheid heeft en de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, oordeelt dat de omgevingsvergunning kan worden verleend, neemt de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen voor de bevoegde overheid een beslissing neemt over de aanvraag. (...)
Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of op- heffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad. (…)
Artikel 32 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:
De bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, neemt een beslissing over een vergunningsaanvraag binnen een termijn van:
(…)
2° honderdtwintig dagen als een advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.
§2. De termijnen, vermeld in paragraaf 1, worden van rechtswege eenmalig met zestig dagen verlengd in de volgende gevallen :
(...) 3° als de vergunningsaanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft.
Artikel 47 van het besluit van de Vlaamse regering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning:
Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.
Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, in het bijzonder artikels 12, §2 en 4 waarin een algemeen toetsingskader wordt aangehaald gebaseerd op de onderstaande principes:
- wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang, een wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd,
- de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen, wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
- bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. De bevoegdheid om het project ten aanzien van de ruimtelijke ordening te beoordelen, is uitsluitend toegewezen aan het college van burgemeester en schepenen, voor wat betreft de wegenis ligt de bevoegdheid bij de gemeenteraad. De gemeenteraad is met uitsluiting van andere bestuursorganen of niveaus bevoegd, in aanvulling van het bovenvermelde algemeen toetsingskader, om (op basis van de vaste rechtspraak);
- te oordelen over de aanleg van nieuwe wegen, de tracéwijziging en de verbreding of opheffing van bestaande gemeentelijke wegen en moet het onvoorwaardelijk doen;
- in dat oordeel niet alleen een aangepaste infrastructuur binnen de verkaveling zelf te betrekken, met nutsvoorzieningen zoals bv. wegen en de eigenlijke uitrusting ervan met o.m as verschuivingen, verkeersdrempels e.d., voet- en fietspaden, aanplantingen, elektriciteit, gas, waterleiding, telefoon, tv-distributie, riolering en afwatering, maar eveneens een in die beoordeling aangepaste verkeerssituatie in de omgeving betrekt met, zo noodzakelijk, bijkomende aangepaste verkeersreglementen en gemeenschapsinfrastructuur;
- kwesties als groenbehoud, verkeersinfrastructuur, verkeersveiligheid, riool- en afvalvoorzieningen, elektriciteitsnetwerken, maatschappelijke infrastructuur enz. in rekening te nemen met betrekking tot de zaak van de wegen.
Artikel 12, §2 stelt dat in afwijking van artikel 11, de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning kan opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor steden- bouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.
Bij onderstaande adviesinstanties werden, in het kader van de vergunningsprocedure, adviezen ingewonnen vanuit de gemeente Grimbergen als vergunningverlenende overheid:
De aanvraag:
Dossiernummer omgevingsloket |
OMV_2024038514 |
Dossiernummer gemeente |
VA/940/24 |
Ligging aanvraag |
Bieststraat 26, 1850 Grimbergen |
Kadastrale ligging aanvraag |
Afdeling 3 sectie F nr(s). 133K, 133H, 134S en 141B |
Omschrijving aanvraag |
Het verkavelen van een perceel in 7 loten, waarvan 5 loten voor een eengezinswoning in open bebouwing en de aanleg van een ontsluitingsweg. |
Aanvrager |
Katelijne SICCARD en Jonathan BOOGMANS namens STUDIE-EN LANDMETERSKANTOOR BOOGMANS BVBA |
Adres aanvrager |
Katelijne SICCARD wonende te Wolstraat 37/2 te 2000 Antwerpen. Jonathan Boogmans namens STUDIE-EN LANDMETERSKANTOOR BOOGMANS BVBA gevestigd te Jan Hammeneckerstraat 80/1 te 1861 Meise |
Ondernemingsnummer aanvrager |
STUDIE-EN LANDMETERSKANTOOR BOOGMANS: 0842877045 |
De aanvraag omvat: |
Stedenbouwkundige handelingen |
Voorgeschiedenis:
Lopende vergunningsprocedure:
Feiten en context:
Stedenbouwkundige basisgegevens die betrekking hebben op de aanvraag:
De aanvraag ligt in:
De aanvraag ligt niet in:
Verdere feiten en context:
De projectsite:
Verdere (terrein)aspecten:
Openbaar onderzoek:
In toepassing van artikel 23 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en de artikels van hoofdstuk 5 van het besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van voormeld decreet werd een openbaar onderzoek gehouden van 24 mei tem. 22 juni 2024, waarbij geen bezwaarschriften werden ingediend.
Argumentatie:
De omgevingsvergunningsaanvraag beoogt het verkrijgen van een vergunning voor het verkavelen van een perceel in 7 loten, waarvan 5 loten voor een eengezinswoning in open bebouwing, waarbinnen gemeentewegenis is opgenomen.
Een rooilijnplan, maakt onderdeel van het aanvraagdossier. De publieke delen, afgebakend door het rooilijnplan, dienen in toepassing van het gemeentewegendecreet als gemeentewegenis te worden beschouwd en zullen bijgevolg onder het beheer van de gemeente komen te vallen. Het dossier ligt, voor deze publieke delen (oftewel gemeentewegenis) voor aan de gemeenteraad
Het artikel 31 van het decreet omgevingsvergunning voorziet dat - als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, de gemeenteraad hierover moet beslissen.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeentewegenis, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
Het dossier ligt, voor de delen afgebakend door het rooilijnplan en die onder het rechtstreekse en onmiddellijke beheer van de gemeente zullen vallen, en hiermee onder de definitie van gemeentewegenis, voor aan de gemeenteraad.
a) Een korte beschrijving van de wegeniswerken:
De wegeniswerken omhelzen het wijzigen van gemeentewegenis (plaatselijk opheffen van een deel van het tracé van bestaande rooilijn), samen met de aanleg van gemeentewegenis (het vaststellen van een nieuwe rooilijn en wegeniswerken in functie van nieuwe gemeentewegenis)
Onderliggende beslissing betreft de aanleg van nieuwe wegenis en dus het vaststellen van de nieuwe rooilijn en uitrusting van de wegenis.
b) Een beschrijving van de ligging, breedte en uitrusting van de gemeenteweg:
De aanvraag omvat een rooilijnenplan waarop de huidige en toekomstige grenzen van gemeentewegenis worden aangeduid, alsook plannen die de uitrusting van de afgebakende gemeentewegenis tonen (met aanduiding van nieuwe rooilijnen en afgebakende zone voor inneming met kosteloze grondafstand). Het aanvraagdossier omvat een raming en een rooilijnenplan.
De aanvraag voorziet in de aanleg van een nieuwe doodlopende straat, een pijpenkop in L-vorm, loodrecht op de Bieststraat (ten noorden), met het korte beentje parallel met de Bieststraat (richting het oosten). De nieuwe wegenis zal in totaal 118,32 m lang zijn, waarbij het eerste stuk, loodrecht op de Bieststraat, een lengte van 83,00 m zal hebben. De breedte tussen de rooilijnen varieert van minimaal 6,50 m, voor de eerste 50,54 m, met vervolgens een breedte van 9,20 m, over een afstand van 22,30 m, om tot slot te eindigen met een breedte van 8,00 m voor de laatste 22,48 m. Ter hoogte van de bocht zal er zeer lokaal een maximale breedte van ongeveer 15,00 m noodzakelijk zijn ( draaicirkels brandweer).
De wegenis (Lot A) zal worden aangelegd in een waterdoorlatende betonstraatstenen met open voegen. De wegenis wordt omwille van zijn helling > 2%, voorzien van vier dwarsroosters. Aan beide zijden van de wegenis wordt een groene strook voorzien met een minimale breedte van 0,80 m, die lokaal uitloopt tot 1,50 m. De groenzones worden in totaal voorzien van 7 nieuwe bomen. Ter hoogte van de pijpenkop, werden de toekomstige toegangen tot de loten vastgelegd, zodoende de zones hiertussen kunnen aangelegd worden in grasdallen.
De eerste groenzone, links van de wegenis, met een breedte van 1,50 m wordt voorzien van een gracht met een buffervolume van 6,6 m³ of een infiltratieoppervlakte van 22,00 m². De gracht genoemd ‘Wadi 2’ zal een lengte van 8,50 m, een breedte van 1,00 m en een diepte van 0,78 m hebben. Deze groenzone wordt voorzien van 3 nieuwe bomen (3 van de 7).
Ter hoogte van lot 5, rechts van de wegenis, worden 3 autostaanplaatsen voorzien voor langsparkeren. De autostaanplaatsen zullen een breedte van 2,00 m hebben en worden uitgevoerd in grasdallen. Aanpalend aan de autostaanplaatsen, wordt een groenzone met een breedte van 1,50 m voorzien, beplant met streekeigen beplantingen.
Tussen de tuinzone van de bestaande woning, Bieststraat nr. 28 en de tuinzone van het nieuwe lot 5, wordt een perceel van 2a 03 ca (lot 6) aan de gemeente overgedragen. Dit lot heeft een breedte van 8,08 m, met een lengte van 25,06 m en is bestemd voor openbaar groen (speelpleintje) en een wadi. De wadi zal een bufferoppervlakte hebben van 4,00 m op 3,00 m of een infiltratieoppervlakte van 25,00 m².
Tot slot is er lot 7 met een oppervlakte van 18 ca. bestemd voor de oprichting van een elektriciteitscabine, over te dragen aan Fluvius. Lot 7 heeft een breedte aan de straat van 4,00 m en een lengte van 4,50 m. Op 1,00 m van de elektriciteitscabine, wordt de aanplant van een streekeigen haar voorzien.
In welke mate en type materiaal de bestrating zal worden uitgevoerd, vereist een nadere omschrijving:
“Nota ter verduidelijking aanleg wegenis in verkaveling Bieststraat:
Het draaipunt t.h.v. lot 1 en het keerpunt aan het einde van de pijpenkop met de vier toegangen naar de percelen, worden aangelegd in waterpasserende tegels (type Greenstones cfr afbeelding in bijlage).De rechte stukken van de wegenis worden aangelegd met een combinatie van tegels, zoals aangeduid in bijgevoegde documentatie zijnde Greenstones en Grasslines Small waarbij de aanleg van de Grasslines (grasdallen) openingen voor grasgroei vertoont van 49%.
Deze strook grasdallen zal meanderend in de rechte stukken van de verkaveling worden aangelegd over een breedte van ongeveer 2 m in het midden van de weg waarbij deze minstens 40% van de straatoppervlakte aldaar dienen te worden uitgevoerd (zie voorbeeld op pag 31 van de documentatie).
Deze combinatie van greenstones en grasslines laten een organische overgang tussen waterpasserende tegels en grastegels toe zodat de wegenis een groener karakter krijgt naast de voorziene infiltratiebekkens/wadi’s. ( De voorziene stroken voor parking zullen natuurlijk ook met grasdallen worden aangelegd zoals vermeld op het verkavelingsplan).”
Het rooilijnenplan omvat een zone bestemd voor groen en wadi, over te dragen aan het openbaar domein, met een oppervlakte van 2a 03 ca (lot 6). Alsook een zone voor overdracht aan Fluvius (bestemd voor de oprichting van een elektriciteitscabine) met een oppervlakte van 18 ca (lot 7).
c) Een beschrijving van de opname in het openbaar domein:
De aanvraag omvat een rooilijnplan (overeenkomstig artikel 16 van het decreet houdende de gemeente- wegen) met de actuele en toekomstige rooilijn van de gemeentewegenis, alsook de kadastrale vermelding van de sectie, de nummers en de oppervlakte van de getroffen kadastrale percelen en onroerende goederen, en de naam van de eigenaar van de getroffen kadastrale percelen en onroerende goederen volgens kadastrale gegevens
Volgens de gegevens in de aanvraag gebeurt er een totale inlijving in het openbaar domein van de gemeente Grimbergen; met:
Hiermee verbindt de aanvrager zich ertoe om een overdracht te doen aan het openbaar domein (gemeentewegenis) van de gemeente Grimbergen van een grondaandeel met een netto oppervlakte van 8a 46ca.
d) De planologische toets en habitatstoets op de binnen het rooilijnplan afgebakende wegenis:
Planologische toets:
De gevraagde gemeentewegenis is gelegen binnen de woongebieden volgens het gewestplan.
De aanleg van de gemeentewegenis is verenigbaar met de planologische bestemming van de gronden overeenkomstig het gewestplan.
Habitatstoets:
Binnen het gegeven van de aanvraag wordt bijgevolg geoordeeld dat er met de inrichting van de voor- gestelde gemeentewegenis, geen sprake van is onherstelbare schade aan natuur.
e) De toetsing van de aanvraag aan de doelstellingen uit artikel 3 van het gemeentewegendecreet:
Overeenkomstig artikel 3 van het decreet gemeentewegen wordt het doel nagestreefd om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bij- zonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Daartoe wordt voornamelijk ingezet op een geïntegreerd beleid gericht op:
(1°) de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau:
(2°) de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak:
f) De toetsing van de aanvraag aan de principes uit artikel 4 van het gemeentewegendecreet:
Artikel 4 van het decreet gemeentewegen stelt dat bij beslissingen over het gemeentelijk wegennet, minimaal rekening moet worden gehouden met de principes dat:
(1°) wijzigingen van het gemeentelijk wegennet steeds ten dienste staan van het algemeen belang.
De aanvraag verstoort de samenhang en structuur van de gemeentewegen niet. In het bijzonder worden de mogelijkheden tot het voldoen aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit, niet gehypothekeerd, noch wordt de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen verhinderd.
(2°) een wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg een uitzonderingsmaatregel is die afdoende wordt gemotiveerd:
Er worden geen bestaande wegen verplaatst of afgeschaft. Voorliggende aanvraag voorziet louter in de realisatie van een nieuwe wegenis, aansluitend op de bestaande wegenis (Bieststraat).
(3°) de verkeersveiligheid en de ontsluiting van de aangrenzende percelen steeds in acht worden genomen:
De materialisatie, breedte en inrichting van de wegenis zijn afgestemd op een vlot en functioneel gebruik, zodanig dat de toegankelijkheid, verkeersdoorstroming en verkeersveiligheid niet in het gedrang komen.
(4°) wijzigingen aan het wegennet zo nodig worden beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief:
5°) bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet rekening wordt gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.
g) Een weergave van financiële weerslag:
Een rooilijnplan maakt onderdeel uit van het dossier.
Volgens de gegevens in de aanvraag gebeurt er een totale inlijving in het openbaar domein van de gemeente Grimbergen, met:
Hiermee verbindt de aanvrager zich ertoe om een overdracht te doen aan het openbaar domein (gemeentewegenis) van de gemeente Grimbergen van een grondaandeel met een netto oppervlakte van 8a 46ca.
In het licht van de inname staat op het rooilijnplan:
In die zin verzoekt de gemeenteraad de vergunningverlenende overheid om bij vergunning volgende lasten op te leggen:
h) De resultaten van het openbaar onderzoek, waar deze betrekking hebben op de zaak der wegen:
Het komt enkel toe aan de gemeenteraad om zich uit te spreken over de ingediende bezwaren met betrekking tot de zaak van de wegen. Er werden geen bezwaarschriften ontvangen.
i) De adviezen die betrekking hebben op de zaak der wegen:
Er zijn diverse externe adviezen ontvangen met betrekking tot de aanleg van de wegenis en de omgeving.
Hieronder worden die adviezen aangegeven en beoordeeld indien en/of voor zover deze betrekking hebben tot de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeentewegenis, of over de eventuele opname in het openbaar domein.
ADVIESINSTANTIE |
DATUM VAN ONTVANGST |
REFERENTIE |
EINDCONCLUSIE |
||
HULPVERLENINGSZONE VLAAMS-BRABANT WEST, DIENST BRANDPREVENTIE |
9 juli 2024 |
TVE/NEUKL/24_2023/00115_001 |
Voorwaardelijk gunstig |
||
Inhoud advies: “Aangezien de hulpverlening sneller tot stand kan gebracht worden wanneer de interventievoertuigen op een gemakkelijke en snelle manier de geteisterde gebouwen kunnen bereiken, adviseert de brandweer hetgeen volgt:
De brandweer adviseert de volgende minimale eisen waaraan de nieuwe wegenis in woonprojecten, moet voldoen om de brandbestrijding en de evacuatie op een vlotte wijze te laten verlopen en om de interventies van de brandweer te vergemakkelijken: De hieronder opgesomde hindernissen (niet limitatieve lijst) op de toegangswegen moeten beperkt worden of zodanig geplaatst worden dat deze geen hinder opleveren voor de doorgang en de opstelling van de voertuigen van de brandweer: - stilstaande en geparkeerde voertuigen Vaststelling: 5 BLUSWATERVOORZIENING 7 BESLUIT 7.1 Voorwaardelijk gunstig: Beoordeling:
|
|||||
DE WATERGROEP |
9 september 2024 |
Advies ACCA |
Voorwaardelijk gunstig |
||
Inhoud advies: “Volledig gunstig advies met voorwaarden . Er is uitbreiding van de waterleiding noodzakelijk Voor de uitrusting van de verkaveling met een drinkwaterleiding op het openbaar domein moet door de initiatiefnemer onderstaand betaald worden: • een forfaitaire kost per bebouwbare kavel • een studiekost per project Wanneer aan alle voorwaarden is voldaan zal De Watergroep de gemeente hiervan op de hoogte brengen. Vervolgens zal de gemeente, cfr. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, een verkoopbaarheidsattest afleveren. Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken. De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep. De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de individuele aanvragers.” Beoordeling:
|
|||||
FLUVIUS |
10 juli 2024 |
5000073452 |
Voorwaardelijk gunstig |
||
Inhoud: - Aanleg van nieuwe nutsleidingen voor elektriciteit - Openbare Verlichting - Oprichting van een distributiecabine Opmerkingen betreffende de nieuwe wegenis: De perceelsgrenzen en rooilijnen moeten uitgezet zijn en de nieuwe wegenis moet verhard zijn. De voetpaden mogen nog niet zijn aangelegd. Voor dit project kunt u als initiatiefnemer zelf instaan voor het sleufwerk. Voor meer info zie bijlage: 'Korting sleufwerk'. Er dient minstens een vrije, openbare ruimte met een breedte van 1,50 m langs beide zijden van de straat op het openbaar domein tussen de 2 rooilijnen voorzien te worden waarin de leidingen en kabels aangelegd worden. Op het einde van een pijpenkop wordt eveneens een vrije openbare ruimte van 1,5 m voorzien. Zowel bovengronds als ondergronds (tot op een diepte van 1,5 m ten opzichte van het maaiveld) mogen zich geen hindernissen, o.a. fundering, bevinden in deze ruimte. Hieronder wordt tevens begrepen dat de ruimte vrij dient te zijn van bebouwing, bedekking (zoals asfalt, beton,…) of beplanting uitgezonderd gras. De vrije, openbare ruimte dient na de aanleg der nutsleidingen een openbaar karakter te behouden en vrij te blijven van alle constructies. Indien er echter in dit project geen openbaar domein zou voorzien worden waarin de nutsleidingen zoals vermeld in deze offerte kunnen aangelegd worden en er dus in dit project enkel private wegenis wordt voorzien, dan dient u ons hiervan onmiddellijk in te lichten. Uw offerte zal dan immers gewijzigd moeten worden. Zoals bepaald in ons projectreglement dient vóór de aanleg eerst kosteloos een erfdienstbaarheid voor de netbeheerder voor het volledige project te worden voorzien. Ons projectreglement is beschikbaar op onze website. De netbeheerder behoudt zich eveneens het recht voor om bij projecten met private wegenis geen nutsleidingen aan te leggen in het project zelf, maar zich te beperken tot het aansluiten van het project ter hoogte van de grens met het openbaar domein. Voor het plaatsen van meetinstallaties zal voor dit project door de initiatiefnemer een lokaal moeten voorzien worden op de grens met het openbaar domein.” Beoordeling:
|
|||||
PROXIMUS |
19 juli 2024 |
5000073452 |
Voorwaardelijk gunstig |
||
Inhoud: “Op basis van de informatie waarover wij momenteel beschikken, geven wij graag een gunstig advies indien u volgende voorwaarden opneemt in uw vergunning: o Een finale netwerkanalyse zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan. o Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste van de aanvrager. o Van zodra vergund en minimaal 6 maanden voor winddicht dient de aanvrager zijn project kenbaar te maken bij Proximus door het downloadbaar formulier (zie onderstaande URL) ingevuld te versturen naar werf.a2@proximus.com . o De Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan. o Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via werfcoordinatie@proximus.com. Na de werken kunnen de bewoners eenvoudig aansluiten op de nutsvoorzieningen voor telefonie-, internet- en televisiediensten. Hiervoor kan de aanvrager terecht bij onze klantendienst op het gratis nummer 0800 22 800. Meer informatie op www.proximus.be/bouwen.“
Beoordeling:
|
|||||
WYRE |
2 juli 2024 |
25155869 |
Voorwaardelijk gunstig |
||
Inhoud: “Wij zijn nagegaan welke aanpassing van de infrastructuur van Wyre nodig is om de loten uit deze verkavelings- of bouwaanvraag te kunnen aansluiten. Wij vragen om onderstaande voorwaarden op te nemen in de vergunning: • Onze studiedienst stelde vast dat er een netuitbreiding nodig is om alle loten van dit project aansluitbaar te maken. • Er werd een offerte opgesteld en ter goedkeuring doorgestuurd naar de aanvrager. In deze offerte houden we rekening met het aanleggen van nutsleidingen in overleg met andere nutsmaatschappijen. Dit is kostenbesparend en beperkt de hinder. We stemmen de uitvoeringstermijnen dan ook af op de planning van de andere werken. Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitkosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend. Beoordeling: Wyre stelt in haar advies een aantal randvoorwaarden om het project in aanvraag aansluitbaar te maken; een netwerkuitbreiding is noodzakelijk. Bij vergunning vormt het een voorwaarde dat de aanvrager/vergunninghouder instaat voor de aanleg van het teledistributienet ten behoeven van de aansluiting van het gevraagde project. Er wordt ingestemd met het advies. De naleving van het advies en de daaraan gestelde voorwaarden wordt opgenomen als voorwaarde bij de vergunning. De kosten die hiermee gepaard gaan, zullen ten laste worden gelegd van de vergunninghouder.
|
|||||
DIENST WEGEN EN WATER VAN DE GEMEENTE GRIMBERGEN |
17 juli 2024 |
VA/940/24 |
Voorwaardelijk gunstig |
||
Inhoud: “De Bieststraat is een gemeenteweg aangelegd met kasseiverharding. De berm langs het perceel is aangelegd met grijze klinkerverharding. De weg is afgeboord met een boordsteen en bevat op geregelde afstand kolken. Verschillende nutsvoorzieningen zijn aanwezig in de Bieststraat. De nodige aanvragen dienen ingediend te worden bij de betrokken nutsmaatschappijen door de aanvrager, om de nodige aansluiting/uitbreiding te realiseren. Een gemengd rioleringsstelsel dia 40 cm evenals een regenwateravoer met een diameter van 70cm zijn aanwezig in de Bieststraat. Beide leidingen zijn eigendom en in beheer van Aquafin. Ter hoogte van de inrit naar de betrokken percelen zijn reeds huisaansluitputjes voorzien. Deze mogen niet gebruikt worden voor de aanleg van deze verkaveling. Aangezien de Bieststraat en onmiddellijke omgeving een gekende problematiek hebben van wateroverlast is het van groot belang dat al het regenwater dat valt op de hoger gelegen percelen, zo ook de percelen waarop deze aanvraag van toepassing is, wordt opgevangen en hergebruikt, of ter plaatse kan infiltreren. Een aansluiting van regenwater naar het afvoerstelsel van de Bieststraat is niet toegelaten.
Volgens het gebiedsdekkend uitvoeringsplan van 18 december 2015 opgesteld door de Vlaamse Milieu Maatschappij is de verkaveling gelegen in het centraal gebied, waarbij in principe bij iedere gelegenheid van een bouwaanvraag voor nieuwbouw/verbouwing/ aanpassing/regularisatie de geldende wetgeving op de afkoppeling van hemelwater zoals goedgekeurd door de Vlaamse regering op 10 februari 2023 evenals de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot de afvoer van hemelwater zoals goedgekeurd op 26 september 2023 van toepassing is, waarbij maatregelen bepaald worden inzake de aanleg van hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en de gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
Het addendum B25 verordening hemelwater formulier voor berekening van de infiltratie- en buffervoorzieningen dient bij de bouwaanvraag van ieder lot bijgevoegd te worden. De infiltratievoorziening van ieder lot dient op minimum 4 m. afstand tot bestaande gebouwen geplaatst te worden en zonder hinder te veroorzaken buiten de perceelsgrens. Een overloop van de infiltratievoorziening mag niet voorzien worden.
Hergebruik van het hemelwater dient maximaal te gebeuren.
In toepassing van het gemeentelijke reglement en voorschriften voor rioolaansluitingen aan het openbare rioleringsstelsel dient voor ieder lot zowel een septische put als een gescheiden rioleringsstelsel tot aan de rooilijn voorzien te worden. Ter hoogte van de rooilijn voor de aansluiting van de woning dient een nieuw aansluitingsputje DWA met gietijzeren deksel (20 cm x 20 cm) en correcte inscriptie geplaatst te worden. De vloei van het aansluitputje DWA dient zich te bevinden tussen 80 à 100 cm onder het maaiveld niveau. Lage kelderaansluitingen zijn niet toegelaten.
Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (MB van 12 september 2014, BS van 20 oktober 2014) moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt (oprit, terras, etc.…) infiltreren op natuurlijke wijze naast of door de verharde oppervlakte op eigen terrein in de bodem. Deze oppervlaktes kunnen afgetrokken worden bij de berekening (toe te voegen) van de te voorziene infiltratieoppervlakte. Het gescheiden afwateringssysteem van ieder lot dient voorzien te zijn van een keuringsattest type “VLARIO”. Dit positief keuringsattest van iedere woning moet aan de dienst Wegen en Water van de Gemeente Grimbergen worden overgemaakt alvorens de gebouwen in gebruik worden genomen. Er dient rekening gehouden te worden met de leidraad + checklist van de pesticidentoets van de VMM (2009) voor een pesticidenvrij beheer van het openbare domein bij aanleg van verharde oppervlaktes. De berm ter hoogte van ieder lot dient beschermd te worden tijdens de bouwwerken om schade te voorkomen. Bij beschadiging dient deze over de volledige breedte van het perceel palend aan de weg, heraangelegd te worden volgens de gemeentelijke voorschriften en SB 250 versie 4.1. Ter hoogte van de toegang tot ieder lot voor gemotoriseerd verkeer dient de berm aangelegd te worden met grijze waterdoorlatende betonstraatstenen volgens de voorschriften van het SB 250 versie 4.1. Deze werken dienen uitgevoerd te zijn bij ingebruikname van het gebouw.
Het voorgesteld wegenisontwerp wordt aanvaard, overwegende dat de klinkerverharding waterdoorlatend zal worden uitgevoerd en de parkeerplaatsen met grasdallen zal worden gerealiseerd. Boordstenen langsheen de rijweg zullen steeds 1cm lager liggen dan de rijweg om afwatering te bevorderen. Aangezien de wegenis in een helling ligt die de 2% zal overschrijden worden waterdoorlatende klinkers ook als afstromende verharding aanzien. Hierdoor is het gebruik van dwarsroosters in de wegenis toegelaten op voorwaarde dat deze het opgevangen regenwater afvoeren naar een bovengrondse infiltratievoorziening binnen het projectgebied en zij voldoen aan de norm voor gebruik in een openbare weg. Specificaties van deze roosters nog over te maken aan de Gemeente Grimbergen. Vanuit onze dienst blijven wij echter de suggestie meegeven om de waterdoorlaatbaarheid te verhogen door meer gebruik te maken van nog beter doorlatende materialen en de dichte klinkers slechts te beperken tot een zogenaamd karrenspoor.
Het uitzetten van de nieuwe rooilijn van ieder lot dient door een erkende landmeter uitgevoerd worden in opdracht van de verkavelaar. Na het uitrusten van de verkaveling met grenspalen, en te hebben voldaan aan alle financiële verplichtingen, zal het attest verkoop der loten worden afgeleverd. Alle opgesomde verplichtingen en daaraan verbonden kosten vallen ten laste van de verkavelaar.
Advies Openbare Werken: GUNSTIG rekening houdend met de hierboven beschreven omstandigheden.
|
|||||
MOBILITEITSDIENST VAN DE GEMEENTE GRIMBERGEN |
15 juli 2024 |
VA/940/24 |
Voorwaardelijk gunstig |
||
Inhoud: “Er werd over dit project een mobiliteitstoets met addendum opgemaakt. Hieromtrent mijn bemerkingen:
|
De gemeenteraad kan de vergunningverlenende overheid verzoeken om in de omgevingsvergunning voor het project voorwaarden en lasten op te leggen.
In die zin verzoekt de gemeenteraad de vergunningverlenende overheid om bij vergunning op te leggen dat de voorwaarden en lasten die voortvloeien uit de (hierboven genoemde) adviezen en die betrekking hebben op de zaak der wegen, moeten worden nageleefd bij uitvoering van de werken.
Raadslid BOELENS krijgt het woord en begrijpt dat dit project op zich een goede bedoeling heeft, aangezien men hier aan een stuk inbreiding doet op een locatie die verantwoord is, want men dacht eerst dat het misschien lager gelegen was.
Wat de fractie Groen betreurt is dat daar een verkaveling komt in 5 kavels waarvan de grootste 7 are 80 is en de kleinste 5 are 80. Eigenlijk betekent dit weer dat dit geen woning kan zijn voor mensen met een bescheiden inkomen. Men mikt daar weer op de hogere middenklasse, terwijl de fractie Groen overal verkondigt dat er echt nood is aan betaalbaar wonen voor jonge Grimbergenaren die hier willen blijven wonen. Op die manier gaat men er nooit komen, als door dit soort verkaveling geen betaalbaar wonen wordt gecreëerd. Volgens de fractie Groen had dit gekund en had men kunnen onderhandelen met de ontwikkelaar over eventueel 10 kleinere loten, dan waren er eventueel wel kansen voor mensen die het met een laag inkomen moeten doen. De fractie GROEN stelt met grote spijt vast dat dat niet gebeurd is en dat dit een gemiste kans is.
Burgemeester LAEREMANS krijgt het woord en geeft toe dat deze bekommernis in principe terecht is. Vandaag is het minder evident dan vroeger om nog viergevelwoningen te zetten. De dienst kijkt nog steeds in heel belangrijke mate naar de harmonie met de omgeving en de inpassing in de omgeving. Het is helemaal omringd met viergevelwoningen en dan is men van oordeel dat het eigenlijk niet past om daar zo druk en zo dens te gaan verkavelen, ook rekening houdend met de mobiliteit in zulke kleine pijpenkop, en ook de waterproblematiek en dergelijke meer. De bedoeling is dat het water daar wel zoveel mogelijk ter plaatse blijft en kan infiltreren. Een beetje lager in die omgeving zit men met ernstige waterproblematiek, dat is dus de afweging van de dienst geweest. In die omgeving of in die buurt zijn er weinig of geen driegevelwoningen en het is omdat de dienst zelf van oordeel is dat het daar zo beter past, dat men het eigenlijk zo heeft voorgesteld. Het is in dat voorstel of in overleg met de dienst gebeurd. We zagen daar zelf niet onmiddellijk een probleem in, omdat het uiteindelijk ook een tamelijk landelijke en open omgeving is daar.
Raadslid BOELENS krijgt nogmaals het woord en begrijpt de opmerking van burgemeester LAEREMANS, maar voegt eraan toe dat als men die redenering volgt dan kan men in heel wat wijken nooit overgaan tot een soort 'downsizen' van wat er nu is aan woningen. Die nood is er wel en die is groot. Indien het dan echt gaat over het aspect van verdichting, kan men daar ook een mouw aan passen. Men kan dus eventueel inderdaad voor driegevelwoningen gaan en eventueel voor zelfs meersgezinswoningen gaan, ook al zal men daar ook zeggen dat het niet in die omgeving past. Maar we zitten nu eenmaal met een enorme uitdaging op het vlak van wonen en men gaat keuzes moeten maken. Verder stelt raadslid BOELENS dat men er met deze keuze niet zal komen.
Burgemeester LAEREMANS krijgt nogmaals het woord en geeft aan dat hij die bekommernis begrijpt en ook zal meegeven aan de dienst Ruimtelijke Ordening voor de toekomst.
Raadslid DEWIT krijgt het woord en wil nog toevoegen, hoewel dit volgens hem het juiste punt niet is, dat de bestendige deputatie toestemming heeft gegeven in de Jetsestraat om een mooie tuin met een huis dat een zeker cachet heeft, maar dat gerestaureerd moest worden, van dat helemaal af te breken en daar verschillende appartementen te zetten. De termijn verloopt binnen enkele weken en raadslid DEWIT geeft aan dat hij niet weet niet wat het gemeentebestuur van plan is om te doen.
Burgemeester LAEREMANS antwoordt dat het niet gaat om appartementen maar om eengezinswoningen, vier driegevelwoningen en één tweegevelwoning waar men een stukje denser gaat. Indien men dan de logica volgt van raadslid BOELENS, dan zou men daar dan blij moeten zijn dat men daar iets kleinere woningen vindt, maar daar zegt raadslid BOELENS "neen" tegen, want daar zijn het er te veel, en terwijl dat dat Strombeek is. Dus hier ziet men hoe gevoelig en hoe delicaat deze soort materie is. Burgemeester LAEREMANS voegt eraan toe dat hij weet dat raadslid BOELENS mee een procedure heeft gevoerd en in beroep is gegaan. Hoewel deze zaak niet op de agenda staat, is er een link tussen de twee dossiers en daarom vindt burgemeester LAEREMANS het debat wel interessant.
Daar kan men zeggen dat het niet helemaal conform het Beleid Gewenste Ontwikkeling (hierna:BGO) en de gewenste ontwikkeling van zowel gemeente als de provincie is. Alleen was dat al veel eerder in besprekingen en is dit de reden waarom men uiteindelijk met dat project is doorgegaan. Men heeft daar meer woningen voorzien op dat terrein, die kunnen daar ook staan aangezien dat terrein relatief groot is. Waarop de buren zullen zeggen dat er weer te veel groen verdwijnt. Er zijn altijd mensen die er voor zijn, maar ook tegen. Dit is geen wetenschappelijk verhaal, dat is altijd een stuk aanvoelen, past het daar of past het daar niet, en dat is ook op het randje dat dossier, dat geeft burgemeester LAEREMANS toe.
Raadslid Chris SELLESLAGH krijgt het woord en stelt dat hij de discussie niet wil aangaan, maar dat het een privé-verkavelaar is dat in die buurt iets gaat doen en dat het allemaal dezelfde type woningen zijn die er staan. Hij zegt dat hij het probleem eigenlijk niet begrijpt. Er zijn daar geen appartementen of geen studio's. Als men dat privé wil verkavelen in zeven loten, dan is er in die omgeving geen probleem. Het zijn allemaal dezelfde type van woningen.
Raadslid BOELENS krijgt een derde maal het woord en wenst hierop te reageren en zegt tegen raadslid SELLESLAGH dat het kan zijn dat hij het probleem niet begrijpt. Het probleem dat hier gesignaleerd wordt, is dat men vijf woningen gaat bouwen voor de begoede middenklasse, terwijl dat iedereen het van de daken schreeuwt dat er problemen zijn voor jongeren die in Grimbergen willen wonen omdat ze geen betaalbare woning vinden, en dan zegt men dat dit soort verkavelingen daar misschien perspectieven biedt. Als men dat niet wilt begrijpen, is dat het probleem van de fractie Open VLD. Over de Jetsestraat is dit het standpunt van de fractie Groen. Men heeft kennisgenomen van het bezwaar dat daar door buurtbewoners werd ingediend, maar dat heeft te maken met het feit dat men bezig is met een RUP dat straks ter sprake komt en dat er in die zone rijkelijke linten uitdrukkelijk gesteld wordt dat daar niet mag opgedeeld worden.
Hij heeft dit onder andere bij de eerste bespreking van het RUP gezegd, toen men zei dat men nog maar in de aanvangsfase zit, maar wat er nu in het ontwerp van RUP staat, is al bindend volgens de fractie Groen. Raadslid BOELENS heeft zelfs uitdrukkelijk de vraag gesteld, dat betekent toch dat die rijkelijke linten, dat dat niet de bedoeling kan zijn om grotere kavels in stukken op te delen. Hij had toen al kennis van het dossier, maar wou toen het achterste van zijn tong niet laten zien. Raadslid BOELENS stelde toen op dat moment vast dat men een mooi principe goedkeurt wat betreft die rijkelijke linten voor Strombeek, en tegelijkertijd dit al direct met de voeten treedt. Als dat de bedoeling is van een RUP, dan kan men beter geen RUP maken. Daarom heeft hij toen die bedenking gemaakt, want hij verzet zich niet tegen het principe van inbreiden. Het is ook wel weer een inbreiding waar dat men inderdaad, zoals raadslid DEWIT ook zegt, een prachtige tuin, en er zijn er niet zoveel in Strombeek, toch wel serieus hypothekeert. Maar los daarvan, tegen het principe van inbreiding kan men moeilijk zijn, maar op die locatie dan had men dat niet de quotering rijkelijke linten moeten geven. Dan gaat men bijvoorbeeld in heel de Strombeeklinde op dezelfde manier te werk kunnen gaan. Daar wou de fractie Groen op reageren.
Burgemeester LAEREMANS krijgt voor een derde en laatste maal het woord en verklaart dat de provincie ook akkoord was met het BGO en nu is het ook weer de provincie die zegt dat het in deze omstandigheden wel kan. Wat is er in de praktijk gebeurd? Dat dossier was al heel wat maanden, zo niet twee jaar, in bespreking en men heeft daar heel wat voorbesprekingen gedaan. Op basis daarvan heeft men dan een aantal beslissingen genomen, ook de verkavelaar zelf. Om daar dan een soort gegeven woord te geven en daar dan op terug te komen, dat is heel delicaat. Dan heeft men geoordeeld dat het toch verdedigbaar was. Maar in de toekomst zal het niet meer gebeuren. Nu moet men bij de diensten hiermee rekening houden. Dat ligt in een royaal lint, dus daar moet men anders over handelen en ageren. Dat zal in de toekomst dus niet meer kunnen.
/
Artikel 1.
Kennis te nemen van het feit dat er in het kader van het openbaar onderzoek dat werd gehouden van 24 mei tem. 22 juni 2024, geen bezwaarschriften werden ingediend.
Art. 2.
Akkoord te gaan met de voorgestelde nieuwe rooilijn en de aanleg van de wegenis (die onderdeel vormt en geïntegreerd deel uitmaakt van de aanvraag tot omgevingsvergunning (ref.: OMV_2024038514 - VA/940/24) ingediend door Katelijne SICCARD wonende te Wolstraat 37/2 te 2000 Antwerpen en Jonathan BOOGMANS namens STUDIE-EN LANDMETERSKANTOOR BOOGMANS BVBA gevestigd te Jan Hammeneckerstraat 80/1 te 1861 Meise voor het verkavelen van een perceel in 7 loten, waarvan 5 loten voor een eengezinswoning in open bebouwing en de aanleg van een ontsluitingsweg, gelegen Bieststraat 26 te 1850 Grimbergen, kadastraal gekend als: afdeling 3 sectie F nrs. 133K, 133H, 134S en 141B, mits het uiteindelijk verkrijgen van deze omgevingsvergunning.
Art. 3.
De vergunningverlenende overheid te verzoeken om in de omgevingsvergunning voor het project volgende voorwaarden op te leggen:
De adviezen van de gemeentelijke diensten met betrekking tot de inrichting en uitvoering van het openbare domein en de groenaanleg dienen te worden nageleefd.
Het naleven van de adviezen van de gemeentelijke diensten is een noodzakelijke voorwaarde voor de opname van de wegenis in het openbaar domein na uitvoering van de werken. De gemeente moet ook betrokken worden in het overleg met nutsmaatschappijen, bij het uitschrijven van de aanbestedingsprocedure én uitvoering en zal op de hoogte gehouden worden van de stand van het dossier. De uitvoering van de werken in functie van het terrein voor openbaar nut en de wegenis, moeten worden gecontroleerd en opgevolgd door de dienst Wegen van Water van de gemeente, om tot een goed eindresultaat met overdracht te kunnen komen.
De Watergroep, Fluvius, Wyre en Proximus stellen in hun adviezen randvoorwaarden rond de nutvoorzieningen die noodzakelijk zijn. De voorwaarden in elk van deze adviezen dienen te worden nageleefd.
De brandweer stelt volgende specifieke voorwaarden m.b.t. de wegenis:
De brandweer adviseert de volgende minimale eisen waaraan de nieuwe wegenis in woonprojecten, moet voldoen om de brandbestrijding en de evacuatie op een vlotte wijze te laten verlopen en om de interventies van de brandweer te vergemakkelijken:
minimale vrije breedte: 4 m;
minimale vrije hoogte: 4 m;
minimale draaistraal: 11 m aan de binnenkant en 15 m aan de buitenkant;
maximale helling: 6%;
het draagvermogen moet zo zijn dat de brandweervoertuigen met een maximale asbelasting
van 13 ton, zonder te verzinken, er kunnen rijden en stilstaan, zelfs wanneer ze het terrein vervormen en
voor kunstwerken (zoals putdeksels, e.d.) die zich op de toegangswegen bevinden richt men zich naar de norm NBN B 03-101.
De hieronder opgesomde hindernissen (niet limitatieve lijst) op de toegangswegen moeten beperkt worden of zodanig geplaatst worden dat deze geen hinder opleveren voor de doorgang en de opstelling van de voertuigen van de brandweer:
stilstaande en geparkeerde voertuigen;
verkeersremmende maatregelen;
straatmeubilair, straatverlichting;
verkeerslichten, verkeersborden, …
groenvoorzieningen (beplantingen, bomen e.d.);
…
Straatnaamgeving moet duidelijk en ondubbelzinnig zijn voor de hulpdiensten. Verschillende straten moeten verschillende straatnamen krijgen. Huisnummers dienen ondubbelzinnig te zijn. Zij dienen duidelijk zichtbaar opgehangen te worden aan de hoofdingang of hoofdinrit van het gebouw, leesbaar vanaf de openbare weg.
In de onmiddellijke nabijheid van de gebouwen moet de brandweer kunnen beschikken over een primaire bluswatervoorziening. Deze moet snel kunnen ingezet worden door het eerste voertuig dat ter plaatse komt en dient voor de eerste aanval. Als primaire bluswatervoorziening kunnen hydranten geplaatst worden.
Art. 4.
De vergunningverlenende overheid te verzoeken om in de omgevingsvergunning voor het project volgende lasten op te leggen met het oog op de uiteindelijke uitvoering van de werken:
de loten, bestemd voor openbaar nut en/of inlijving in het openbaar domein, zijn op initiatief van de verkavelaar of op het eerste verzoek gratis aan de gemeente over te dragen en dit vrij en onbelast en zonder enige kost voor de gemeente. De procedure voor overdracht wordt gestart na de voorlopige oplevering van alle wegen- en rioleringswerken in de volgens het rooilijnplan afgebakende zone;
de verwezenlijking van de wegenis, groene ruimten, ruimten voor openbaar nut en nutsvoorzieningen gebeurt op kosten van de ontwikkelaar/ aanvrager/ vergunninghouder. Het latere beheer van de delen gemeentewegenis valt onder de bevoegdheid van gemeente Grimbergen, dus voor wat betreft die delen die aan het openbaar domein van de gemeente worden overgedragen of hier reeds toebehoren;
indien de betrokken percelen fungeren voor de opvang en infiltratie van privéwoningen dienen er voorafgaandelijk ook de nodige afspraken gemaakt te worden betreffende het onderhoud ervan;
voor de start van de werken:de vergunninghouder dient een bewijs voor het storten van de borg en betaling aan de nutsmaatschappijen voor te leggen aan de gemeente. Voor het storten van deze borg en betaling aan de nutsmaatschappijen, mogen de werken aan het latere openbaar domein niet starten;
het inrichten en plaatsen van openbare verlichting valt mee ten laste binnen de wegenisopdracht. De kosten en plaatsing vallen ten laste van de vergunninghouder;
de aanvrager/verkavelaar heeft de verplichting om de geldende reglementering, uitgevaardigd door de distributienetbeheerder Fluvius (Iverlek/ Eandis) voor elektriciteit en aardgas, inzake privé-verkavelingen/sociale verkavelingen/industriële verkavelingen /appartementsgebouwen strikt na te leven. Deze teksten zijn op eenvoudig verzoek verkrijgbaar bij de genoemde distributienetbeheerder; ze zijn eveneens raadpleegbaar op de website van de distributienetbeheerder(s);
de ontwikkelaar/aanvrager/vergunninghouder dient in te staan voor de aanleg en/of uitbreiding van het distributienet voor elektriciteit en gas, het waterleidingnet en het teledistributienet ten behoeve van de aansluiting van de verschillende kavels/woongelegenheden;
de ontwikkelaar/aanvrager/ vergunninghouder neemt na het verkrijgen van de omgevingsvergunning zo snel mogelijk (opnieuw) contact op met de nutsmaatschappijen die leidingen moeten voorzien in het woonproject en
het document "Aanvraag voorwaarden voor de aanleg van een aardgas- en elektriciteitsnet voor openbare distributie en oprichting van de openbare verlichtingsinstallatie in een bouwproject" en het bouwproject dienen bezorgd en kenbaar te worden gemaakt aan Fluvius.
De gemeenteraad neemt kennis van en behandelt de resultaten van het openbaar onderzoek en de adviezen over het ontwerp van RUP Beigem Centrum en stelt het ruimtelijk uitvoeringsplan definitief vast.
Het RUP heeft als doelstelling de lange termijnvisie en de ontwikkelingsperspectieven van het GRS uit te voeren. Dit betekent dat de landschappelijke en historische identiteit van het dorp wordt behouden zonder daarom nieuwe activiteiten uit te sluiten. Wonen in de kern blijft de hoofdactiviteit, gekoppeld aan kleinschalige, woonondersteunende functies die hiermee verweefbaar zijn. Daarnaast wenst dit RUP in te spelen op de huidige maatschappelijke uitdagingen en noden door gericht in te zetten op de versterking van de open ruimte en van het landelijke dorp.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 (VCRO) en zijn uitvoeringsbesluiten, in het bijzonder artikel 2.2.21 dat bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor de voorlopige en definitieve vaststelling van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, TITEL II Planning.
Decreet van 1 juli 2016 tot wijziging van de regelgeving voor ruimtelijke uitvoeringsplannen teneinde de planmilieueffectenrapportage en andere effectbeoordelingen in het planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen te integreren door wijziging van diverse decreten, en haar uitvoeringsbesluiten.
Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 betreffende het geïntegreerde planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen.
Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van 27 januari 2011. (WEBSITE)
Doorlopen procedurestappen van het RUP Beigem Centrum. (DSI)
Resultaten van het openbaar onderzoek over RUP Beigem Centrum (DOSSIERSTUK).
Besluit van de gemeenteraad van 14 december 2023 "RUP Beigem Centrum: ontwerp - Voorlopige vaststelling".
Besluit van de gemeenteraad van 27 juni 2024 waarmee een aangepast ontwerp van RUP Beigem Centrum voorlopig werd vastgesteld.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 30 juli 2018 waarmee de opdracht tot opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Beigem Centrum' werd toegewezen aan Haviland.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 17 augustus 2020 waarmee de opdracht herop gestart werd.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 24 januari 2022 waarmee de startnota van het RUP Beigem-Centrum werd goedgekeurd.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 11 april 2022 waarmee kennis werd genomen van de adviezen over en de reacties op de startnota van het RUP Beigem-Centrum.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 9 januari 2023 waarmee de scopingnota van het RUP Beigem Centrum werd goedgekeurd.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 12 juni 2023 waarmee het voorontwerp van het RUP Beigem Centrum werd goedgekeurd.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 17 juli 2023 waarmee kennis werd genomen van de resultaten van de adviesronde over het voorontwerp van RUP Beigem Centrum.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 27 november 2023 waarmee het ontwerp van RUP Beigem Centrum werd goedgekeurd.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 10 juni 2024 waarmee kennis werd genomen van de resultaten van het openbaar onderzoek en de adviezen over het ontwerp van RUP Beigem Centrum.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 10 juni 2024 waarmee een voorstel van behandeling van de resultaten van het openbaar onderzoek en de adviezen over het eerste ontwerp van RUP Beigem Centrum werd uitgewerkt, alsook een voorstel van aangepast RUP Beigem Centrum werd goedgekeurd.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 16 september 2024 waarmee een voorstel van behandeling van de resultaten van het openbaar onderzoek en de adviezen over het tweede ontwerp van RUP Beigem Centrum werd uitgewerkt, alsook een voorstel van aangepast RUP Beigem Centrum werd goedgekeurd.
Melding dat Departement Omgeving geen advies verleent.
Advies provincie Vlaams Brabant, beschikbaar op het DSI-loket (bij "Informatie omtrent adviesverlening").
Advies Gecoro, incl. bundeling en coördinatie van de bezwaren, opmerkingen en adviezen (DOSSIERSTUK).
Het gemeentebestuur maakt een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op ter vervanging van het BPA Beigem (1999).
Het RUP heeft als doelstelling de lange termijnvisie en de ontwikkelingsperspectieven van het GRS uit te voeren. Dit betekent dat de landschappelijke en historische identiteit van het dorp wordt behouden zonder daarom nieuwe activiteiten uit te sluiten. Wonen in de kern blijft de hoofdactiviteit, gekoppeld aan kleinschalige, woonondersteunende functies die hiermee verweefbaar zijn. Daarnaast wenst dit RUP in te spelen op de huidige maatschappelijke uitdagingen en noden door gericht in te zetten op de versterking van de open ruimte en van het landelijke dorp. Gezien maatschappelijke trends onderhevig zijn aan veranderingen, dient dit RUP voldoende flexibiliteit in te bouwen om ruimte te laten voor toekomstige noden en inzichten. Verder wil de gemeente met dit RUP inspelen op een aantal concrete vraagstukken en knelpunten. Voor een aantal percelen komt geregeld de vraag naar duidelijkheid omtrent de ontwikkelingsmogelijkheden naar boven. Enkele percelen bevinden zich in een ruimtelijk onduidelijke situatie en de mogelijkheden voor deze percelen dienen eveneens nader bekeken te worden.
Het planteam maakte een ontwerp op.
In zitting van 14 december 2023 werd het ontwerp van RUP Beigem Centrum goedgekeurd en het ruimtelijk uitvoeringsplan voorlopig vastgesteld.
Het eerste openbaar onderzoek liep van 15 januari tem. 14 maart 2024.
Er werden 19 opmerkingen ontvangen en een advies van de provincie Vlaams-Brabant.
De Gecoro bundelde en coördineerde alle adviezen, bezwaren en opmerkingen en bracht advies uit.
De gemeenteraad besloot een aangepast ontwerp van RUP Beigem Centrum voorlopig vast te stellen en over dit tweede ontwerp een openbaar onderzoek te organiseren van 3 juli tem. 31 augustus 2024.
Er werden 20 opmerkingen ontvangen en een advies van de provincie Vlaams-Brabant.
De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (Gecoro) bundelt en coördineert alle adviezen, opmerkingen en bezwaren en brengt binnen negentig dagen na het einde van het openbaar onderzoek gemotiveerd advies uit bij de gemeenteraad. Het advies bevat de integrale adviezen van de deputatie en van het departement. Op hetzelfde ogenblik bezorgt de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening het college van burgemeester en schepenen de gebundelde adviezen, opmerkingen en bezwaren.
Als de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening geen advies heeft verleend binnen de gestelde termijn, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan. In dat geval bezorgt ze onmiddellijk de gebundelde adviezen, opmerkingen en bezwaren aan de gemeenteraad.
De Gecoro nam kennis van de reacties en adviezen, alsook van het voorstel van het planteam tot behandeling van de reacties. De Gecoro bundelde en coördineerde de bezwaren en opmerkingen en bracht advies uit.
De Gecoro stelt voor om de voorschriften en het grafisch plan aan te passen.
Het ruimtelijk uitvoeringsplan kan nl. nog aangepast worden volgens VCRO art. 2.2.21:
"Bij de definitieve vaststelling van het plan kunnen ten opzichte van het voorlopig vastgestelde plan alleen wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren en opmerkingen, of uit de adviezen, uitgebracht door de aangewezen diensten en overheden, of uit het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening.
De definitieve vaststelling van het plan kan echter geen betrekking hebben op delen van het grondgebied die niet opgenomen zijn in het voorlopig vastgestelde plan."
Het schepencollege nam kennis van het advies van de Gecoro en maakte een voorstel van behandeling van de resultaten van het openbaar onderzoek en de adviezen over het tweede ontwerp van RUP Beigem Centrum op, alsook een voorstel van aangepast RUP Beigem Centrum.
Het ruimtelijk uitvoeringsplan bevat conform de VCRO:
1° een beschrijving en verantwoording van de doelstellingen van het plan;
2° een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is;
3° de bijbehorende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting of het beheer en, in voorkomend geval, de normen, vermeld in artikel 5.96 en 5.97 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
4° een weergave van de juridische toestand;
5° een weergave van de feitelijke ruimtelijke toestand en de toestand van het leefmilieu, de natuur en andere relevante feitelijke gegevens;
6° de relatie met het ruimtelijk structuurplan of ruimtelijk beleidsplan of de ruimtelijke structuurplannen of ruimtelijke beleidsplannen waarvan het een uitvoering is en, in voorkomend geval, een omschrijving van andere relevante beleidsplannen;
7° in voorkomend geval, een zo mogelijk limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden;
8° de kwaliteitsbeoordeling en, in voorkomend geval, de verklaring, vermeld in artikel 4.2.11, § 7, eerste lid, 2°, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, en, in voorkomend geval, een overzicht van de conclusies van de volgende effectbeoordelingen waarbij aangegeven wordt hoe die geïntegreerd zijn in het plan :
a) het planmilieueffectrapport;
b) de passende beoordeling;
c) het ruimtelijk veiligheidsrapport;
d) andere verplicht voorgeschreven of gemaakte effectenrapporten;
in voorkomend geval de monitoringsmaatregelen in het kader van de uitgevoerde effectbeoordelingen;
9° in voorkomend geval, een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding als vermeld in artikel 2.6.1 van deze codex, een planbatenheffing als vermeld in artikel 2.6.4 van deze codex, of een compensatie als vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid;
10° in voorkomend geval, een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd of een overdruk wordt toegevoegd die aanleiding kan geven tot gebruikerscompensatie als vermeld in het decreet van 27 maart 2009 houdende vaststelling van een kader voor de gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen;
10° /1 in voorkomend geval, het schaderamingsrapport, vermeld in artikel 7, § 2, van het Instrumentendecreet van 26 mei 2023, en het meerwaarderamingsrapport, vermeld in artikel 2.6.10, § 2/1;
11° voor de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, in voorkomend geval, een overzicht van de geheel of gedeeltelijk gewijzigde of opgeheven erkennings-, rangschikkings- en beschermingsbesluiten inzake onroerend erfgoed, samen met de gegevens, vermeld in artikel 6.2.5 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met uitzondering van de aanduiding van de plaats van de aanplakking van het bericht over het openbaar onderzoek op het gegeorefereerde plan;
12° in voorkomend geval, het grondruilplan, vermeld in artikel 2.1.65 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting;
13° in voorkomend geval, de inrichtingsnota, vermeld in artikel 4.2.1 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting;
14° in voorkomend geval, een overzicht van de instrumenten waarover samen met het ruimtelijk uitvoeringsplan een beslissing genomen wordt door de bevoegde overheid om die aspecten te regelen of om de maatregelen of voorwaarden te bepalen die de bevoegde overheid op basis van het planningsproces, in het bijzonder de effectbeoordelingen, noodzakelijk acht voor de vaststelling van het ruimtelijk uitvoeringsplan en die niet geregeld worden met toepassing van punten 1° tot en met 13°;
15° in voorkomend geval het rooilijnplan, vermeld in het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de gewestelijke rooilijnen en het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
Het grafische plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is en de bijbehorende stedenbouwkundige voorschriften hebben verordenende kracht.
Voorafgaandelijk aan of gelijktijdig met de beslissing over het ruimtelijk uitvoeringsplan kan de bevoegde overheid overeenkomsten met publiekrechtelijke rechtspersonen, met privaatrechtelijke rechtspersonen of met natuurlijke personen afsluiten om het ruimtelijk uitvoeringsplan te kunnen realiseren.
Ruimtelijke uitvoeringsplannen blijven gelden tot ze worden vervangen. Ze kunnen op elk moment geheel of gedeeltelijk worden vervangen.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd een standpunt in te nemen over de resultaten van het openbaar onderzoek en de adviezen over het tweede ontwerp van RUP Beigem Centrum.
De gemeenteraad sluit zich aan bij het voorstel van behandeling van de resultaten van het openbaar onderzoek en de adviezen van het schepencollege en maakt het zich eigen.
De gemeenteraad sluit zich aan bij het voorstel van aangepast ruimtelijk uitvoeringsplan en maakt het zich eigen.
Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan wordt samen met het besluit van de gemeenteraad en het volledige advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening onmiddellijk na de definitieve vaststelling met een beveiligde zending bezorgd aan de deputatie van de provincie waarin de gemeente ligt, en aan het departement.
De Vlaamse Regering en de deputatie beschikken over een termijn van vijfenveertig dagen die ingaat op de dag na de betekening, vermeld in artikel 2.2.22 of in paragraaf 3, tweede lid, om de uitvoering van het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan te schorsen. Een schorsing kan niet gedeeltelijk zijn. De Vlaamse Regering kan binnen de voormelde termijn een definitief vastgesteld gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ook geheel of gedeeltelijk vernietigen. Een afschrift van het schorsings- of vernietigingsbesluit wordt binnen een ordetermijn van tien dagen met een beveiligde zending bezorgd aan het college van burgemeester en schepenen.
Als het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan niet tijdig is geschorst of vernietigd, wordt de gemeenteraadsbeslissing houdende definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan binnen zestig dagen na de definitieve vaststelling bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en wordt ze binnen dezelfde termijn volledig bekendgemaakt op de website, vermeld in het Belgisch Staatsblad.
Raadslid GOOSSENS krijgt het woord en vraagt, namens de fractie Open VLD, de definitieve vaststelling van punt 204 RUP Beigem, 245 opmaak warmtebeleidsplan en punt 248 onthardingsstudie te verdagen en de definitieve goedkeuring hiervan te behandelen in de volgende legislatuur, dit om volgende redenen. Deze punten hebben een grote impact naar de bevolking en deze zijn niet betrokken of men weet niet wat er definitief gaat beslist worden. Nu dat er zoveel gesproken wordt over burgerparticipatie, de burger betrekken en is het voor iedere coalitiepartij een van de topics naar de volgende verkiezingen. Zelfs meer, er staat in bepaalde zaken dat de adviesraden mee moeten betrokken worden bij de burger.
Raadslid GOOSSENS gaat verder en zal specifiek spreken over het RUP Beigem. Hij vindt het zeer spijtig dat de slachtoffers die met dit RUP door het gemeentebestuur gecreëerd werden, niet worden gehoord worden en zelfs niet op de hoogte worden gebracht dat hun bezwaren weerlegd of niet behandeld werden. Ze werden zelfs pas laat deze namiddag op de hoogte gesteld dat vandaag de definitieve vaststelling op de agenda stond. Hij stelt dat de burger zo als vijand behandelen, beneden alle peil is. Verder haalt hij aan dat deze drie zaken ook een grote impact zullen hebben naar de volgende legislaturen. Er zijn in sommige dossiers tegenstrijdigheden waardoor het landelijke van sommige deelgemeenten zelfs op de helling komt te staan. Deze punten hebben een grote financiële impact naar het beleid van de volgende legislatuur, dus ook de burgers zullen bijkomend belast worden. Er werd een nota van Vlaanderen naar de huidige beleidsmaker gestuurd waarin men vraagt om dergelijke zware dossiers, met een grote impact naar de bevolking, het laatste jaar niet meer definitief te behandelen. Hier gaat men op de laatste gemeenteraad deze dossiers nog door onze strot rammen. Maak duidelijk naar de bevolking wat hier definitief op tafel gaat gelegd worden. Daar vraagt onze bevolking naar, niet dat men binnen x-aantal tijd voor een voldongen feit komt te staan. Hierbij vraagt de fractie Open VLD nogmaals de verdaging aan van deze punten en hoopt dat men hier gunstig op zal ingaan. De fractie Open VLD legt daarom volgend amendement ter stemming voor en vraagt om de definitieve vaststelling van volgende punten 204 RUP Beigem, 245 opmaak warmtebeleidsplan en 248 onthardingsstudie, te verdagen naar volgende legislatuur.
Burgemeester LAEREMANS krijgt het woord en vindt dit heel eigenaardig, en vooral de terminologie die gehanteerd wordt: 'door de strot rammen'. Er wordt hier niets door de strot geramd. Men heeft deze procedure van het RUP verschillende keren hier behandeld in de gemeenteraad, in de commissie, alle mogelijke adviesvergaderingen gehouden. Grote vergaderingen, kleine bescheiden vergaderingen zoals in de parochiezaal in Beigem. Er is heel veel communicatie naar de burger langs alle kanten geweest. Daar is inderdaad ook wat protest geweest rond de Kerselaar en nadien werd daar vastgesteld dat daar in heel belangrijke mate ook aan tegemoet is gekomen. Er is daar met heel wat mensen over gesproken. De fractie Open VLD spreekt in termen van slachtoffers, maar burgemeester LAEREMANS stelt dat hij niets weet van echte slachtoffers in heel dit verhaal. Het landelijk karakter dat op de heling wordt gezet? Neen, hij denkt dat dit versterkt wordt, bovendien werd het openbaar onderzoek twee keer gevoerd. Men heeft dat herhaald omdat er een bepaalde zaak was die moest herdaan worden en die volgens de procedure, als men het correct wil spelen, waar men opnieuw de zaak wil voorleggen aan de hele bevolking. Zeker dit dossier van het RUP Beigem is uitermate regelmatig aan de bevolking voorgelegd. In een eerste fase bij de start kon iedereen een inspraak geven. Dan in de tweede fase op het einde twee keer en tussenin waren er ook nog allerlei overlegmomenten. Dus als er één RUP is waar het bestuur heel open naar de bevolking gespeeld heeft, dan is het dit wel. Dus wij denken niet dat hier enig probleem is, er is dus ook geen enkele reden om dit te verdragen en het hele spel over te doen in de volgende legislatuur terwijl dat de commotie daarrond weg is. Als er al commotie was. Burgemeester LAEREMANS denkt dat dit een zeer goed RUP is dat alleen maar goed is voor Beigem en voor de Beigemnaars en dit moet vandaag zeker besproken kunnen worden.
Raadslid BOELENS krijgt het woord en zegt dat de burgemeester gelijk heeft. Het openbaar onderzoek is overgedaan, maar men moest het ook over doen want men heeft een aantal fundamentele wijzigingen aangebracht. Indien men geen nieuw openbaar onderzoek had gedaan, dan ging men zwaar in de fout. Tweede punt, vindt raadslid BOELENS dat men op het einde toch wel een verschrikkelijke eindspurt heeft ingezet. Er is een openbaar onderzoek geweest van 3 juli tot 31 augustus. De Gecoro heeft gereageerd op de bedenkingen bij dat openbaar onderzoek, maar heeft zelf geen advies gegeven, wat toch heel eigenaardig is voor zo'n belangrijk project, voor een RUP. Het college zelf heeft ook niet meer gereageerd op al die bezwaren. Meestal krijgt men een tabel met vier kolommen waarvan de vierde kolom dan reactie van het schepencollege is waar zij al dan niet de Gecoro volgen of niet volgen enz. Daar is niets van in huis gekomen bij gebrek aan tijd. Dus in die zin sluit de fractie Groen zich aan bij het voorstel van de fractie Open VLD. Raadslid BOELENS kan zich ook vinden bij het idee om ook dat warmtebeleidsplan en de onthardingsstudie uit te stellen, ook al staat de fractie Groen achter de bedoelingen van die twee projecten. Hij vindt dat de fractie Open VLD gelijk heeft om hier vlug op de laatste gemeenteraad een voorafname doen op beleid dat de komende legislatuur zal moeten gevoerd worden. De fractie Groen is 100 procent akkoord met die onthardingsstudie, maar ook daar gaat men vooraf eigenlijk al zeggen, de volgende coalitie wordt toch verondersteld van er iets mee te doen. Hoewel de fractie Groen hier 100 procent achter staat, vindt raadslid BOELENS het niet kunnen dat men op deze gemeenteraad toch minstens het RUP Beigem Centrum er echt wel door wil sjezen. Omdat daar toch een aantal zware consequenties mogelijk aan verbonden zijn voor de komende coalitie, waar de fractie Groen het niet per se mee eens is. De fractie Groen sluit zich aan met de vraag om te stemmen over het uitstel van dit punt.
Burgemeester LAEREMANS krijgt opnieuw het woord en antwoordt dat hij weet dat 24 bijlagen heel veel zijn waardoor men misschien niet alles even goed heeft kunnen bekijken, maar de bijlage 'behandeling openbaar onderzoek', die gaat over het openbaar onderzoek dat nu gevoerd is met de tabel. Bovenaan staat er ook behandeling openbaar onderzoek 3 juli 2024 tot 31 augustus 2024 en daar vindt men de tabel van de opmerking van de Gecoro die dus wel degelijk een aantal opmerkingen hebben gegeven en in die zin adviezen hebben uitgebracht. Punctueel, geen globaal advies want dat was allemaal gegeven in het verleden. Dis is ook het antwoord van het schepencollege daarop. Verder stelt burgemeester LAEREMANS dat hij het de raadsleden niet kwalijk neemt want er zitten veel documenten bij en dat is allemaal redelijk technisch. Dat stuk zit er wel degelijk bij en er is wel degelijk een correcte behandeling gebeurd ook inhoudelijk dankzij de diensten die hier hard hebben aan gewerkt.
Raadslid DEWIT krijgt het woord en vraagt aan de voorzitter of dat het waar is dat bepaalde belanghebbenden eventueel pas vandaag zouden bericht gekregen hebben dat er iets zou gebeuren deze avond op de gemeenteraad. En of dat zij, door zo laattijdig te worden geïnformeerd, of dat er geen afbreuk zou zijn gedaan aan hun legitieme belangen. Dat is één punt. Een tweede punt is, en raadslid DEWIT geeft aan dit niet hebben opgezocht in het Belgisch Staatsblad, maar zegt dat het vroeger zo was dat het ministerie van binnenlandse zaken nationaal, nu zal dat waarschijnlijk de Vlaamse binnenlandse zaken zijn, die aan de gemeentebesturen opdraagt van geen principiële en ook geen grote beslissingen te nemen die een impact kunnen hebben op het beheer van de toekomstige meerderheid, van het toekomstig gemeentebestuur. De vraag die raadslid DEWIT stelt is of men in recht en reden kan zeggen dat deze beslissingen, die aan onze gemeenteraad nu worden voorgelegd, inderdaad geen beslissingen zijn die de volgende legislatuur kunnen bezwaren. Verder geeft hij aan dat hij graag zeer eenduidige antwoorden wenst te hebben, alleen ja of nee. De twee vragen zijn zeer duidelijk.
Voorzitter Peter PLESSERS vraagt aan de raadsleden of er nog andere opmerkingen zijn, zodat het debat vlotter kan verlopen.
Raadslid GAUDAEN krijgt het woord en bevestigt dat hij ook opmerkingen heeft. Hij geeft aan dat hij net als zijn collega’s een beetje van zijn stoel viel toen hij het programma zag van deze gemeenteraad. Normaal is de laatste gemeenteraad voor de verkiezingen een klein beetje pro-forma is waar een aantal lopende zaken beslist worden, maar niet zoals de volgende vier punten waar het gaat over de toekomst van Grimbergen. Hij is niet tegen alles of niet voor alles, maar vindt het gewoon niet dat je op dit moment alles kunt beslissen. Raadslid GAUDAEN meldt dat hij 6,5 jaar in de meerderheid heeft gezeten en als men in de meerderheid zit, heeft men toegang tot alle mogelijke informatie, maar in de oppositie is dit niet het geval. Er zijn, honderden bladzijden die men op minder dan een week tijd, acht dagen tijd moet doorlopen. Hij herhaalt nogmaals dat dit onmogelijk is en sluit zich aan bij wat raadslid DEWIT en de collega's van de fractie Groen zeggen; dat men dat precies er wil doorrammen.
Raadslid GROSJEAN krijgt het woord en verklaart dat de fractie VOORUIT ook dit punt wenst te verdagen. De redenen werden allemaal reeds vermeld, maar hij wenst nog te repliceren op de woorden van de burgemeester die zei dat de commotie weg was. Hij weet waar de burgemeester woont, maar vraagt zich soms af op welke planeet hij leeft. Raadslid GROSJEAN geeft aan dat hij op een paar meter van de Kerselaar woont en dat in zijn buurt is echt wel nog veel commotie is. De mensen zijn misschien een beetje moe, dat is waar. Want ze hebben de indruk dat wat ze ook zeggen er toch geen rekening mee gehouden wordt. Dat is het gevoel. En hij voegt eraan toe dat hij zich aansluit bij wat raadslid GAUDAEN zei. Dit agendapunt stond reeds op de agenda en was toen een voorlopige vaststelling op de gemeenteraad van juni. Raadslid GROSJEAN is toen toen tussenbeide gekomen, maar heeft nu de indruk dat er sindsdien niks veranderd is, dat het bij hetzelfde gebleven is en dat er geen rekening werd gehouden met de opmerkingen. Tot slot voegt hij eraan toe dat dat het heel veel documenten zijn, die men eigenlijk op heel korte tijd moet doornemen om er wijs uit te geraken. Hij heeft dit de vorige keer eens geprobeerd, maar deze keer heeft hij de moed een beetje opgegeven en misschien is het dat ook wat de burgers van Beigem voelen, dat ze de moed hebben opgegeven. Maar zeggen dat er geen commotie is, daar is hij het echt niet mee eens.
Raadslid GOOSSENS krijgt nogmaals het woord en zegt dat de burgemeester hen een beetje in de maling aan het nemen is met bepaalde zaken. Het eerste openbaar onderzoek is bekendgemaakt op twee A3-formaten. Eén aan de kerk en één aan de school. Het tweede openbaar onderzoek was nog een A4 tussen de bomen aan de Kerslaar. Dit moet de burger daar attent op maken. Daar was volgens raadslid GOOSSENS geen kat dat er ook maar iets van wist. En verder stelt hij dat het gaat of de burger op de hoogte was van wat hier nu definitief gaat beslist worden? Alles gaat over burgerparticipatie enz. Hij voegt eraan toe dat de burgemeester goed genoeg weet dat er dossiers in dit RUP zijn, waar hij nu blijkbaar doet alsof dat hij niet weet of ze bestaan. Die zullen dan beslecht worden in de Raad van State, zegt raadslid GOOSSENS.
Algemeen directeur, mevrouw Muriel VAN SCHEL krijgt het woord en wenst te antwoorden op de vragen van raadslid DEWIT. Ze vermeldt wat de omzendbrief en de VVSG daarover zegt. Op de website van Vlaanderen, die stellen dat de omzendbrief zegt: "lokale en provinciale overheden moeten in het jaar voor de verkiezingen voorzichtig handelen. Vooral bij beslissingen rond toekomstige beleidsontwikkelingen en beslissingen waar financiële gevolgen aan gekoppeld zijn. Beslissingen die het beleid van de nieuwe raden, de financiële situatie of de toekomstige ontwikkeling van de financiën nodeloos verstoren, vallen onder de noemer beslissingen in extremis. Een bestuur moet geval per geval nagaan. Dus het is een analyse van de gemeenteraad zelf die moet oordelen of het een beslissing in extremis is of niet. Dus een bestuur moet nagaan per geval of een voorgenomen beslissing het toekomstig beleid en de toekomstige financiële situatie onnodig dreigt te verstoren. De volgende elementen kunnen een rol spelen. Staat de actie of de beslissing al in het meerjarenplan, is het een lopend dossier waarin het bestuur al bepaalde principebeslissingen nam, vereist de beslissing een dermate groot budget dat het een zware, onvoorziene impact heeft op de gemeentelijke financiën. Dus het antwoord is niet zo eenduidig, er moet echt een analyse gemaakt worden per item door de gemeenteraad. Verder zegt algemeen directeur Muriel VAN SCHEL dat op de website van de VVSG het volgende wordt gezegd: "in een verkiezingsjaar ligt de politieke focus op de campagne. Op het gebied van beleidsbeslissingen lijkt het rustig maar soms worden er toch nog belangrijke beslissingen genomen door de politieke organen van gemeente en OCMW. Het doel van deze beslissingen mag niet zijn om het moeilijk te maken voor de nieuwe bestuursploeg, die eind 2024 zal aantreden. En daarom is die omzendbrief opgesteld, want niet alle beslissingen zijn namelijk gelijk. Gemeenteraadsleden worden gewaarschuwd extra voorzichtig te zijn vooral bij beslissingen in extremis en beslissingen met grote financiële gevolgen op lange termijn." Waar moet je opletten als raadslid dus? Beslissingen die normaal verlopen in het besluitvormingsproces en die geen grote financiële betrokkenheid van de gemeente vereisen zijn meestal geen reden tot bezorgdheid. Maar wat als een beslissing snel wordt genomen door het uittredende bestuur zonder de gebruikelijke voorbereiding, dat wordt beschouwd als een beslissing in extremis en kan problemen veroorzaken. Ook voor beslissingen met aanzienlijke financiële gevolgen. Een combinatie van beiden, een beslissing in extremis met grote financiële gevolgen, zou de alarmbellen moeten doen afgaan." Gelukkig blijkt uit een antwoord op een parlementaire vraag dat toezicht niet al te vaak hoeft op te treden. Voorts voegt algemeen directeur Muriel VAN SCHEL toe dat op de website van de VVSG het volgende wordt gezegd: "...maak weloverwogen beslissingen om te oordelen of dit kan of niet. Gemeenteraadsleden worden aangemoedigd om bij het nemen van beslissingen een grondige afweging te maken. Enkele belangrijke overwegingen daarbij zijn één, het meerjarenplan. Staat de actie of de beslissing al in het meerjarenplan van de gemeente? Twee, lopend dossier. Is het een lopend dossier waarin het bestuur al bepaalde principebeslissingen heeft genomen? Drie, financieel budget. Vereist de beslissing een groot budget dat een aanzienlijke, onvoorziene impact kan hebben op de gemeentelijke financiën? Vier, opportuniteit. Zou het bestuur bepaalde opportuniteit mislopen als er nu geen beslissing wordt genomen? Zijn er belangrijke voordelen aan verbonden aan een beslissing vandaag die later niet meer beschikbaar zijn? En vijf, terugkombaarheid. Is het een engagement waarop het volgende bestuur al dan niet eenvoudig kan terugkomen, rekening houdende met de timingeng, verbrekingsvergoedingen en schadevergoedingen? Het maken van deze analyse is cruciaal om ervoor te zorgen dat beslissingen in het belang zijn van de gemeenschap op lange termijn. Gemeenteraadsleden staan voor de uitdaging om de balans te vinden tussen het nemen van belangrijke beslissingen en het verzekeren van een soepele overgang naar het nieuwe bestuur."
Burgemeester LAEREMANS krijgt een derde maal het woord en wenst een aantal zaken te verklaren. Er werd door raadslid GROSJEAN gezegd dat het over honderden bladzijden gaat, maar het is allerminst de eerste keer dat dit hier op de gemeenteraad komt. Er was maanden geleden een voorlopige vaststelling. Dat waren diezelfde honderden bladzijden, daar is nu maar heel weinig aan toegevoegd omdat enkel nog dat openbaar onderzoek kwam en de resultaten daarvan. Alle andere voorbereidende beslissingen en adviezen en dergelijke, die waren allemaal al lang voorhanden en stonden online en konden geraadpleegd worden. Dus het deel dat er nu is bijgekomen, de bezwaren tijdens dit openbaar onderzoek en de behandeling daarvan dat betreft bijvoorbeeld het document dat raadslid BOELENS niet had gezien, dat betreft 17 bladzijden met 4 tabellen. Dat is niet het einde van de wereld, dat gaat dus niet over honderden bladzijden. Twee, men zegt dat er nog altijd heel wat commotie is. Wel, hij denkt dat als men natuurlijk altijd het onderste altijd uit de kan wil en dat men daar onverzettelijk en onverzoenbaar is, dan zal men altijd wel tegen zijn. Maar of daar nu nog veel actie of wat dan ook is, daar zegt de burgemeester niets van te hebben gemerkt. Ook niet uit de bezwaren. Er is heel duidelijk rekening gehouden met de wil van vele mensen en ook van het gemeentebestuur zelf. Want het bestuur is bij het begin van de procedure zelf naar de burger gestapt en gezegd dat voor de Kerselaar, daar moeten we een oplossing voor vinden, waarbij een belangrijk deel van die weide groen blijft. Dat was de eigen insteek van het bestuur. En dan was er een hele actie om te zeggen alles moet groen blijven. Er werd al gezegd in die actie, waar de burgemeester heel boos om was, dat het allemaal al verkaveld was en dat die verkaveling al gereedlag enz. Wat totaal niet het geval was. Op die manier tekenen natuurlijk veel mensen. Er was helemaal geen verkaveling gepland. Dus uiteindelijk, als we daar dan ook een paar keer vanuit de meerderheid de mensen hebben over ingelicht, is dat gaan liggen en 60% van die bouwgrond, want dan moet men goed realiseren, het ging om rode grond, harde rode grond, geen woonuitbreidingsgebied zoals destijds met het RUP open ruimte hier harde bouwgrond wordt omgezet, en dat is toch wel historisch want het gaat hier om twee hectare, omgezet naar open ruimte voor 60%. Dus dat is heel genereus van het schepencollege, vindt de burgemeester. Een deel is daar nog voorzien voor woonzone en dan eventueel, maar daar moet het gemeentebestuur zelf over beslissen, een deel gemeenschapsvoorzieningen. Dat is een reserve voor de toekomst die misschien nooit door een volgend bestuur zal aangesproken worden dat is het hele verhaal. Dat is allemaal uiteindelijk herkauwd en nog eens herkauwd en uiteindelijk is men tot dit resultaat gekomen. Dit is het verhaal van een lopend proces van ongeveer vier jaar. Dan is het logisch dat dat deze legislatuur wordt afgerond. Dat had ook volgende maand kunnen zijn of de maand nadien, maar het was klaar en dan vonden we ook beter om het nu te brengen en we zijn daar ook niet beschaamd over. Maar dat naar een volgende legislatuur tillen en het helemaal opnieuw opengooien, dat zou niet ernstig zijn voor al het werk dat hier gebeurd is, door onze diensten en door het studiebureau en door de bevolking die erbij betrokken was. Men kan niet blijven rond de pot draaien, op een gegeven moment moet men een beslissing nemen. Verder zegt de burgemeester dat hij ooit het verwijt gekregen van raadslid GROSJEAN zijn partijgenoot dat er te weinig vooruitgang was in de RUP’s. Wel, er zijn er ondertussen een aantal afgerond. Dit zijn er vandaag nu twee. Die zijn na veel werk en veel overleg en veel inzet van de diensten en van studiebureaus en dergelijke nu tot hun einde gekomen. Dat is helemaal dus geen nieuw beleid waarmee we de volgende legislatuur onverwacht met iets bezwaren, dat stond allemaal mooi in de planning, ook financieel. Dat is logisch dat als op het einde van de legislatuur, als het klaar is, dat het wordt afgerond. Een paar RUP’s zijn niet klaar geraakt. Dat is voor volgende legislatuur. Er stonden er 9 of 10 op de agenda, er worden een paar meegenomen naar volgende legislatuur en de volgende ploeg zal daarover beslissen. Maar men kan toch niet oude koeien blijven uit de sloot halen. Hier is twee keer een openbaar onderzoek voor geweest dus het zal gaan tijd worden. De bekendmaking, raadslid GOOSSENS, een affiche dat hoort er nog altijd bij, dat is een beetje de folklore. Maar dat wordt ook bekendgemaakt in de kranten en dergelijke meer. Dat wordt op verschillende manieren, ook op de website enzovoort, langs verschillende kanten bekendgemaakt. Als men dan spreekt van dat er mensen naar de Raad van State gaan, dat is hun volste recht. Maar er is maar één misschien die zich zwaar heeft geroerd nog tot op het einde in dat dossier en dan dat hij een particulier belang had. Heel dit verhaal gaat over heel veel publieke zaken die in het algemeen belang zijn en ook een paar particulieren belangen. En ja, er zijn mensen, er zijn enkelen die daar heel wat inspanningen voor gedaan hebben om toch andere beslissingen te krijgen. Wel, die zullen dat misschien aanvechten. We zullen dat zien maar daarvoor zijn er ook procedures voorzien. Daarvoor is best ook dat we nu afronden zodat het voor iedereen duidelijk is en dat procedures kunnen gestart worden voor wie dat wenst. Dat is het volste recht van de mensen. De burgemeester geeft tot slot nog mee dat hij jaren advocaat geweest, en kan dat alleen maar beamen.
Voorzitter PLESSERS merkt op dat men eigenlijk twee zaken aan het vermengen is en in de val lopen van de discussie over de verdaging van het punt en de discussie over het punt zelf. Dat is op zich niet de bedoeling, maar hoopt dat men dan na de beslissing niet op alle punten gaat terugkomen.
Raadslid BOELENS krijgt nogmaals het woord en zegt dat hij alleen ingaat op het voorstel tot verdaging van het punt. Hij geeft aan goed geluisterd te hebben naar wat de algemeen directeur heeft gezegd en er zijn toch een aantal zaken die wenkbrauwen doen fronsen. Eerst en vooral richt hij zich tot burgemeester LAEREMANS en zegt dat hij inderdaad dat document niet heeft gezien, maar dat daar ook geen advies van de Gecoro bij is. Men ziet daar inderdaad wel de reactie van het schepencollege, de Gecoro heeft gereageerd op de bezwaren maar heeft zelf geen advies gegeven. In het volgend agendapunt over een andere RUP staan beide documenten in van de Gecoro en normaal is dat de procedure. Raadslid BOELENS licht toe waarom hij het punt wenst uit te stellen.
Er zijn een aantal zaken gezegd, onder andere dat projecten die nu nog goedgekeurd worden niet toekomstbepalend mogen zijn en tot moeilijkheden kunnen leiden voor een komende beleidsploeg. Nu, in dit RUP zitten zeker een aantal zaken en niet alleen de Kerselaar, die toch wel gevolgen hebben voor een toekomstige coalitie en die ons confronteren met vragen wat betreft correct beleid voeren. Een ander punt dat er ook staat, volgend bestuur kan op een beslissing terugkomen. Men kan natuurlijk een RUP gaan bestrijden door een nieuw RUP te beginnen, maar dat kan toch niet de bedoeling zijn. Dat men nu een RUP gaat goedkeuren, definitief gaat vastleggen en dan over enkele maanden een procedure gaat opstarten voor een nieuwe RUP waarin grote lijnen van dit RUP zullen hernomen worden. Raadslid BOELENS vindt dat dit toch niet de bedoeling kan zijn. Dus dat vindt hij twee belangrijke criteria om te zeggen dat de reden moet zijn om inderdaad uitstel te vragen voor dit dossier. Verder voegt raadslid BOELENS toe dat de burgemeester zegt dat er heel veel tijd is genomen. Dat klopt, behalve voor de eindsprint. Het openbaar onderzoek liep tot 31 augustus en we zijn vandaag de vierde donderdag van september. De tijd dat raadslid BOELENS in de gemeenteraad zit heeft hij nooit meegemaakt dat het zo snel gegaan is in die laatste fase.
Burgemeester LAEREMANS dankt raadslid BOELENS voor het compliment.
Schepen HOEFS krijgt het woord en dankt raadslid BOELENS. Alleen vindt zij dat het laatste wat hij zegt natuurlijk wat goedkoop is. Daar zit inderdaad een maand tussen het afsluiten van het openbaar onderzoek. Het is wel het tweede openbaar onderzoek. De wijzigingen die in het RUP zijn doorgevoerd, zijn dusdanig beperkt dat zij dat in elk geval niet alarmerend vindt. Schepen HOEFS wou vooral ingaan op het amendement om niet alleen dit punt te verdagen, maar ook het warmtebeleidsplan en het onthardingsplan. Zij zegt dat zij redelijk van haar stoel valt. Zowel het warmtebeleidsplan als de onthardingsstudie zijn allebei op een commissie besproken. Zij richt zich tot raadslid GAUDAEN en GROSJEAN en zegt dat ze allebei niet op die commissie aanwezig waren. Dat kan uiteraard altijd gebeuren, allebei waren zij niet verontschuldigd voor zover dat haar informatie strekt. Op geen enkel moment hebben raadsleden GAUDAEN en GROSJEAN na deze commissie de vraag gesteld om die dossiers inhoudelijk eens te bespreken. Ze zouden alle twee waarschijnlijk wel moeten weten dat dat twee dossiers zijn waar ze van heel nabij gewerkt heeft en die schepen HOEFS heel nauw aan het hart liggen. Dus dat was voor haar absoluut geen moeite geweest om inhoudelijk eens op in te gaan. Aan raadsleden GOOSSENS en SELLESLAGH zegt ze dat zij wel aanwezig waren op die commissie, toch voor wat betreft het deel van onthardingsstudie, maar het deel van het warmtebeleidsplan waren zij niet meer aanwezig. Ook van hen had zij even goed vragen achteraf kunnen krijgen om daar inhoudelijk nog eens op in te gaan. Op geen enkel moment werd er door één van de raadsleden ook maar op één of andere manier aangegeven dat ze dat punt absoluut niet meer deze legislatuur zouden willen stemmen. Dat stelt schepen HOEFS zeer diep teleur. Ook van raadslid BOELENS, absoluut. Het warmtebeleidsplan en onthardingsstudie, dat zijn twee plannen die uiteraard een financiële impact zullen hebben, alleen zal de financiële impact alleen maar groter worden door de stemming te gaan uitstellen. Want die ontharding die is meer dan nodig. Ze voegt eraan toe dat ze het klimaatplan niet moet uitleggen aan raadslid BOELENS. Daarin hebben we ons geëngageerd om 40.000m² te gaan ontharden. We hebben nog zes jaar om dat te doen. Elke maand dat we wachten met dit plan goed te keuren, gaat dat ook weer uitgesteld worden. Daarnaast zijn er de wettelijke verplichtingen, met de nieuwe hemelwaterverordeningen die ons boven het hoofd hangen. Die gaan een enorme impact hebben op de ontwikkeling van ons openbaar domein. Dus het zal wel zijn dat die plannen een financiële impact hebben, met of zonder die plannen. Dus dat is een drogreden dat men vraagt om die plannen uit te stellen, tenzij dat het vanaf het begin de bedoeling geweest is om die plannen te dwarsbomen. En dan viseert zij niemand. En dan als het gaat over de procedure van het laatste jaar van de legislatuur. Aan raadslid BOELENS herinnert ze met heel veel plezier aan zes jaar geleden waarin dat ze een paar maanden voor de verkiezing het meest historische dossier uit de Grimbergse geschiedenis ter stemming gelegd hebben, zijnde RUP Open Ruimte. Ze denkt dat dat qua financiële impact toch wel nog net iets groter was dan wat dat er hier vandaag voorlicht.
Raadslid GROSJEAN wenst zich te verontschuldigen t.o.v. schepen HOEFS aangezien hij duidelijk had moeten maken dat de stelling en de vraag van de fractie VOORUIT tot verdaging alleen maar punt 204 betrof. Hij meldt dat hij zich heeft laten meeslepen door wat raadslid GOOSSENS gezegd heeft en alle andere punten, maar het was heel duidelijk voor de fractie VOORUIT dat het ging over het RUP Beigem. Hij heeft zich over de rest niet willen uitspreken.
Raadslid GOOSSENS krijgt een derde maal het woord en zegt dat hij het erg vindt dat schepen HOEFS hem beschuldigd dat hij precies op geen één commissie aanwezig was en als er één iemand is die altijd praktisch aanwezig was, dan was hij dat wel. Qua financiële impact denkt hij dat men daar een keer serieus moet over nadenken als men deze punten niet verdaagt, zeker naar de burger toe. Volgens raadslid GOOSSENS weet niemand waarover het gaat en het wordt hier definitief ter stemming gelegd.
Raadslid BOELENS krijgt een derde maal het woord en zegt dat hij enkel de verdaging wenst van het RUP Beigem. Hij zegt dat schepen HOEFS gelijk heeft want die twee andere RUP’s zijn voor de fractie GROEN ook te belangrijk om uit te stellen en zeker in het kader van het klimaatbeleid. Wat het RUP Open Ruimte betreft, waar schepen HOEFS naar verwijst, hebben we nagekeken. Dat is na een zeer lange procedure goedgekeurd in april 2018. Het landinrichtingsplan voor de Maalbeekvallei is laat goedgekeurd, maar dat is met unanimiteit door de volledige raad goedgekeurd met misschien een onthouding van raadslid DEWIT, maar alleszins zo goed als unaniem. Dus raadslid BOELENS vindt dat men hier toch wel een beetje appelen met peren vergelijkt. Het is niet correct van informatie te geven die niet juist is, voegt hij eraan toe.
Raadslid GAUDAEN krijgt nogmaals het woord en wenst te reageren na de intonatie van schepen HOEFS. Hij verwijst dat hij sinds enkele maanden als onafhankelijke zetelt en op dat moment had hij geen weet van in welke commissie hij welkom was. Daar is pas een mail over gekomen een paar maanden geleden. Het is dus de eerste keer dat men dat leest, die vier punten. Burgemeester LAEREMANS verwees naar raadslid GROSJEAN die zei honderden pagina's, maar het was degelijk raadslid GAUDAEN. Over Beigemveld had hij verstaan 70 bladzijden over dit openbaar onderzoek, i.p.v. 17. RUP Gabaritenplan Strombeek gaat over 25 bladzijden, warmtebeleidsplan en onthardingsstudie en het rapport gaat over honderden bladzijden in totaal. Dus hij zou niet weten waar hij ergens over zou moeten gelogen hebben. Bij deze sluit hij zich aan bij de vraag van de fractie Open VLD.
Schepen HOEFS krijgt nogmaals het woord en zegt dat ze even iets wilt rechtzetten aan raadsleden BOELENS en GAUDAEN. Over het RUP Open ruimte zei ze het laatste jaar, niet de laatste gemeenteraad. Omdat de algemeen directeur verwijst naar een omzendbrief waarin ze zeggen wat je in het laatste jaar van de legislatuur wel en niet mag doen. Dus het was uiteraard niet de laatste gemeenteraad, maar het was wel in het laatste jaar van de legislatuur. Raadslid GAUDAEN, alle begrip, maar de uitnodigingen van de commissies worden naar iedereen verstuurd. Ook geen effectieve leden mogen weliswaar zonder zitpenning deelnemen aan de commissies.
Raadslid LE ROY krijgt het woord en vraagt of men ook een amendement kan indienen om enkel het punt RUP Beigem te verdagen.
Burgemeester LAEREMANS wenst nogmaals tussen te komen en zegt i.v.m. de bemerking van raadslid GOOSSENS, dat niemand weet waarover het gaat, mensen zijn niet betrokken en weten van niks enz. Hij wil toch verwijzen naar de openingsvergadering nadat de startnota bekend was. Dan heeft men die startnota toegelicht in de kantine van de sportdiensten, van de voetbal, waar raadslid GOOSSENS ongetwijfeld ook was. Maar de belangstelling daarvoor was toen zo groot. Het was nog maar net na de corona of net daarvoor, burgemeester LAEREMANS weet het niet zeker. De belangstelling was zodanig dat men daar twee zitavonden moest organiseren. Of één avond, maar twee sessies van anderhalf uur, telkens met meer dan 100 man op een kleine gemeenschap als Beigem. Dus Beigemenaars weten zeer goed dat er een RUP lopende is. Men mag de mensen ook niet dommer houden dan ze zijn. De mensen weten wel degelijk waar het allemaal over gaat, maar dit gaat natuurlijk ook over het tegengaan van appartementisering en dat heeft gevolgen voor mensen. Er zijn ook heel veel mensen die zeggen, dat is een goeie zaak dat er niet te veel appartementen meer bijkomen in Beigem. Dat Beigem zijn landelijk karakter moeten houden. Dat is niet zo slecht, vindt burgemeester LAEREMANS. Het werd tijd dat men daar wat duidelijkheid rond bracht. Men mag de mensen niet onderschatten. Mensen zijn slimmer zijn dan raadslid GOOSSENS denkt en weten echt wel waar het over gaat. Burgemeester LAEREMANS vindt dat men mensen niet te zeer mag beledigen en denken dat ze van niks weten. Mensen zijn slimmer dan men zou kunnen denken.
Raadslid GOOSSENS krijgt een vierde maal het woord en stelt dat hij het erg vindt dat de burgemeester vindt dat, uit het amendement dat de fractie Open VLD voorlegt, hij vindt dat de mensen dom zijn. Hij weet niet uit welke duim de burgemeester dat haalt, maar tot daartoe. Hij wenst nog eens terug te komen op de laatste Gecoro, daar heeft men geweigerd om advies te geven omdat ze weten dat er meer aan de hand is. De bezwarenindieners werden geweigerd hun zaak te komen verdedigen op de Gecoro.
Raadslid DEWIT krijgt nogmaals het woord en zegt dat hij een vraag had gesteld en nog altijd op zijn honger zit. Daarmee dat hij die vraag herhaalt: Is het waar dat de belanghebbenden pas vandaag vernomen hebben dat er vanavond een vergadering zou zijn waarop dat er een beslissing zou worden genomen. En tweede deel van die vraag: zijn daardoor hun rechten eventueel in het gedrang gekomen?
Burgemeester LAEREMANS antwoordt op de vraag van raadslid DEWIT en verklaart dat mensen hun bezwaren ernstig zijn genomen en allemaal behandeld door de Gecoro. Dat is de manier van werken. Het is eigenlijk niet de gewoonte, of helemaal niet verplicht of gebruikelijk, het is eigenlijk niet te doen, dat alle mensen die in het kader van een RUP een bezwaar indienen, dat die ook nog eens een schriftelijk antwoord krijgen of opgeroepen worden om naar een gemeenteraad te komen. Er zijn RUP’s geweest in het verleden waar honderden bezwaren en commotie rond was. In andere gemeenten gebeurt dat soms ook. Die bezwaren worden beantwoord in de stukken en het is aan de gemeenteraadsleden om daar dan kennis van te nemen en de gemeenteraad iets mee te doen. Het is niet de bedoeling dat die allemaal individueel daar ook nog eens over worden beantwoord. Zo werkt het niet, dat is niet de procedure. Het is gewoon een kennisgeving op een publieke manier dat er een gemeenteraad is om te zeggen van, de procedure rond af. Dat is volgens de burgemeester helemaal niet juridisch essentieel. En bovendien, ze hebben dan toch nog wel die informatie gehad. Des te beter. Dat is niet gebruikelijk dat mensen zelfs maar het antwoord dat in kader van een RUP wordt gegeven, dat ze dat krijgen. Dat is niet de procedure. Zo zit het niet in elkaar. Er is een vaste procedure. De bedoeling is dat de Gecoro de bezwaren beantwoordt en dat dan het college daarop reageert en dan finaal de knoop doorhakt. Dat is de procedure. Zo zit het nu eenmaal wettelijk in elkaar.
Algemeen directeur VAN SCHEL licht toe dat o.b.v. artikel 17, paragraaf 2, waar dat er gesteld wordt dat voor een agendapunt te bespreken, er eerst moet gestemd worden over de verdaging. Dus conform de procedure is het best dat men eerst over de verdaging stemt. Er kan enkel per punt gestemd worden over de verdaging, dus iets anders kan niet. Als het punt op de agenda staat, voor de behandeling van dat punt kan er altijd tot verdaging verzocht worden.
Voorzitter Peter PLESSERS licht de procedure toe en de algemeen directeur zet de stemming over de verdaging van het punt open. De verdaging wordt verworpen met 14 stemmen voor de verdaging en 16 stemmen tegen. Men gaat nu over tot de bespreking van het punt zelf.
Raadslid BOELENS krijgt opnieuw het woord. Aangezien dit dossier al meermaals besproken werd, gaat hij een aantal zaken kort herhalen waarom de fractie GROEN altijd problemen heeft gehad met dit RUP Beigem. Eerst en vooral werd altijd gezegd dat de voorstellen rond meergezinswoningen te beperkend zijn en dat de fractie GROEN zich niet kon vinden in deze probleemstelling. Daardoor wordt eigenlijk de mogelijkheid om te werken aan betaalbaar wonen, aan meer kleinschalig wonen, eigenlijk gehypothekeert. Op dat vlak blijft de fractie GROEN dus bezwaar hebben, want er is eigenlijk niet veel veranderd in de laatste versies van het RUP. Tweede, wat die parkgebieden betreft heeft de fractie GROEN altijd aangedrongen om die parkgebieden publiek toegankelijk te maken. Dit gebeurt niet. Er werd ingestemd met een woonfunctie in die gebieden te verhogen. Maar zoals ook de Gecoro stelt, hebben wij toch problemen met een deel van de bebouwing in het park Hof van Bentinck, omdat daar toch wel een zeer grote woonoppervlakte voorzien wordt voor de villa van het Hof Bentinck. Dan is er de bestemming van de Kerselaar. De fractie GROEN heeft het al gezegd, de burgemeester zegt dat men zeer genereus is met een stuk van dat gebied te voorzien voor open ruimte. De fractie GROEN blijft erbij dat men heel dit gebied had moeten voorzien voor open ruimte. Men stelt ook vast en daarin vinden we het ook heel fout in het voorstel van beslissing dat men een plaats voor gemeenschapsvoorzieningen, waarschijnlijk dus een kribbe, voorziet op deze locatie. Zevenhonderd meter van de locatie waar de scholen zich bevinden. Dat betekent dus dat op het ogenblik dat die kribbe er ooit is, ouders met kindjes die naar de kribben gaan en naar de lagere school, dat die weer eens gaat mogen pendelen van het één naar het andere en zich nog wat meer zullen moeten reppen om tijdig op het werk te geraken. Dus dat zijn de bezwaren die men altijd herhaald heeft. Nu, dan is er toch wel een heel belangrijk bezwaar bijgekomen waar de fractie GROEN heel zwaar aan tilt. Men stelt vast, naast deze eerder door onze fractie geformuleerde bezwaren, heeft men een fundamenteel probleem met in de loop van de procedure van dit RUP aangebrachte wijzigingen voor een deel van het gebied dat zich situeert vanaf de Kerselaar, aan de oostkant van de Beigemsesteenweg, het gebied grenzend aan Ten Doorn, dat gebied valt onder Wonen in het Groen. Men heeft daarbij geen enkel begrip voor de aanleiding en de achterliggende redenen van deze wijziging. De zone Wonen in het Groen is voorzien voor eengezinswoningen en open bebouwing. Dit gold in het voorontwerp van het RUP van januari ‘22 ook voor het oostelijk deel van de Beigemsesteenweg vanaf de Kerselaar, dus het gebied grenzend aan Ten Doorn. In de versie van mei 2023 wordt ineens een halfopen bebouwing voor dit gebied mogelijk gemaakt. Dat is niet toevallig nadat een bouwaanvraag voor het enige nog niet bebouwde perceel van dit gebied door het schepencollege goedgekeurd werd, maar vervolgens door de deputatie werd vernietigd. Om tegemoet te komen aan de omgevingsvergunningsaanvraag van één eigenaar, die intussen door het schepencollege tweemaal werd vergund en door de deputatie telkens werd verworpen, wordt in het RUP voor héél de zone vanaf de Kerselaar het opdelen van grote percelen met een minimum straatbreedte van 20 meter mogelijk gemaakt om halfopen bebouwing in dit gebied in te richten. Het college gebruikt daarbij als argument dat de oostkant van de Beigemsesteenweg de overgang vormt tussen de westzijde en de grote villapercelen in Ten Doorn. In haar commentaar is de Gecoro heel duidelijk. Ze wenst geen uitzonderingen langs de Beigemsesteenweg. Ze stelt, en ik citeer, ook hier dient het groene karakter van de open bebouwing behouden te blijven. Het kan niet de bedoeling zijn dat op termijn alle percelen, mits reconfiguratie herverkaveld worden tot halfopen bebouwing. En u zal zeggen, alle percelen komen daar niet voor in aanmerking, maar na enig meetwerk blijkt dat er inderdaad 7 van de 13 percelen mogelijk in aanmerking komen voor dit soort opdeling. Dus het kan toch niet zijn dat een RUP waar dan inderdaad twee jaar aan gewerkt is, dat dat dan op het einde op maat geschreven wordt voor één project omdat dat project anders moeilijk gerealiseerd zal kunnen worden. Dit vindt de fractie GROEN onbegrijpelijk en zeker wat betreft dat laatste punt vraagt men een duidelijke reactie van de meerderheid. Hoe is men tot die keuze gekomen? Waarop is dat gebaseerd?
Burgemeester LAEREMANS krijgt het woord en reageert op de vragen van raadslid BOELENS. Hij stelt dat hij een ongelooflijk spagaat, een hemelsbreed verschil ziet, tussen de houding van raadslid BOELENS tijdens de bespreking van de Bieststraat waar dat hij zegt, vijf kavels dat kan niet, dat moeten absoluut driegevelwoningen zijn. In plaats van vijf woningen moeten er daar tien op. Maar aan de Beigemsesteenweg, waar het vol staat met driegevels, daar kan het niet, dat moeten allemaal brede percelen van twintig meter breed zijn. En dat van de Groenen. In ieder geval, als men nu zegt dat er ergens nood is inderdaad aan kleinere oppervlakten, aan kleinere woningen dan die van twintig meter breed, dan toch langs de steenweg daar, waar alles eigenlijk al volgebouwd is. Hier gaat het over één kavel die nog openligt en daar bestond dubbelzinnigheid over. Op een moment was dat project daar zeker te groot met dan nog eens een opdeling in appartementen. Dat is dan heel begrijpelijk door de hogerhand vernietigd. Nu is dat opnieuw gebeurd en daar is een stuk onduidelijkheid omwille van het BGO enz. De enige manier om daaruit te geraken is een stuk duidelijkheid geven en te zien hoe is de omgeving daar. De omgeving langs die Beigemsesteenweg is vooral en in heel grote mate ook driegevelwoningen, dat wordt nu daar toegelaten. Dat is niet abnormaal langs een steenweg waar men heel veel van die driegevelwoningen heeft. Het karakter van Ten Doorn gaat daar niet mee ten onder want die mooie percelen, die mooie villa's, die heel typische villa's, dat is vooral binnenin die wijk, langs de steenweg heeft men een mengeling en dat is helemaal niet evident dat die allemaal ineens gaan opgesplitst worden, dat die woningen gaan vervangen worden. Dat is helemaal niet aan de orde, daar is geen vraag naar. Daar zitten, voor alle duidelijkheid, geen ontwikkelaars op te wachten. Het is niet op vraag van langs alle kanten dat men die gaat willen opsplitsen, die bestaande woningen. In casu is er één kavel nog bebouwbaar, maar omdat er onduidelijkheid is en omdat er dubbelzinnigheid was omdat er aan de ene kant van de steenweg zus en een andere kant wat meer zo, hebben onze diensten en heeft het studiebureau ook gezegd, laat ons hier duidelijkheid in brengen want we zitten met procedures daaronder en het is veel te complex op die manier. Die duidelijkheid hebben we willen brengen. De burgemeester voegt nog toe dat hij hoopt dat raadslid BOELENS hem nu niet een soort valstrik lapt om daar een uitspraak te hebben die dan nadien in procedures gaat gebruikt worden. Het is niet omwille van één casus, het is omwille van bestaande onduidelijkheid. Maar hij vindt het mooi meegenomen dat de argumenten van raadslid BOELENS daarstraks, namelijk dat men in de mate van het mogelijke betaalbaar wonen moet creëren en te grote villa's dat dat niet meer van deze tijd is. Wel langs de Beigemsesteenweg is dat meer verdedigbaar dan in de Biesthoek aan de Bieststraat. En dus vindt de burgemeester het niet begrijpelijk dat raadslid BOELENS nu ineens de grote verdediger is van de percelen van twintig meter breed. Hij vindt dat raadslid BOELENS heel tegenstrijdig is, in één gemeenteraad.
Raadslid BOELENS krijgt het woord en zegt dat hij verrast is maar dat de burgemeester helemaal geen indruk maakt met die zeer emotionele reactie. Hij vindt dat er hier opnieuw appelen met peren worden vergeleken. Hij heeft bij het dossier rijkelijke linten gezegd waarom dat de fractie GROEN daar moeite mee heeft. Er wordt een RUP goedgekeurd en tegelijkertijd overtreedt men eigenlijk het RUP van voor dat het goedgekeurd is. Dat is de reden bij het RUP Strombeek. Dat gaat niet over omgaan met ruime kavels enz. Hetzelfde met dit. Hier wordt een bouwvergunning goedgekeurd door de gemeente en geweigerd door de deputatie. Het is een ingewikkeld dossier, maar u zal ook weten dat om dit dossier te kunnen goedkeuren u zelfs een stukje van het openbaar domein afgeknabbeld heeft en teruggegeven heeft aan het betrokken grondje, dus aan de betrokken grond, om dit project te kunnen realiseren. Dus dit project ruikt toch wel een beetje naar 'à la tête du client' een dossier goedkeuren. Dan stuit u inderdaad op problemen, want dit past niet in de hele zone ten oosten van de Beigemsesteenweg. Dan heeft men inderdaad potentieel een aantal kavels waar dat ook zou gebeuren. Dan zegt de burgemeester: "Maar mijnheer Boelens, bent u nu ineens voor dure kavels?". Raadslid BOELENS vraagt aan de burgemeester om eerlijk te zijn en zich af te vragen, als die kavels in twee gedeeld worden, welke beginnend koppeltje gaat die kunnen betalen zonder steun van mama en papa? Waarschijnlijk niemand, zegt raadslid BOELENS. Dat zal er niet veel goedkoper op worden. Dus in die zin zijn dat pure drogredenen om een aanpassing van een dossier op één of andere manier te verantwoorden en om ze erdoor te krijgen. Dit kan de fractie GROEN moeilijk aanvaarden. En dat heeft voor ons te maken met de manier waarop een dossier behandeld wordt en niet over het principe. Verder zegt raadslid BOELENS dat de burgemeester hem eigenlijk in de schoenen probeert te schuiven, dat de fractie GROEN niet consequent is. Als de fractie GROEN in de Biesthoek zegt, dit zouden kleinere kavels moeten zijn en als wij hier ons verzetten tegen het opdelen van grote kavels. Dat zijn twee zaken die totaal los van mekaar staan en raadslid BOELENS vindt het eigenlijk een beetje demagogisch dat de burgemeester hem al twee keer deze gemeenteraad op die manier wenst aan te pakken. Dat is echt allesbehalve correct.
Burgemeester LAEREMANS wenst daar nog één ding over te zeggen want hij vindt dat raadslid BOELENS ver terug gaat en heeft de indruk dat hij in dat dossier misschien op vraag van iemand heeft verdiept. Want dat ene dossier van die verbreding van die weg dat dateert al van drie jaar geleden en dat was omdat men op een gegeven moment had vastgesteld, er was een discussie met die familie over de breedte van dat perceel en dat ging nog helemaal los van het project en dat was nog met de vorige meerderheid. Ze zullen het zich waarschijnlijk nog herinneren. De betrokken partij is eigenlijk in principe nogal sterk tegen onteigeningen of tegen een inname van grond van de particulier, zelfs al zou men er iets voor betalen of wat dan ook. Die smalle weg was door omstandigheden in het verleden verbreed geraakt ten koste van dat individueel perceel. Omdat er een landmeter metingen moest doen en zo en los nog van enig bouwdossier, was er een discussie over wat is nu de breedte van dat perceel. Dan heeft men dat zelf nagekeken en dan bleek dat die weg dat voor een stuk had ingenomen. Dan is er uiteindelijk door het college beslist, dat men zeer correct moest zijn. Burgemeester LAEREMANS herinnert zich nog wie toen de schepen was, die daar nogal sterk de nadruk op legde dat dat niet kon en dat de gemeente dat perceel tersluiks in had genomen of die mensen voor een voldongen feit stellen. Het gemeentebestuur moest dat teruggeven en dat was toen de enige discussie. Dan is dat correct teruggegeven aan die mensen en via de landmeter is er dan duidelijk nagekeken, en vermoedelijk zelfs opgemeten, van wat is nu van ons en wat is van de andere. Dat heeft er mede toe geleid dat dat nu een wegje is geworden enkel nog voor fietsers en voetgangers en zo, dat het niet meer bedoeld is voor wagenverkeer omdat het versmald is, dat wegje. Dat is heel de historiek. Dat stond los van of daar nu per se twee driegevelwoningen op zouden kunnen. Dat was eigenlijk voorafgaand, dat was een prelude op heel dat dossier. Dus het is niet dat het één met voorbedachten rade gebeurde voor het ander. En twee, nog eens, zeker op die locatie daar heeft men tal van woningen die driegevel zijn. Als men zegt, dat men meer mensen moet kunnen laten wonen in een straat, dan denkt de burgemeester dat dat zeker niet zou misstaan omdat men dat aan de overkant overal heeft. Zelfs een paar rijwoningen, maar zeker driegevels. Dus dat misstaat daar helemaal niet. En het is precies om duidelijkheid te creëren dat dit nu is gebeurd. Is dat op vraag van wel bepaalde mensen? Nee, dat is omdat er in het kader van het RUP bezwaren waren en dergelijke. Het college is daarin zeker niet benaderd. De diensten zelf houden daar duidelijkheid in om in de toekomst niet meer met allerlei procedures geconfronteerd te worden. Burgemeester LAEREMANS vond het ook een logische vraag. Het college is op dat advies van de diensten ingegaan. Dat is alles.
Raadslid BOELENS wenst voor een laatste keer te repliceren en zegt dat over het feit dat de burgemeester zegt dat er geen bezwaren waren, hij zich afvraagt of het gaat over de bezwaren tegen delen van het RUP waar men het heeft over wonen in het groen? Volgens hem waren er geen eigenaars die zeiden dat ze het er moeilijk mee hadden en hun kavel ook graag opgedeeld zien worden. Volgens raadslid BOELENS waren er geen bezwaren geformuleerd in die zin.
Burgemeester LAEREMANS antwoordt dat het vooral van de dienst zelf uitgegaan is. Hij weet ook niet meer waar het nu precies staat in de tabel, maar het is vanuit de dienst zelf gekomen en het college heeft dat advies gevolgd om duidelijkheid te scheppen en dat is de kern van de zaak.
Raadslid GAUDAEN wenst ook nog iets toe te voegen aan het debat. Hij wenst nogmaals toe te lichten waarom hij daarnet aanhaalde dat alles zo doorgehaspeld moet worden juist voor de verkiezingen. Er is een bepaald lot dat ligt in het RUP, dat nog niet zo lang geleden verkocht werd en daar ook een deel van uit maakt. En als men nu alles gaat verklaren hier en waarom gaat die weg dan ook verbreed worden? Hij ziet daar geen pasklare oplossing en vraagt wat gaat er allemaal gaat gebeuren? Hij beweert dat de mensen in die straat heel argwanend zijn en heel veel vragen hebben.
Burgemeester LAEREMANS vraagt waarover raadslid GAUDAEN het heeft, want hij is niet echt mee met wat hij vertelt en vraagt.
Raadslid GAUDAEN verduidelijkt dat hij het heeft over het parkje aan de Kasteelhofstraat. Daar gaat het ook over, want daar stond één villa.
Voorzitter PLESSERS vraagt om duidelijk vragen te stellen en zeker als het over individuele zaken gaat.
Raadslid GAUDAEN voegt toe dat in de Kasteelhofstraat één villa stond en dat er nu vier woonentiteiten bijkomen van vier tot acht personen. Wat gaat er gebeuren met de mobiliteit? Gaat iedereen via de Kasteelhofstraat daar passeren? Die mensen in die straat hebben daar terecht serieuze vragen bij, dat ziet men ook in de behandeling van het openbaar onderzoek. Daarin vindt raadslid GAUDAEN de mening van het college nogal heel flauw.
Burgemeester LAEREMANS antwoordt op de tussenkomst van raadslid GAUDAEN en zegt dat het een misverstand is. Het is helemaal niet de bedoeling dat er aan die straat iets verandert en dat de mobiliteit daar verandert. Dus nu staat daar één villa en die staat er een beetje plompverloren, die villa, dat is meer dan een halve hectare, dat terrein, met waardevolle bomen. De bedoeling is dat ook op termijn mensen gevonden kunnen worden, die daar een onderhoud doen in het park. Want het is omgezet, voor alle duidelijkheid. Voor 1999 was dat allemaal bouwzone en zou dat volledig verkaveld kunnen worden zijn. Destijds heeft de eigenaar zelf gezegd, dit is te mooi, dit moet zo blijven. Achteraf gezien waren zijn nazaten daar helemaal niet gelukkig mee, maar het is zo gebeurd. Het is op zijn initiatief dat het destijds is omgezet, rond de jaren 2000, naar privaat parkgebied. Nu was de vraag, we hebben een verkavelingsproject gezien van tot 12, 14 woningen daarin. Blokjes van telkens vier woningen. Dus daar is een zekere druk. Daar was echt interesse vanuit de immo-sector. Wat is het nu geworden? Dat op de plaats waar die villa nu staat dat er daar tot vier wooneenheden kunnen komen, maar enkel op die plaats, op dat vierkantje. Het vierkant is iets ruimer dan de villa met garages en dergelijke meer die dat nu in beslag neemt, is iets ruimer dan dat. Mits de regels van de ruimtelijke ordening worden nageleefd, kan een project, een soort van kasteelhoeve of een nieuw kasteeltje of wat dan ook met vier wooneenheden geclusterd op één plaats. Al de rest, heel dat park, blijft hetzelfde. Dus aan die breedte verandert niks en de toegang zal blijven zoals die nu is via die private dreef uitgevend op de Beigemsesteenweg. Dus die mensen hebben niks te vrezen. Het enige wat misschien zou kunnen, dat refereert dan aan wat daarstraks is gevraagd. Raadslid BOELENS, die vraagt waarom er niet werd gezorgd dat die parkgebieden publiek worden, of openbaar, dat mensen daar naar binnen kunnen. Dat kan men niet in het kader van een RUP. Zelfs indien men dat zou willen, en we willen dat allemaal, dat al dat groen van particulieren opengesteld wordt voor iedereen, bij wijze van spreken. Dat gaat volledig in tegen het eigendomsrecht. Maar dat kan men niet bij een RUP niet decreteren en bepalen. Dat kan men misschien wel in het kader van een omgevingsvergunning wanneer er ooit een project gerealiseerd wordt of een aanbouw of een bijbouw. Dan zou men kunnen zeggen, dat daar in plaats van drie woningen erbij of drie appartementen, vier eventueel, daar dan misschien wat in onderhandeling gaan, als men een stuk van groene zone openstelt en daar een paar banken zet en zorgt dat er een klein beetje park aan komt. Maar dat hangt dan echt volledig af van de dienst Ruimtelijke Ordening op dat moment of het beleid en de particulier die bereid is om een stukje openbaar te maken. Maar dat kan men niet in het kader van een RUP. Dus voor de rest zal er niks veranderen. Het zal enkel zijn waar die villa nu staat dat er iets van bijkomende woongelegenheid kan komen. Maar als men dat mogelijk maakt en dat gebeurt ook in kasteel Ten Berg, dan geeft men de mogelijkheid dat daar bijvoorbeeld een conciërgewoning bijkomt of dat daar familie kan bijwonen zodanig dat het park, de kosten voor het onderhoud van het kasteel Ten Berg of hier van het park, dat die gedeeld kunnen worden tussen drie, vier families of tussen twee families in plaats van één familie. Omdat dat voor één gezin in de tijd van vandaag te duur wordt om dat allemaal te onderhouden. Dat is de hele insteek van wat daar gebeurt. Dus die ongerustheid, ik hoop op dat u die wegneemt bij die mensen, want die heeft geen grond.
Raadslid GOOSSENS krijgt het woord en zegt dat hij in dit dossier al een paar maal gehoord heeft van "à la tête du client". Hetzij in de positieve, hetzij in de negatieve zin. Dit lijkt bij hem dan toch een dossier waar een reukje aan is.
Raadslid GAUDAEN wenst nog te reageren op de opmerking van de burgemeester. Hij begrijpt wat wat hij zegt, maar inderdaad, waar het nu één huis was, gaat men nu naar vier entiteiten. Dus gaat de mobiliteit in een straatje van een kleine drie meter toch wel verhogen.
Burgemeester LAEREMANS repliceert dat raadslid GAUDAEN suggereert dat het telraam misschien daardoor zou kunnen ontploffen in de Kasteelhofstraat. Nu, drie woningen daar of drie woongelegenheden daarbij gaat daar niet het verschil maken. Trouwens, die private dreef is wellicht breder dan de Kasteelhofstraat. Dus enkele wagens daarbij gaan niet het verschil maken.
Raadslid VAN BERLAER krijgt het woordt en zegt dat als hij de burgemeester zo bezig hoort, over misschien een klein kasteeltje te zetten ergens, dan vraagt hij zich af waar blijven de betaalbare, bescheiden woningen hier in de gemeente? Dat is toch de bevoegdheid van een burgemeester en dat stelt hem wat teleur. Bovendien, en hoewel raadslid VAN BERLAER beweert dat hij niet zo in mekaar zit, maar door de zeer gedetailleerde en zeer kronkelende uitleg heeft de burgemeester zich in elk geval nu een klein beetje verdacht gemaakt dat het toch misschien, zoals raadslid GOOSSENS zei, 'à la tête du client' is. Het is niet geruststellend wat hier allemaal gezegd wordt, niet in de brede zin en niet in de detaillistische zin. Daar wilt raadslid VAN BERLAER graag een reactie op.
Burgemeester LAEREMANS repliceert op de tussenkomst van raadslid VAN BERLAER en zegt dat hij de nota nog eens aan het doornemen is en legt uit hoe dat allemaal in zijn werk gaat. Zo’n rechtsbezwaren, dat gaat om een hele hoop bezwaren die in het kader van een openbaar onderzoek worden ingediend. Bij een tweede openbaar onderzoek, wanneer dat dat nog eens herdaan wordt, komen die nog eens binnen. Dat zijn een reeks bezwaren. Bijvoorbeeld hier concreet bij artikel 4, Wonen in het Groen, zijn er verschillende gelijkaardige bezwaren die werden geformuleerd. Niet dus één familie, niet twee over die zaak, mensen dienen dus een bezwaar in, dat wordt samengevat, gebundeld in die tabel, dat staat op bladzijde acht van die tabel. Dan staat daar de reactie van het planteam, dat zijn het studiebureau, de dienst Ruimtelijke Ordening of dienst Ruimtelijke Planning, dat is één persoon die heel deskundig is daarin en ons daarin begeleidt en hijzelf. Dan gaat dat als geheel naar de Gecoro. De Gecoro geeft daar zijn reactie op, dan is het het schepencollege dat beslist. Zo gaat dat 17 bladzijden lang, met een heel aantal technische en andere amendementen en dan wordt daar uiteindelijk een eindoordeel in geveld. Hier heeft men eigenlijk het advies van de diensten gevolgd om klaarheid te scheppen en om te zorgen dat er daar een gelijkaardige regeling is. Of het nu de ene kant van de Beigemsesteenweg dan wel de andere is. Het schepencollege heeft daarin het advies van de diensten gevolgd. De burgemeester voegt eraan toe dat hijzelf door die bezwaarindieners, buiten dat ene geval dat daarstraks werd gezegd, die nu misschien naar de Raad van State gaat en dat over iets totaal anders gaat, nooit geraadpleegd of gekend heeft. Mensen hebben het recht om bezwaren in te dienen en dan volgt de procedure. Onze dienst behandelt het, wij bespreken het, we komen tot een voorstel, dat gaat naar de Gecoro en dan het college. Dat is de manier van doen, en dat is heel de manier van werken. En dan heeft men natuurlijk ten opzichte van jullie meer kennis van die dossiers, maar eerlijk gezegd het was weer al een aantal weken geleden dat dit dossier door de burgemeester werd bekeken omdat het niet mogelijk is om daar elke dag met een vergrootglas op te zitten en ook niet helemaal te onthouden. Dus dat wij er iets meer van kennen, de details ken ik eerlijk gezegd niet, maar we moeten wel onze job doen. En wij moeten daar een mening over vormen. De diensten schrijven dat vooraf en alles wat een beetje de delicaat is, dat wordt grondig met ons besproken samen met de diensten en dan komen we tot een voorstel, en zo gaat dat naar de Gecoro en naar het college. Dat is alles. Zo werkt het.
Raadslid DEWIT krijgt het woord en zegt dat hij de discussie niet wilt verlengen, maar dat is nu toch al twee, drie keer dat men zich verstopt achter een advies en achter de Gecoro. Maar als de Gecoro geen verslag heeft uitgebracht, wat is dan de waarde van de procedure?
Burgemeester LAEREMANS reageert op de tussenkomst van raadslid DEWIT en stelt dat heel concreet in dit dossier over Wonen in het Groen de Gecoro een mening heeft geuit. Maar heel deze procedure is een doublure, het heropenen van een openbaar onderzoek nadat er al een eerste openbaar onderzoek is geweest en waar de Gecoro misschien wel al een advies heeft gegeven. De Gecoro heeft in heel de zaak van RUP Beigem verschillende keren een standpunt ingenomen.
Raadslid DEWIT reageert daarop dat als men het advies ingetrokken heeft en als men een nieuwe procedure opstart, uiteraard dat er dan een nieuw advies moet zijn. Dan kan men zich niet verlaten op een vorig advies dat niet rekening houdt met een wijziging.
Burgemeester LAEREMANS zegt dat hij zeventien bladzijden lang alle adviezen van de Gecoro kan geven. De Gecoro heeft op misschien wel 30, 40 amendementen een advies gegeven.
Raadslid DEWIT vraagt of het gaat over de tweede procedure.
Burgemeester LAEREMANS zegt dat hij het allemaal kan voorlezen. In al die dossiers hebben ze een uitgebreid advies gegeven. Ze hebben daar uren werk in gestoken.
Raadslid DEWIT meende gehoord te hebben dat er geen advies was.
Burgemeester LAEREMANS zegt dat het allemaal staat in die tabel.
Voorzitter PLESSERS sluit het debat en stelt dat men nu zal overgaan tot de stemming van het agendapunt zelf.
/
Amendement ingediend door de fractie Open VLD:
Het agendapunt "RUP Beigem Centrum: definitieve vaststelling - Goedkeuring" te verdagen en de definitieve goedkeuring hiervan te behandelen in de volgende legislatuur.
Met 14 stemmen voor (Manon BAS, Eddie BOELENS, William DE BOECK, Caroline DENIL, Linda DE PREE, Jean DEWIT, Isabel GAISBAUER, Tom GAUDAEN, Gilbert GOOSSENS, Stef GROSJEAN, Katrien LE ROY, Chris SELLESLAGH, Vincent VAN ACHTER, Gerlant VAN BERLAER), 16 stemmen tegen (Bart LAEREMANS, Jelle DE WILDE, Kirsten HOEFS, Chantal LAUWERS, Philip ROOSEN, Karlijne VAN BREE, Jean-Paul WINDELEN, Koen DEHAENE, Katleen ORINX, Peter PLESSERS, Luk RAEKELBOOM, Patricia SEGERS, Rudi VAN HOVE, Bart VAN HUMBEECK, Karin VERTONGEN, Elke WOUTERS)
Het amendement wordt verworpen.
Artikel 1.
Kennis te nemen van de resultaten van het openbaar onderzoek en de adviezen over het ontwerp van RUP Beigem Centrum.
Art. 2.
De resultaten van het openbaar onderzoek en de adviezen over het ontwerp van RUP Beigem Centrum te behandelen zoals opgenomen in bijlage bij dit besluit.
Art. 3.
Het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Beigem Centrum, aangepast zoals opgenomen in bijlage bij dit besluit, definitief vast te stellen.
De gemeenteraad neemt kennis van en behandelt de resultaten van het openbaar onderzoek en de adviezen over het ontwerp van RUP Gabariten Strombeek-Bever en stelt het ruimtelijk uitvoeringsplan definitief vast.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 (VCRO) en zijn uitvoeringsbesluiten, in het bijzonder artikel 2.2.21 dat bepaalt dat de gemeenteraad gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen voorlopig en definitief vaststelt.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, TITEL II Planning.
Decreet van 1 juli 2016 tot wijziging van de regelgeving voor ruimtelijke uitvoeringsplannen teneinde de planmilieueffectenrapportage en andere effectbeoordelingen in het planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen te integreren door wijziging van diverse decreten, en haar uitvoeringsbesluiten.
Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 betreffende het geïntegreerde planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen.
Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van 27 januari 2011 (WEBSITE).
Doorlopen procedurestappen van het RUP Gabariten Strombeek-Bever (DSI)
Resultaten openbaar onderzoek over het ontwerp van RUP Gabariten Strombeek-Bever ((DOSSIERSTUKKEN: 1 tem 11, 12 deel 1a, 12 deel 1b, 12 deel 2, 12 deel 3, 13 tem 20, 21 tem 28))
Voorstel van behandeling van de resultaten van het openbaar onderzoek en de adviezen over het ontwerp van RUP Gabariten Strombeek-Bever. (BIJLAGE)
Voorstel van definitief RUP Gabariten Strombeek-Bever, bestaande uit een grafisch plan (GP), stedenbouwkundige voorschriften (SV), een toelichtingsnota (TN), een register van plancompensaties (RPC) en een procesnota (PN) (BIJLAGE).
Bijlage 1-5 en 6 horende bij de toelichtingsnota (DSI, bij procedurestap "voorlopige vaststelling")
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 3 april 2023 waarmee kennis werd genomen van het verslag van het infomoment over de startnota van het RUP Gabariten Strombeek-Bever.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 22 mei 2023 waarmee kennis werd genomen van de resultaten van de publieke raadpleging en adviesronde over het RUP Gabariten Strombeek-Bever.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 20 november 2023 waarmee de scopingnota van het RUP Gabariten Strombeek-Bever werd goedgekeurd.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 20 november 2023 waarmee het voorontwerp van RUP Gabariten Strombeek-Bever werd goedgekeurd.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 9 februari 2024 waarmee kennis werd genomen van de resultaten van de plenaire adviesronde over het voorontwerp.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 9 februari 2024 waarmee het ontwerp van RUP Gabariten Strombeek-Bever werd goedgekeurd en beslist werd het voor te leggen aan de gemeenteraadscommissie.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 11 maart 2024 waarmee het aangepast ontwerp van RUP Gabariten Strombeek-Bever werd goedgekeurd en beslist werd om het voor te leggen aan de gemeenteraad.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 16 september 2024 waarmee een voorstel van behandeling van de resultaten van het openbaar onderzoek en de adviezen over het aangepast ontwerp van RUP Gabariten Strombeek-Bever werd uitgewerkt, alsook een voorstel van aangepast RUP Gabariten Strombeek-Bever werd goedgekeurd.
De gemeente ontwikkelt een visie of, hoe en waar Strombeek-Bever binnen de R0 nog verdicht kan worden, of juist niet. In het plangebied werd onderzocht welke types bebouwing aanwezig zijn. Op basis hiervan werden typologieën vastgesteld met bijhorende gabariten enz:
Hoewel de bestaande situatie het uitgangspunt vormt qua typologie, zijn de gabariten, het aantal toegestane woonlagen per gebouw enz afgestemd op de visie van het gemeentebestuur voor de toekomst. De voorschriften kunnen dus lagere/hogere bouwhoogtes bepalen dan in de bestaande situatie het geval is, locaties aanduiden waar geen nieuwe meergezinswoningen meer gewenst zijn (hoewel momenteel wel aanwezig) of juist wel gewenst zijn, voorwaarden bepalen waar projecten aan moeten voldoen,...
Er wordt een RUP opgemaakt om de (bouw)voorschriften aan deze visie aan te passen.
Het planteam maakte een voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan op.
Over het voorontwerp werd een plenaire adviesronde georganiseerd. Tijdens deze adviesronde werd een plenaire vergadering georganiseerd.
De ontvangen adviezen werden verwerkt door het planteam en een ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan werd opgesteld.
De gemeenteraad besloot het ontwerp van RUP Gabariten Strombeek-Bever voorlopig vast te stellen. Er werd een openbaar onderzoek over dit ontwerp georganiseerd van 2 mei 2024 t.e.m. 30 juni 2024. Er werden 28 opmerkingen ingediend.
De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (Gecoro) bundelt en coördineert alle adviezen, opmerkingen en bezwaren en brengt binnen negentig dagen na het einde van het openbaar onderzoek gemotiveerd advies uit bij de gemeenteraad. Het advies bevat de integrale adviezen van de deputatie en van het departement. Op hetzelfde ogenblik bezorgt de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening het college van burgemeester en schepenen de gebundelde adviezen, opmerkingen en bezwaren.
Als de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening geen advies heeft verleend binnen de gestelde termijn, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan. In dat geval bezorgt ze onmiddellijk de gebundelde adviezen, opmerkingen en bezwaren aan de gemeenteraad.
De Gecoro nam kennis van de reacties en adviezen, alsook van het voorstel van het planteam tot behandeling van de reacties. De Gecoro bundelde en coördineerde de bezwaren en opmerkingen en bracht advies uit.
De Gecoro stelt voor om de voorschriften en het grafisch plan aan te passen.
Het ruimtelijk uitvoeringsplan kan nl. nog aangepast worden volgens VCRO art. 2.2.21:
"Bij de definitieve vaststelling van het plan kunnen ten opzichte van het voorlopig vastgestelde plan alleen wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren en opmerkingen, of uit de adviezen, uitgebracht door de aangewezen diensten en overheden, of uit het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening.
De definitieve vaststelling van het plan kan echter geen betrekking hebben op delen van het grondgebied die niet opgenomen zijn in het voorlopig vastgestelde plan."
Het schepencollege nam kennis van het advies van de Gecoro en maakte een voorstel van behandeling van de resultaten van het openbaar onderzoek en de adviezen over het ontwerp van RUP Gabariten Strombeek-Bever op, alsook een voorstel van aangepast RUP Gabariten Strombeek-Bever.
Het ruimtelijk uitvoeringsplan bevat (VCRO art. 2.2.5):
1° een beschrijving en verantwoording van de doelstellingen van het plan;
2° een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is;
3° de bijbehorende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting of het beheer en, in voorkomend geval, de normen, vermeld in artikel 5.96 en 5.97 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
4° een weergave van de juridische toestand;
5° een weergave van de feitelijke ruimtelijke toestand en de toestand van het leefmilieu, de natuur en andere relevante feitelijke gegevens;
6° de relatie met het ruimtelijk structuurplan of ruimtelijk beleidsplan of de ruimtelijke structuurplannen of ruimtelijke beleidsplannen waarvan het een uitvoering is en, in voorkomend geval, een omschrijving van andere relevante beleidsplannen;
7° in voorkomend geval, een zo mogelijk limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden;
8° de kwaliteitsbeoordeling en, in voorkomend geval, de verklaring, vermeld in artikel 4.2.11, § 7, eerste lid, 2°, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, en, in voorkomend geval, een overzicht van de conclusies van de volgende effectbeoordelingen waarbij aangegeven wordt hoe die geïntegreerd zijn in het plan : a) het planmilieueffectrapport; b) de passende beoordeling; c) het ruimtelijk veiligheidsrapport; d) andere verplicht voorgeschreven of gemaakte effectenrapporten; in voorkomend geval de monitoringsmaatregelen in het kader van de uitgevoerde effectbeoordelingen;
9° in voorkomend geval, een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding als vermeld in artikel 2.6.1 van deze codex, een planbatenheffing als vermeld in artikel 2.6.4 van deze codex, of een compensatie als vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid;
10° in voorkomend geval, een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd of een overdruk wordt toegevoegd die aanleiding kan geven tot gebruikerscompensatie als vermeld in het decreet van 27 maart 2009 houdende vaststelling van een kader voor de gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen;
11° voor de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, in voorkomend geval, een overzicht van de geheel of gedeeltelijk gewijzigde of opgeheven erkennings-, rangschikkings- en beschermingsbesluiten inzake onroerend erfgoed, samen met de gegevens, vermeld in artikel 6.2.5 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met uitzondering van de aanduiding van de plaats van de aanplakking van het bericht over het openbaar onderzoek op het gegeorefereerde plan;
12° in voorkomend geval, het grondruilplan, vermeld in artikel 2.1.65 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting;
13° in voorkomend geval, de inrichtingsnota, vermeld in artikel 4.2.1 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting;
14° in voorkomend geval, een overzicht van de instrumenten waarover samen met het ruimtelijk uitvoeringsplan een beslissing genomen wordt door de bevoegde overheid om die aspecten te regelen of om de maatregelen of voorwaarden te bepalen die de bevoegde overheid op basis van het planningsproces, in het bijzonder de effectbeoordelingen, noodzakelijk acht voor de vaststelling van het ruimtelijk uitvoeringsplan en die niet geregeld worden met toepassing van punten 1° tot en met 13°;
15° in voorkomend geval het rooilijnplan, vermeld in het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de gewestelijke rooilijnen en het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
Voorafgaandelijk aan of gelijktijdig met de beslissing over het ruimtelijk uitvoeringsplan kan de bevoegde overheid overeenkomsten met publiekrechtelijke rechtspersonen, met privaatrechtelijke rechtspersonen of met natuurlijke personen afsluiten om het ruimtelijk uitvoeringsplan te kunnen realiseren.
Ruimtelijke uitvoeringsplannen blijven gelden tot ze worden vervangen. Ze kunnen op elk moment geheel of gedeeltelijk worden vervangen.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd een standpunt in te nemen over de resultaten van het openbaar onderzoek en de adviezen over het ontwerp van RUP Gabariten Strombeek-Bever.
De gemeenteraad sluit zich aan bij het voorstel van behandeling van de resultaten van het openbaar onderzoek en de adviezen van het schepencollege en maakt het zich eigen.
De gemeenteraad sluit zich aan bij het voorstel van aangepast ruimtelijk uitvoeringsplan en maakt het zich eigen.
Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan wordt samen met het besluit van de gemeenteraad en het volledige advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening onmiddellijk na de definitieve vaststelling met een beveiligde zending bezorgd aan de deputatie van de provincie waarin de gemeente ligt, en aan het departement.
De Vlaamse Regering en de deputatie beschikken over een termijn van vijfenveertig dagen die ingaat op de dag na de betekening, vermeld in artikel 2.2.22 of in paragraaf 3, tweede lid, om de uitvoering van het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan te schorsen. Een schorsing kan niet gedeeltelijk zijn. De Vlaamse Regering kan binnen de voormelde termijn een definitief vastgesteld gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ook geheel of gedeeltelijk vernietigen. Een afschrift van het schorsings- of vernietigingsbesluit wordt binnen een ordetermijn van tien dagen met een beveiligde zending bezorgd aan het college van burgemeester en schepenen.
Als het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan niet tijdig is geschorst of vernietigd, wordt de gemeenteraadsbeslissing houdende definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan binnen zestig dagen na de definitieve vaststelling bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en wordt ze binnen dezelfde termijn volledig bekendgemaakt op de website, vermeld in het Belgisch Staatsblad.
Raadslid BOELENS krijgt het woord en licht toe. Dit is een heel belangrijk RUP, vooral ook omdat Strombeek de deelgemeente van Grimbergen is met de sterkst groeiende bevolking. Tussen 2019 en 2023 zijn er in Grimbergen 1.771 mensen bijgekomen waarvan 64 procent alleen al in Strombeek dat slechts 4,67 km² oppervlakte heeft. Dus dat betekent dat daar nu 14.400 mensen wonen. Bij zulke bevolkingsgroei en vooral bevolkingsdichtheid is het heel belangrijk om de uitdagingen aan te pakken rond levenskwaliteit en welzijn van de bevolking. Er moet voorzien worden in voldoende openbaar groen. De kwaliteit van de openbare ruimte. Het publiek domein is essentieel voor de levens- en woonkwaliteit. Het garanderen van de noodzakelijke gemeenschapsvoorzieningen, kwalitatieve kernversterking zijn daarbij essentieel. Dus in die zin is dat een zeer belangrijk RUP voor het betrokken projectgebied. Toen de fractie GROEN het RUP voorlopig vastgesteld heeft, werden een aantal opmerkingen gemaakt, voorstellen gedaan. De fractie GROEN kan alleen maar betreuren dat er eigenlijk op geen enkel van die voorstellen is ingegaan. Er werd onder andere voorgesteld om de groene gebieden in dat gebied, om die een aparte benoeming te geven als groene structuur om hun bescherming te garanderen, daar is men niet op ingegaan. Er werd voorgesteld om het gebied van diffuse dorpsresten van, zeg maar, aan de westkant van de A12, het gebied van Treft en omgeving, om daar eigenlijk nieuw elementen in te brengen om de woonfunctie in dat gebied dat toch wel gewrongen zit tussen Romeinsesteenweg, Procter & Gamble en Parking C, te versterken en te garanderen. Dat gebeurde niet, want met dat gebied, die diffuse dorpsresten kan men vele kanten op. Hetzelfde eigenlijk met de Rode Poort-site. Er werd dan ook gezegd, dat het een zeer strategische keuze was om een deel van dat gebied, de loods van Van Marcke, ook te kopen waardoor dat dat gebied gegroeid is. De fractie GROEN ziet daar liefst van al de GO!-school komen. Dat debat zal men niet meer hernemen, maar daar blijft de fractie GROEN bij. Men wil daar inderdaad een deel van het bindend sociaal objectief realiseren, maar men weet ook dat dat gebied ook op andere vlakken heel wat potentieel biedt, ook nog voor alleszins Wonen in het Groen. Men is daar een beetje onzeker over wat daar in de toekomst zal uitkomen. Veel zal afhangen van de coalitie die na de verkiezingen gevormd kan worden. Voorts verwijst de fractie GROEN ook graag naar een aantal elementen uit het negatief advies van de Gecoro. De Gecoro geeft over dit ontwerp-RUP een negatief advies. Eén van de zaken die de Gecoro stelt is, hoewel het RUP al meer verdichting toelaat ten overstaan van het voorontwerp vindt de Gecoro dat nog steeds onvoldoende gewerkt wordt aan een doordachte bouwshift. De Gecoro begrijpt dat het gemeentebestuur een betaalbaar aanbod van eengezinswoningen wil behouden en daarom opsplitsingen wil tegengaan, maar Strombeek is een goedgelegen locatie om te verdichten. Het RUP lijkt vooral opgemaakt om te bepalen waar er niet verdicht kan worden, en niet zozeer waar wel en hoe. Het mocht voor de Gecoro ambitieuzer. Een integrale visie en actieplan waarin onder meer groen en water, sociale dynamiek, mobiliteit en bebouwingsmogelijkheden aan bod komen, ontbreekt als basis van dit RUP. Vervolgens benadrukt de Gecoro terecht dat het voorgestelde RUP zou moeten streven naar een kwalitatieve kernversterking. Het gaat daarbij niet zozeer om maximale dichtheden, maar om gebruiks-, belevings- en toekomstwaarden. Voldoende openbaar groen, waterberging en behoud van erfgoed- en landschapswaarden. Men verwijst hierbij naar de sterk beperkende voorwaarden bij de afbakening van mogelijke projectzones, waardoor kleinschalige, waardevolle projecten uit de boot dreigen te vallen. Binnen de toepassing voor artikel 2, de zone voor harmonieuze dorpsweefsels, bij de zone 4 voor diffuse dorpsresten en artikel 5 zone voor grootschalige entiteiten, staat er bijvoorbeeld, projectzones worden opgericht voor ontwikkelingen die voldoen aan de onderstaande cumulatieve voorwaarden van één of meerdere percelen met een minimumbreedte van 40m strekkende meter op de grens van het openbaar domein en een minimumoppervlakte van 2.500m². Nu, zo zijn er heel weinig locaties. Projecten op locaties die minder breed zijn, op de grens van het openbaar domein, maar zich toch zouden houden aan het realiseren van een mooi potentieel op betaalbaar wonen, op co-housing, op alternatieve woonvormen, worden daardoor in de kiem gesmoord. Volgens onze fractie zou het daarom beter zijn deze voorwaarden, die 2.500m² en die 40m strekkende, om die te minderen, maar om bij de criteria voor projectbeoordeling strenge kwaliteitsnormen op te leggen door bijvoorbeeld een hogere groenindex op te leggen. Nu wordt er een groenindex van 50% aanvaard. Men zou evengoed kleinere projecten kunnen beoordelen waar dat men zegt OK, het mag, het kan, maar dan moet er een groenindex zijn van pakweg bijvoorbeeld 65 %, 70%. Dan is men ook gegarandeerd dat de kwaliteit van die projecten er is. Want hij begrijpt een beetje de motivatie van een bepaalde oppervlakte te willen voor er een project kan komen, maar daardoor beperkt men toch de mogelijkheden en gaat men alleen maar projecten hebben die door grote maatschappijen op de rails gezet worden. Dus om al die redenen. En hij ging er niet meer over praten, maar raadslid DEWIT heeft de voorzet gegeven, ook de inconsequentie in het beleid. Hij heeft het gehad over dat project van die rijkelijke linten in de Jetsestraat. Men heeft daar bepaalde regels voor het RUP en men ziet dat die al overtreden zijn voor het RUP definitief goedgekeurd is. Dus dat wou raadslid BOELENS toch ook nog graag vermelden. Dat zijn hun bedenkingen bij dit RUP Gabariten Strombeek. Het zal wel duidelijk zijn dat men daar dus ook niet voor zal stemmen.
Burgemeester LAEREMANS krijgt het woord en stelt dat hij nu weer een beetje verbaasd is. Anderzijds is het ook logisch als Strombekenaar zelf, dat raadslid BOELENS kritiek uitoefent. Burgemeester LAEREMANS verwijst dat hij ook 24 jaar in de oppositie gezeten heeft en dan zoekt men natuurlijk naar waar het anders kan, waar het beter kan. Dat is ook geen verwijt. Hij vindt het ook goed dat raadslid BOELENS zich daarin heeft verdiept. We hebben er ook heel veel tijd ingestoken. Een Gecoro is er om zaken aan te geven en wij hebben ook hun advies bij een aantal zaken wel gevolgd, maar bij een aantal andere inderdaad niet. Het is inderdaad zo dat men van dit RUP ook gebruik heeft gemaakt om te zeggen waar we zeker niet willen verdichten, omdat Strombeek in onze ogen al behoorlijk dens is bebouwd. Het is één van de meest dense woonomgevingen. Als men het ziet per vierkante meter, is men bijvoorbeeld denser dan grote stukken van Vilvoorde. Dat heeft een historisch verklaring en we gaan daar niet over jammeren. Het is wat het is. Maar om dan te gaan zeggen, zoals het advies van de Gecoro zegt, het is een ideale gelegenheid om nog meer te verdichten in het kader van die bouwshift. Om te zeggen, zoveel ruimte elders behouden we als open maar dan moeten we op een andere plaats meer kunnen gaan zetten. Men moet het ook kunnen behappen in Strombeek. Men weet hoe moeilijk de discussie is van een enkelvoudige of een dubbelvoudige school, uw dienstverlening, enz. Men weet dat men de bevolking niet kan tegenhouden. Dat is niet iets waar je zomaar macht over hebt. Dat heeft een bepaalde neiging om te stijgen, zeker wanneer je de bevolkingsdichtheid in Brussel ziet en de open grenzen die helaas nog veel te veel zijn, waardoor dat men met een immigratiedruk en een inwijkingsdruk zit vanuit Brussel en van elders. Dus is de bekommernis juist van, we gaan toch niet hetzelfde gaan doen als in Machelen, als in Merchtem, dat we naar een explosie van de bevolking willen gaan. Men wil het juist een beetje afremmen en proberen in goede banen te leiden, voor zover het kan. Dus zijn er een aantal zaken die de diensten echt beschouwen als een projectgebied, waar dan met grote zorg naar gekeken wordt en waar dan ook gekeken wordt wat de mogelijk compensaties zijn. Dat zal in een volgend bestuur, wie er ook in zit, zich veruitwendigen ook in de lasten die zullen opgelegd worden in zo’n situatie. Lasten in de vorm van, als men bijvoorbeeld zoveel woningen bouwt, moet men ook zorgen dat er grond wordt vrijgegeven voor iets of dat er ook iets gebouwd wordt in de vorm van een kinderdagverblijf, of wat dan ook, om te compenseren dat men hier met 30 nieuwe gezinnen wil komen wonen. Dus dat is nog maar het begin van een heel boeiend verhaal, want ruimte, inname van ruimte, renovatie, het zal de komende jaren schering en inslag zijn. Dat is een heel boeiende materie om de volgende jaren te volgen, gelet ook op de renovatieverplichtingen en zo, die mensen hebben. Eventueel afbraak van bepaalde woonblokken die niet meer dienstig zijn, enz. Dat is een zeer boeiend verhaal. We hebben hier allemaal ontzettend veel uit geleerd de voorbij jaren. Die studiebureaus die dat allemaal doen en dat uitwerken, die doen echt wel hun best. Die worden daar goed voor betaald, maar bijvoorbeeld ook het studiebureau van RUP Verbrande Brug, dat zijn heel interessante mensen die daar echt creatief mee bezig zijn. Hier ook hebben ze ons inzichten verschaft in de analyse van wat Strombeek is, die verschillende typologieën. Strombeek zou je kunnen bekijken als een beetje rommelig en dat is het ongetwijfeld ook, maar toch heeft dat een aantal charmante en karakteristieke trekken. Zij zijn erin geslaagd om die af te bakenen en die te omschrijven en daardoor is dat RUP eigenlijk bijzonder rijk. Maar tegelijkertijd dan alles gaan uitputten om te gaan zeggen, waar kunnen we nog meer gaan verdichten? Dat maakt de burgemeester een beetje ongerust. Hij denkt dat men dat niet moet omarmen en dat onvermijdelijk op een aantal plaatsen dit het geval zal zijn. Er zijn een aantal zones die tamelijk groot zijn, die in de bouwzone liggen, bijvoorbeeld langs een Romeinsesteenweg, die vrijkomen en waar we echt goed op onze tellen gaan moeten passen. De zone van het Franstalig internaat, dat naar Brussel gaat, komt vrij. Dit is een belangrijke projectzone voor de volgende jaren om goed in het oog te houden. Maar als je al die dingen ziet moet je toch zeggen van, als je je daar dan wat op concentreert dan moet je toch niet overal elders nog verder gaan verdichten. Dus dat is heel gevaarlijk om het verdichten als een doel op zich te gaan beschouwen. Ook Rode Poort, gelukkig is het onze grond en hebben we nog een stuk bijgekocht. Hij denkt volgende legislatuur, we willen daar nu juist niet direct volbouwen met een dubbele school omdat we daar grondig over willen nadenken dat die gronden een meerwaarde kunnen bieden voor Strombeek, iets waar we ook inspraak in willen van de bevolking. Dat is voor de volgende legislatuur, dat is een mooi verhaal. Waar komt de sporthal bijvoorbeeld, recreatie, trage verbindingen enzovoort. Er is daar een zeer boeiend verhaal te maken. Dit RUP, het is niet perfect, natuurlijk niet, op een aantal vlakken zal dat ongetwijfeld nog beter gekund hebben. Maar hij moet zeggen dat was een heel serieus studiebureau dat ons goed op weg heeft gezet en onze diensten hebben daar echt mooi werk geleverd en een stap vooruit in hoe dat we het ruimtelijk de volgende jaren gaan aanpakken in Strombeek. U weet, we hebben een heel bekwame planologe, die dat met hart en ziel doet, en laat ons dat te baat nemen om de volgende jagen daar geen te zotte dingen doen, maar wel mooie dingen die Strombeek aangenamer maken. Daar gaan we alles aan doen. Want daar wil ik daarmee afronden, raadslid BOELENS, u zegt groene percelen en zo, die zijn in Strombeek belangrijk. Dat weten wij ook meer dan waar ook. In een dens bebouwd gebied zijn kleine groene oases zeer belangrijk. En daarom hebben we een tijdje geleden, ik kon er op dat moment niet bij zijn, het waren schepenen KIRSTEN en VAN BREE die met de school hebben samengezeten, hoe dat we het nu gaan doen met het stuk tussen de bebouwing van de Kloosterweide en de school. Dat is een mooie zone waar we een park zouden van kunnen maken, waar we een verbinding kunnen krijgen tussen de Grimbergsesteenweg en de Kloosterstaat. En een publiek park met water ook, want daar zijn bronnen dus daar kan men echt een prachtig blauwgroen verhaal van maken. Daar gaan we volgende legislatuur, wie het ook moge wezen vanuit meerderheid en oppositie, hopelijk samen aan werken. Maar er is nog veel werk in Strombeek en ik denk dat we daar best allemaal onze schouders gaan onder zetten. Dus ik dank u al bij voorbaat.
Raadslid VAN BERLAER krijgt het woord en zegt dat hij luistert naar wat de burgemeester zei, 24 jaar in de oppositie. Hij heeft in die 24 jaar, ongeveer alles gelezen wat burgemeester LAEREMANS ooit geschreven heeft en hoor dat hier vanavond nog eens terug. U bent gecharmeerd door het resultaat van het studiebureau en het werk van de diensten uiteraard. Maar men hoort hier toch vooral uw accenten terugkomen en dat is de angst voor de 'verbrusseling', de angst voor de verdichting van Strombeek. Het verhogen van de bouwlagen, dat heeft u ook lang aangehaald als punt. En dat is toch vooral uw zeer conservatieve reflex wat betreft Strombeek, die men hier hoort. Men gebruikt zelf het woord afremmen. Dat gaat niet, de bevolking stijgt, maar men wil dat toch graag afremmen. Wel in al die retoriek, hoort raadslid VAN BERLAER toch vooral gemiste kans, en dat staat ook in het advies van de Gecoro. Dat is een gemiste kans om een aantal groene gebieden heel duidelijk af te bakenen. En eigenlijk leest dat negatief advies van de Gecoro ook vooral als: "u bent niet ambitieus genoeg geweest en u bent niet ver genoeg gegaan om iets te doen aan de leefbaarheid in Strombeek, aan de beleving". Het woord beleving werd daar gebruikt. De discussie van gisteren alludeert daarvoor een stuk al op. We hebben al zeer ambitieuze plannen gezien voor Strombeek, daar schiet effectief niks meer van over. Maar als we Strombeek niet veel ambitieuzer leefbaar en een belevingsdeelgemeente van gaan maken, dan gaan alle andere projecten, zoals mobiliteit, mensen op de fiets krijgen, fietszones of zones 30, mensen die terug naar de zelfstandigen gaan, die willen buitenkomen en winkelen, dat gaat nooit lukken. En dat is al sinds raadslid VAN BERLAER in Grimbergen woont dat hij hoort dat Strombeek achtergesteld blijft. Hij moet daarop repliceren, men is daar wel degelijk mee bezig, maar als men daarmee bezig is, burgemeester en schepencollege, dan is het nooit ambitieus genoeg. Dat staat letterlijk ook in het advies van uw eigen Gecoro. Dus alweer een gemiste kans. En ook daarom zal de fractie VOORUIT ook tegen dit Gabaritenplan, dat nochtans zeer belangrijk is voor het voor het gebied, tegenstemmen.
Raadslid BOELENS krijgt nogmaals het woord en beaamt ook dat er goed werk gedaan is door dat studiebureau. Hij vindt ook de opdeling van Strombeek zeer verhelderend. Men ziet daar inderdaad een stuk zeer correcte analyse van het gebied met een suggestie van bestemmingen. De fractie GROEN is ook niet voor verdichting om te verdichten tot het niet meer leefbaar is, maar voor een leefbare verdichting. Daar denkt raadslid BOELENS dat er criteria kunnen gehanteerd worden die verdichting leefbaar houden. Het gaat over mogelijkheden om bijvoorbeeld op het vlak van groenindex striktere criteria te hanteren. Hun zorg is dat door de straffe voorwaarden die nu gesteld worden voor projectontwikkeling, dat enkel projectontwikkelaars daar mee gaan uitpakken en een aantal projecten gaan lanceren. Dat vindt de fractie GROEN gemiste kansen. Raadslid BOELENS geeft toe dat hij inderdaad in de voorbereiding van dit dossier gesprekken gehad heeft met mensen van de Gecoro. Want hij was in het begin ook verrast over dat advies, maar als je dan met die mensen praat en luistert naar wat de motivatie is van dat advies, dan kan men daarin komen. Hij stelt vast dat het schepencollege dit advies zonder veel motivatie naast zich neerlegt. Dat kan men alleen maar betreuren, want in de Gecoro zitten toch wel echt specialisten ter zake. Raadslid BOELENS geeft aan dat hij ook weet heeft van een project, en sommigen zullen het misschien kennen, waar men op een oppervlakte van 850m² een co-housing wil realiseren. Een co-housing, wat wij zo graag zouden zien, voor 38 mensen, terwijl men daar een groenindex respecteert van minder dan 35% verharding. Dus dat is een heel mooi project in een beperktere zone dat eigenlijk, als dit RUP goedgekeurd wordt, geen schijn van kans meer maakt. Dan vraagt men zich af of men wel juist bezig is, dat is een dossier dat al een paar jaar loopt en waar ook gesprekken over geweest zijn met verschillende mensen van de meerderheid. Raadslid BOELENS zegt dat hij hier geen geheimen gaat verkondigen. Maar dan vindt hij dat wel erg dat dat soort projecten, waar dat de fractie GROEN zo graag nieuwe betaalbare en creatieve woonvormen zouden zien, door dit RUP goed te keuren in de kiem gesmoord worden. Dat vindt de fractie GROEN heel spijtig.
Burgemeester LAEREMANS wenst toch nog op een paar punten een antwoord te geven. Wat dat laatste betreft, we hebben natuurlijk degene die dat projectvoorstel gesproken, maar van 'à la tête du client' gesproken.
Raadslid BOELENS komt tussen en zegt dat het echt niet juist is van de burgemeester.
Burgemeester LAEREMANS repliceert dat het wel zo is, want dit gaat in concreto over woningen in een tuinzone. Als men dat begint toe te laten, dan kan men inderdaad nog heel veel verdichten in Strombeek, maar dan maakt men de leefbaarheid van alle andere tuinen daarnaast stuk. Heel veel mensen hebben daar belang bij om een tuin vol te zetten of om daar een hele hoop mensen in te huisvesten. Maar dat lijkt ons niet de juiste weg. Daar in concreto is dat voorstel en dat kan wel degelijk nog, maar dan moet men een globaal plan voor heel die omgeving vinden, want die tuinen zijn daar allemaal nogal diep. Maar niet daarvoor wel en die andere mensen dan niet. Dat is een heel moeilijk geval. Voor de toekomstige schepen die er misschien zal zijn, kan hij echt wel zeggen dat ruimtelijke ordening een moeilijke materie is, waar je altijd met individuele belangen zit. Waar je moet afwegen, wat is nu in het algemeen belang en wat is een correct nagestreefd individueel belang. Uiteraard moet men ook rekening houden met particulieren die iets willen realiseren en die iets mooi willen bouwen en een meerwaarde kunnen betekenen. Dat is het moeilijke van heel de dienst Ruimtelijke Ordening, die ondertussen wel zeer goed bestaft is met degelijke mensen, maar die ook allemaal zeer kritisch wil zijn, en die via dit RUP toch ook wel wat armslag krijgen om dingen tegen te houden wanneer ze niet goed zijn. Volgens de burgemeester geeft dit RUP eten en drinken voor onze dienst. We moeten er als politiek ook over waken dat dat niet leidt tot machtsmisbruik, noch van politiek nog van de diensten. Het is niet zo dat men door dit RUP nu ineens aan armen en voeten totaal gebonden is, maar anderzijds moet men ook vermijden dat daar willekeur gaat spelen. Dat is altijd in het dossier van ruimtelijke ordening, daar moet men in elk dossier opletten dat het niet de verkeerde kant uitgaat en dat er evenwicht is en harmonie met de omgeving. Dat is moeilijk en dat leidt soms tot groot onbegrip in de buurt, dat is geen gemakkelijke job. Dat kan men maar doen als men zich onafhankelijk opstelt en probeert boven het gewoel te staan, dat is niet zo eenvoudig.
De burgemeester wenst nog even terug te komen op hetgene raadslid BOELENS zei en dat vindt hij ook terecht, toen hij een bedenking maakte over Strombeek-Bever, de woongelegenheden daar aan de overkant van de A12. Dat is ook de bekommernis geweest van het college en juist daarom heeft men dat studiebureau gevraagd om een aantal schetsen te maken over hoe zouden we dat kunnen verbeteren en invullen om de woonfunctie daar te versterken, gelet op de toekomstige tramhalte die daar gaat komen, die eigenlijk vooral voor parking C is, maar ook een ingang zal hebben via een rotonde voor fietsers en voetgangers rechtstreeks met de Gentsestraat. In de Gentsestraat is enerzijds de ene kant een royaal lint, daar kan men bijna niet extra bouwen. Daar wil men de 'verappartementisering' tegengaan. De andere kant was wel mogelijk als men het van Procter & Gamble kan gedaan krijgen dat zij een stuk van hun parking anders zouden gaan indelen. Een gelaagde parking, in verdiepingen, zou daar perfect kunnen en dan zou er ruimte vrijkomen voor bewoning en groene ruimte, parkaanleg, want dat zou daar meerwaarde hebben, zowel voor het bedrijf als voor de bewoners. Daar zou men inderdaad kunnen uitbreiden en extra bewoning kunnen voorzien vlakbij openbaar vervoer. Zelfs het idee van een school, en eventueel zelfs een middelbare school, een technische school of wat dan ook, want in de streek is daar behoefte aan, zou daar kunnen in die context, maar dan moet de partner meewillen. Dus heeft men daar een stuk geïnvesteerd en geprobeerd mee te trekken, maar het was te vroeg. Daar was echt wel iets mogelijk. Dan zijn er nog een heel aantal plaatsen in Strombeek, Het terrein van de Koninklijke Schenking bijvoorbeeld of de Romeinsesteenweg. Er zijn op termijn in Strombeek nog heel veel mogelijkheden, alleen hopen we dat het niet allemaal ineens zal komen, maar op lange termijn zal Strombeek nog groeien, dat is onvermijdelijk zo. Alleen moeten we proberen dat in goede banen te leiden. Dit is een instrument,het is ook maar een Gabaritenplan. Beigem ging een stuk verder, het opzet van het RUP van Beigem. Maar niks sluit uit. Het RUP van de omgeving van de Koninklijke Schenking is on hold gezet omdat daar nog veel te veel bijkomend onderzoek moet gebeuren. Beter kwalitatief dan overhaast. Maar als men de volgende keer iets zou doen in de bedrijvenzone van Procter & Gamble, dan zal daar nog een nieuw RUP voor nodig zijn. Maar dat kan dan allemaal. Alles ineens gaat niet. Volgens de burgemeester zou dat niet wenselijk zijn. Op termijn is het goed dat men daarover nadenkt.
Raadslid DEWIT krijgt het woord en zegt dat classici het wel in het Latijn of in het Grieks kunnen zeggen, maar hij vreest die Grieken vooral wanneer dat ze geschenken geven. Hier zijn het geen geschenken van de Grieken. Hier zijn het wel een keer hersenspinsels van studiebureaus. Gisteren, voor diegenen die aanwezig waren in het CC, heeft men dus gehoord hoe dat één bepaald studiebureau, goed uitgekozen vanuit een aantal zogezegd objectieve criteria, erin geslaagd is van een mobiliteitsplan op te stellen. Hier zijn ze erin geslaagd van één of ander plan op te stellen waarvan dat men ons nu wil verkopen dat het het ideale is, met enkele kleine schoonheidsfoutjes die we dan nog wel zullen bijsturen en zo. Raadslid DEWIT stelt zich ten eerste de vraag wat al die studies waard zijn, wat kan men ervan maken? Als men ziet wat dat men van Strombeek gemaakt heeft. Hoewel raadslid DEWIT geen geboren Strombekenaar is, en ook niet grootgebracht werd in Strombeek, maar hij heeft Strombeek toch een beetje gekend ten tijde van de wereldtentoonstelling. En dat was toch wat anders. En wat heeft men nu? Ze spraken daar veel Frans en er waren ook veel Italianen. De laatste getuige van de aanwezigheid van die Italiaanse arbeiders is nog maar enkele maanden geleden afgebroken. Dat was een huis in hout, dat was typisch. Zo hebben er nog enkele gestaan in de jaren ’80, die zijn nu allemaal verdwenen. Daar is geen enkel spoor nog van, behalve misschien in de hersenen van bepaalden en misschien hier of daar een keer een foto. Soit, in elk geval wat dat er is, als men ziet. Als men naar het gemeenteplein en waar het CC staat gaat en kijkt naar dat schone, dat magnifieke gebergte dat men voor zich heeft. Zeven, acht verdiepingen hoog. Men heeft dat allemaal laten gebeuren onder leiding van een grote Vlaming die dan nog een keer de orde van de Vlaamse Leeuw gekregen heeft daarvoor. Maar bon, soit. Als men dan een keer een beetje verder gaat naar de kerk, aan de achterkant van de tuin van de pastoor en kijk hier ook naar gans dat gebergte dat daar voor u staat. Wat blijft er nog van Strombeek over. Hier en daar nog een keer een huisje, een villaatje, pastiche, dat men gebouwd heeft, maar het is toch zo. Daarom is raadslid DEWIT niet blij dat men uiteindelijk niet gaat reageren op wat er in de Jetsestraat gaat gebeuren. Als men dan spreekt van een charmante hoek of een charmant zicht, wel daar heb je nog een levende haag van taxus, 4m hoog, een levende haag en volledig ingesloten. En dan komt men nu met zoiets af. Dus men is aan het preken voor het één en men doet het ander. Dat is werkelijk zeer spijtig. Raadslid DEWIT geeft aan al die bijlagen niet te kunnen volgen. Maar dan heeft men ook nog een keer de fameuze watertoets. Ga eens terug naar dat fameus cultureel centrum en beziet een keer. We hebben daar een commissievergadering over gehad misschien wel 10 jaar geleden, want mevrouw Marleen MERTENS was nog burgemeester. En dan gingen ze een parking vijf verdiepingen naar beneden. En dan in het water, men ziet de eendjes daarin. "Mijnheer Dewit, voor elk technisch probleem is er een technische oplossing." Voorts meent raadslid DEWIT dat men zich beperkt heeft tot drie verdiepingen omdat men niet zeker was dat men anders de wagens en de bestuurders niet zou laten verzuipen. Maar ziet dat gedrocht dat daar staat, men heeft zelfs niet van de gelegenheid gebruik gemaakt. Dat zou ook geen zicht geweest zijn. Dat is één probleem van de Soensstraat, maar het waterprobleem. Heeft iemand al een keer gekeken naar de site van de Vlaamse Gemeenschap? Dus men heeft de kavels van de gemeente en men kan zien waar dat er water is. Daar is een site op internet van de Vlaamse Gemeenschap. Men moet maar een keer zien. Daar is niet veel dat boven de waterspiegel uitkomt. En dan gaan wij nu nog niet eens spelletjes doen. Plus daarbij dan nog objectief genomen. Maar het resultaat is, hoeveel bomen staan er nog in Strombeek? Misschien dat men zich nog rap kan haasten voor de verkiezingen. Dat is allemaal onkruid. Onkruid bestaat niet, maar al die vuiligheid van al die planten die we in de tijd wegdeden, die groeien nu tussen de plaveisels. En dan gaat men ons nu hier proberen te doen geloven dat het nu beter gaat gaan. Raadslid DEWIT licht tot slot toe dat hij er niet aan kan doen, maar zal tegenstemmen.
Schepen HOEFS krijgt het woord en wenst zich te excuseren t.o.v. raadslid DEWIT. Ze verklaart dat ze niet aan het lachen was met wat hij aan het zeggen was, maar zij moest lachen omdat hij over die haag bezig was. Maar die haag, behalve dat die 4m hoog is, staat die ook bijna 1,5 meter op het openbaar domein.
Het RUP, er is al veel over gezegd, maar zij wil toch nog een paar dingen aanvullen. Het RUP is er voor een groot stuk gekomen om de identiteit van Strombeek in de verf te zetten en om Strombeek terug iets of wat een smoel te geven die we allemaal af en toe wat missen. Zij vindt het spijtig dat raadslid DEWIT daartegen is, maar uiteraard heeft iedereen recht op zijn eigen meningen. Raadslid BOELENS, over dat bijkomend verdichten, daar wil ze toch ook nog eventjes op terugkomen. Uiteraard is dat theoretisch mogelijk om in Strombeek bijkomend te gaan verdichten. De vraag is alleen of dat dat op vandaag is wel Strombeek nodig heeft. De uitdagingen in Strombeek op dit moment zijn en enorm. Raadslid VAN BERLAER zegt dat het plan vooral gaat over de angst van onze burgemeester over de 'verbrusseling' en dergelijke meer. Het is zeker niet de burgemeester alleen die dit plan heeft mee opgemaakt. We hebben daar als meerderheid allemaal aan gewerkt. Maar ook voor u, de uitdagingen in Strombeek zijn enorm. Het gaat niet over het feit dat we daar geen appartement meer bij willen, het gaat over het feit dat we alles wat daar nu is even onder controle willen krijgen. Onze dienstverlening kan duidelijk niet volgen. Raadslid DEWIT heeft er ook naar gerefereerd. We kunnen het onkruid niet aan, we krijgen het zwerfvuil op dit moment moeilijk onder controle. Sociaal staan we ook voor enorme uitdagingen. Schepen HOEFS zegt verder dat ze de gemeenteraad niet moet overtuigen dat zij een absolute fan is van Strombeek, maar we kunnen er niet omheen dat de uitdagingen groot zijn. In het RUP, in het ontwerp, en het is waar niet alle studiebureaus zijn hetzelfde, maar zij denkt dat hier toch iedereen die het dossier van dichtbij bekeken heeft, het zal eens zijn met het feit dat het studiebureau hier echt wel heel goed werk heeft geleverd. Er is heel specifiek gekozen om Strombeek te gaan opdelen in die verschillende zones die er zijn. Het is hier nogal gezegd, om die karakteristieke delen in Strombeek extra in de verf te zetten en die ook te bewaren naar de toekomst. Die kwalitatieve garantie die is heel subjectief. Schepen HOEFS snapt enerzijds wat raadslid BOELENS zegt. Men kan gaan verdichten en men kan daar dan kwalitatieve criteria aan koppelen. Wel ja, die zijn heel subjectief en die zijn heel afhankelijk van hoe hoe men ze zal beoordelen. Je hebt daar dan gerefereerd naar de groenindex. Uiteraard is dat een heel belangrijke parameter, maar dat is ook maar één parameter. Het is niet omdat men bij een lelijk project veel groen voorziet, dat dat ineens een mooi project wordt, dat blijft een lelijk project. En dat wordt toch wel heel moeilijk. Ze begrijpt inderdaad dat met de beslissing van het RUP nu, dat er misschien bepaalde kleinschalige projecten het heel moeilijk krijgen of in sommige gevallen zelfs onmogelijk zijn. Ze begrijpt dat, maar men zegt dan alle projecten die er nog aan kunnen komen, gaan voornamelijk door projectontwikkelaars gebouwd worden in de komende jaren. Wel, als men kijkt naar wat er de afgelopen 10, 20 jaar is bijgekomen in Strombeek, het is ook hoofdzakelijk door projectontwikkelaars. Dat is net één van de aspecten die men in dit RUP toch wel minstens tijdelijk een halt willen toeroepen. Dan het feit dat het niet ambitieus genoeg zou zijn, dat wil zij toch even tegenspreken, want daar is zij het absoluut niet mee eens. We hebben er gisterenavond nog een hele avond over gediscussieerd, uiteraard is het niet perfect, het mobiliteitsplan, maar we hebben wel een ongelooflijk historische stap gezet om Strombeek terug op de kaart te zetten voor de toekomst. Daarnaast zijn er nog heel wat projecten. Het is daarstraks ook al vermeld, we hebben een heel groot stuk aan de Koningsloseteenweg opgekocht. We zijn bezig met een bijkomend park achter Sint-Jozef, we zijn Borrekensveld aan het ontwikkelen tot een ongelofelijke, aantrekkelijk site voor heel Strombeek. De bibliotheek zal naar de kerk gaan, daar zijn we met een Vlaamse bouwmeester bezig. We zijn het volgende project aan het voorbereiden zodat de toekomst van het OCMW en het CC ook daar verder kan groeien. Dus zeggen dat het plan niet ambitieus genoeg is, daar is zij het absoluut niet mee eens. En dan nog een laatste stuk, maar dat is eigenlijk al aangehaald, over de Treft. Uiteraard zijn daar veel mogelijkheden. We zitten daar volgens mij absoluut op dezelfde lijn, daarom ook dat het domein van Procter & Gamble, de burgemeester heeft het al gezegd, buiten dit RUP valt. Alle kansen die er liggen om de Treft in de toekomst weer een wijk te maken die die zich heel betrokken voelt bij Strombeek, liggen net op dat terrein van Procter & Gamble. Dus zij kan alleen maar hopen dat de volgende meerderheden als die opportuniteit zich ooit voordoet daar heel goed over nadenkt als daar een RUP wordt opgestart. En heel goed kijkt naar de schetsen die het studiebureau daaromtrent al gemaakt heeft.
Raadslid BOELENS krijgt het woord en meldt dat hij ook een hart voor Strombeek heeft, daar zal men wellicht niet aan twijfelen en hij vindt het de tofste deelgemeente van de fusie. Hij weet ook dat Strombeek niet per se nood heeft aan verdichting an sich, maar wel aan kwalitatieve verdichting. Raadslid BOELENS denkt dat men op dat vlak het advies van de Gecoro nog eens goed moet lezen. Het klopt inderdaad dat tot nu toe de laatste jaren projecten gerealiseerd zijn door projectontwikkelaars en daarom zijn die voor hem ook zeer bedenkelijk. Hij heeft in de tijd kritiek gegeven op de verkaveling in De Burtinstraat. Hij vindt dat geen voorbeeldig project qua ontharding. Dan werd er gezegd van: het is van een kameraad van u die de grond bezit, dat heeft er niks mee te maken, alsjeblieft. Maar hij heeft daar wel kritiek op gehad. Er is een verkaveling aan de Oude Mechelsestraat, vlakbij het kerkhof, tot aan de ring bij wijze van spreken. Dat is iets dat raadslid BOELENS heel erg betreurd heeft, en toen zat de fractie GROEN zelfs in de meerderheid. Er zijn weinig voorbeelden van geslaagde verkavelingen. Er is er wel één nogal geslaagd en dat is recht over het kapelletje. Hij vindt vind dat dat er mag zijn, ook al had hij moeite met die weidegrond die eraan is gegaan. Er zijn een aantal mogelijkheden, dat men nu eigenlijk bijna ongedaan maakt. Dat is heel erg spijtig om creatieve projecten van inbreiding te realiseren. Natuurlijk is niet alleen de groenindex belangrijk. Maar Gecoro zegt dat ook. Men moet kijken naar het type bebouwing dat men bij bepaalde projecten wil realiseren bij zo’n inbreidingsprojecten. Dus het is in de Gecoro zijn advies wel genuanceerder dan wat schepen HOEFS nu suggereert. Het project achter Sint-Jozef, daarover is raadslid BOELENS blij dat er eindelijk ook over nagedacht wordt want de fractie GROEN heeft daar al meermaals op gewezen. Men heeft dat laten verloederen, er is daar gekapt. Aan de kant van de Grimbergsesteenweg is daar verhard tot het niet meer kan, terwijl dat over een heel mooi parkgebied gaat dat door het BPA ook als parkgebied vastgelegd is. Tot slot zegt raadslid BOELENS dat hij hoopt dat daar in een volgende legislatuur inderdaad aan gewerkt zal worden.
Raadslid GROSJEAN krijgt het woord en wil graag iets kwijt. Hij vindt dit een hoogstaand gesprek en een zeer goed en verhelderend debat. Er zijn ook ideologische verschillen aan het licht gekomen en dat mag, daarom kan het perfect zijn dat, de fractie VOORUIT iets niet ambitieus genoeg vindt en anderen wel. Hij zou graag nog één ding graag willen vragen aan de burgemeester en aan schepen HOEFS. Hoe duiden zij dat negatief advies, maar in het kort, van de Gecoro. Want daar legt de fractie VOORUIT nogal sterk de nadruk op en zeker raadslid GROSJEAN zelf als leek, want het is inderdaad een zeer complexe materie. Hij zegt dat hij een beetje geschokt was als hij dat las. Gecoro, het adviesorgaan, geeft een negatief advies en het schepencollege ziet dat duidelijk anders, daar had hij dus graag wat meer uitleg over.
Burgemeester LAEREMANS geeft graag meer uitleg en zal zijn uitleg nog eens herhalen. De Gecoro begrijpt dat het gemeentebestuur een betaalbaar aanbod van eengezinswoningen wil behouden en daarom opsplitsing wil tegengaan. Want dat is één van de dingen waar we op mikken, dat moet mogelijk blijven, eengezinswoningen, maar Strombeek is een goedgelegen locatie om te verdichten. Het RUP lijkt vooral opgemaakt om te bepalen waar niet verdicht kan worden en niet zozeer waar wel en hoe. Het mocht dus ambitieuzer. Wanneer het ging over ambitieuzer, ging het vooral daarover. De burgemeester weet niet of het RUP met Gabariten werd bedoeld van, waar zijn bepaalde hoogten redelijk? Tot welk aantal bouwlagen kan men gaan? Daar is eigenlijk wel heel wat mogelijk gemaakt via dit RUP, want op dit moment zegt het gewestplan nog altijd, ook voor Strombeek, twee woonlagen. Alleen wanneer dat er in de straat al meer dan de helft meer dan twee zijn, kan men worden toegelaten om hoger te gaan. Met dit RUP gaat men verder en geeft men op heel wat plaatsen meer mogelijkheden. Dus daarom is het ook zo belangrijk dat het altijd in een context bekeken wordt van harmonieuze omgeving. Dat men ook kijkt naar de goede ruimtelijke orde in zijn geheel. Daarom zal natuurlijk ook de dienst Ruimtelijke Ordening een belangrijke rol spelen in de toekomst en ook het schepencollege. Maar gelukkig dat er nog wat vrijheid is om bepaalde dingen te bekijken. Dus dit is niet echt een keurslijf, heel dit RUP. Maar wij zagen dit nu eens als een kans om te zeggen, wat willen we liever behouden. Want een heel belangrijk deel van de aandacht van het studiebureau gaat naar behoud van het huidige gabarit van Strombeek, van het harmonieuze dorpsweefsel, wat zij zo noemen. Gelukkig heeft een apolitiek en onafhankelijk studiebureau van ver van hier dat een keer durven typeren en zegt, jongens, Strombeek is op zich tamelijk mooi, breek zomaar niet alles af. Dit is een heel waardevolle insteek van dat studiebureau. We hebben vooraf dat studiebureau niet gekozen op basis van zijn ideologie of van wat dan ook, maar wel van een aantal kwaliteiten, maar we zijn heel blij dat het in die richting is gegaan. Een Gecoro geeft altijd interessante insteken en daar hebben we ook voor Beigem een aantal dingen van gevolgd, maar in de Gecoro zitten ook nogal wat mensen, die op één of andere manier professioneel vervlochten zijn met de immo-sector. Ofwel architecten, ofwel deskundigen, die daarin betrokken zijn en die zeggen kijk, hier worden kansen gemist om meer te bebouwen. Het is niet duidelijk of dat onze eerste bedoeling was met een RUP Gabariten om te zeggen, waar gaan we nu nog meer verlichten en bebouwen. Inderdaad is de burgemeester eerder op de rem gaan staan, maar ook de diensten en ook het hele college. Dus dat is de reden waarom dat we helemaal niet zomaar de ideeën van de Gecoro volgen. Het is een waardevol advies, maar onze insteek is voor een stuk anders. Maar toch zijn er in Strombeek nog heel veel mogelijkheden. We hopen alleen dat die de komende jaren niet allemaal ineens gaan uitgeput worden, maar dat dat harmonisch en geleidelijk aan gestalte krijgt en groeit. Maar tussen nu en 50 jaar zal de bevolking van Strombeek onvermijdelijk nog toenemen. Onvermijdelijk, en dus moet men proberen dat zoveel mogelijk in goede banen te lijden en af te remmen waar mogelijk.
Schepen HOEFS krijgt tot slot het woord en dankt raadslid GROSJEAN voor zijn vraag. Ze begrijpt inderdaad, zo’n RUP, dat zijn zeer moeilijke document om u door te worstelen, zeker als men niet uit die sector komt. Ze heeft daar uiteraard alle begrip voor dat je je dan focust op het advies dat vanuit een Gecoro wordt gegeven, want dat is uiteraard de gemeentelijke commissie voor ruimtelijk ordening, de mensen die daarin zitten, dat zijn mensen die met kennis van zaken spreken, die leveren in Grimbergen ook heel kwalitatief werk. Schepen HOEFS volgt dat niet altijd 100%, maar vaak kunnen we dat uiteraard wel volgen. De mensen die daarin zitten, die bekijken dat natuurlijk, de burgemeester zei het ook al, voornamelijk vanuit een insteek die vanuit de bouwwereld komt. Architecten, stedenbouwkundige ontwikkelaars, die vaak ook met hun klanten in het achterhoofd zitten en die bedenkingen ook meenemen in dat debat. Zij vragen ook altijd standaard naar kwalitatieve architectuur. De architect in mij steunt dat altijd, de politieker in mij weet dat kwalitatieve architectuur voor niet-architecten helaas een heel andere betekenis heeft. Dus daar heeft zij haar de afgelopen 18 jaar al bij moeten neerleggen. De Gecoro is ook vaak niet eensgezind over een thema, soms geven zij ook tegenstrijdige meningen. Dus het is wel onze taak ook, als politieker, om daar dan ook kritisch naar te kijken. Voor ons zijn er ook heel wat andere afwegingkaders, die we moeten meenemen. Heel de manier waarop uw samenleving is opgevat enz., dat zijn aspecten waar dat de Gecoro uiteindelijk veel minder aandacht voor heeft. Alle begrip dat jullie zich focussen op het advies van de Gecoro, daar kan zij niets op tegenhebben.
/
Artikel 1.
Kennis te nemen van de resultaten van het openbaar onderzoek en de adviezen over het ontwerp van RUP Gabariten Strombeek-Bever.
Art. 2.
De resultaten van het openbaar onderzoek en de adviezen over het ontwerp van RUP Gabariten Strombeek-Bever te behandelen zoals opgenomen in bijlage bij dit besluit.
Art. 3.
Het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Gabariten Strombeek-Bever, aangepast zoals opgenomen in bijlage bij dit besluit, definitief vast te stellen.
De gemeenteraad keurt het warmtebeleidsplan goed.
Gemeenten spelen een belangrijke rol om de gebouwen op hun grondgebied te laten overschakelen op duurzame warmte. Bijna alle Vlaamse steden en gemeenten ondertekenden het Burgemeestersconvenant en het Lokaal Energie- en Klimaatpact met de Vlaamse Overheid. Hiermee engageren ze zich onder meer voor de opmaak van lokale warmteplannen. Een lokaal warmteplan schetst de strategische koers (beleid) van verwarming en koeling zonder gebruik van fossiele brandstoffen binnen een lokaal bestuur. Het identificeert warmtebronnen (zonering) en omvat een actieplan om de duurzaamheid van de warmtevoorziening in de stad of gemeente te verbeteren. Door een lokaal warmteplan uit te werken en voor elke straat, elke wijk en elk gebouwtype de contouren uit te tekenen, brengen lokale besturen de warmtetransitie in een stroomversnelling.
workshop 1: wat is de doelstelling/visie?;
workshop 2: welke collectieve/individuele projectkansen zijn er?;
workshop 3: hoe prioriteren we projectkansen?;
workshop 4: hoe kunnen we dit beleid organiseren?
Decreet Lokaal Bestuur 22 december 2017:
De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan een duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.
/
Gemeenten spelen een belangrijke rol om de gebouwen op hun grondgebied te laten overschakelen op duurzame warmte. Bijna alle Vlaamse steden en gemeenten ondertekenden het Burgemeestersconvenant en het Lokaal Energie- en Klimaatpact met de Vlaamse Overheid. Hiermee engageren ze zich onder meer voor de opmaak van lokale warmteplannen. Een lokaal warmteplan schetst de strategische koers (beleid) van verwarming en koeling zonder gebruik van fossiele brandstoffen binnen een lokaal bestuur. Het identificeert warmtebronnen (zonering) en omvat een actieplan om de duurzaamheid van de warmtevoorziening in de stad of gemeente te verbeteren. Door een lokaal warmteplan uit te werken en voor elke straat, elke wijk en elk gebouwtype de contouren uit te tekenen, brengen lokale besturen de warmtetransitie in een stroomversnelling.
Het college van burgemeester en schepenen besliste om de opdracht voor de opmaak van een warmtebeleidsplan aan Transition Stories te gunnen, via afname van de raamovereenkomst van intercommunale Haviland. De opdracht startte in het voorjaar van 2023 en liep tot het voorjaar van 2024.
In deze periode vonden verschillende workshops plaats:
Op basis van de input die geleverd werd tijdens deze workshops werd een ontwerp warmtebeleidsplan opgemaakt, dat als volgt is opgebouwd:
Het ontwerp warmtebeleidsplan werd toegelicht aan de gemeenteraadscommissie omgeving van 12 juni 2024 en de GECORO van 25 juni 2024. Op 13 augustus 2024 formuleerde de GECORO enkele aanbevelingen op het ontwerp warmtebeleidsplan (zie verslag in bijlage).
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen wordt het ontwerp warmtebeleidsplan ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
/
Enig artikel.
Het ontwerp warmtebeleidsplan, zoals toegevoegd in bijlage 1a en 1b, definitief goed te keuren.
De gemeenteraad keurt het eindrapport over de onthardingsstudie goed.
Decreet Lokaal Bestuur 22 december 2017:
De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan een duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.
/
Het doel van de 'onthardingsstudie Grimbergen' was om de onthardingskansen op de gemeentewegen in Grimbergen in kaart te brengen en te onderzoeken hoe die wegen stelselmatig onthard en vergroend kunnen worden. De opdracht werd uitgevoerd door een studieteam bestaande uit Trage Wegen, Voorland en Breekijzer.
De achterliggende doelstellingen hierbij zijn:
het temperen van de impact van steeds vaker voorkomende extreme weersomstandigheden;
het versterken van de verblijfs- en beeldkwaliteit van het openbaar domein;
het bekrachtigen van het landelijk karakter van de gemeente.
Naast een ruimtelijk overzicht van kansen voor ontharding geeft de studie ook een set aan ontwerpprincipes mee, samen met een reeks beleidsaanbevelingen die ervoor zullen zorgen dat de onthardingsambities bij toekomstige (her)aanlegprojecten maximaal is en in harmonie met de omgeving.
Bij de opmaak van de onthardingsstudie werd volgend stappenplan gevolgd:
Op 21 augustus 2024 kwamen de interne leden van de projectgroep samen om opmerkingen te formuleren op het ontwerp eindrapport. Op basis van de gemaakte opmerkingen en de aanbevelingen van de GECORO werd het eindrapport gefinaliseerd.
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen wordt het eindrapport over de onthardingsstudie ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
/
Enig artikel.
Het eindrapport over de onthardingsstudie, toegevoegd als bijlagen 1 bij dit besluit, goed te keuren.
De gemeenteraad keurt de vernieuwde samenwerkingsovereenkomst tussen stad Vilvoorde en gemeente Grimbergen inzake de bemiddelingsprocedure bij gemeentelijke administratieve sancties in het kader van veiligheidsbeleid en de aanpak van de federale regering m.b.t. jeugdcriminaliteit goed.
Artikel 40 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017:
§ 1. Onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2.
§ 2. De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.
§ 3. De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.
Een afschrift van elk reglement waarin een strafbepaling of een administratieve sanctie wordt opgenomen, wordt dadelijk verzonden aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank.
/
De huidige samenwerkingsovereenkomst tussen stad Vilvoorde en de gemeente Grimbergen dateert van 2014 en is dus niet meer in lijn met de huidige wetgeving. Bijgevolg is de samenwerkingsovereenkomst vernieuwd en wordt gevraagd om deze principieel goed te keuren zoals onderstaand weergegeven:
De samenwerkingsovereenkomst tussen stad Vilvoorde en de gemeente Grimbergen inzake de bemiddelingsprocedure bij de gemeentelijke administratieve sancties, in het kader van veiligheidsbeleid en de aanpak van de federale regering m.b.t. jeugdcriminaliteit
Tussen
Enerzijds de stad Vilvoorde, vertegenwoordigd door de heer Bonte, burgemeester, en mevrouw Boudry, algemeen directeur, handelend in uitvoering van de zitting van de gemeenteraad van xxx,
en
anderzijds de gemeente Grimbergen, vertegenwoordigd door de heer Laeremans, burgemeester, en mevrouw Van Schel, algemeen directeur, handelend in uitvoering van de zitting van de gemeenteraad van 26 september 2024;
hierna genoemd de deelnemende steden en gemeenten.wordt het volgende overeengekomen betreffende de samenwerking met de bemiddelaar
Vooraf:
De steden en gemeenten die deze samenwerkingsovereenkomst ondertekenen, hebben in administratieve sancties voorzien tegen inbreuken op hun reglementen en verordeningen zoals bepaald bij wet van 13 mei 1999 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet.
De GAS-bemiddeling is opgenomen in de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. GAS-bemiddeling wordt opgenomen als een van de maatregelen die kunnen worden opgelegd bij inbreuken op feiten omschreven in artikelen 2 en 3 van de GAS-wet. De GAS-bemiddeling geeft de overtreder de mogelijkheid om door tussenkomst van een bemiddelaar, de veroorzaakte schade te herstellen of schadeloos te stellen of om het conflict te doen bedaren. Indien minderjarigen het voorwerp uitmaken van een administratieve geldboete dient er verplicht een aanbod voor GAS-bemiddeling te worden gedaan, overeenkomstig artikel 18, §2. GAS-bemiddeling kan ook worden voorgesteld aan meerderjarige overtreders indien voldaan wordt aan de voorwaarden in artikel 12, §1 van de GAS-wet.
De modaliteiten en minimumvoorwaarden voor GAS-bemiddeling worden verder uitgewerkt in het KB van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de wet betreffende Gemeentelijke Administratieve Sancties. Artikel 7, stelt dat de voornaamste taak van de GAS-bemiddelaar de bemiddelingsprocedure is. Daarnaast kan de GAS-bemiddelaar indien nodig de modaliteiten van de gemeenschapsdienst bepalen, deelnemen aan het lokale preventiebeleid, een verslag opstellen als evaluatie van het beroep op de bemiddeling in het kader van de Gemeentelijke Administratieve Sancties en de opvolging verzekeren van de initiatieven en de reglementeringen die een impact hebben op het preventiebeleid en het gemeentelijke veiligheidsbeleid.
Sinds 2007 wordt er een voltijdse bemiddelaar ter beschikking gesteld van de steden en gemeenten van het gerechtelijk arrondissement Halle – Vilvoorde, voor een vlottere implementering van de bemiddelingsprocedure in het kader van de Gemeentelijke Administratieve Sancties. Het doel van deze samenwerkingsovereenkomst is de bepaling van de praktische modaliteiten van deze terbeschikkingstelling.
Artikel 1 overeenkomst tussen stad Vilvoorde en de federale overheid
In het kader van het veiligheidsbeleid en de aanpak van de jeugdcriminaliteit stelt de federale staat een voltijdse bemiddelaar voor het gerechtelijke arrondissement Halle – Vilvoorde ter beschikking van de stad Vilvoorde, met als werkingsgebied de steden en gemeenten gelegen in de regio Halle – Vilvoorde. De federale overheid heeft een overeenkomst ondertekend met de stad Vilvoorde op 23 april 2007.De overeenkomst tussen de stad Vilvoorde en de federale overheid wordt vervangen door het koninklijk besluit dat driejaarlijks wordt opgesteld voor het toekennen van de subsidie aan bepaalde steden en gemeenten voor de uitvoering van de GAS-bemiddeling. In dit driejaarlijkse KB wordt het subsidiebedrag bepaald en toegekend door de minister.
Artikel 2 aanwerving door stad Vilvoorde
De stad Vilvoorde heeft tijdens de gemeenteraadszitting van 23 april 2007 beslist om een GAS-bemiddelaar aan te stellen die de bemiddelingsprocedure zoals voorzien in de wetgeving van de Gemeentelijke Administratieve Sancties, zal begeleiden. De stad Vilvoorde zorgt ervoor dat de GAS-bemiddelaar die wordt aangeworven voldoet aan de minimumvoorwaarden zoals omschreven in artikel 6 van het KB van 28 januari 2014 houdende de GAS-bemiddeling.
De stad Vilvoorde is de wettelijke werkgever van de GAS-bemiddelaar. Stad Vilvoorde stelt een arbeidsovereenkomst op tussen de GAS-bemiddelaar en de stad waarin de specifieke opdracht van de GAS-bemiddelaar wordt omschreven, overeenkomstig artikel 7 van het KB van 28 januari 2014 houdende de GAS-bemiddeling. De stad Vilvoorde zal instaan voor het administratieve en financiële beheer van de arbeidsovereenkomst opgemaakt met de GAS-bemiddelaar.
Opdat de GAS-bemiddelaar zijn/haar opdracht kan vervullen in het gerechtelijke arrondissement Halle – Vilvoorde, verbindt de stad Vilvoorde zich ertoe een samenwerking aan te gaan met de deelnemende steden en gemeenten.
Artikel 3 takenpakket van de GAS-bemiddelaar
Artikel 7 van het KB van 28 januari 2014 houdende de GAS-bemiddeling bepaalt het takenpakket van de GAS-bemiddelaar. De voornaamste taak van de GAS-bemiddelaar is de uitwerking en de opvolging van alle fases van de bemiddelingsprocedure. De organisatie van de bemiddelingsprocedure is de voornaamste taak van de GAS-bemiddelaar, met een prioriteit voor de GAS-bemiddeling van minderjarigen. Naast het organiseren van de GAS-bemiddeling, kan de GAS-bemiddelaar indien nodig en op vraag van de deelnemende steden en gemeenten meewerken aan volgende taken:
- de modaliteiten van de gemeenschapsdienst bepalen;
- deelnemen aan het lokale preventiebeleid;
- een verslag opstellen als evaluatie van het beroep op de bemiddeling in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties;
- en de opvolging verzekeren van de initiatieven en de reglementeringen die een impact hebben op het preventiebeleid en het gemeentelijke veiligheidsbeleid.
De prioriteit van de GAS-bemiddelaar is het organiseren van de GAS-bemiddeling, het opnemen van deze facultatieve taken mag de opvolging van de bemiddelingsprocedure niet in het gedrang brengen.
Ten slotte staat de GAS-bemiddelaar ook in voor het opstellen van het activiteitenverslag en financiële verslag dat jaarlijks wordt overgemaakt aan de POD Maatschappelijke Integratie, grootstedenbeleid. De GAS-bemiddelaar maakt ieder jaar de verslagen, de nodige bewijsstukken en documenten over aan de POD Maatschappelijk Integratie zodat de, in artikel 8 beschreven, subsidie kan worden uitbetaald aan de stad Vilvoorde.
Artikel 4 deontologische principes van bemiddeling
De GAS-bemiddeling wordt georganiseerd conform de basisprincipes van bemiddeling. Deze principes zijn de volgende:
- Vrije toestemming (vrijwilligheid)
- Vertrouwelijkheid
- Transparantie
- Neutraliteit
- Onafhankelijkheid
Deze principes worden opgenomen in artikel 9 van het KB van 28 januari 2014. De deelnemende steden en gemeenten nemen nota van deze principes. De deelnemende steden en gemeenten dragen in de mate van het mogelijke bij aan het waarborgen van deze principes. Dit doen ze in de eerste plaats door een lokaal ter beschikking te stellen voor de bemiddeling dat geen partijdigheid suggereert (vb. geen politiecommissariaat bij een bemiddeling met de politie als benadeelde partij) en dat de vertrouwelijkheid waarborgt.
De bemiddelaar is onafhankelijk en werkt tijdens zijn bemiddelingsgesprekken vanuit het principe van de meerzijdige partijdigheid. Artikel 8 van het KB van 28 januari 2014 stelt dat de GAS-bemiddelaar zijn taak op strikt onafhankelijke wijze van de sanctionerend ambtenaar zal uitvoeren, de GAS-bemiddelaar kan zich niet onder leiding van de sanctionerend ambtenaar bevinden en niet door de sanctionerend ambtenaar geëvalueerd worden.
De inhoud van het bemiddelingsgesprek is vertrouwelijk, de enige uitzondering hierop is het evaluatieverslag. In het evaluatieverslag deelt de bemiddelaar mee aan de sanctionerend ambtenaar of de bemiddeling is geslaagd, geweigerd of gefaald. De bemiddelaar geeft aan beide partijen op transparante wijze mee wat er wordt opgenomen in het evaluatieverslag en welke gevolgen dit zal hebben in de procedure.
Artikel 5 verbintenissen van de stad Vilvoorde
De stad Vilvoorde en de deelnemende gemeenten beslissen om de standplaats van de GAS-bemiddelaar te situeren in de stad Vilvoorde. De stad Vilvoorde stelt een aangepast bureau ter beschikking van de GAS-bemiddelaar en voorziet in de nodige benodigdheden, opdat de bemiddelingsgesprekken in optimale omstandigheden kunnen verlopen. De stad Vilvoorde zal daarnaast de administratieve ondersteuning verlenen die nodig is voor de uitoefening van de functie van GAS-bemiddelaar.De stad Vilvoorde biedt de GAS-bemiddelaar de mogelijkheid om deel te nemen aan supervisies, intervisies en vergaderingen georganiseerd door de Dienst Grootstedenbeleid van de POD Maatschappelijke Integratie, voor de uitwisseling van ervaringen.
Artikel 6 verbintenissen van de deelnemende gemeenten
Bij aanvang van deze overeenkomst zullen de deelnemende steden/ gemeenten aan de GAS-bemiddelaar hun reglementen en administratieve politieverordeningen overmaken. Dit geldt tevens voor alle latere wijzigingen aan deze reglementen.De deelnemende steden en gemeenten verbinden zich ertoe hun sanctionerende ambtenaar, de korpschef van hun politiezone, de Procureur Des Konings, alsook de agenten die door de gemeenteraad werden aangesteld voor vaststelling van overtredingen op de gemeentereglementen, op de hoogte te brengen van deze overeenkomst.
Wanneer in het kader van de GAS-bemiddeling gesprekken worden georganiseerd in de deelnemende steden of gemeenten, voorziet deze gemeente (kosteloos) een aangepast lokaal op het grondgebied van de gemeente.
Wanneer de steden en gemeenten de benadeelde partij zijn in een bemiddelingsdossier, duiden zij een vertegenwoordiger van de stad/gemeente aan die zal deelnemen aan de bemiddelingsgesprekken. Indien de GAS-bemiddeling betrekking heeft op een feit zonder geïdentificeerd slachtoffer, treedt de gemeente op als vertegenwoordiger van het maatschappelijk belang. Ook in deze dossiers neemt een vertegenwoordiger van de stad of gemeente deel aan het bemiddelingsgesprek.
Artikel 7 de werking
Wat de vervulling van zijn/ haar opdrachten betreft, zal de bemiddelaar autonomie genieten bij de dagelijkse uitoefening van zijn functie. De uniformiteit van de bemiddelingsprocedure wordt gewaarborgd door de modaliteiten bepaald in het KB van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de GAS-bemiddeling.De bemiddelaar zal het evaluatieverslag met het resultaat van de bemiddeling zo snel mogelijk aan de sanctionerende ambtenaar van de betrokken gemeente of stad meedelen. Overeenkomstig artikel 26, §2 van de GAS-wet van 2013 neemt de bemiddelaar de termijn van 12 maanden in rekening vanaf de vaststelling van de feiten waarbinnen de sanctionerend ambtenaar een beslissing dient te maken. Wanneer er in de bemiddelingsovereenkomst termijnen worden afgesproken kan de bemiddelaar op verzoek deze termijn van 12 maanden verlengen tot 15 maanden, overeenkomstig artikel 16 van de wet van 11 december 2023 tot wijziging van de GAS-wet.
Artikel 8 subsidie voor de toepassing van de bemiddeling in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties
De stad Vilvoorde ontvangt voor de bezoldiging van de GAS-bemiddelaar en de werking van het bemiddelingsproject een jaarlijkse subsidie van de POD Maatschappelijke Integratie. Het bedrag van de subsidie wordt jaarlijks bepaald door de minister van grootstedenbeleid op basis van het aantal dossiers dat behandeld wordt door de GAS bemiddelaar.De kosten die in rekening worden genomen voor de uitbetaling van de subsidie staan beschreven in de financiële richtlijn die driejaarlijks wordt opgesteld door de POD Maatschappelijke Integratie. De kosten die worden meegenomen kunnen worden verdeeld in werkingskosten en personeelskosten.
De personeelskost heeft betrekking op de loonkost(en) van de GAS-bemiddelaar(s) die rechtstreeks worden aangeworven voor het bemiddelingsproject. Onder de werkingskosten worden alle kosten opgenomen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de GAS-bemiddeling zoals verplaatsingskosten en opleidingskosten. In de financiële richtlijn wordt ook zeer duidelijk bepaald welke kosten niet worden opgenomen. Dit gaat voornamelijk over kosten die de duur van de overeenkomst overschrijden zoals afschrijvingskosten voor de bestaande infrastructuur. Meer informatie over de kosten die in rekening genomen worden door de federale overheid kunnen worden geraadpleegd in de financiële richtlijn van de POD Maatschappelijk Integratie.
Indien de werkings- en personeelskosten, die verband houden met het bemiddelingsproject binnen de grenzen vallen van de federale subsidie zullen de deelnemende steden en gemeenten geen eigen financiële bijdrage moeten leveren.
Indien blijkt dat de in rekening gebrachte kosten de subsidie overschrijdt, verbinden de stad Vilvoorde en de deelnemende steden en gemeenten er zich toe te handelen conform artikel 9 van deze overeenkomst.
Artikel 9 financiering van het bemiddelingsproject indien de subsidie niet volstaat om de aanvaarde kosten te dragen
De federale subsidie zal in eerste instantie dienen om de lonen en voordelen – zoals aanvaard in de overeenkomst tussen de stad Vilvoorde en de federale overheid en zoals deze worden uitbetaald door de stad Vilvoorde – te vergoeden.Indien de federale subsidie niet volstaat om de aanvaarde kosten te betalen, verbinden de stad Vilvoorde en de deelnemende steden en gemeenten er zich toe een procentuele bijdrage te leveren ter betaling van de extra kost, in verhouding met het aantal behandelde dossiers per deelnemende gemeente.
De financiële bijdragen van de deelnemende gemeenten wordt als volgt berekend:
Financiering gemeente X = (aantal bemiddelingsdossiers gemeente X/ totaal aantal dossiers) * tekort van het jaar.De GAS-bemiddelaar geeft jaarlijks door aan de financiële dienst van de stad Vilvoorde hoeveel dossiers er per gemeente worden behandeld voor dat werkingsjaar. Het bedrag dat de federale subsidie heeft overschreden wordt dan pro rata verdeeld over de deelnemende steden en gemeenten. De facturatie door de stad Vilvoorde voor het werkingsjaar x, gebeurt in het daaropvolgende jaar.
Artikel 11 toetreding van steden en gemeenten
Steden en gemeenten die willen deelnemen aan het bemiddelingsproject kunnen op aanvraag de samenwerkingsovereenkomst afsluiten met de stad Vilvoorde. Wanneer een nieuwe gemeente intekent op de samenwerkingsovereenkomst wordt vanaf het jaar van intekenen het aantal bemiddelingsdossiers meegenomen in de facturatie.
Artikel 12 duur van de samenwerkingsovereenkomst
Deze samenwerkingsovereenkomst gaat in op het ogenblik dat de deelnemende steden en gemeenten zich akkoord hebben verklaard om deel te nemen aan het project en is geldig voor de duur van het project.De deelnemende partners kunnen uit de samenwerkingsovereenkomst stappen mits een opzeggingstermijn van drie maanden.
De stad Vilvoorde kan een einde stellen aan de huidige overeenkomst bij stopzetting van de subsidie verstrekt door de federale overheid.
Opgemaakt in 2 exemplaren te Vilvoorde, op ………/2024
Voor de stad Vilvoorde,
De burgemeester,
De algemeen directeur,
Voor de gemeente Grimbergen,
De burgemeester,
De algemeen directeur
Aantal dossiers waarin beroep werd gedaan op het bemiddelingsaanbod gedurende de voorbije jaren:
In 2021: 4
In 2022: 1
In 2023: 7
In 2024: 3
Belangrijk om te vermelden is dat het onrechtmatig bezit/gebruik van lachgas sinds 9 april 2024 niet meer via een gemeentelijke administratieve sanctie bestraft kan worden. Dergelijke inbreuken vallen onder drugwetgeving en worden strafrechtelijk vervolgd. Op jaarbasis zal het dus een beperkt aantal dossiers zijn die in aanmerking komen voor het bemiddelingsaanbod.
In artikel 9 van de samenwerkingsovereenkomst wordt meer duiding gegeven over de financiën:
Artikel 9 financiering van het bemiddelingsproject indien de subsidie niet volstaat om de aanvaarde kosten te dragen
De federale subsidie zal in eerste instantie dienen om de lonen en voordelen – zoals aanvaard in de overeenkomst tussen de stad Vilvoorde en de federale overheid en zoals deze worden uitbetaald door de stad Vilvoorde – te vergoeden.
Indien de federale subsidie niet volstaat om de aanvaarde kosten te betalen, verbinden de stad Vilvoorde en de deelnemende steden en gemeenten er zich toe een procentuele bijdrage te leveren ter betaling van de extra kost, in verhouding met het aantal behandelde dossiers per deelnemende gemeente.
De financiële bijdragen van de deelnemende gemeenten wordt als volgt berekend:
Financiering gemeente X = (aantal bemiddelingsdossiers gemeente X/ totaal aantal dossiers) * tekort van het jaar.
De GAS-bemiddelaar geeft jaarlijks door aan de financiële dienst van de stad Vilvoorde hoeveel dossiers er per gemeente worden behandeld voor dat werkingsjaar. Het bedrag dat de federale subsidie heeft overschreden wordt dan pro rata verdeeld over de deelnemende steden en gemeenten. De facturatie door de stad Vilvoorde voor het werkingsjaar x, gebeurt in het daaropvolgende jaar.
Naar schatting zou deze kost op 140-150 euro per dossier komen, indien de subsidie wordt overschreden.
Er is nog voldoende budget beschikbaar op de budgetsleutel: 2024/GBB-HAND/0119-10/6131010/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Artikel 1.
De vernieuwde samenwerkingsovereenkomst tussen stad Vilvoorde en gemeente Grimbergen inzake de bemiddelingsprocedure bij gemeentelijke administratieve sancties in het kader van veiligheidsbeleid en de aanpak van de federale regering m.b.t. jeugdcriminaliteit, toegevoegd als bijlage 1 bij dit besluit, goed te keuren.
Art. 2.
Een afschrift van dit besluit over te maken aan:
De gemeenteraad keurt de oprichting van een sterrenregister goed.
Dit is een register waarin ouders van stilgeboren kinderen, ongeacht de duur van de zwangerschap, de mogelijkheid krijgen om hun kindje te registreren omwille van de grote emotionele betekenis hiervan.
Ouders zullen hierbij de keuze hebben of ze enkel het kindje registreren, of ook hun gegevens (naam, rijksregister, adres) willen opgeven om gecontacteerd te worden bij toekomstige herdenkingsmomenten of initiatieven die betrekking hebben op sterrenkindjes. Om het kindje te kunnen registreren zal het rijksregisternummer, de naam en het adres van (minstens) 1 ouder gevraagd worden. Deze symbolische aangifte zal geen juridische gevolgen hebben.
Bovendien kan de aangifte online gebeuren zodat dit heel laagdrempelig en zonder onnodige administratieve overlast in orde gebracht kan worden.
Artikel 40, §1 en §2 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
/
Het verlies van een kindje kort voor of na de geboorte is een hartverscheurende ervaring voor ouders. Administratief gezien is de aangifte van een stilgeboren kindje verplicht vanaf een zwangerschapsduur van 180 dagen. Vanaf 140 dagen zwangerschap is een aangifte mogelijk, maar niet verplicht.
Voor een zwangerschap korter dan 140 dagen is een wettelijke aangifte echter niet mogelijk.
De emotionele en symbolische betekenis van deze aangiftemogelijkheid mag echter niet onderschat worden. Een wettelijke aangifte biedt ouders de mogelijkheid hun stilgeboren kindje officieel te erkennen en een naam te geven en zo een plaats te geven in hun leven. Voor sterrenkindjes - bij een zwangerschap korter dan 140 dagen - is dit dus wettelijk gezien niet mogelijk.
Veel steden en gemeenten namen reeds een initiatief om hieraan tegemoet te komen en een sterrenregister te openen. Hierin kunnen alle stilgeboren kindjes symbolisch geregistreerd worden, ongeacht de duur van de zwangerschap.
Dit sterrenregister is een heel mooi initiatief en daarom wil men ook graag in Grimbergen invoeren. Deze symbolische aangifte heeft geen juridische gevolgen, maar kan emotioneel een grote betekenis hebben voor ouders en nabestaanden van sterrenkindjes.
Bovendien kan de aangifte online gebeuren zodat dit heel laagdrempelig en zonder onnodige administratieve overlast in orde gebracht kan worden.
Op die manier wil men ouders van stilgeboren kinderen, ongeacht de duur van de zwangerschap, de kans geven om hun kindje te registreren. Ook registraties uit het verleden wil men hierbij toelaten.
Men opteert ervoor om ouders de keuze te geven of ze enkel het kindje registreren (naam, datum stilgeboorte, eventueel plaats stilgeboorte) of ook hun gegevens (naam, adres en rijksregisternummer) willen opgeven om gecontacteerd te worden bij toekomstige herdenkingsmomenten of initiatieven die betrekking hebben op sterrenkindjes.
Om het kindje te kunnen registreren zal het rijksregisternummer, de naam en het adres van (minstens) 1 ouder gevraagd worden. De ouders zullen uiteraard te allen tijde de mogelijkheid krijgen om die keuze aan te passen.
Aangezien het gaat om het bijhouden van persoonsgegevens, dient dit conform de privacywetgeving te gebeuren.
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.
Raadslid ORINX krijgt het woord en zegt dat ze haar moment pakt. Twee jaar geleden heeft zij vanuit de oppositie aangekaart en is ze heel blij dat dit eindelijk erdoor is gekomen, of dat het nu oppositie of meerderheid is, maakt haar niet uit. Dit is een menselijke beslissing, een warme beslissing voor wie dan ook. Ze is heel blij met de acties die gebeurd zijn op de begraafplaatsen in heel Grimbergen. En zij is blij dat dit mogelijk is om een sterrenregister te openen en hoopt dat de oppositie dit unaniem kan goedkeuren.
/
Artikel 1.
De oprichting van een sterrenregister waarin ouders van stilgeboren kinderen, ongeacht de duur van de zwangerschap, de mogelijkheid krijgen om hun kindje te registreren omwille van de grote emotionele betekenis hiervan, goed te keuren.
Ouders zullen hierbij de keuze hebben of ze enkel het kindje registreren, of ook hun gegevens (naam, rijksregister, adres) willen opgeven om gecontacteerd te worden bij toekomstige herdenkingsmomenten of initiatieven die betrekking hebben op sterrenkindjes. Om het kindje te kunnen registreren zal het rijksregisternummer, de naam en het adres van (minstens) 1 ouder gevraagd worden. Deze symbolische aangifte zal geen juridische gevolgen hebben.
Art. 2.
Het college van burgemeester en schepenen te belasten met de uitwerking en invoering van dit initiatief.
De gemeenteraad stelt de aanwending van het uren- en lestijdenpakket vast voor de gemeentelijke basisscholen Grimbergen voor het schooljaar 2024-2025.
Het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, en latere wijzigingen, en in het bijzonder artikel 142, waarin wordt bepaald dat het schoolbestuur of zijn afgevaardigde beslist, met toepassing van de reglementering inzake medezeggenschap, overleg en onderhandeling, over de aanwending van het uren- en lestijdenpakket, alsook over herverdeling binnen eenzelfde school en/of overdracht van lestijden naar een andere school van de scholengemeenschap.
Het advies van de schoolhoofden.
Jaarlijks krijgt elke school een punten-, uren-, lestijdenpakket vanuit het AGODI (Agentschap voor Onderwijsdiensten). Dit totale pakket is gebaseerd op het aantal leerlingen en houdt tevens rekening met SES-kenmerken (Socio-Economische Status).
Vanaf het schooljaar 2019-2020 worden er daarnaast aanvullende lestijden voor aanvangsbegeleiding toegekend aan de scholen. Een doorgedreven aanvangsbegeleiding voor elke startende leerkracht is een recht en een plicht. Door intensieve coaching krijgt de startende leerkracht de kans geleidelijk te groeien in de job en zo de competenties die hij of zij in de lerarenopleiding als leerkracht heeft verworven verder te ontwikkelen in de dagelijkse klas- en schoolpraktijk en deze waar nodig bij te sturen.
Bijkomend wordt de mogelijkheid voorzien om een lerarenplatform in te richten, waardoor er extra lestijden werden toegekend aan de scholengemeenschap voor de invulling van reguliere vervangingen.
Vanaf schooljaar 2020-2021 worden er lestijden toegekend voor 'samen school maken', teneinde een goede inspraakcultuur te organiseren. Ook worden er per school bijkomende lestijden voorzien ter ondersteuning van de kerntaken van het onderwijzend personeel.
Het departement Onderwijs en Vorming biedt sinds het schooljaar 2003-2004 aan alle basisscholen de mogelijkheid om op volgende domeinen ondersteuning te voorzien door aanwerving van personeel:
De scholen krijgen hiervoor per school en tevens voor de scholengemeenschap een puntenenveloppe aangereikt. De omvang van de te begeven betrekkingen wordt bepaald door het aantal toegekende punten alsook door het scholingsniveau waarop men een aanwerving wenst te realiseren: hoger secundair onderwijs (HSO), professionele bachelor (PBA) of master (MA). Hoe hoger het tewerkstellingsniveau en de diplomavereiste, hoe meer punten men nodig heeft.
Rekening houdend met al deze aanwendbare lestijden en uren per school (zie bijlagen) werd er na overleg en in samenspraak met de schoolhoofden overeengekomen om het uren- en lestijdenpakket voor het schooljaar 2024-2025 als volgt aan te wenden:
Dit punt werd op 28 augustus 2024 besproken op de vergadering van het Afzonderlijk bijzonder onderhandelings- en hoog overlegcomité voor het gesubsidieerd onderwijs (ABOC/HOC).
/
Enig artikel.
De aanwending van het uren- en lestijdenpakket voor de gemeentelijke basisscholen van Grimbergen, voor het schooljaar 2024-2025 als volgt vast te stellen:
De gemeenteraad stelt de omzetting naar en de aanwending van het urenpakket vast voor het beleids- en ondersteunend personeel van de gemeentelijke basisscholen Grimbergen voor het schooljaar 2024-2025.
Het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, en latere wijzigingen, waarin wordt bepaald dat het schoolbestuur of zijn afgevaardigde beslist, met toepassing van de reglementering inzake medezeggenschap, overleg en onderhandeling, over de aanwending van het urenpakket voor beleids- en ondersteunend personeel.
Het advies van de schoolhoofden.
Het departement Onderwijs en Vorming biedt sinds het schooljaar 2003-2004 aan alle basisscholen de mogelijkheid om op volgende domeinen ondersteuning te voorzien door aanwerving van personeel:
De scholen krijgen hiervoor per school en tevens voor de scholengemeenschap een puntenenveloppe aangereikt (zie bijlagen). De omvang van de te begeven betrekkingen wordt bepaald door het aantal toegekende punten alsook door het scholingsniveau waarop men een aanwerving wenst te realiseren: hoger secundair onderwijs (HSO), professionele bachelor (PBA) of master (MA). Hoe hoger het tewerkstellingsniveau en de diplomavereiste, hoe meer punten men nodig heeft. De punten worden omgezet naar uren tewerkstelling.
Vanaf 1 januari 2022 werd een nieuw ambt gecreëerd: beleidsondersteuner. Vanaf dan kan de puntenenveloppe die elke school ontvangt voor administratie aangewend worden voor administratief medewerker en/of beleidsondersteuner.
Administratief medewerker
Aangezien er voor administratief medewerker reeds vastbenoemde medewerkers zijn tewerkgesteld in de gemeentescholen op het niveau van hoger secundair onderwijs, worden de punten op het niveau HSO geconverteerd naar het aantal tewerkstellingsuren.
Beleidsondersteuner
Naar analogie met het ambt van zorgcoördinator, zullen de punten op het niveau BA geconverteerd worden naar het aantal tewerkstellingsuren.
ICT-coördinator
Aangezien er voor dit ambt reeds vastbenoemde personeelsleden zijn tewerkgesteld op het niveau van BA, worden de punten opnieuw op dit niveau geconverteerd naar het aantal tewerkstellingsuren.
Zorgcoördinator
De berekening van de puntenenveloppe "zorg" bestaat uit 3 componenten:
De aanwending van deze puntenenveloppe gebeurt via afspraken tussen de verschillende partners binnen de scholengemeenschap. Voor het ambt van zorgcoördinator wordt er rekening gehouden met de vastbenoemde personen die het ambt invullen op niveau van professionele bachelor en het advies van de schoolhoofden om de zorgcoördinatoren aan te werven op het niveau van professionele bachelor (PBA).
Stimulusenveloppe
De scholengemeenschap ontvangt ook elk jaar een puntenenveloppe stimulus (zie bijlage). Deze enveloppe is gebaseerd op het aantal gewogen regelmatige leerlingen op de eerste schooldag van februari van het voorafgaande schooljaar.
Scholengemeenschap
De puntenenveloppe voor de scholengemeenschap in haar geheel is samengesteld uit 3 delen:
De restpunten zijn punten die bij het converteren van de punten naar tewerkstellingsuren vrij komen. Deze conversies gebeuren op basis van tabellen die ter beschikking worden gesteld door het departement Onderwijs. De restpunten worden in samenspraak en in overleg met de schoolhoofden overgedragen naar de scholengemeenschap om tot een optimale benutting van de punten te komen.
De formatie voor het zorg-, beleids- en ondersteunend personeel voor het schooljaar 2024-2025 wordt desgevallend als volgt vastgesteld:
Dit punt werd op 28 augustus 2024 besproken op de vergadering van het Afzonderlijk bijzonder onderhandelings- en hoog overlegcomité voor het gesubsidieerd onderwijs (ABOC/HOC).
/
Artikel 1.
De omzetting van de toegekende punten naar uren tewerkstelling voor het beleids- en ondersteunend personeel voor het schooljaar 2024-2025 als volgt vast te stellen:
Art. 2.
De aanwervingen van de in artikel 1 vermelde gesubsidieerde ambten, op volgende aanwervingsniveaus vast te stellen:
De gemeenteraad nam kennis van de mondelinge vragen door de raadsleden op de zitting gesteld en verwijst voor het overige naar het zittingsverslag, oftewel de audio-opname, te vinden op de gemeentelijke website.
§ 1. Onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2.
§ 2. De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.
§ 3. De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.
Een afschrift van elk reglement waarin een strafbepaling of een administratieve sanctie wordt opgenomen, wordt dadelijk verzonden aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank.
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
1° de aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden, vermeld in afdeling 1 en 2 van dit hoofdstuk.
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.
(...)
De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden. De gemeenteraad kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.
Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 28 in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.
(...)
/
Raadslid BOELENS vraagt om tijdens de werken op de Brusselsesteenweg rekening te houden met de fietsveiligheid en de veiligheid van voetgangers. Hij vraagt om hiermee rekening te houden in de onderhandelingen met diegene die de werken zal uitvoeren.
Raadslid LEROY vraagt waarom de sportzalen n.a.v. de verkiezingen gesloten zijn van 7 tem. 18 oktober. Dat is van maandag tot vrijdag. Dat wil dus zeggen dat de sportclubs gedurende twee weken hun werking on hold moeten zetten. Waarom moet dat zo lang duren?
/
Enig artikel.
Kennis te nemen van de mondelinge vragen door de raadsleden ter zitting gesteld en voor het overige te verwijzen naar het zittingsverslag, zijnde de audio-opname, te vinden op de gemeentelijke website.
De voorzitter sluit de zitting op 26/09/2024 om 22:11.
Namens GEMEENTERAAD,
Muriel VAN SCHEL
algemeen directeur
Peter PLESSERS
voorzitter gemeenteraad