De gemeenteraad gaat over tot de wijziging van het schoolreglement voor de gemeentelijke basisscholen met ingang van 1 september 2023 en keurt het gecoördineerde schoolreglement goed.
Artikel 37 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, dat bepaalt dat het schoolbestuur, in casu de gemeenteraad, bevoegd is voor het vaststellen van de schoolreglement.
Het huidige schoolreglement voor de gemeentelijke basisscholen werd door de gemeenteraad vastgesteld op 28 augustus 2014 en laatst gewijzigd op 27 augustus 2020.
Tijdens verschillende schoolhoofdenvergaderingen werd dit schoolreglement overlopen en werden de volgende wijzigingen voorgesteld door de schoolhoofden. Als leidraad werd het model 'schoolreglement gewoon basisonderwijs' van het Onderwijssecretariaat voor Steden en Gemeenten (OVSG) gebruikt.
|
Oude versie |
Aangepaste versie |
Artikel 1 |
Dit schoolreglement eerbiedigt de internationaalrechtelijke en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en van het kind in het bijzonder. |
Het schoolreglement regelt de verhouding tussen leerlingen en hun ouders enerzijds en de school/het schoolbestuur anderzijds. |
Artikel 2, 11
|
Regelmatige leerling: een leerling die
|
Regelmatige leerling: een leerling die
|
Artikel 2, 16
|
Toelatingsvoorwaarden: Om toegelaten te worden in het kleuteronderwijs moet een kind ten minste twee en een half jaar oud zijn. Als een kleuter, op het moment van de inschrijving nog geen drie jaar is, kan hij in het basisonderwijs slechts toegelaten worden op één van de volgende instapdagen:
Om toegelaten te worden tot het gewoon lager onderwijs moet een leerling zes jaar zijn voor 1 januari van het lopende schooljaar. Als hij nog niet de leeftijd van zeven jaar heeft bereikt of zal bereiken voor 1 januari van het lopende schooljaar, moet hij bovendien aan de volgende voorwaarden voldoen:
1° het voorgaande schooljaar ingeschreven zijn geweest in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs en gedurende die periode ten minste 290 halve dagen daadwerkelijk aanwezig geweest zijn (halve dagen aanwezigheid in de rijdende kleuterschool worden beschouwd als aanwezigheid);
2° een gunstig advies van de klassenraad van de school waar de leerling voorafgaand aan de instap in het gewoon lager onderwijs kleuteronderwijs gevolgd heeft. Dit advies behelst de mate waarin de leerling het Nederlands voldoende beheerst om het gewoon lager onderwijs te kunnen starten;
3° bij ongunstig advies van de klassenraad van de kleuterschool: een toelating door de klassenraad van de school waar de leerling het gewoon lager onderwijs wil volgen. Leerlingen met een ongunstig advies worden enkel toegelaten tot het gewoon lager onderwijs mits deze leerlingen een taaltraject doorlopen;
4° voor leerlingen die geen kleuteronderwijs gevolgd hebben, beslist de klassenraad van de school voor lager onderwijs na een taalscreening of deze leerling al dan niet toelating krijgt tot het reguliere traject, of een taalbad in het gewoon lager onderwijs volgt; Uitzonderingen:
|
Toelatingsvoorwaarden: Om toegelaten te worden in het kleuteronderwijs moet een kind ten minste twee en een half jaar oud zijn. Als een kleuter, op het moment van de inschrijving nog geen drie jaar is, kan hij in het basisonderwijs slechts toegelaten worden op één van de volgende instapdagen:
Om toegelaten te worden tot het gewoon lager onderwijs moet een leerling zes jaar zijn voor 1 januari van het lopende schooljaar. Als hij nog niet de leeftijd van zeven jaar heeft bereikt of zal bereiken voor 1 januari van het lopende schooljaar, moet hij bovendien aan de volgende voorwaarden voldoen:
1° Ten minste 290 halve dagen aanwezig geweest zijn in het voorgaande schooljaar in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs (halve dagen aanwezigheid in de rijdende kleuterschool worden beschouwd als aanwezigheid), mits:
2° Leerlingen die in het voorgaande schooljaar ingeschreven waren in een erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs en geen 290 halve dagen daadwerkelijk aanwezig geweest zijn, kunnen enkel toegelaten worden mits:
3° Voor leerlingen die geen kleuteronderwijs gevolgd hebben, beslist de klassenraad van de school voor lager onderwijs na een taalscreening of deze leerling al dan niet toelating krijg tot het reguliere traject, of een taalintegratietraject in het gewoon lager onderwijs volgt. Bij weigering van de toelating tot het lager onderwijs door de klassenraad lager onderwijs, beslist de klassenraad van de school voor kleuteronderwijs of de leerling in het kleuteronderwijs het reguliere traject en/of een taalintegratietraject volgt. 4° Leerlingen waarvan nog niet vaststaat dat ze voldoen aan de toelatingsvoorwaarden worden onder ontbindende voorwaarde ingeschreven in het lager onderwijs. Indien de klassenraad lager onderwijs na de start van het schooljaar een negatieve beslissing neemt over de toelating tot het lader onderwijs, moet de school voor het kleuteronderwijs waar de leerling vorig jaar les volgde, verplicht de leerling in overcapaciteit inschrijven.
5° Een jaar vroeger naar het lager onderwijs: als vijfjarigen worden beschouwd, al wie vijf jaar geworden is vóór 1 januari van het lopende schooljaar.
a) Een vijfjarige leerling die het voorgaande schooljaar was ingeschreven in een erkende school voor Nederlandstalig onderwijs kan enkel toegelaten worden mits:
Na de gunstige beslissing door de klassenraad, nemen de ouders de uiteindelijke beslissing over de vervroegde instap.
b) Een vijfjarige leerling die het voorgaande schooljaar niet ingeschreven was in een erkende school voor Nederlandstalig onderwijs kan enkel toegelaten worden mits:
Na toelating door de klassenraad, nemen de ouders de uiteindelijke beslissing over de vervroegde instap.
Voor zij-instromers van 7 jaar of ouder gelden de bovenstaande voorwaarden niet.
|
Artikel 3 |
Het schoolreglement regelt de verhouding tussen leerlingen en hun ouders enerzijds en de school/het schoolbestuur anderzijds. |
Dit schoolreglement eerbiedigt de internationaalrechtelijke en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en van het kind in het bijzonder. |
Artikel 4 |
De ouders ondertekenen het schoolreglement, de infobrochure en het pedagogisch project van de school voor akkoord. Dit is een inschrijvingsvoorwaarde. Het schoolreglement wordt door de directeur voorafgaand aan elke inschrijving van een leerling schriftelijk of via elektronische drager (schoolwebsite, e-mail, …) ter beschikking gesteld. Indien de betrokken ouders dit wensen, geeft de directeur toelichting bij het schoolreglement. Bij elke wijziging van het schoolreglement informeert de directeur de ouders via een schrijven dat aan het oudste kind van het gezin wordt meegegeven of langs elektronische weg wordt bezorgd. Aan de ouders die dit wensen geeft de directeur toelichting bij de wijziging. De ouders verklaren zich opnieuw schriftelijk akkoord. Indien de ouders zich met de wijziging niet akkoord verklaren, dan wordt aan de inschrijving van het kind een einde gesteld op 31 augustus van het lopende schooljaar. De school vraagt de ouders of ze ook een papieren versie van het schoolreglement en/of eventuele wijzigingen wensen en stelt deze ter beschikking.
|
De ouders ondertekenen het schoolreglement, de infobrochure en het pedagogisch project van de school voor akkoord. Dit is een inschrijvingsvoorwaarde. Het schoolreglement wordt door de directeur voorafgaand aan elke inschrijving van de leerling schriftelijk of via elektronische drager (schoolwebsite, e-mail, …) en met toelichting, indien de ouders dit wensen, ter beschikking gesteld. Bij elke wijziging van het schoolreglement informeert de directeur de ouders schriftelijk of via elektronische drager en met toelichting, indien de ouders dit wensen. De ouders verklaren zich opnieuw schriftelijk akkoord. Indien de ouders zich met de wijziging niet akkoord verklaren, dan wordt aan de inschrijving van het kind een einde gesteld op 31 augustus van het lopende schooljaar. De school vraagt de ouders of ze ook een papieren versie van het schoolreglement en/of eventuele wijzigingen wensen en stelt deze ter beschikking. Ouders kunnen ook digitaal hun akkoord geven voor wijzigingen aan het pedagogisch project of schoolreglement.
|
Artikel 5 |
§ 1 Oudercontacten De school organiseert op geregelde tijdstippen oudercontacten. De ouders en de school zelf kunnen op eigen initiatief bijkomende oudercontacten voorstellen. De ouder(s) woont (wonen) de oudercontacten bij. Via schoolmededelingen vernemen de ouders hoe dit in de praktijk in zijn werk gaat. § 2 Voldoende aanwezigheid De ouders zorgen ervoor dat hun kind elke schooldag en op tijd naar school komt. Dit verhoogt de kansen op schoolse successen. De voldoende aanwezigheid speelt een rol in het toekennen van de schooltoelage. Als een kind problematisch (ongewettigd) afwezig is, zal de school contact opnemen met de ouders. Indien een kind vijf of meer halve dagen ongewettigd afwezig is (al dan niet gespreid), moet de school het CLB inschakelen en een desbetreffend begeleidingsdossier opstarten. § 3 Deelnemen aan individuele begeleiding Sommige kinderen hebben nood aan een individuele begeleiding. Voor kinderen die daar nood aan hebben, werkt de school vormen van individuele ondersteuning uit en maakt ze daarover afspraken met de ouders zoals voorzien in het zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid van de school. De ouders ondersteunen op een positieve manier de maatregelen die in samenspraak genomen zijn. § 4 Nederlands is de omgangstaal van de school. Al de communicatie van en naar de ouders gebeurt in het Nederlands. Ouders moedigen hun kind(eren) aan om Nederlands te leren. Ouders ondersteunen de initiatieven en de maatregelen die de school neemt om de eventuele taalachterstand van hun kind(eren) weg te werken.
|
Dit is een geheel van wederzijdse engagementen die de school en de ouders aangaan. Het gaat over engagementen in verband met de aanwezigheid op het oudercontact, de voldoende aanwezigheid van het kind op school, de individuele begeleiding van het kind als leerling en de houding tegenover het Nederland als onderwijstaal. De school engageert zich ten aanzien van de volgende thema’s. Een instemming met het schoolreglement betekent dat de ouder ermee akkoord gaat om daarin constructief mee te werken. § 1 Oudercontacten De school organiseert op geregelde tijdstippen oudercontacten. De ouders en de school zelf kunnen op eigen initiatief bijkomende oudercontacten voorstellen. De ouder(s) woont (wonen) de oudercontacten bij. Via schoolmededelingen vernemen de ouders hoe dit in de praktijk in zijn werk gaat. § 2 Voldoende aanwezigheid De ouders zorgen ervoor dat hun kind elke schooldag en op tijd naar school komt. Dit verhoogt de kansen op schoolse successen. De voldoende aanwezigheid speelt een rol in het toekennen van de schooltoelage. Als een kind problematisch (ongewettigd) afwezig is, zal de school contact opnemen met de ouders. Indien een kind vijf of meer halve dagen ongewettigd afwezig is (al dan niet gespreid), moet de school het CLB inschakelen en een desbetreffend begeleidingsdossier opstarten. § 3 Deelnemen aan individuele begeleiding Sommige kinderen hebben nood aan een individuele begeleiding. Voor kinderen die daar nood aan hebben, werkt de school vormen van individuele ondersteuning uit en maakt ze daarover afspraken met de ouders zoals voorzien in het zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid van de school. De ouders ondersteunen op een positieve manier de maatregelen die in samenspraak genomen zijn. § 4 Nederlands is de omgangstaal van de school We stellen alles in het werk voor een goede communicatie. U hebt gekozen voor Nederlandstalig onderwijs. De keuze voor een Nederlandstalige school impliceert dat de ouders hun kind aanmoedigen om Nederlands te leren. Onze school verwacht dan ook een positief engagement tegenover de onderwijstaal. Onze school zal anderstalige ouders en leerlingen bijgevolg stimuleren om deel te nemen aan naschoolse en buitenschoolse Nederlandstalige activiteiten en/of initiatieven. Op school en in de nabijheid van de leerlingen spreken alle schoolparticipanten (algemeen) Nederlands met elkaar. Vermits onze school een gemeenteschool is en de voertaal in Grimbergen Nederlands is, zullen alle gesprekken en oudercontacten in het Nederlands gehouden worden. Van de kinderen wordt verwacht dat ze tijdens schoolgebonden activiteiten altijd en overal Nederlands spreken, ook als ze thuis een andere taal spreken. Van de ouders wordt verwacht dat ze Nederlands begrijpen, kunnen lezen en ook spreken in de school. Als zij hiermee problemen ondervinden, zullen ze zich bijscholen zodat alle mondelinge contacten in de toekomst vlot verlopen. Indien nodig kunnen ze zich ook laten bijstaan door een vertrouwenspersoon die de Nederlandse taal machtig is. § 5 Taalachterstand We verwachten van de ouders dat zij zich positief opstellen tegenover bijkomende inspanningen die de school levert om de taalachterstand van leerlingen weg te werken.
|
Artikel 7, §4 |
Bijdrageregeling De school biedt volgende diensten en materialen aan tegen betaling:
De ouders kiezen of ze hier gebruik van maken of niet. De school gebruikt deze materialen/diensten niet in haar activiteiten en lessen.
|
Bijdrageregeling De school biedt volgende diensten en materialen aan tegen betaling:
De ouders kiezen of ze hier gebruik van maken of niet. De school gebruikt deze materialen/diensten niet in haar activiteiten en lessen.
|
Artikel 9 |
Huiswerk De huiswerken worden genoteerd in de schoolagenda. Indien een leerling zijn huiswerk vergeet kan de leerkracht de nodige maatregelen nemen.
|
Huiswerk De huiswerken worden genoteerd in de schoolagenda. Indien een leerling zijn huiswerk vergeet kan de leerkracht de nodige maatregelen, conform de afsprakennota, nemen.
|
Artikel 10 |
Agenda In de kleutergroepen hebben de kleuters een heen-en-weerschrift. In de lagere school krijgen de leerlingen een schoolagenda. Hierin worden de taken van de leerlingen en mededelingen voor ouders dagelijks genoteerd.
|
Agenda Het gebruik van de agenda in de kleuter- en lager afdeling gebeurt conform de afsprakennota van de school.
|
Artikel 11 |
Evaluatie en rapport Een samenvatting van de evaluatiegegevens van de leerling wordt neergeschreven in een rapport. Dit rapport wordt bezorgd aan de ouders, die ondertekenen voor kennisneming. Het rapport wordt, ondertekend terugbezorgd aan de leerkracht op de eerstvolgende schooldag. Gescheiden ouders hebben het recht een kopie te vragen.
|
Evaluatie en rapport Een samenvatting van de evaluatiegegevens van de leerling wordt neergeschreven in een rapport. Het rapport omvat een nauwkeurige en systematische observatie van elk kind op vele gebieden. Het is een bron van informatie voor leerkracht, ouders en leerlingen, op een kindvriendelijke manier. De bedoeling van een rapport blijft het melden van de gegevens in verband met de leer-en leefhouding, waardoor motivatie en begeleiding aangepast kunnen worden aan de noden. Het rapport wordt bezorgd aan de ouders, die ondertekenen voor kennisneming. Het rapport wordt ondertekend terugbezorgd aan de leerkracht op de eerstvolgende schooldag. Gescheiden ouders hebben het recht een kopie te vragen.
|
Artikel 12 |
Er wordt een nieuw artikel toegevoegd. |
Vlaamse toetsen De leerlingen van het vierde leerjaar nemen deel aan de Vlaamse toetsen. Deze worden digitaal afgenomen in het derde trimester. De toetsen focussen op Nederlands en wiskunde. De resultaten worden door de klassenraad niet meegenomen in hun globale beoordeling van de leerlingen.
|
Door de toevoeging van een extra artikel, verschuift de nummering van de artikels. |
||
Artikel 13 |
Schoolloopbaan § 1 Op voorwaarde dat aan alle toelatingsvoorwaarden voldaan is, nemen de ouders van de leerling de eindbeslissing inzake:
§ 2 Een leerling die een jaar te vroeg wil instappen in het lager onderwijs (5 jaar ten laatste op 31 december van het lopende schooljaar) wordt enkel ingeschreven, na advies van het CLB en na toelating van de klassenraad. Geeft de klassenraad geen toelating, dan vervalt het beslissingsrecht van de ouders. § 3 In alle andere gevallen neemt de school de eindbeslissing inzake het al dan niet zittenblijven of versnellen van de schoolloopbaan van de leerling, op basis van een gemotiveerde beslissing van de klassenraad. Deze beslissing is bindend in alle scholen van de scholengemeenschap Grimbergen.
|
Schoolloopbaan § 1 Op voorwaarde dat aan alle toelatingsvoorwaarden voldaan is, nemen de ouders van de leerling de eindbeslissing inzake:
§ 2 Vroeger naar het lager onderwijs:
Na het gunstig advies of de gunstige beslissing door de klassenraad, nemen de ouders de uiteindelijke beslissing over de vervroegde instap.
Na toelating door de klassenraad lager onderwijs, nemen de ouders de uiteindelijke beslissing over de vervroegde instap. § 3 In alle andere gevallen neemt de school de eindbeslissing inzake het al dan niet zittenblijven of versnellen van de schoolloopbaan van de leerling, op basis van een gemotiveerde beslissing van de klassenraad. Deze beslissing is bindend in alle scholen van de scholengemeenschap Grimbergen. |
Artikel 15, §1 |
Kinderen moeten op tijd op school zijn. Een leerling die toch te laat komt, begeeft zich zo spoedig mogelijk naar de klasgroep. De ouders worden bij herhaaldelijk te laat komen van hun kind gecontacteerd door de directie/klasleerkracht. Ze maken hierover afspraken.
|
Kinderen moeten op tijd op school zijn. Een leerling die toch te laat komt, volgt de richtlijnen die terug te vinden zijn in de afsprakennota.
|
Artikel 21, §6 |
De gemotiveerde beslissing van de beroepscommissie wordt aan de ouders aangetekend verzonden of tegen afgifte van een ontvangstbewijs overhandigd binnen de tien schooldagen na de beslissing van de beroepscommissie. Bij de kennisgeving van de beslissing moeten de beroepsmogelijkheden bij de Raad van State worden vermeld. |
De gemotiveerde beslissing van de beroepscommissie wordt aan de ouders aangetekend verzonden of tegen afgifte van een ontvangstbewijs overhandigd binnen de 3 schooldagen na de beslissing van de beroepscommissie. Bij de kennisgeving van de beslissing moeten de beroepsmogelijkheden bij de Raad van State worden vermeld. |
Artikel 22 |
Het getuigschrift toekennen Het schoolbestuur kan een getuigschrift basisonderwijs uitreiken, op voordracht en na beslissing van de klassenraad. Het getuigschrift wordt ondertekend door de voorzitter, door ten minste de helft van de leden van de klassenraad en door de directeur van de school, als gedelegeerde van het schoolbestuur. Het getuigschrift wordt toegekend uiterlijk op 30 juni van het lopende schooljaar, of na een beroepsprocedure. De regelmatige leerling ontvangt het getuigschrift basisonderwijs indien uit het leerlingendossier blijkt dat de leerling bij het voltooien van het lager onderwijs de doelen opgenomen in het leerplan in voldoende mate heeft bereikt.
|
Het getuigschrift toekennen Het schoolbestuur kan een getuigschrift basisonderwijs uitreiken, op voordracht en na beslissing van de klassenraad. Het getuigschrift wordt ondertekend door de directeur van de school, als gedelegeerde van het schoolbestuur, en de leerling. Het getuigschrift wordt toegekend uiterlijk op 30 juni van het lopende schooljaar, of na een beroepsprocedure. De klassenraad beslist op een gemotiveerde wijze of een regelmatige leerling in voldoende mate de doelen uit het leerplan die het bereiken van de eindtermen beogen, heeft bereikt om het getuigschrift basisonderwijs te verwerven. Er bestaat geen minimumleeftijd om het getuigschrift basisonderwijs te behalen. De regelmatige leerling ontvangt het getuigschrift basisonderwijs indien uit het leerlingendossier blijkt dat de leerling bij het voltooien van het lager onderwijs de doelen opgenomen in het leerplan in voldoende mate heeft bereikt.
Het getuigschrift wordt behaald via het gemeenschappelijk curriculum of via een individueel aangepast curriculum.
|
Artikel 23 |
Het getuigschrift niet toekennen Als de klassenraad het getuigschrift niet toekent, motiveert hij zijn beslissing op basis van het leerlingendossier en deelt het schoolbestuur of hun gedelegeerde dit uiterlijk op 30 juni van het lopende schooljaar aangetekend of tegen afgifte van een ontvangstbewijs mee aan de ouders. Een leerling die geen getuigschrift basisonderwijs behaalt, ontvangt een getuigschrift dat aangeeft welke doelen de leerling wel bereikt heeft: een getuigschrift van bereikte doelen. Ouders die niet akkoord gaan met deze beslissing, kunnen uiterlijk binnen de drie werkdagen een overleg vragen met de directeur. De bedoeling van dit overleg is om alsnog tot een overeenkomst te komen zonder dat de formele beroepsprocedure opgestart moet worden. Dit overleg vindt plaats binnen de twee werkdagen na de aanvraag tot gesprek. De school kan dit overleg niet weigeren en er moet een schriftelijk verslag van gemaakt worden. In dit verslag wordt meteen opgenomen of de directeur de klassenraad al dan niet opnieuw samenroept. Wanneer de ouders niet akkoord gaan met de beslissing (hetzij om de klassenraad niet bijeen te roepen, hetzij om het getuigschrift niet toe te kennen), dan wijst de school de ouders schriftelijk op de mogelijkheid tot beroep bij de beroepscommissie. Indien de klassenraad bij zijn oorspronkelijke beslissing blijft, wordt zij opnieuw gemotiveerd en door het schoolbestuur aangetekend of tegen afgifte van een ontvangstbewijs meegedeeld aan de ouders, uiterlijk binnen de drie werkdagen. Wanneer de ouders niet akkoord gaan met de beslissing dan wijst de school de ouders schriftelijk op de mogelijkheid tot beroep bij de beroepscommissie. |
Het getuigschrift niet toekennen Als de klassenraad het getuigschrift niet toekent, motiveert hij zijn beslissing op basis van het leerlingendossier en deelt het schoolbestuur of hun gedelegeerde dit uiterlijk op 30 juni van het lopende schooljaar aangetekend of tegen afgifte van een ontvangstbewijs mee aan de ouders. Een leerling die het getuigschrift basisonderwijs niet behaalt, krijgt een verklaring met de vermelding van het aantal en de soort van gevolgde schooljaren lager onderwijs. Naast deze verklaring heeft de leerling recht op een schriftelijke motivering waarom het getuigschrift basisonderwijs niet werd toegekend, alsook aandachtspunten voor de verdere schoolloopbaan. Ouders die niet akkoord gaan met deze beslissing, kunnen uiterlijk binnen de drie werkdagen een overleg vragen met de directeur. De bedoeling van dit overleg is om alsnog tot een overeenkomst te komen zonder dat de formele beroepsprocedure opgestart moet worden. Dit overleg vindt plaats binnen de twee werkdagen na de aanvraag tot gesprek. De school kan dit overleg niet weigeren en er moet een schriftelijk verslag van gemaakt worden. In dit verslag wordt meteen opgenomen of de directeur de klassenraad al dan niet opnieuw samenroept. Wanneer de ouders niet akkoord gaan met de beslissing (hetzij om de klassenraad niet bijeen te roepen, hetzij om het getuigschrift niet toe te kennen), dan wijst de school de ouders schriftelijk op de mogelijkheid tot beroep bij de beroepscommissie. Indien de klassenraad bij zijn oorspronkelijke beslissing blijft, wordt zij opnieuw gemotiveerd en door het schoolbestuur aangetekend of tegen afgifte van een ontvangstbewijs meegedeeld aan de ouders, uiterlijk binnen de drie werkdagen. Wanneer de ouders niet akkoord gaan met de beslissing dan wijst de school de ouders schriftelijk op de mogelijkheid tot beroep bij de beroepscommissie. |
Artikel 27, §4 |
De aanvraag voor tijdelijk onderwijs aan huis (TOAH) gebeurt door de ouders, per brief of via een specifiek aanvraagformulier. Bij de aanvraag voegen de ouders een medisch attest waarop wordt vermeld:
Bij chronisch zieke kinderen volstaat een medisch attest van een geneesheer-specialist met de verklaring dat de leerling lijdt aan een chronische ziekte en dat de behandeling minstens 6 maanden zal duren.
|
De aanvraag voor tijdelijk onderwijs aan huis, gebeurt door de ouders, per brief of via een specifiek aanvraagformulier. Bij die aanvraag gaat een medisch attest waarop de arts attesteert dat de leerling niet of minder dan halftijds naar school kan gaan (bij langdurige afwezigheid wegens ziekte of ongeval) of waarop de arts-specialist attesteert dat de leerling lijdt aan een chronische ziekte, maar wel onderwijs mag krijgen. De aanvraag van de ouders en de medische vaststelling van de chronische ziekte door de arts-specialist moet niet bij elke afwezigheid of bij elke periode van 9 halve dagen afwezigheid opnieuw gebeuren, maar blijft geldig gedurende de volledige periode van de inschrijving van de leerling op de school.
|
Artikel 31 |
De volgende alinea wordt onderaan het bestaande artikel toegevoegd: |
Personeelsleden van de school waar de leerling met een Individueel aangepast curriculum-verslag (IAC-verslag) of een gemeenschappelijk curriculum-verslag (GC-verslag) ingeschreven is of de lessen volgt, hebben recht op inzage van het IAC-verslag of het GC-verslag uit het multidisciplinaire dossier van de leerling. Dat recht op inzage geldt ook voor de personeelsleden van de school voor buitengewoon onderwijs die in het kader van het ondersteuningsmodel instaan voor de begeleiding van de leerling met een IAC-verslag of een GC-verslag. Bij elke inzage wordt de regelgeving over de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens toegepast.
|
Artikel 33 |
Meedelen van leerlingengegevens aan derden De school zal geen leerlingengegevens meedelen aan derden, tenzij voor de toepassing van een wettelijke of reglementaire bepaling of in het kader van een overeenkomst die de school afsluit met een verwerker voor leerplatformen, leerlingenvolgsystemen, leerlingenadministratie e.d.m. Gemeenteraadsleden hebben het recht op inzage in alle dossiers, stukken en akten die het bestuur van het gemeentelijk onderwijs betreffen overeenkomstig artikel 29 van het decreet over het lokaal bestuur. Dit betekent dat gemeenteraadsleden inzage hebben in alle dossiers, stukken en akten die nodig zijn om het bestuur van het gemeentelijk onderwijs te controleren en die van gemeentelijk/gemengd belang zijn (individuele leerlingendossiers vallen hier niet onder). Bij de uitoefening van het inzagerecht, kunnen er persoonsgegevens verwerkt worden, in voorkomend geval moet er rekening worden gehouden met de algemene verordening gegevensbescherming. Ook in het kader van het lidmaatschap bij de Onderwijskoepel van Steden en Gemeenten (OVSG) en de daaruit voortvloeiende dienstverlening kunnen er leerlingengegevens worden meegedeeld. Bij verandering van school door een leerling worden tussen de betrokken scholen leerlingengegevens overgedragen naar de nieuwe school op voorwaarde dat:
Bij overdracht of mededeling van persoonsgegevens aan derden zorgt de school ervoor dat dit op een beveiligde manier gebeurt, zoals bepaald in de ICT-handleiding van de school. Een kopie van een verslag of een gemotiveerd verslag van een CLB moet verplicht overgedragen worden van de oude school naar de nieuwe school. Ouders kunnen zich tegen deze overdrachten niet verzetten. Gegevens die betrekking hebben op schending van schoolafspraken door de leerling mogen nooit aan de nieuwe school doorgegeven worden.
|
Meedelen van leerlingengegevens aan derden De school zal geen leerlingengegevens meedelen aan derden, tenzij voor de toepassing van een wettelijke of reglementaire bepaling of in het kader van een overeenkomst die de school afsluit met een verwerker voor leerplatformen, leerlingenvolgsystemen, leerlingenadministratie e.d.m. Gemeenteraadsleden hebben het recht op inzage in alle dossiers, stukken en akten die het bestuur van het gemeentelijk onderwijs betreffen overeenkomstig artikel 29 van het decreet over het lokaal bestuur. Dit betekent dat gemeenteraadsleden inzage hebben in alle dossiers, stukken en akten die nodig zijn om het bestuur van het gemeentelijk onderwijs te controleren en die van gemeentelijk/gemengd belang zijn (individuele leerlingendossiers vallen hier niet onder). Bij de uitoefening van het inzagerecht, kunnen er persoonsgegevens verwerkt worden, in voorkomend geval moet er rekening worden gehouden met de algemene verordening gegevensbescherming. Ook in het kader van het lidmaatschap bij de Onderwijskoepel van Steden en Gemeenten (OVSG) en de daaruit voortvloeiende dienstverlening kunnen er leerlingengegevens worden meegedeeld. Bij verandering van school door een leerling worden tussen de betrokken scholen leerlingengegevens overgedragen naar de nieuwe school op voorwaarde dat:
Bij overdracht of mededeling van persoonsgegevens aan derden zorgt de school ervoor dat dit op een beveiligde manier gebeurt, zoals bepaald in de ICT-handleiding van de school. Een kopie van een verslag of een gemotiveerd verslag van een CLB moet verplicht overgedragen worden van de oude school naar de nieuwe school. Ouders kunnen zich tegen deze overdrachten niet verzetten. Een kopie van een IAC-verslag of een GC-verslag van een CLB moet verplicht overgedragen worden van de oude school naar de nieuwe school. Ouders kunnen zich tegen deze overdrachten niet verzetten. Gegevens die betrekking hebben op schending van schoolafspraken door de leerling mogen nooit aan de nieuwe school doorgegeven worden.
|
|
Hoofdstuk 13 Smartphone, tablet, laptop, trackers of andere gelijkaardige toestellen, internet en sociale media Artikel 35, 36, 37, 38, 39 en 40 wordt verwijderd. De verdere nummering van de artikels wordt hieraan aangepast.
|
Hoofdstuk 13 Smartphone, tablet, laptop, trackers of andere gelijkaardige toestellen, internet en sociale media Voor dit hoofdstuk verwijzen we naar het document ‘Afspraken rond het gebruik van ICT-middelen in eigendom van de school voor leerlingen en ouders’. |
Artikel 36 |
Contactgegevens
Het schoolbestuur heeft een beleidsplan afgesloten met het CLB Noordwest-Brabant met maatschappelijke zetel in 1730 Asse, Spiegelstraat 1, vestiging Gendarmeriestraat 63 te 1800 Vilvoorde. De gegevens van de contactpersoon zijn opgenomen in de infobrochure van de school.
Het CLB heeft de opdracht leerlingen te begeleiden in hun functioneren op school en in de maatschappij. Hiervoor biedt het kwaliteitsvolle leerlingenbegeleiding aan. Kwaliteitsvolle leerlingenbegeleiding bevordert de totale ontwikkeling, verhoogt het welbevinden, voorkomt vroegtijdig schoolverlaten en creëert meer gelijke onderwijskansen. Op die manier draagt het bij tot het functioneren van de leerling in de schoolse én maatschappelijke context.
Het CLB werkt:
|
Contactgegevens
Het schoolbestuur heeft een beleidsplan afgesloten met het CLB Noordwest-Brabant met maatschappelijke zetel in 1730 Asse, Mollestraat 59, vestiging Gendarmeriestraat 63 te 1800 Vilvoorde. De gegevens van de contactpersoon zijn opgenomen in de infobrochure van de school. Bij wijzigingen zal u hier steeds over geïnformeerd worden.
Het CLB heeft de opdracht leerlingen te begeleiden in hun functioneren op school en in de maatschappij. Hiervoor biedt het kwaliteitsvolle leerlingenbegeleiding aan. Kwaliteitsvolle leerlingenbegeleiding bevordert de totale ontwikkeling, verhoogt het welbevinden, voorkomt vroegtijdig schoolverlaten en creëert meer gelijke onderwijskansen. Op die manier draagt het bij tot het functioneren van de leerling in de schoolse én maatschappelijke context.
Het CLB werkt:
|
Artikel 39 |
Overdracht van het dossier
Van iedere leerling wordt een multidisciplinair dossier aangelegd bij het begeleidend CLB. |
Multidisciplinair leerlingendossier
Van iedere leerling wordt een multidisciplinair dossier aangelegd bij het begeleidend CLB.
Overdracht van het dossier: Het multidisciplinaire dossier wordt bij schoolverandering overgedragen aan het nieuwe begeleidende CLB.
De ouder, in eigen naam of namens een niet-bekwame minder- of meerderjarige leerling, kan zich hiertegen verzetten.
|
Artikel 40 |
Er wordt een hoofdstuk 16 toegevoegd. |
Hoofdstuk 16: Leersteun voor leerlingen met een GC-verslag en voor leerlingen met een IAC-verslag
Het decreet leersteun treedt in werking vanaf 1 september 2023
Artikel 40
De ondersteuning aan de leerling met een GC-verslag en aan de leerling met een IAC-verslag ,wordt geboden door het leersteuncentrum waarbij de school is aangesloten
Voor GBS de negensprong, Mozaïek en ’t Villegastje: Onze school werkt samen met Leersteuncentrum VONC, een zelfstandig leersteuncentrum voor alle OVSG en GO!-scholen in de ruime regio rond Vilvoorde. De naam VONC verwijst naar vanuit Vilvoorde Ondersteunen naar iNClusie. VONC ondersteunt scholen op weg naar inclusief onderwijs voor alle leerlingen met een GC-verslag (gemeenschappelijk curriculum), IAC-verslag (individueel aangepast curriculum) of OV4-verslag, dat opgemaakt wordt door het CLB. De verschillende types waarin zij ondersteuning bieden zijn: leerproblemen, gedrags-en emotionele stoornissen, autismespectrumstoornissen, spraak-en taalstoornissen, motorische beperkingen, visuele beperkingen, auditieve beperkingen en verstandelijke beperkingen.
|
Artikel 41 |
Er wordt een hoofdstuk 17 toegevoegd. |
Hoofdstuk 17: Deconnectie
Artikel 41 De school maakt afspraken over de communicatie tussen het schoolteam en de ouders en leerlingen en het gebruik van digitale middelen om zowel het schoolteam als de leerlingen en ouders te ontlasten en niet te belasten. Het afsprakenkader is als bijlage toegevoegd aan dit schoolreglement. |
Artikel 1.
Het schoolreglement van de gemeentelijke basisscholen, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van 28 augustus 2014 en laatst gewijzigd op 27 augustus 2020, met ingang van 1 september 2023 te wijzigen zoals omschreven in de inhoudelijke verantwoording.
Art. 2.
Het gecoördineerde schoolreglement voor de gemeentelijke basisscholen, zoals opgenomen als bijlage 1, goed te keuren.