De gemeenteraad vestigt een reglement inzake de retributies op de inzameling, het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen voor de periode 1 april 2023 tem. 31 december 2025.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
Artikel 173 van de Grondwet.
DLB.
Het besluit van de gemeenteraad van 19 december 2019 inzake het retributiereglement betreffende het verzamelen en ophalen van afvalstoffen 2020-2025 (dossierstuk 1).
Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2021 inzake de contantbelasting op de inzameling, het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen, aanslagjaren 2022-2025 (dossierstuk 2).
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 20 maart 2023 aangaande de goedkeuring van het retributiereglement op de inzameling, het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen voor de periode 1 april 2023 tem. 31 december 2025 (dossierstuk 6).
/
Sinds 1 januari 2022 werd de uitbating van het recyclagepark van Grimbergen overgenomen door INCOVO.
De afvaltarieven werden tot op heden als contantbelasting geïnd. Conform de rechtsleer wordt een belasting eerder gedefinieerd als een algemene bijdrage zonder rechtstreekse band met een prestatie, terwijl een retributie een bedrag is dat betaald moet worden voor een specifieke dienstprestatie en waarvan de vergoeding in verhouding staat met de kostprijs ervan.
De Vlaamse regelgeving verplicht lokale besturen om bij de aanrekening van dienstverlening rond huishoudelijk afval de werkelijke kost aan te rekenen. In deze optiek worden de afvaltarieven best als retributie verrekend eerder dan als belasting.
In tijden van zeer sterke inflatie en onstabiele grondstoffenmarkten is het aangewezen om de afvaltarieven voldoende regelmatig aan te passen zodat de kloof tussen kostprijs en tarief voldoende klein blijft en zodat de verrekening van de kostaanpassingen zonder al te grote schokken verloopt.
De kosten van de intercommunale zijn zeer sterk gebonden aan de prijzen voor stookolie en aan de loonkosten. Wanneer de tarieven voor dienstverlening onvoldoende de kostprijs dekken, zal dit een negatieve impact hebben op de vennotenbijdrage en op deze wijze op de gemeentelijke financiën.
Het is belangrijk dat de gemeenten in deze tijden voldoende financiële middelen behouden om de sterke sociale noden en noodzakelijke investeringen te kunnen doorvoeren.
De intercommunale zal verder blijven inzetten op verbeterd sorteergedrag en afvalpreventie, zodat de globale kost voor de inwoners zoals in de voorbije jaren verder kan dalen. Het heeft evenwel beleidsmatig geen zin om de “vervuiling” van een beperkte groep inwoners met bovengemiddeld veel afval verder te subsidiëren ten koste van de gemeentelijke financiële slagkracht. Dit zou bovendien conform Vlarema niet toegelaten zijn.
Conform de reglementering dienen de gevraagde afvaltarieven de weerslag te zijn van de werkelijke kost in toepassing van het principe “de vervuiler betaalt”. Het college van burgemeester en schepenen dient deze aanpassingen door te voeren, op vraag van de raad van bestuur van INCOVO die zich hiervoor baseert op de kostprijscalculatie van de intercommunale conform Vlarema, zonder doorrekening van de overheadkosten.
Voor wat betreft de tarieven op de recyclageparken mag de kostprijs van de vaste infrastructuur en de vaste personeelsleden niet in de kostprijs aan de inwoner verrekend worden, wel de totale kosten voor de verwerking en het transport van het afval.
Het principe dat ieder gezin jaarlijks een equivalente hoeveelheid van 2,5 m3 recycleerbare afvalstoffen gratis op het recyclagepark mag aanbrengen dient gevrijwaard te worden.
Artikel 1.
Onderstaand retributiereglement goed te keuren:
Retributiereglement op de inzameling, het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen - periode 1 april 2023 tem. 31 december 2025
Artikel 1.
Met ingang van 1 april 2023, voor een termijn eindigend op 31 december 2025, wordt een retributie gevestigd voor het aanbieden van groot restafval, groenafval, houtafval, harde plastics, zuiver steenpuin, gemengd bouwafval en bouwafval met hechtgebonden asbest op het recyclagepark van Grimbergen.
Het groot restafval, groenafval, houtafval, harde plastics, zuiver steenpuin, gemengd bouwafval en bouwafval met hechtgebonden asbest kunnen tegen betaling aangeboden worden op het recyclagepark in samenwerking met en volgens de voorschriften van INCOVO. De wijze van betaling geschiedt op de door INCOVO voorgeschreven wijze, door middel van afgifte van een betaalbewijs conform de regels van INCOVO of door elektronische betaling via Bancontact.
Art. 2. - berekening en tarieven
De basis van de tarifering wordt gevormd door het volume van het aangeboden afval volgens de geldende tariefcategorie. Dit volume wordt bepaald als het volume van de meetkundige balk gevormd door de uiteindes van het afval in de verschillende dimensies.
Volgende categorieën worden onderscheiden:
- Categorie 1: Volume tot 0,25 m3
- Categorie 2: Volume tussen 0,25 en 0,5 m3
- Categorie 3: Volume tussen 0,5 en 1 m3
- Categorie 4: Volume tussen 1 en 1,5 m3
- Categorie 5: Volume tussen 1,5 en 2 m3
- Categorie 6: Volume tussen 2 en 3 m3
Volgende tarieven worden gehanteerd in euro.
Groot restafval en asbest
Recycleerbaar (groen, harde plastics, hout en zuiver steen)
Gemengd bouwafval
Cat 1
5,00
2,50
6,25
Cat 2
10,00
5,00
12,50
Cat 3
20,00
10,00
25,00
Cat 4
30,00
15,00
37,50
Cat 5
40,00
20,00
50,00
Cat 6
60,00
30,00
75,00
In afwijking van bovenstaande tarieven wordt voor zetels en sanitair porselein (WC, lavabo) een vast tarief gehanteerd van 5,00 euro, voor meerpersoons zetels geldt een vast tarief van 10,00 euro.
Ieder gezin heeft recht op een jaarlijkse vrijstelling van 25,00 euro voor de aanvoer van recycleerbaar afval en 25,00 euro voor de aanvoer van asbesthoudend afval.
Bij een jaarlijkse aanvoer per gezin voor meer dan 100,00 euro (inclusief de jaarlijkse vrijstelling van 25,00 euro), worden de tarieven verhoogd met 50 %. Zowel de vrijstelling als de verhoging worden berekend per kalenderjaar.
Voor de aanvraag van een toegangsbadge voor KMO’s en voor personen met eigendom of verblijf in de gemeente zonder domicilie wordt een éénmalige administratieve kost van 20,00 euro aangerekend.
Art. 3.
Het intergemeentelijk samenwerkingsverband INCOVO wordt gemachtigd om de retributies zoals vermeld te innen vanaf 1 april 2023. De ontvangen gelden worden door INCOVO bijgehouden en verrekend met de vergoedingen die haar verschuldigd zijn door het lokaal bestuur.
Art. 4. - wijze van invordering
De retributie moet contant worden betaald, tegen afgifte van een betalingsbewijs.
Wanneer contante betaling uitzonderlijk niet mogelijk is, wordt de retributie betaald binnen de 14 dagen nadat de betalingsuitnodiging verzonden is.
Wanneer een herinnering vereist is (saldo onder nul en betalingstermijn is verlopen), wordt deze digitaal of per post verstuurd en worden er geen administratiekosten aangerekend. Wanneer een aanmaning vereist is (saldo onder nul en niet-betaling binnen de 14 dagen na de herinnering), wordt deze aangetekend verstuurd en worden 25,00 euro administratiekosten aangerekend. Het volledig verschuldigde bedrag zal ingevorderd worden via dwangbevel overeenkomstig artikel 177, tweede lid van het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, of in voorkomend geval langs gerechtelijke weg.
Art. 5. - inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking op 1 april 2023.
Art. 2.
Een afschrift van dit besluit over te maken aan INCOVO en OVAM.
Art. 3.
Dit besluit bekend te maken overeenkomstig de bepalingen van “Afdeling 2. Bekendmaking en inwerkingtreding, Hoofdstuk 1. Akten van het lokaal bestuur, Titel 5. De werking van het lokaal bestuur" DLB.