De voorzitter opent de zitting op 28/04/2022 om 19:11.
De gemeenteraad keurt de notulen van de vergadering van 31 maart 2022 goed.
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
1° de aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden, vermeld in afdeling 1 en 2 van dit hoofdstuk.
De algemeen directeur woont de vergaderingen van de gemeenteraad bij en is verantwoordelijk voor het opstellen en het bewaren van de notulen en het zittingsverslag ervan. De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad worden, na goedkeuring, ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
De notulen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat is gegeven aan de punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen. Ze maken melding van alle beslissingen en het resultaat van de stemmingen. Behalve bij geheime stemming, vermelden de notulen hoe elk lid gestemd heeft. Van die laatste verplichting kan worden afgeweken voor beslissingen die genomen zijn met unanimiteit.
De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden. De gemeenteraad kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.
Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 28 in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.
/
/
/
Enig artikel.
De notulen van de vergadering van 31 maart 2022 goed te keuren.
Bij aanvang van de behandeling van dit agendapunt stelt de voorzitter vast dat er zaken aan bod zullen komen die de persoonlijke levenssfeer raken en daarom beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering en dit op basis van artikel 4, §2, 2° van het Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad (HHR). De openbare vergadering wordt onderbroken om de behandeling van dit agendapunt voort te zetten in besloten zitting en dit op basis van artikel 5 HHR.
De gemeenteraad neemt kennis van het vertrouwelijk rapport van de forensische audit door Audit Vlaanderen van 31 maart 2022, ontvangen door de voorzitter van de gemeenteraad, de burgemeester en algemeen directeur op 31 maart 2022, toegevoegd als Bijlage 1.
Audit Vlaanderen bezorgt de verslagen van de audits aan de voorzitter van de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn, die ze bezorgt aan de leden van de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn.
Artikel 221 DLB.
Er wordt een auditcharter opgesteld dat ter goedkeuring voorgelegd wordt aan de auditcomités. Het auditcharter verduidelijkt de aspecten in verband met de doelstellingen, de taken, de plaats in de organisatie en de werking van de auditfunctie met inbegrip van de rapportering aan de entiteiten waar een audit uitgevoerd is.
Er is voor de audit bij de besturen, vermeld in artikel 4, eerste lid, 1° tot en met 6°, minstens een rapportering aan de volgende organen:
1° de gemeenteraad bij een audit van de gemeente;
(...)
Art. 4.
§ 1. De vergaderingen van de gemeenteraad zijn in principe openbaar.
§ 2. De vergaderingen zijn niet openbaar als:
1° het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering;
2° de gemeenteraad met twee derde van de aanwezige leden en op gemotiveerde wijze beslist tot behandeling in besloten vergadering, in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid.
(...)
Art. 5.
De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken.
Als tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in besloten zitting moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering van de gemeenteraad, enkel met dit doel, worden onderbroken.
Als tijdens de besloten vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in openbare zitting moet gebeuren, dan wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt, of in geval van de eedaflegging van een personeelslid kan de besloten zitting, enkel met dat doel, worden onderbroken.
Art. 6.
De gemeenteraadsleden, alsmede alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht.
SPECIFIEK:
/
Het Decreet Lokaal Bestuur (DLB) van 22 december 2017 bepaalt dat Audit Vlaanderen de bevoegdheid heeft om periodiek een audit uit te voeren om het systeem van organisatiebeheersing te evalueren, na te gaan of ze adequaat is en aanbevelingen te formuleren tot verbetering van het systeem van organisatiebeheersing. Ook het uitvoeren van forensische audits behoort tot de bevoegdheid van Audit Vlaanderen.
Het werkterrein van Audit Vlaanderen omvat de entiteiten van de Vlaamse administratie, de gemeenten, de provincies, de OCMW’s, de AGB’s, de APB’s en de welzijnsverenigingen.
Om zijn bevoegdheid te kunnen uitoefenen, heeft Audit Vlaanderen toegang tot alle informatie en documenten, ongeacht de drager ervan en tot alle gebouwen, ruimtes en installaties waar taken of bevoegdheden van de geauditeerde organisatie uitgevoerd worden. Audit Vlaanderen kan tevens ieder personeelslid de inlichtingen vragen die voor de uitvoering van zijn opdrachten nodig worden geacht.
Ieder personeelslid is ertoe gehouden zo snel mogelijk en zonder voorafgaande machtiging op een volledige wijze te antwoorden en alle relevante informatie en documenten te verstrekken.
Alle informatie die Audit Vlaanderen in haar bezit krijgt of aanmaakt, wordt met de nodige discretie en vertrouwelijkheid behandeld.
Per e-mail van 27 augustus 2021 bezorgde Audit Vlaanderen de mededeling dat op 1 september 2021 een forensische audit wordt opgestart binnen het lokaal bestuur (Dossierstuk 4).
Per e-mail van 1 september 2021 werd de opdrachtdefinitie bezorgd aan de burgemeester, voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur (Dossierstuk 2).
Dezelfde dag heeft de algemeen directeur per e-mail het personeel van de basisschool in kwestie geïnformeerd (Dossierstuk 3).
Het college van burgemeester en schepenen nam hiervan kennis in zitting van 6 september 2021 (Dossierstuk 1).
Op 31 maart 2022 ontvangt de algemeen directeur het vertrouwelijk rapport van 31 maart 2022, toegevoegd als Bijlage 1. Dit rapport werd tevens aan de burgemeester en de voorzitter van de gemeenteraad overgemaakt.
Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 4 april 2022 kennis genomen van het vertrouwelijk rapport van de forensische audit door Audit Vlaanderen van 31 maart 2022, ontvangen door de algemeen directeur op 31 maart 2022, toegevoegd als Bijlage 1 en heeft onder meer beslist om aan de voorzitter van de gemeenteraad te vragen om, in uitvoering van artikel 221 DLB, het vertrouwelijk rapport over te maken aan de gemeenteraadsleden.
Per e-mail van 4 april 2022 maakte de voorzitter van de gemeenteraad het vertrouwelijk rapport over aan de raadsleden (Dossierstuk 6).
Per brief van 19 april 2022, ontvangen op 20 april 2022 verzoekt de Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen Bart SOMERS het college dit rapport te agenderen op de gemeenteraad en stelt hij tevens het bestuur in kennis van zijn brief aan de de gouverneur.
Bij aanvang van de behandeling van dit agendapunt stelt de voorzitter vast dat er zaken aan bod zullen komen die de persoonlijke levenssfeer raken en daarom beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering en dit op basis van artikel 4, §2, 2° HHR.
De openbare vergadering wordt onderbroken om de behandeling van dit agendapunt voort te zetten in besloten zitting en dit op basis van artikel 5 HHR.
Audit Vlaanderen geeft een toelichting over het rapport.
Rekening houdend met bovenstaande informatie wordt aan de gemeenteraad gevraagd om kennis te nemen van het vertrouwelijk rapport van de forensische audit door Audit Vlaanderen van 31 maart 2022, ontvangen door de voorzitter van de gemeenteraad, de burgemeester en de algemeen directeur op 31 maart 2022, toegevoegd als Bijlage 1.
RAPPORTERING
Wanneer het terreinwerk is afgerond, stelt Audit Vlaanderen een rapport op met de resultaten van de audit. Audit Vlaanderen bezorgt dit auditrapport tegelijkertijd aan de algemeen directeur, de voorzitter van de raad en alle leden van het auditcomité van de lokale besturen.
De voorzitter van de raad dient het auditrapport te bezorgen aan de raadsleden. Via https://www.auditvlaanderen.be/rapportering-en-rapporteringslijnen vindt u alle bestemmelingen van het rapport.
Het rapport heeft de status van een bestuursdocument zodra Audit Vlaanderen het heeft opgeleverd aan het bestuur.
Indien Audit Vlaanderen vaststelt dat er mogelijk misdrijven zijn gepleegd, bezorgt Audit Vlaanderen het auditrapport aan het parket of aan de Centrale Dienst voor de Bestrijding van Corruptie (CDBC) en adviseert Audit Vlaanderen het lokale bestuur om zich burgerlijke partij te stellen. Aan het lokale bestuur wordt gevraagd om Audit Vlaanderen op de hoogte te brengen van de genomen maatregelen tegen betrokken personeelsleden en van de ondernomen gerechtelijke stappen.
OPENBARE OF GESLOTEN ZITTING
Meestal bevat een rapport van een forensische audit privacygevoelige informatie. Het lokale bestuur moet dan ook omzichtig omgaan met de informatie uit het rapport.
In principe zijn de vergaderingen van de gemeente- en OCMW-raad openbaar. Het publiek mag dus de raadsvergaderingen bijwonen.
Slechts in welbepaalde gevallen kan de gemeente- of OCMW-raad in besloten zitting vergaderen. Als de raad een punt bespreekt dat de persoonlijke levenssfeer raakt, moet hij steeds in besloten zitting vergaderen. Daarnaast kunnen twee derde van de raadsleden beslissen om een punt achter gesloten deuren te bespreken. Deze beslissing moet gemotiveerd zijn. Mogelijke motieven zijn het bewaren van de openbare orde of ernstige bezwaren tegen de openbaarheid.
Wanneer het bestuur beslist om het forensisch auditrapport te bespreken in de gemeente- of OCMW-raad, moet het dit agendapunt in principe in openbare zitting agenderen.
Volgende situaties kunnen zich voordoen waardoor de (verdere) bespreking toch in besloten zitting plaatsvindt:
Indien er tijdens de bespreking van het auditrapport in de openbare zitting zaken aan bod komen die de persoonlijke levenssfeer raken, moet de voorzitter onmiddellijk de voortzetting bevelen in besloten vergadering.
OPENBAARHEID VAN BESTUUR
Burgers kunnen inzage vragen in bestuursdocumenten van lokale besturen. Dit is geregeld via Bestuursdecreet van 7 december 2018, maar overheden mogen niet alle bestuursdocumenten openbaar maken. Zo mag de openbaarmaking van een bestuursdocument bijvoorbeeld geen afbreuk doen aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Een rapport van een forensische audit bevat meestal beschrijvingen van gedragingen of handelingen van bij naam genoemde of gemakkelijk identificeerbare natuurlijke personen. Een aanvraag tot openbaarmaking van een rapport van een forensische audit door Audit Vlaanderen zal daarom meestal geweigerd worden op grond van artikel II. 7 van het Bestuursdecreet.
De organisatie moet het rapport van een forensische audit wel (deels) bekend maken aan de aanvrager wanneer die kan aantonen dat hij rechtstreeks en persoonlijk in zijn rechtssituatie wordt geraakt door ofwel:
De organisatie die de aanvraag tot openbaarheid ontvangt, die beslissen of ze het bestuursdocument (deels) openbaar maakt.
Meer informatie vindt u via: https://overheid.vlaanderen.be/organisatie/informatiemanagement/openbaarheid-van-bestuur.
BEROEPSGEHEIM
Mogen raadsleden en personeelsleden de informatie uit een forensisch auditrapport naar buiten brengen of zijn ze gebonden aan een beroepsgeheim, geheimhoudingsplicht of discretieplicht?
Beroepsgeheim, geheimhoudingsplicht en discretieplicht zijn termen die vaak door elkaar gebruikt worden. Ze worden door de wet- en decreetgever ook niet duidelijk gedefinieerd. Rechtsleer en rechtspraak proberen zoveel mogelijk te verduidelijken, maar zorgen ook voor tegenspraak. Het is in de praktijk dan ook niet vanzelfsprekend om deze begrippen van elkaar te onderscheiden.
Beroepsgeheim en geheimhoudingsplicht:
Het decreet lokaal bestuur bevestigt dat deze geheimhoudingsplicht van toepassing is op zowel lokale politici (art. 29, §4, 50, 74, 83, 110, 126 en 129. DLB) als personeelsleden (art. 191, §3 DLB).
de politicus of het personeelslid enkel kent door de uitoefening van zijn mandaat of functie;
niet over publieke feiten gaat en dus niet gekend is door derden;
in het kader van een vertrouwensrelatie (bijvoorbeeld een hulpverleningsvraag) toevertrouwd werd.
Discretieplicht:
- de politicus of het personeelslid enkel kent door de uitoefening van zijn mandaat of functie;
- niet over publieke feiten gaat en dus niet gekend is door derden.
Conclusie
Communicatie over een forensische audit zal vaak niets te maken hebben met het beroepsgeheim, maar wel met de discretieplicht. Belangrijk is dat lokale politici, de algemeen directeur en eventueel andere personeelsleden die kennis krijgen van de start van een forensische audit, beseffen dat zij zeer voorzichtig moeten omgaan met de persoonlijke informatie die hierin aan bod komt.
Communiceren over dergelijke audit gebeurt dan ook het best zonder concrete informatie te geven over de persoon of personen die het voorwerp zijn van het onderzoek. Voorzichtigheid is aangewezen.
GERECHTELIJKE PROCEDURE
Wanneer Audit Vlaanderen mogelijke strafrechtelijke overtredingen vaststelt, wordt steeds een kopie van het rapport bezorgd aan de Centrale Dienst voor de Bestrijding van Corruptie (CDBC). Dit is de federale politiedienst die verdere stappen zet bij het parket.
Ambtenaren zijn verplicht om zelf aangifte te doen van een misdaad of een wanbedrijf waarvan ze kennis krijgen bij de uitoefening van hun ambt. Daarnaast zijn er twee andere stappen mogelijk.
1) Verklaring van benadeelde persoon
Iedereen (zowel het bestuur als een natuurlijk persoon) kan zelf of via een advocaat een verklaring van benadeelde persoon afleggen bij het parket. Hieraan zijn geen kosten verbonden. De indiener wordt na het afleggen van die verklaring op de hoogte gebracht van de vorderingen van de procedure: wordt de zaak geseponeerd? En waarom? Of komt er een gerechtelijk onderzoek?
De benadeelde persoon kan vragen om stukken aan het dossier toe te voegen. Eventuele vorderingen tot schadevergoeding vloeien niet automatisch voort uit dergelijke verklaring. Daarvoor moeten bijkomende stappen ondernomen worden zoals een burgerlijke partijstelling.
2) Burgerlijke partijstelling
Iedereen (zowel het bestuur als een natuurlijk persoon) die schade heeft geleden, kan zich burgerlijke partij stellen, eventueel via een advocaat. Als er al een onderzoeksrechter is aangesteld in het dossier, neemt die akte van de burgerlijke partijstelling. Als er nog geen onderzoeksrechter is aangesteld, kan een klacht ingediend worden bij de griffie van de bevoegde rechtbank om een onderzoeksrechter te vorderen. Daarbij moet een beperkte borgsom betaald worden voor de eerste kosten van het onderzoek. Ook hier wordt de indiener op de hoogte gehouden van de vorderingen van de procedure.
De burgerlijke partijstelling heeft enkele voordelen ten opzichte van de verklaring van benadeelde persoon: naast het recht om schadevergoeding te eisen, kan men ook inzage vragen in het strafdossier en om bijkomende onderzoeksverrichtingen vragen die belangrijk zijn om een volledig beeld te krijgen. De gegevens die verzameld worden tijdens dit bijkomend onderzoek, kunnen nuttig zijn bij een eventuele latere tuchtprocedure.
Conclusie
Wanneer een bestuur te maken krijgt met een forensische audit, is het aangewezen om meteen een advocaat te betrekken. Via een burgerlijke partijstelling worden de rechten van het bestuur op dat moment het beste gevrijwaard.
(Bron: Handreiking forensische Audit, toegevoegd als bijlage bij dit besluit).
Enig artikel.
Kennis te nemen van het vertrouwelijk rapport van de forensische audit door Audit Vlaanderen van 31 maart 2022, ontvangen door de voorzitter van de gemeenteraad, de burgemeester en algemeen directeur op 31 maart 2022, toegevoegd als Bijlage 1.
De gemeenteraad keurt de motie over het personeelstekort in de politiekorpsen Halle-Vilvoorde: Precaire veiligheidstoestand in Centrumregio Halle-Vilvoorde - dringend nood aan ondersteuning van de politiezones uit Halle-Vilvoorde goed en
1. vraagt uitdrukkelijk aan de federale regering om onmiddellijk actie te ondernemen om de precaire veiligheidstoestand door een chronisch gebrek aan politieambtenaren in Halle-Vilvoorde aan te pakken en de open brief van de 13 korpschefs van Halle-Vilvoorde ter harte te nemen. Er moeten dringend maatregelen voor de korte en voor de langere termijn genomen worden;
2. vraagt aan de federale regering om:
- dringend een oplossing uit te werken voor het structurele concurrentienadeel van de korpsen in Halle-Vilvoorde ten gevolge de betere verloning van politiemedewerkers in het aangrenzend Hoofdstedelijk Gewest weg te werken. Hierbij dient onderzocht of de invoering van een Randpremie voor politiemedewerkers uit Halle-Vilvoorde deze kloof kunnen wegwerken.
- een oplossing uit te werken voor de te lage dotatie van de politiezones voor Halle-Vilvoorde in verhouding tot de politiezones elders in het land
- in te zetten op een versterkte rekrutering, kwantitatief en kwalitatief en
3. vraagt aan het schepencollege om via het burgemeestersoverleg Toekomstforum Halle-Vilvoorde gezamenlijk verdere stappen te zetten naar de federale overheid om de urgentie en de zwaarwichtigheid van onze veiligheidssituatie te benadrukken en te verduidelijken en vanuit de regio concrete voorstellen uit te werken om de problematiek aan te pakken.
Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.
E-mail van 11 april 2022 van Jo DISCART van het Toekomstforum inzake "Oproep tot motie over het personeelstekort in de politiekorpsen Halle-Vilvoorde":
"Geachte burgemeester,
Geachte algemeen directeur,
Op de burgemeestersconferentie van 30 maart 2022 hebben de burgemeesters naar aanleiding van de ‘open brief van de 13 korpschefs van de politiezones van Halle-Vilvoorde’ het personeelstekort in de Halle-Vilvoorde politiekorpsen besproken. Er werd afgesproken om over deze problematiek een motie op te stellen en voor te leggen aan de gemeenteraden van Halle-Vilvoorde.
In bijlage vindt u alvast het voorstel tot motie. Ter informatie vindt u eveneens een kopie van de ‘open brief’ van de 13 korpschefs, de capaciteitscijfers van de politiekorpsen en een vergelijking ervan met andere provincies en Brussel.
Het personeelstekort bij de politie in Halle-Vilvoorde is rampzalig voor de veiligheid van onze burgers. De politiezorg in onze regio staat onder druk. Er moeten snel maatregelen genomen worden om het tij te keren.
De politiekorpsen van onze centrumregio voelen de tekorten het sterkst, o.a. door de nabijheid van het hoofdstedelijk gewest Brussel, het ongelijke ‘level playing field’ en de historisch lage politiedotatie voor de gemeenten van Halle-Vilvoorde. Met deze motie willen we een krachtig signaal geven, over de partijgrenzen heen, over de ernst en de urgentie van de problematiek.
We danken u hartelijk voor de verder opvolging en het op de agenda plaatsen van deze motie op uw gemeenteraad.
Graag ontvangen we een kopie van de beslissing van uw gemeenteraad.
In opdracht van Hans Bonte, voorzitter TWG Integrale Veiligheid en Koen Van Elsen, voorzitter Toekomstforum Halle-Vilvoorde"
/
Overwegende dat:
Gelet op:
Raadslid Kirsten HOEFS krijgt het woord en was blij te vernemen dat er een gezamenlijk initiatief komt en kijkt uit naar de positieve impact daarvan. Ze zou graag horen wanneer er resultaten van teruggekoppeld kunnen worden.
Burgemeester Chris SELLESLAGH reageert dat de burgemeesters bijeengekomen zijn en dat zij kort daarna samen met de korpschefs een gesprek hebben gevoerd met de verantwoordelijke minister.
/
Artikel 1.
Uitdrukkelijk aan de federale regering te vragen onmiddellijk actie te ondernemen om de precaire veiligheidstoestand door een chronisch gebrek aan politieambtenaren in Halle-Vilvoorde aan te pakken en de open brief van de 13 korpschefs van Halle-Vilvoorde ter harte te nemen. Er moeten dringend maatregelen voor de korte en voor de langere termijn genomen worden.
Art. 2.
Aan de federale regering te vragen om:
Art. 3.
Aan het college van burgemeester en schepenen te vragen om via het burgemeestersoverleg Toekomstforum Halle-Vilvoorde gezamenlijk verdere stappen te zetten naar de federale overheid om de urgentie en de zwaarwichtigheid van onze veiligheidssituatie te benadrukken en te verduidelijken en vanuit de regio concrete voorstellen uit te werken om de problematiek aan te pakken.
De gemeenteraad neemt kennis van de mededeling vacatures in het operationeel en logistiek kader in de mobiliteitscyclus 2022-02 van de geïntegreerde politie:
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus.
/
De federale politie vroeg om ten laatste op 11 maart 2022 de behoeften voor de eerste mobiliteitscyclus kenbaar te maken.
Volgende vacatures in het operationeel en administratief kader werden door de politie gepubliceerd in de mobiliteitscyclus 2022-02:
Het maximaal aantal betrekkingen werd vacant verklaard.
Het college van burgemeester en schepenen bekrachtigde deze mededeling door de politie in zitting van 14 maart 2022.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om hiervan kennis te nemen.
In de begroting van de lokale politie zijn de nodige kredieten voorzien.
Enig artikel.
Kennis te nemen van de mededeling vacatures in het operationeel en logistiek kader in de mobiliteitscyclus 2022-02 van de geïntegreerde politie zoals hierboven weergegeven.
De gemeenteraad neemt kennis van de samenwerking met vrijwilligers als diefstalpreventieadviseurs.
De wet betreffende de rechten van de vrijwilligers van 3 juni 2005.
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 21 maart 2022 inzake de samenwerking met vrijwilligers als diefstalpreventieadviseurs.
Het advies van de selectiecommissie van 17 januari 2022 die bestaat uit korpschef BRAECKMANS Jurgen, eerste commissaris BALYU Tania en inspecteur DE MEUTER Kurt.
De lokale politie Grimbergen kon een beroep doen op 2 diefstalpreventieadviseurs. Eén heeft besloten om te stoppen als diefstalpreventieadviseur en de andere is reeds enige tijd afwezig wegens medische redenen.
Te weinig inwoners kunnen bereikt worden met diefstalpreventieadvies. Dit kan verholpen worden door meer adviseurs in te zetten of hun capaciteit te verhogen en het aanbod actiever vanuit de diefstalpreventie te laten uitgaan.
Er werd een oproep gelanceerd naar nieuwe kandidaten via sociale media en de nieuwsbrief van het BIN-netwerk.
De politie ontving 4 kandidaturen (zie bijlage 1). De kandidaten werden per e-mail uitgenodigd voor de selectiecommissie op 17 januari 2022. Ze bevestigden alle vier hun aanwezigheid. Eén kandidaat nam uiteindelijk niet deel.
Uit het proces-verbaal van de selectiecommissie van 17 januari 2022 bleek dat de 3 deelnemende kandidaten als zeer geschikt werden bevonden. Deze 3 kandidaten zullen de opleiding Diefstalpreventieadviseur volgen. Deze wordt georganiseerd door het PIVO en zal volledig gesubsidieerd worden door de provincie Vlaams-Brabant.
De vrijwilligers ondertekenen voor de start van hun activiteit een afsprakennota.
In deze afsprakennota wordt aan de vrijwilligers een forfaitaire onkostenvergoeding toegekend van 13,00 euro per afstapping ter plaatse en dit tot dekking van de kosten verbonden met:
In de afsprakennota wordt ook een onkostenvergoeding voorzien van 20,00 euro per volledige dag of 10,00 euro per halve dag voor het bijwonen van vergaderingen en het volgen van opleidingen.
De maximale grens voor de vergoeding van vrijwilligers is bepaald op 36,11 euro per dag en 1.444,52 euro per jaar. Deze bedragen worden aangepast indien de bevoegde overheid de grensbedragen wijzigt.
Het college van burgemeester en schepenen bekrachtigde deze samenwerking in zitting van 21 maart 2022.
Raadslid Trui OLBRECHTS krijgt het woord en vraagt of de vergoeding in lijn is met de vergoeding die andere vrijwilligers krijgen en of het gemeentebestuur een globale visie heeft op vrijwilligerswerk en de beloning ervan.
Schepen Philip ROOSEN antwoordt dat de vergoeding conform is aan die voor diefstalpreventieadviseurs in andere zones. Ze staat los van andere vrijwilligersvergoedingen.
Raadslid Trui OLBRECHTS vraagt of er iemand bezig is met het gelijkschakelen van verschillende vrijwilligersvergoedingen binnen de gemeente.
Voorzitter Peter PLESSERS stelt dat dit onderwerp niet past bij de bespreking van dit agendapunt en stelt voor om dit onderwerp bij de mondelinge vragen aan te kaarten.
In de begroting van de lokale politie zijn de nodige kredieten voorzien.
Artikel 1.
Kennis te nemen van de samenwerking met 3 nieuwe vrijwilligers als diefstalpreventieadviseurs.
Art. 2.
Kennis te nemen van de forfaitaire onkostenvergoeding van 13,00 euro per afstapping en van de onkostenvergoeding van 20,00 euro per volledige dag of 10,00 euro per halve dag voor het bijwonen van vergaderingen en het volgen van opleidingen.
De gemeenteraad keurt de de vernieuwing van het drinkwatersysteem voor een geraamd bedrag van 3.252,60 euro (incl. btw) via het raamcontract FORMS-BSD-116-03 en de offerte n° 2022.065 volgens de behoeften van de politiezone goed en stelt de voorwaarden en wijze van gunnen, zijnde een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, vast.
Het raamcontract FORMS-BSD-116-03 werd toegewezen aan de firma Aqualex bvba, Nijverheidslaan 60A te 8540 Deerlijk.
De offerte n° 2022.065 werd aangeboden door de huidige leverancier van sanitaire werken, zijnde Knop 2 bvba, Vilvoordsesteenweg 183 te 1850 Grimbergen.
Dit wordt gemotiveerd op basis van artikel 42, §1, 1°, d,ii) van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus.
/
Historiek:
De overheidsopdracht tussen de gemeente Grimbergen en de firma SipWell is sedert 31 december 2021 ten einde gelopen.
De Lokale Politie Grimbergen was eveneens mee opgenomen in deze opdracht. Om voorlopig de medewerkers te voorzien van drinkwater doen wij een beroep op flessenwater geleverd door drankencentrale Van Campenhout, Abdijstraat 31 te 1850 Grimbergen. Dit is echter moeilijk werkbaar, financieel onvoordelig en ecologisch niet verantwoord.
Bijgevolg wenst de politiezone over te schakelen naar een nieuw drinkwatersysteem.
In 2020 bedroeg de gemiddelde kostprijs voor de aankoop van drinkwater en het onderhoudscontract bij de firma SipWell 2.055,00 euro. In 2021 bedroeg dit ongeveer 1.874,00 euro.
Behoefte:
De politiezone wenst over te schakelen naar een drinkwatersysteem dat leidingwater omzet tot gefilterd en gekoeld drinkwater, dit als ecologisch alternatief voor flessenwater.
Marktonderzoek brengt ons tot het raamcontract FORMS-BSD-116-03 (zie bijlage FORCMS-BSD-116-03) gegund aan de firma Aqualex bvba, Nijverheidslaan 60A te 8540 Deerlijk.
Binnen dit raamcontract kan de politiezone elke verdieping (cellencomplex, gelijkvloerse, eerste en tweede verdieping) van het commissariaat voorzien van een waterfontein aangesloten op leidingwater. De modellen die worden aangeboden voldoen aan de behoeftes van de politiezone:
Voor de plaatsing van de 4 waterfonteinen dienen er kleine aanpassingen te gebeuren aan de sanitaire installatie. De toevoer van het leidingwater naar de waterfonteinen moet gebeuren via een Schell kraantje en/of via een aftakking op een bestaande leiding.
Voor deze werken had het team Middelenbeheer en Financiën de dienst Gebouwen bevraagd of zij dit kunnen uitvoeren. Helaas zijn de loodgieters onderbemand en is de politiezone genoodzaakt om een beroep te doen op de huidige leverancier Knop 2 bvba, Vilvoordsesteenweg 183 te 1850 Grimbergen.
Voordelen van de vernieuwing:
Kostprijs:
Het voorstel van de firma Aqualex (zie bijlage Voorstel Aqualex) is een overeenkomst van 60 maanden, waarbij de installatie, huur en een jaarlijks onderhoud is inbegrepen. Voor het model Aqualex 20 AC bedraagt de jaarlijkse kostprijs 371,64 euro (incl. btw) en voor het model Aqualex 30 AC bedraagt dit 395,28 euro (incl. btw).
Voor de 4 toestellen wordt dus de jaarlijkse kostprijs geraamd op 1.510,20 euro (incl. btw).
Voor de sanitaire aanpassingen is er een éénmalige kost van 1.742,40 euro (incl. btw) (zie bijlage Offerte Knop 2).
De Lokale Politie Grimbergen wenst in te gaan op het voorstel van de firma Aqualex bvba, Nijverheidslaan 60A te 8540 Deerlijk binnen het raamcontract FORMS-BSD-116-03 voor de installatie, huur en onderhoud van de waterfonteinen en op de offerte van de firma Knop 2 bvba, Vilvoordsesteenweg 183 te 1850 Grimbergen voor de sanitaire aanpassingen.
De jaarlijkse kostprijs voor de installatie, huur en onderhoud van de waterfonteinen, volgens de behoeften van de politiezone, wordt geraamd op 1.510,20 euro (incl. btw).
Het nodige krediet hiervoor is voorzien op artikel 33001/124-02 van de gewone dienst van de politiebegroting 2022.
De éénmalige kostprijs voor de sanitaire aanpassingen, volgens de behoefte van de politiezone, wordt geraamd op 1.742,40 euro (incl. btw).
Het nodige krediet hiervoor is voorzien op artikel 330/125-06 van de gewone dienst van de politiebegroting 2022.
Artikel 1.
De voorwaarden en wijze van gunnen voor de vernieuwing van het drinkwatersysteem volgens de behoeften van de politiezone bij wijze van onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking voor een geraamd bedrag van 3.252,60 euro (incl. btw), vast te stellen.
Art. 2.
Akkoord te gaan met de installatie, huur en onderhoud van de waterfonteinen via raamcontract FORMS-BSD-116-03 bij de firma Aqualex bvba, Nijverheidslaan 60A te 8540 Deerlijk voor een periode van 60 maanden.
Dit wordt gemotiveerd op basis van artikel 42, §1, 1°, d,ii) van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
Art. 3.
Akkoord te gaan met de uitvoering van de sanitaire aanpassingen door de huidige leverancier van sanitaire werken, zijnde Knop 2 bvba, Vilvoordsesteenweg 183 te 1850 Grimbergen.
De gemeenteraad keurt de vernieuwing van de publieke camerabewaking en het beroep doen op de onderhoudscontracten voor een geraamd bedrag van 355.645,76 euro (incl. btw) via de raamovereenkomst LPA/2017/295 volgens de behoeften van de politiezone goed en stelt de voorwaarden en wijze van gunnen, zijnde een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, vast.
Het raamcontract LPA/2017/295 werd toegewezen aan de leverancier Securitas NV, Sint-Lendriksborre 3 in 1120 Brussel.
Dit wordt gemotiveerd op basis van artikel 42, §1, 1°, d,ii) van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus.
/
Omdat de behoeften op vlak van publieke camera's zijn veranderd en omdat de levensduur van de oudste publieke camera's ten einde loopt wenst de Lokale Politie Grimbergen, samen met de gemeente Grimbergen, op basis van een meerjarenplan de publieke camerabewaking te vernieuwen.
Voor de vervanging van de huidige camera's en/of de aankoop van nieuwe bijkomende camera's kan worden gebruik gemaakt van de raamovereenkomst LPA/2017/295. De leverancier die is opgenomen in deze raamovereenkomst is Securitas NV, Sint-Lendriksborre 3 in 1120 Brussel. Om correct de behoeftes te kunnen bepalen werd met deze leverancier een uitgebreide camerastudie uitgevoerd.
De resultaten van deze camerastudie zijn samengebundeld in bijgevoegd verslag 'Securitas - Grimbergen - CCTV.pdf'. Dit verslag geeft een duidelijk beeld over de huidige camerabewaking en hoe deze verbeterd kan worden. De motivatie achter deze verbetering wordt uitgelegd in bijgevoegd document 'Finaal Camerastudie PZ Grimbergen.docx' welke werd toegelicht tijdens het IVOG (Integraal Veiligheidsoverleg Grimbergen).
De vernieuwing van de camerabewaking betreft volgende locaties:
Voor de vernieuwde camera's wordt er geopteerd voor 4 verschillende types (AXIS Q6135-LE, AXIS Q6100-E + Q6135-LE, AXIS P3719-PLE en AXIS Q1798-LE) die modulair, uniform en budgetbewust zijn. (Zie pagina 17 van bijgevoegd verslag 'Securitas - Grimbergen - CCTV.pdf').
Het bewaren van de beelden zal gebeuren op een centraal systeem wat leidt tot volgende voordelen:
ONDERHOUDSCONTRACT
De Lokale Politie Grimbergen wenst een beroep te doen op een onderhoudscontract voor de hardware systemen alsook op een onderhoudscontract voor het centraal systeem waarop de beelden bewaard zullen worden.
KOSTPRIJS
De totale vernieuwing van de publieke camerabewaking zal in 3 fases uitgevoerd worden over de jaren 2022, 2023 en 2024. Op die manier is de geraamde kostprijs ook verdeeld (zie bijlage 'Update 03.2022 - Offerte Securitas - PZ Grimbergen - CCTV - Budget per jaar.xlsx'):
|
|
FASE 1 (2022) |
FASE 2 (2023) |
FASE 3 (2024) |
|
| Eénmalige kostprijs camera locaties en transmissie, levering en installatie |
€ 115.695,03 |
€ 59.520,93 |
€ 15.722,30 |
investeringskosten |
| Jaarlijkse kostprijs onderhoud aanwezige hardware systemen (niet geïndexeerd) |
€ 6.005,13 |
€ 8.312,79 |
€ 9.289,73 |
werkingskosten |
| Eénmalige kostprijs centrale systemen, levering en installatie |
€ 32.713,01 |
|
€ 47.400,14 |
investeringskosten |
| Jaarlijkse kostprijs omnium onderhoud centrale systemen |
€ 2.205,18 |
€ 2.205,18 |
€ 13.580,98 |
werkingskosten |
| Totale kostprijs excl. btw |
€ 156.618,35 |
€ 70.038,90 |
€ 85.933,15 |
|
| Totale kostprijs incl. btw |
€ 189.508,20 |
€ 84.747,06 |
€ 104.051,71 |
De prijzen zijn gebaseerd op de actuele marktprijzen (maart 2022) en onderhevig aan jaarlijkse prijsstijgingen welke voorzien zijn in het raamcontract.
De aankoop gebeurt op basis van de raamovereenkomst LPA/2017/295. Deze raamovereenkomst loopt tot 31 augustus 2025.
Raadslid Kirsten HOEFS krijgt het woord en stelt de volgende vragen:
Schepen Philip ROOSEN antwoordt dat de beelden bekeken worden door politiemedewerkers. Zij zullen zelf inschatten wanneer zij dat doen. Het is vooral handig om alvast ter plaatse te kunnen kijken, terwijl er een politieauto wordt gestuurd. Zo kan beter ingeschat worden welke en hoeveel diensten men moet sturen. Securitas heeft op basis van een onderzoek een voorstel gedaan over de locaties en het type camera per locatie. De politie heeft het voorstel beoordeeld en besproken tijdens het Integraal Veiligheidsoverleg. Vervolgens is besloten waar en welke camera’s geplaatst worden.
Raadslid Kirsten HOEFS vraagt zich af waarom er camera’s worden bijgeplaatst en waarom niet wordt ingezet op efficiënter gebruik van de huidige camera’s. Ze vraagt of er advies gevraagd is aan de middenstanders, zoals de horecaondernemers die een camera op hun terras gericht zien, en of er een evaluatie is voorzien aan het einde van fase 1 van de plaatsing van camera’s.
Schepen Philip ROOSEN antwoordt dat de gemeente een nieuwe afname heeft gedaan van camera’s binnen een groter raamcontract, omdat besloten was de afname gefaseerd te doen. Het geheel werd gegund. Een aantal van de huidige camera’s blijft hangen en op een aantal plekken komen er camera’s bij. Ze zullen niet gebruikt worden om mensen op terrassen in de gaten te houden, maar worden alleen gebruikt in het kader van de handhaving als er iets aan de hand is. Hiervoor is wetgeving beschikbaar, die strikt opgevolgd wordt. De gemeente heeft er alle vertrouwen in dat de politie op juiste wijze omgaat met het nieuwe camerasysteem.
Raadslid Bart VAN HUMBEECK krijgt het woord en vraagt naar de parameters die gebruikt zijn om de locaties vast te stellen.
Schepen Philip ROOSEN antwoordt dat gekozen is voor plaatsen waar veel volk aanwezig is, waar veiligheidsrisico’s zijn en waar het in het verleden noodzakelijk was om te handhaven.
Het investeringskrediet voor de vernieuwing van de publieke camerabewaking is voorzien op artikel 330/744-51 van de buitengewone dienst van de politiebegroting 2022 en navolgende dienstjaren.
Het krediet voor de geraamde jaarlijkse onderhoudskosten is voorzien op artikel 330/123-13 van de gewone dienst van de politiebegroting 2022 en navolgende dienstjaren.
/
Artikel 1.
De voorwaarden en wijze van gunnen voor de vernieuwing van de publieke camerabewaking en het beroep doen op de onderhoudscontracten, volgens de behoeften van de politiezone bij wijze van onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, voor een geraamd bedrag van 355.645,76 euro (incl. btw), vast te stellen.
Art. 2.
Akkoord te gaan met de uitvoering van de vernieuwing van de publieke camerabewaking en het beroep doen op de onderhoudscontracten op basis van een meerjarenplan over de jaren 2022, 2023 en 2024.
Art. 3.
Akkoord te gaan met de installatie, transmissie en levering van de publieke camerabewaking voor een geraamd bedrag van 327.972,20 euro euro (incl. btw) via de raamovereenkomst LPA/2017/295 bij de leverancier Securitas NV, Sint-Lendriksborre 3 in 1120 Brussel en dit tot het einde van de raamovereenkomst, zijnde 31 augustus 2025.
Dit wordt gemotiveerd op basis van artikel 42, §1, 1°, d,ii) van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
Art. 4.
Akkoord te gaan om een beroep te doen op de onderhoudscontracten voor een jaarlijks geraamd bedrag van 27.673,56 euro (incl. btw) via de raamovereenkomst LPA/2017/295 bij de leverancier Securitas NV, Sint-Lendriksborre 3 in 1120 Brussel en dit tot het einde van de raamovereenkomst, zijnde 31 augustus 2025.
Dit wordt gemotiveerd op basis van artikel 42, §1, 1°, d,ii) van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
De gemeenteraad vervangt de mandaten van een voormalig raadslid in organen van diverse intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en verenigingen of maatschappijen waarbij de gemeente aangesloten is.
Artikel 41 Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.
/
De heer Pierre VAN DEN WYNGAERT werd in de zittingen van de gemeenteraad van 24 januari 2019, 28 februari 2019, 28 maart 2019 en 25 april 2019 aangeduid als vertegenwoordiger van de gemeenteraad in diverse organen, meer bepaald als:
effectieve vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Recreatief Vliegveld Grimbergen vzw;
plaatsvervangende vertegenwoordiger in de algemene vergadering van De Watergroep;
plaatsvervangende vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Fluvius OV;
plaatsvervangende vertegenwoordiger in de algemene vergadering van IBEG;
De gemeenteraad nam in zitting van 27 januari 2022 kennis van het ontslag van de heer Pierre VAN DEN WYNGAERT als gemeenteraadslid.
Ten gevolge van dit ontslag dient de gemeenteraad alle mandaten van de heer Pierre VAN DEN WYNGAERT in deze organen in te trekken en nieuwe vertegenwoordigers aan te duiden.
In zitting van 4 april 2022 besliste het college van burgemeester en schepenen om:
Stemming
Gaat over tot een eerste geheime stemming voor de aanduiding van een nieuwe effectieve vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Recreatief Vliegveld Grimbergen vzw, waaruit blijkt dat:
Gaat over tot een tweede geheime stemming voor de aanduiding van een nieuwe plaatsvervangende vertegenwoordiger in de algemene vergadering van De Watergroep, waaruit blijkt dat:
Gaat over tot een derde geheime stemming voor de aanduiding van een nieuwe plaatsvervangende vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Fluvius OV, waaruit blijkt dat:
Gaat over tot een vierde geheime stemming voor de aanduiding van een nieuwe plaatsvervangende vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Sibelgas, waaruit blijkt dat:
Gaat over tot een vijfde geheime stemming voor de aanduiding van een nieuwe plaatsvervangende vertegenwoordiger in de algemene vergadering van IBEG, waaruit blijkt dat:
Gaat over tot een zesde geheime stemming voor de aanduiding van een nieuwe plaatsvervangende vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Integraal Waterbeleid Dijle-Zennebekken, waaruit blijkt dat:
/
Artikel 1.
Alle mandaten van de heer Pierre VAN DEN WYNGAERT als vertegenwoordiger van de gemeenteraad in organen van diverse intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en verenigingen of maatschappijen waarbij de gemeente aangesloten is in te trekken.
Art. 2.
Patricia SEGERS aan te duiden als effectieve vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Recreatief Vliegveld Grimbergen vzw.
Art. 3.
Yves VERBERCK aan te duiden als plaatsvervangende vertegenwoordiger in de algemene vergadering van De Watergroep.
Art. 3.
Peter PLESSERS aan te duiden als plaatsvervangende vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Fluvius OV.
Art. 4.
Patricia SEGERS aan te duiden als plaatsvervangende vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Sibelgas.
Art. 6.
Patricia SEGERS aan te duiden als plaatsvervangende vertegenwoordiger in de algemene vergadering van IBEG.
Art. 7.
Patricia SEGERS aan te duiden als plaatsvervangende vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Integraal Waterbeleid Dijle-Zennebekken.
Art. 8.
Een afschrift van dit besluit aan de bovengenoemde verenigingen en/of maatschappijen te bezorgen.
De gemeenteraad keurt de agendapunten van de algemene vergadering van Fluvius OV van 8 juni 2022 goed en stelt het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordigers vast.
Artikel 432, derde lid van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB):
De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.
Artikel 41 DLB.
Algemeen:
DLB, deel 3, titel 3 betreffende de intergemeentelijke samenwerking in het bijzonder.
Statuten:
De statuten van Fluvius OV, voor het laatst gewijzigd door de algemene vergadering op 1 april 2019.
Vertegenwoordigers van het gemeentebestuur:
Besluit van de gemeenteraad van 28 februari 2019 betreffende de aanduiding van de heer Luk RAEKELBOOM als effectieve gemeentelijke vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van Fluvius OV, en de aanduiding van de heer Pierre VAN DEN WYNGAERT als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
/
Per brief van 28 maart 2022, ingekomen op 29 maart 2022, werd het gemeentebestuur door Fluvius OV opgeroepen om deel te nemen aan de Algemene Vergadering tevens Jaarvergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging (OV) op woensdag 8 juni 2022 om 15.30 uur in De Montil, Moortelstraat 8 in 1790 Affligem.
Agenda van de algemene vergadering van 8 juni 2022
De toelichtingsnota's zijn als bijlage toegevoegd bij dit besluit.
Mandatering gemeentelijke vertegenwoordiger
Overeenkomstig artikel 432, derde lid, van het decreet over het lokaal bestuur dient de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordigers in de algemene vergadering van opdrachthoudende en dienstverlenende verenigingen te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
De gemeentelijke vertegenwoordigers, aangeduid in het gemeenteraadsbesluit van 28 februari 2019, is de heer Luk RAEKELBOOM.
De plaatsvervanger, aangeduid in zitting van heden ter vervanging van de heer Pierre VAN DEN WYNGAERT, is Peter PLESSERS.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om:
kennis te nemen van de brief van 28 maart 2022, ingekomen op 29 maart 2022, waarmee Fluvius OV meldt dat op 8 juni 2022 een algemene vergadering zal plaatsvinden;
de te behandelen agendapunten en de toelichtingsnota's goed te keuren;
het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordigers in de algemene vergadering van Fluvius OV van 8 juni 2022 vast te stellen.
Stemming
Gaat over tot een eerste stemming inzake de kennisname en goedkeuring van de agendapunten:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Gaat over tot een tweede stemming inzake de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
/
Artikel 1.
Kennis te nemen van de uitnodiging van Fluvius OV van 28 maart 2022 waarbij wordt gemeld dat een algemene vergadering zal plaatsvinden op 8 juni 2022 om 15.30 uur in De Montil, Moortelstraat 8 in 1790 Affligem met de volgende agenda en deze goed te keuren:
Art. 2.
Het mandaat van de heer Luk RAEKELBOOM als effectieve vertegenwoordiger van de gemeenteraad en Peter PLESSERS als plaatsvervangende vertegenwoordiger vast te stellen voor de algemene vergadering van 8 juni 2022.
Art. 3.
Een afschrift van dit besluit over te maken aan:
De gemeenteraad keurt de agendapunten van de algemene vergadering van Haviland van 22 juni 2022 goed en stelt het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordigers vast.
Artikel 432, derde lid van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB):
De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.
Artikel 56, § 1, eerste lid DLB:
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.
Algemeen:
DLB, deel 3, titel 3 betreffende de intergemeentelijke samenwerking in het bijzonder.
Toetreding:
De gemeente is aangesloten bij Haviland Intercommunale die werd opgericht op 24 maart 1965 bij oprichtingsakte verschenen in de Bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 16 april 1965 onder het nummer 8226 EN verlengd werd op 23 oktober 2019, verschenen in de Bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 21 november 2019 onder het nummer 19151652.
Statuten:
De statuten van Haviland, voor het laatst gewijzigd door de algemene vergadering op 12 december 2018.
Vertegenwoordigers van het gemeentebestuur:
Het besluit van de gemeenteraad van 28 februari 2019 betreffende de aanduiding van de heer Bart LAEREMANS als effectieve gemeentelijke vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van Haviland en de heer Philip ROOSEN als plaatsvervangende vertegenwoordiger.
/
Per e-mail van 25 maart 2022 werd het gemeentebestuur door Haviland opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergadering van woensdag 22 juni 2022 om 18.00 uur in de kantoren van Haviland, Brusselsesteenweg 617 te 1731 Asse-Zellik (M2203 2419).
Agenda van de algemene vergadering van 22 juni 2021:
De toelichtingsnota's zijn als bijlage toegevoegd bij dit besluit.
Mandatering gemeentelijke vertegenwoordiger
Overeenkomstig artikel 432, derde lid, van het decreet over het lokaal bestuur dient de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordigers in de algemene vergadering van opdrachthoudende en dienstverlenende verenigingen te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
De gemeentelijke vertegenwoordiger, aangeduid in het gemeenteraadsbesluit van 28 februari 2019, is de heer Bart LAEREMANS. De plaatsvervanger is de heer Philip ROOSEN.
Aan de gemeenteraad wordt in dit kader voorgesteld om:
kennis te nemen van de e-mail van 25 maart 2021 waarmee Haviland meldt dat op 22 juni 2022 een algemene vergadering zal plaatsvinden, van de te behandelen agendapunten en de toelichtingsnota's;
de te behandelen agendapunten en de toelichtingsnota's goed te keuren;
Stemming
Gaat over tot een eerste stemming inzake de kennisname en goedkeuring van de agendapunten:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Gaat over tot een tweede stemming inzake de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
/
Artikel 1.
Kennis te nemen van de uitnodiging van Haviland van 25 maart 2022 waarbij wordt gemeld dat een algemene vergadering zal plaatsvinden op 22 juni 2022 met de volgende agenda en deze goed te keuren:
Art. 2.
Het mandaat van Bart LAEREMANS als effectieve vertegenwoordiger van de gemeenteraad en Philip ROOSEN als plaatsvervangende vertegenwoordiger vast te stellen voor de algemene vergadering van 22 juni 2022.
Art. 3.
Een afschrift van dit besluit over te maken aan:
De gemeenteraad keurt de agendapunten van de algemene vergadering van IBEG van 28 juni 2022 goed en stelt het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordigers vast.
Artikel 432, derde lid van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB):
De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.
Artikel 41 DLB.
Algemeen:
DLB, deel 3, titel 3 betreffende de intergemeentelijke samenwerking in het bijzonder.
Statuten:
De statuten van IBEG Opdrachthoudende Vereniging, voor het laatst gewijzigd door de algemene vergadering op 22 december 2020.
Vertegenwoordigers van het gemeentebestuur:
Besluiten van de gemeenteraad van 28 maart 2019 en 28 november 2018 betreffende de aanduiding van de heer Yves VERBERCK, mevrouw Elke WOUTERS en mevrouw Brigitte JANSSENS als effectieve gemeentelijke vertegenwoordigers voor de algemene vergadering van Sibelgas en de heer Pierre VAN DEN WYNGAERT, de heer Tom GAUDAEN en mevrouw Isabel GAISBAUER als plaatsvervangende vertegenwoordigers.
/
Per brief van 29 maart 2022, ingekomen op 31 maart 2022, werd het gemeentebestuur door IBEG opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergadering van 28 juni 2022 om 17.30 uur bij “Living Tomorrow, Indringingsweg 1, 1800 Vilvoorde (Aula)”.
Agenda van de algemene vergadering van 28 juni 2022
Verslagen van de Raad van Bestuur en van de Commissaris.
Onderzoek en goedkeuring van de balans en de resultatenrekening van het boekjaar 2021, van de
toelichting, het beheersverslag, de winstverdeling, de boekhoudkundige besluiten en de
waarderingsregels.
Kwijting te geven aan de Bestuurders en aan de Commissaris met betrekking tot het boekjaar 2021.
Vaststelling uitkeringen overeenkomstig art. 6:114 en volgend WVV.
Statutaire ontslagnemingen en benoemingen.
Statutaire mededelingen.
De toelichtingsnota's zijn als bijlage toegevoegd bij dit besluit.
Mandatering gemeentelijke vertegenwoordiger
Overeenkomstig artikel 432, derde lid, van het decreet over het lokaal bestuur dient de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordigers in de algemene vergadering van opdrachthoudende en dienstverlenende verenigingen te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
De gemeentelijke vertegenwoordigers, aangeduid in de gemeenteraadsbesluiten van 28 maart 2019, 28 november 2019 en de zitting van heden, zijn de heer Yves VERBERCK, mevrouw Elke WOUTERS en mevrouw Brigitte JANSSENS als effectieve gemeentelijke vertegenwoordigers en Patricia SEGERS, de heer Tom GAUDAEN en mevrouw Isabel GAISBAUER als plaatsvervangende vertegenwoordigers.
Aan de gemeenteraad wordt in dit kader voorgesteld om:
kennis te nemen van de brief van 29 maart 2022 waarmee IBEG meldt dat op 28 juni 2022 een algemene vergadering zal plaatsvinden en goedkeuring te hechten aan de te behandelen agendapunten en de toelichtingsnota's;
het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordigers in de algemene vergadering van IBEG van 28 juni 2022 vast te stellen.
Stemming
Gaat over tot een eerste stemming inzake de kennisname en goedkeuring van de agendapunten:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Gaat over tot een tweede stemming inzake de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
/
Artikel 1.
Kennis te nemen van de uitnodiging van IBEG van 29 maart 2022 waarbij wordt gemeld dat een algemene vergadering zal plaatsvinden op 28 juni 2022 om 17.30 uur bij “Living Tomorrow, Indringingsweg 1, 1800 Vilvoorde (Aula)”; met de volgende agenda en deze goed te keuren:
Verslagen van de Raad van Bestuur en van de Commissaris.
Onderzoek en goedkeuring van de balans en de resultatenrekening van het boekjaar 2021, van de
toelichting, het beheersverslag, de winstverdeling, de boekhoudkundige besluiten en de
waarderingsregels.
Kwijting te geven aan de Bestuurders en aan de Commissaris met betrekking tot het boekjaar 2021.
Vaststelling uitkeringen overeenkomstig art. 6:114 en volgend WVV.
Statutaire ontslagnemingen en benoemingen.
Statutaire mededelingen.
Art. 2.
Het mandaat van de heer Yves VERBERCK en mevrouw Elke WOUTERS en mevrouw Brigitte JANSSENS als effectieve vertegenwoordiger van de gemeenteraad en van mevrouw Patricia SEGERS, de heer Tom GAUDAEN en Isabel GAISBAUER als plaatsvervangende vertegenwoordiger vast te stellen voor de algemene vergadering van 28 juni 2022.
Art. 3.
Een afschrift van dit besluit te bezorgen aan:
De gemeenteraad keurt de agendapunten van de algemene vergadering van Sibelgas van 28 juni 2022 goed en stelt het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordigers vast.
Artikel 432, derde lid van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB):
De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.
Artikel 41 DLB.
Algemeen:
DLB, deel 3, titel 3 betreffende de intergemeentelijke samenwerking in het bijzonder.
Statuten:
De statuten van Sibelgas Opdrachthoudende Vereniging, voor het laatst gewijzigd door de algemene vergadering op 22 december 2020.
Vertegenwoordigers van het gemeentebestuur:
Besluiten van de gemeenteraad van 28 maart 2019 en 28 november 2018 betreffende de aanduiding van de heer Yves VERBERCK, mevrouw Elke WOUTERS en mevrouw Brigitte Janssens als effectieve gemeentelijke vertegenwoordigers voor de algemene vergadering van Sibelgas en de heer Pierre VAN DEN WYNGAERT, de heer Tom GAUDAEN en mevrouw Isabel GAISBAUER als plaatsvervangende vertegenwoordigers.
/
Per brief van 29 maart 2022, ingekomen op 31 maart 2022, werd het gemeentebestuur door Sibelgas opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergadering van 28 juni 2022 om 18 uur bij “Living Tomorrow, Indringingsweg 1, 1800 Vilvoorde (Aula)”.
Agenda van de algemene vergadering van 28 juni 2022
Verslagen van de Raad van Bestuur en van de Commissaris.
Onderzoek en goedkeuring van de balans en de resultatenrekening van het boekjaar 2021, van de
toelichting, het beheersverslag, de winstverdeling, de boekhoudkundige besluiten en de
waarderingsregels.
Kwijting te geven aan de Bestuurders en aan de Commissaris met betrekking tot het boekjaar 2021.
Vaststelling uitkeringen overeenkomstig art. 6:114 en volgend WVV.
Statutaire ontslagnemingen en benoemingen.
Statutaire mededelingen.
De toelichtingsnota's zijn als bijlage toegevoegd bij dit besluit.
Mandatering gemeentelijke vertegenwoordiger
Overeenkomstig artikel 432, derde lid, van het decreet over het lokaal bestuur dient de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordigers in de algemene vergadering van opdrachthoudende en dienstverlenende verenigingen te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
De gemeentelijke vertegenwoordigers, aangeduid in de gemeenteraadsbesluiten van 28 maart 2019, 28 november 2019 en de zitting van heden, zijn de heer Yves VERBERCK, mevrouw Elke WOUTERS en mevrouw Brigitte Janssens als effectieve gemeentelijke vertegenwoordigers en mevrouw Patricia SEGERS, de heer Tom GAUDAEN en mevrouw Isabel GAISBAUER als plaatsvervangende vertegenwoordigers.
Aan de gemeenteraad wordt in dit kader voorgesteld om:
kennis te nemen van de brief van 29 maart 2022 waarmee Sibelgas meldt dat op 28 juni 2022 een algemene vergadering zal plaatsvinden en goedkeuring te hechten aan de te behandelen agendapunten en de toelichtingsnota's;
het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordigers in de algemene vergadering van Sibelgas van 28 juni 2022 vast te stellen.
Stemming
Gaat over tot een eerste stemming inzake de kennisname en goedkeuring van de agendapunten:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Gaat over tot een tweede stemming inzake de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
/
Artikel 1.
Kennis te nemen van de uitnodiging van Sibelgas van 29 maart 2022 waarbij wordt gemeld dat een algemene vergadering zal plaatsvinden op 28 juni 2022 om 18 uur bij “Living Tomorrow, Indringingsweg 1, 1800 Vilvoorde (Aula)”; met de volgende agenda en deze goed te keuren:
Verslagen van de Raad van Bestuur en van de Commissaris.
Onderzoek en goedkeuring van de balans en de resultatenrekening van het boekjaar 2021, van de
toelichting, het beheersverslag, de winstverdeling, de boekhoudkundige besluiten en de
waarderingsregels.
Kwijting te geven aan de Bestuurders en aan de Commissaris met betrekking tot het boekjaar 2021.
Vaststelling uitkeringen overeenkomstig art. 6:114 en volgend WVV.
Statutaire ontslagnemingen en benoemingen.
Statutaire mededelingen.
Art. 2.
Het mandaat van de heer Yves VERBERCK en mevrouw Elke WOUTERS en mevrouw Brigitte JANSSENS als effectieve vertegenwoordiger van de gemeenteraad en van mevrouw Patricia SEGERS, de heer Tom GAUDAEN en Isabel GAISBAUER als plaatsvervangende vertegenwoordiger vast te stellen voor de algemene vergadering van 28 juni 2022.
Art. 3.
Een afschrift van dit besluit te bezorgen aan:
De gemeenteraad neemt kennis van de e-mail van 31 maart 2022 van de coördinator van het Regionaal Landschap Brabantse Kouters vzw alsook van:
De gemeenteraad neemt tot slot kennis van het voorstel om kwijting te geven aan de bestuurders van de projectvereniging Brabantse Kouters Oost/West voor de bestuursdaden gesteld in het jaar 2021 en keurt dit voorstel goed.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (DLB):
§ 1. De projectvereniging beschikt uitsluitend over een raad van bestuur.
Alleen natuurlijke personen kunnen lid zijn van de raad van bestuur.
De deelnemers benoemen de leden van de raad van bestuur rechtstreeks. Elke deelnemer heeft slechts één afgevaardigde in de raad van bestuur, naast de afgevaardigde met raadgevende stem, vermeld in paragraaf 3.
Voor de gemeenten kunnen uitsluitend gemeenteraadsleden, burgemeesters of schepenen het mandaat als lid van de raad van bestuur vervullen.
Het voorzitterschap van de raad van bestuur wordt altijd toevertrouwd aan een bestuurder die een gemeente aangewezen heeft.
§ 2. De raad van bestuur, waarin alle deelnemende gemeenten vertegenwoordigd zijn en waarin iedere bestuurder beschikt over één stem, heeft uitsluitend de bevoegdheid om beslissingen te nemen die hem expliciet door de deelnemers zijn opgedragen. De raad van bestuur is in elk geval bevoegd voor het personeelsbeleid. De raad van bestuur kan het dagelijks personeelsbeheer, de bevoegdheid voor het aanstellen en het ontslaan van het personeel, alsook de sanctie- en tuchtbevoegdheid ten aanzien van het personeel toevertrouwen aan het personeelslid dat aan het hoofd staat van het personeel van de projectvereniging.
§ 3. Iedere gemeente wijst een afgevaardigde aan die deelneemt aan de vergaderingen van de raad van bestuur als lid met raadgevende stem. Die afgevaardigden zijn altijd raadsleden in de betrokken gemeenten, verkozen op een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen.
§ 4. De werkingsmodaliteiten van de raad van bestuur worden vastgesteld in een bij de statuten gevoegd huishoudelijk reglement dat gewijzigd kan worden bij eenvoudige beslissing van de raad van bestuur. De afgevaardigden, vermeld in paragraaf 3, tellen niet mee voor de berekening van een eventueel aanwezigheidsquorum.
§ 5. De controle op de financiële toestand wordt toevertrouwd aan een accountant die benoemd is door de raad van bestuur.
De raad van bestuur stelt de jaarrekeningen vast en legt ze, samen met een activiteitenverslag en het verslag van de accountant, voor aan de deelnemers die hun goedkeuring verlenen overeenkomstig de procedure bepaald in de statuten.
§ 6. Elke projectvereniging rapporteert aan de Vlaamse Regering over haar werking. De Vlaamse Regering bepaalt de inhoud, de periodiciteit en de wijze van rapportering. De rapportering heeft niet tot gevolg dat een termijn om toezicht uit te oefenen als vermeld in hoofdstuk 4 van deze titel een aanvang neemt.
Algemeen:
Context:
Gezien de meerwaarde van een intergemeentelijke samenwerking rond bouwkundig erfgoed, landschappelijk erfgoed en archeologie en de complementariteit met de werking van Regionaal Landschap Brabantse Kouters vzw (RLBK) heeft RLBK in 2019 het initiatief genomen om samen gemeenten in de Brabantse Kouters de oprichting van Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddiensten voor te bereiden.
Dit leidde tot de oprichting van twee projectverenigingen ter bevordering van de intergemeentelijke samenwerking rond onroerend erfgoed in de Brabantse Kouters: Brabantse Kouters Oost (gemeenten Kraainem, Machelen, Steenokkerzeel, Wezembeek-Oppem, Zaventem en Zemst en de stad Vilvoorde) en Brabantse Kouters West (gemeenten Asse, Grimbergen, Meise, Merchtem en Wemmel).
De gemeente Grimbergen stemde in met de oprichting van en toetreding tot de projectvereniging Brabantse Kouters Oost/West tijdens de zitting van de gemeenteraad van 24 oktober 019. Tijdens dezelfde zitting werd ook de opmaak van een aanvraagdossier voor erkenning als Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst (IOED) bij de Vlaamse Overheid goedgekeurd.
De beide projectverenigingen (Brabantse Kouters Oost en Brabantse Kouters West) sloten een samenwerkingsovereenkomst af met Regionaal Landschap Brabantse Kouters vzw (RLBK) voor de uitvoering van de erfgoedwerking door RLBK.
Een erkenning als IOED (en bijhorende Vlaamse financiering) werd tijdens de eerste aanvraagronde in 2020 nog niet verleend door de Vlaamse Overheid, maar op de vergadering van 16 november 2020 beslisten de raden van bestuur van beide projectverenigingen om:
- Herinventarisatie en valorisatie van bouwkundige erfgoed op de Vlaamse Inventaris.
- De opmaak van een nieuw aanvraagdossier voor de erkenning als IOED in 2022.
- Ondersteuning gemeenten i.k.v. funerair erfgoed.
- Onderzoeken mogelijkheden tot samenwerken bij publiekswerking (bv. Open Monumentendag).
Specifiek:
/
Per e-mail van 31 maart 2022 bezorgt de coördinator van het Regionaal Landschap Brabantse Kouters vzw onderstaand bericht (M2203 2999):
Aan de leden-gemeenten van de projectvereniging Brabantse Kouters West
cc. bestuurders (effectief en adviserend) en hun plaatsvervangers
Vilvoorde 31/03/2022
Geachte,
Sinds midden 2021 hebben de gemeenten van de projectvereniging Brabantse Kouters West (Asse, Grimbergen, Meise, Merchtem en Wemmel) samen met de intergemeentelijke samenwerking o.v.v. projectvereniging Brabantse Kouters Oost (stad Vilvoorde en gemeenten Kraainem, Machelen, Steenokkerzeel, Wezembeek-Oppem, Zaventem en Zemst) een gezamenlijke erfgoedwerking opgestart. Een medewerker op de loonrol bij RLBK vzw (Sebastiaan Goovaerts, cc) zorgt hierbij voor de inhoudelijke invulling.
Conform het decreet op het lokaal Bestuur wordt de jaarrekening van de projectvereniging door de Raad van Bestuur besproken en voorlopig goedgekeurd. Dit gebeurde op de vergadering van 08/03/2022. Het verslag hiervan werd reeds aan alle bestuurders verzonden. Conform ditzelfde decreet dient elke projectvereniging jaarlijks deze jaarrekening vervolgens formeel te laten goedkeuren door de gemeenteraden van de aangesloten gemeenten.
De statuten van projectvereniging Brabantse Kouters West bepalen daarnaast bijkomend dat de planning en begroting (zoals beide voorgelegd en goedgekeurd op de vergadering van de Raad van Bestuur van 01/12/2021) en het jaarverslag (zoals voorgelegd en goedgekeurd op de vergadering van de Raad van Bestuur van 08/03/2022) ook goedgekeurd dienen te worden door de gemeenteraad.
Bij deze vragen wij aan de gemeente dan ook om jaarrekening 2021, activiteitenverslag 2021, planning 2022 en begroting 2022 ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad. We vragen ook om de vraag en om kwijting te verlenen aan de bestuurders voor te leggen. Wij hebben hiervoor reeds een voorstel van gemeenteraadsbeslissing voorbereid (zie word.doc in bijlage) waarbij in principe slechts beperkt aanpassingen nodig zijn om dit vlot te kunnen agenderen en beslissen. Kan u ons nadien een uittreksel van deze gemeenteraadsbeslissing bezorgen? Uiteraard staan wij intussen ter beschikking indien er hierrond toch nog verdere vragen zouden zijn.
Beschikbare stukken (zie ook bijlagen bij deze email):
- Activiteitenverslag 2021 van de gezamenlijke werking van de projectverenigingen Brabantse Kouters Oost en Brabantse Kouters West
- Jaarrekening 2021 en verslag accountant van de projectvereniging West
- Globaal financieel overzicht voor het werkjaar 2021 van de projectverengingen Brabantse Kouters Oost en West
- Planning 2022 voor de gezamenlijke werking van de projectverenigingen Brabantse Kouters Oost en Brabantse Kouters West
- Begroting 2022 voor de gezamenlijke werking van de projectverenigingen Brabantse Kouters Oost en Brabantse Kouters West
Hopend op een verdere goede samenwerking in 2022,
Karlijne Van Bree, Voorzitter projectverenging Brabantse Kouters West
Sebastiaan Goovaerts, medewerker projectverenigingen Brabantse Kouters Oost en West
Patrick Endels, coördinator Regionaal Landschap Brabantse Kouters vzw
–
Patrick Endels
COÖRDINATOR
Regionaal Landschap Brabantse Kouters vzw
Houtemsesteenweg 23 – 1800 Vilvoorde
02 253 43 04 – 0496 50 03 01
www.brabantsekouters.be
Conform het decreet op het lokaal Bestuur wordt de jaarrekening van de projectvereniging door de Raad van Bestuur besproken en voorlopig goedgekeurd. Dit gebeurde op de vergadering van 8 maart 2022.
Conform ditzelfde decreet dient elke projectvereniging jaarlijks deze jaarrekening vervolgens formeel te laten goedkeuren door de gemeenteraden van de aangesloten gemeenten.
De statuten van projectvereniging Brabantse Kouters Oost/West bepalen daarnaast bijkomend dat de planning en begroting (zoals beide voorgelegd en goedgekeurd op de vergadering van de Raad van Bestuur van 1 december 2021 en het jaarverslag (zoals voorgelegd en goedgekeurd op de vergadering van de Raad van Bestuur van 8 maart 2022) ook goedgekeurd dienen te worden door de gemeenteraad.
Onderstaande stukken werden als bijlagen bij dit besluit gevoegd:
Het schepencollege nam hiervan kennis in zitting van 4 april 2022.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om hiervan kennis te nemen en om:
goed te keuren.
Dit besluit houdt geen bijkomend financieel engagement in van de gemeente.
De meerjarige financiële verbintenis vanuit de gemeente zoals beschreven in artikel 20 van de statuten werd reeds goedgekeurd op de vergadering van de gemeenteraad van 25 februari 2021.
De gemeentebesturen cofinancieren de projectvereniging via een jaarlijkse subsidie die bestaat uit een vast basisbedrag van 2.500 euro en een variabele bijdrage op basis van het aantal inwoners. Elk gemeentebestuur betaalt voor de variabele bijdrage 0,11 euro per inwoner.
Het bevolkingscijfer wordt vastgesteld aan de hand van de jongste gepubliceerde officiële statistieken van de overheid. Het volledige subsidiebedrag wordt jaarlijks aangepast volgens de gezondheidsindex met als referentie de index op het moment van oprichting van de projectvereniging. De bijdragen worden jaarlijks aangepast op basis van de bevolkingscijfers volgens Statbel en geïndexeerd volgens de gezondheidsindex. De referentie voor indexering is de oprichtingsdatum van de IOED (gepland op 18 december 2019).
Artikel 1.
Kennis te nemen van de e-mail van 31 maart 2022 van de coördinator van het Regionaal Landschap Brabantse Kouters vzw.
Art. 2.
Kennis te nemen van het gezamenlijke activiteitenverslag van de projectverenigingen Brabantse Kouters Oost en West, toegevoegd als bijlage bij dit besluit, en dit goed te keuren.
Art. 3.
Kennis te nemen van de jaarrekening van de projectvereniging Brabantse Kouters Oost/West, toegevoegd als bijlage bij dit besluit, en dit goed te keuren.
Art. 4.
Kennis te nemen van de gezamenlijke begroting van de projectverenigingen Brabantse Kouters Oost en West, toegevoegd als bijlage bij dit besluit, en dit goed te keuren.
Art. 5.
Kennis te nemen van de gezamenlijke planning van de projectverenigingen Brabantse Kouters Oost en West, toegevoegd als bijlage bij dit besluit, en dit goed te keuren.
Art. 6.
Kennis te nemen van het voorstel om kwijting te geven aan de bestuurders van de projectvereniging Brabantse Kouters Oost/West voor de bestuursdaden gesteld in het jaar 2021 en dit goed te keuren.
De gemeenteraad neemt kennis van en gaat akkoord met:
MIPS of UNI: MIPS
De gemeenteraad neemt kennis van de verklaring inzake beleggingsbeginselen (SIP) (algemeen luik en luik VVSG) en de statuten.
De gemeenteraad gaat akkoord:
om met ingang van 1 januari 2022 toe te treden tot OFP Prolocus (Afzonderlijk vermogen VVSG), en hiertoe onverwijld na de raadszittingen een verzoek tot aanvaarding als lid van de Algemene Vergadering te richten tot OFP Prolocus en;
met de pensioentoezegging bedraagt 3% van het pensioengevend loon.
De gemeenteraad voorziet geen aanvullende of inhaaltoezegging.
De gemeenteraad stemt in met het feit dat de door het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP Prolocus zullen worden geïnd door de RSZ in naam en voor rekening van OFP Prolocus.
Het gemeentebestuur Grimbergen vormt samen met OCMW Grimbergen een zogenaamde MIPS-groep.
De gemeenteraad vaardigt schepen William DE BOECK af voor de gemeente Grimbergen als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP Prolocus en neemt kennis dat hij tevens wordt voorgesteld als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP Prolocus voor het OCMW Grimbergen.
De gemeenteraad machtigt tot slot de voorzitter van de gemeenteraad en de algemene directeur, of hun vervangers, om de noodzakelijke vervolgstappen te nemen voor de uitvoering van voormelde beslissingen.
Artikels 40 en 41 van het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
Algemeen
Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid.
Wet van 24 oktober 2011 tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen.
Wet 30 maart 2018 met betrekking tot het niet in aanmerking nemen van diensten gepresteerd als niet-vastbenoemd personeelslid voor een pensioen van de overheidssector, tot wijziging van de individuele responsabilisering van de provinciale en lokale overheden binnen het Gesolidariseerde pensioenfonds, tot aanpassing van de reglementering inzake aanvullende pensioenen, tot wijziging van de modaliteiten van de financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen en tot bijkomende financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen.
Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden en haar personeel, en latere wijzigingen.
DLB.
Besluit (VR) 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Besluit (VR) 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Rechtspositieregeling gemeente en OCMW, vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn van 17 december 2020 en later gewijzigd (hierna: RPR gemeente / OCMW).
In verband met de syndicale overlegcomités
Specifiek
Gemeente
Besluit van de gemeenteraad van 25 maart 2010 - Invoeren vanaf 1 januari 2010 van een tweede pensioenpijler voor de contractuele personeelsleden.
Besluit van de gemeenteraad van 24 september 2020 - Tweede pensioenpijler voor contractueel personeel - Verhoging bijdragevoet - Goedkeuring.
OCMW
Verderzetting na opzegging groepsverzekering Ethias NV en Belfius Insurance NV
Aangetekende brief van 23 juni 2021 vanwege Ethias NV / Belfius Insurance NV - Opzegging groepsverzekeringsreglement (BIJLAGE 01).
Toelichting VVSG (BIJLAGEN 02-06):
Webinar 8 juli 2021
Webinar 13 oktober 2021
E-mail van 2 december 2021
Webinar 21 december 2021
Webinar 23 februari 2022
https://www.vvsg.be/kennisitem/vvsg/tweede-pensioenpijler
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2021 - Tweede pensioenpijler contractuele personeelsleden gemeente en OCMW - Aangetekende brief van Ethias NV en Belfius Insurance NV van 23 juni 2021 tot opzegging overeenkomst "Groepsverzekeringsreglement nr. 7816" - Kennisname. (DOSSIERSTUK 01)
Besluit van het college van burgemeester en schepenen / vast bureau van 2 december 2021 - Tweede pensioenpijler contractuele personeelsleden gemeente en OCMW - Verderzetting na opzegging groepsverzekering Ethias NV en Belfius Insurance NV - Kennisname. (DOSSIERSTUK 02)
Besluit van het college van burgemeester en schepenen / vast bureau van 28 februari 2022 - Tweede pensioenpijler contractuele personeelsleden gemeente en OCMW - Verderzetting na opzegging groepsverzekering Ethias NV en Belfius Insurance NV - Kennisname. (DOSSIERSTUK 03)
Sectoraal akkoord 19/11/2008 - Invoering tweede pensioenpijler
In uitvoering van het sectoraal akkoord van 19 november 2008 (voor de periode 2008-2013) werd een tweede pensioenpijler ingevoerd voor de contractuele personeelsleden in de lokale sector.
Dit akkoord beval de besturen aan om dit pensioenreglement in te voeren met ingang vanaf 1 januari 2010, om de pensioentoelage vast te leggen op minstens 1% werkgeversbijdrage op het pensioengerechtigde jaarloon en om te beslissen om al dan niet een inhaaltoelage voor de reeds geheel of gedeeltelijk gepresteerde diensttijd te storten.
Gemeenteraadsbeslissing van 25 maart 2010
In uitvoering van bovenvermeld sectoraal akkoord besliste de gemeenteraad op 25 maart 2010 om:
Besluit van de raad maatschappelijk welzijn 13 april 2010
In uitvoering van bovenvermeld sectoraal akkoord besliste de raad voor maatschappelijk welzijn op 13 april 2010 om:
Sectoraal akkoord van 8 april 2020 - Verhoging minimale bijdragevoet tweede pensioenpijler
De kern van het sectoraal akkoord is een koopkrachtverhoging van globaal 1,1% vanaf 1 januari 2020 voor het personeel.
Deze koopkrachtverhoging diende als volgt gerealiseerd te worden:
Recurrente verhoging maaltijdcheques
Recurrente koopkrachtverhoging
Verhoging minimale bijdragevoet tweede pensioenpijler contractuele personeelsleden
Gemeenteraadsbeslissing 24 september 2020
In uitvoering van bovenvermeld sectoraal akkoord besliste de gemeenteraad op 24 september 2020 om:
De pensioentoelage vast te stellen op:
2,5% van het pensioengevend jaarloon vanaf 1 oktober 2020;
3% van het pensioengevend jaarloon vanaf 1 januari 2021.
Een inhaaltoelage voorzien voor de contractuele prestaties geleverd in de periode vanaf 1 januari 2020 tot en met 1 oktober 2020.
Besluit van de raad maatschappelijk welzijn 24 september 2020
In uitvoering van bovenvermeld sectoraal akkoord besliste de raad voor maatschappelijk welzijn op 24 september 2020 om:
Een aanvullend pensioenstelsel in te voeren voor de contractuele personeelsleden van het woonzorgcentrum Ter Biest vanaf 1 januari 2020.
Via een inhaaltoelage wordt de diensttijd gevaloriseerd die al gepresteerd werd en waarvoor het contractueel personeel van het woonzorgcentrum een pensioengerechtigd jaarloon ontvangen heeft. De periode die voor de inhaaltoelage in aanmerking wordt genomen, loopt vanaf de datum van aanwerving als contractant bij het bestuur, maar is maximaal beperkt tot 1 januari 2020. Deze inhaaltoelage bestaat uit een eenmalige koopsom gelijk aan het toelagepercentage op het pensioengevend jaarloon (2,5%) vermenigvuldigd met het aantal maanden in aanmerking genomen gepresteerde diensttijd, gedeeld door 12.
De pensioentoelage (voor al het contractueel personeel van het OCMW, behoudens de personeelsleden die aangeworven zijn via tijdelijke werkgelegenheidsmaatregelen) vast te stellen op:
2,5% van het pensioengevend jaarloon vanaf 1 oktober 2020;
3% van het pensioengevend jaarloon vanaf 1 januari 2021.
Een inhaaltoelage te voorzien voor de contractuele prestaties geleverd in de periode vanaf 1 januari 2020 tot en met 1 oktober 2020.
Visum 014/2022, zoals opgemaakt door de financieel directeur op 20 april 2022, werd toegevoegd als bijlage.
Gunstig visum 014/2022 van Jan PLETINCKX van 20 april 2022
Tot eind 2021 waren ca. 600 Vlaamse lokale besturen voor hun tweede pensioenpijler aangesloten bij het initiatief van de VVSG en de toenmalige RSZPPO: een groepsverzekering aangehouden bij Belfius Insurance en Ethias.
Op 23 juni 2021 meldden Belfius Insurance en Ethias dat zij de overeenkomst voor de groepsverzekering tweede pensioenpijler voor de contractuele personeelsleden wensen op te zeggen tegen 1 januari 2022.
Redenen:
Door de nu al vele jaren aanhoudende extreem lage stand van de marktrente, zijn de voorwaarden zoals die bepaald waren in de overheidsopdracht 'Opdracht voor het administratief en financieel beheer van een groepsverzekering van de tweede pijler voor de contractuele personeelsleden van de toegetreden lokale besturen' niet meer houdbaar. Er is immers een structureel economisch onevenwicht ontstaan tussen de wederzijdse rechten en verplichtingen van de partijen.
Bovendien hebben we in de Nederlandstalige kamer van het Toezichtscomite mogen vernemen dat de huidige aanvullende pensioenregeling die meer dan 10 jaar geleden is opgezet en die Ethias en Belfius Insurance uitvoeren, op fundamentele punten niet meer voldoet aan de verwachtingen die bepaalde inrichters en aangeslotenen hebben met betrekking tot een hedendaagse aanvullende pensioenregeling.
Door een samenwerking tussen VVSG en OFP Provant werd een nieuwe aanbod uitgewerkt voor de tweede pensioenpijler voor de contractanten van de Vlaamse lokale besturen, en dit via een pensioenfonds.
OFP Provant wijzigde hiervoor de statuten en ook haar naam naar OFP Prolocus.
Er moet dan geen overheidsopdracht gebeuren. Het bestuur kan toetreden tot OFP Prolocus en een vertegenwoordiger in de algemene vergadering voordragen.
Documenten met toelichting van VVSG: zie bijlagen 02-06.
Al in 2020, dus ruim voor de opzegging door de verzekeraars, begon de VVSG met het onderzoeken van mogelijke nieuwe pistes voor de aanvullende pensioenen.
Er was sowieso de dreigende stopzetting van de groepsverzekering door de aanhoudend lage marktrente (wat intussen ook is gebeurd).
Anderzijds waren andere aanbieders van aanvullende pensioenen in de publieke sector op zoek naar schaal, enz.
Sinds 2010 is er bovendien enorm veel veranderd:
Daarom gaf de VVSG in 2020 aan Everaert Actuaries de opdracht om voorstellen te formuleren voor een aanpassing van de aanvullende pensioenen, met drie randvoorwaarden: de oplossing moest billijk zijn voor de medewerkers, betaalbaar en voorspelbaar voor de besturen en beschikbaar op de markt.
Op basis van de conclusies van de studie voerde de VVSG verkennende gesprekken met diverse betrokken spelers. Dat leidde in september 2021 tot een akkoord met OFP Provant (intussen OFP Prolocus) om tegen 2022 een nieuw aanbod voor aanvullende pensioenen door lokale besturen klaar te hebben.
Daarnaast werd ook een intentieverklaring afgesloten tussen OFP Vlaams Pensioenfonds, OFP Provant en de VVSG waarin de drie zich engageren om de komende jaren te werken aan meer samenwerking (tot mogelijk zelfs een samensmelting) rond aanvullende pensioenen binnen de publieke sector in Vlaanderen.
Om te voorzien in een aanvullend pensioen voor werknemers moet een werkgever een beroep doen op een pensioeninstelling. Werkgevers mogen het aanvullend pensioen immers niet zelf organiseren, dit moet worden ‘geëxternaliseerd’.
Er bestaan twee soorten pensioeninstellingen.
De eerste mogelijkheid is om bij een verzekeraar een groepsverzekering af te sluiten. In ruil voor het betalen van bijdragen staat die verzekeraar dan in voor alle verplichtingen waartoe de werkgever zich heeft verbonden. Een groepsverzekering is dus een verzekeringsproduct, aangeboden door een verzekeraar. Tot eind 2021 hebben de meeste Vlaamse lokale besturen een groepsverzekering bij Belfius Insurance of Ethias.
Een tweede mogelijkheid is dat de werkgever toetreedt tot een pensioenfonds (of instelling voor bedrijfspensioenvoorziening, IBP, met als verplichte rechtsvorm het Organisme voor de Financiering van Pensioenen, OFP). Dit is een specifieke rechtspersoon die uitsluitend belast is met de financiering van pensioenen. OFP Prolocus en OFP Vlaams Pensioenfonds zijn hiervan voorbeelden.
Beide systemen hebben voor- en nadelen.
Door een beroep te doen op een groepsverzekering wordt de werkgever ‘ontzorgd’, want de verzekeraar neemt, uiteraard tegen een vergoeding voor de kosten (maar met ook de mogelijkheid van een winstdeelname), alle verplichtingen op zich.
Een pensioenfonds wordt via de algemene vergadering en raad van bestuur geleid door de aangesloten werkgevers zelf, maar moet alles wel zelf (laten) organiseren. Dat betekent ook dat alle opbrengsten en kosten binnen het pensioenfonds blijven. Qua beleggingen is een pensioenfonds een stuk vrijer dan een verzekeraar voor een groepsverzekering, maar beide types pensioeninstellingen moeten er natuurlijk wel voor zorgen dat alle financiële engagementen worden nagekomen. Dat wordt ook gecontroleerd, door de FSMA en voor verzekeraars ook door de Nationale Bank van België.
Door de keuze voor een pensioenfonds wil de VVSG op termijn komen tot één publieke speler voor aanvullende pensioenen in Vlaanderen. Bovendien is het potentiële aantal besturen-werkgevers (ca. dan 650) en contractanten (meer dan 75.000) groot genoeg om een kostenefficiënt systeem uit te bouwen.
Toetreden tot een groepsverzekering kan alleen na toepassing van de wetgeving overheidsopdrachten, omdat het bestuur een dienst inkoopt tegen een (kosten)vergoeding. De groepsverzekering bij Belfius Insurance en Ethias kwam in 2010 tot stand na een overheidsopdracht door de toenmalige RSZPPO op initiatief van de VVSG.
Om toe te treden tot een pensioenfonds dat zelf de wetgeving op de overheidsopdrachten respecteert, is geen overheidsopdracht vereist. Het bestuur wordt door de toetreding immers lid van de algemene vergadering en kan mogelijk ook een bestuurder afvaardigen. Dat betekent dat besturen impact uitoefen op het beleid van het pensioenfonds, en dan speelt de zogenaamde ‘in house doctrine’. Dit systeem is vergelijkbaar met wat geldt als een gemeente een beroep doet op de intercommunale waartoe ze zelf behoort. Ook dan speelt de wetgeving overheidsopdrachten niet.
OFP Prolocus is sinds de statutenwijziging van 17 december 2021 de nieuwe naam voor OFP Provant. Het is een pensioenfonds (dus een aparte juridische entiteit), dat in 2009 werd opgericht door het provinciebestuur van Antwerpen. Het biedt een aanvullend pensioen aan voor de contractanten van de verschillende provinciale instellingen zelf. Tot voor de statutenwijziging had OFP Provant daarnaast alleen een aanbod voor lokale besturen in de provincie Antwerpen, een honderdtal besturen, goed voor ca. 9000 contractanten. OFP Prolocus daarentegen staat open voor alle lokale en provinciale besturen in Vlaanderen.
OFP Prolocus past voor het 'Provantgedeelte' als pensioenplan een 'vasteprestatieplan' toe (zie verder op deze pagina), met een uitkering in rente. Het had eind 2020 ca. 120 miljoen euro aan activa in portefeuille, bij een jaarlijkse inlage die richting de 10 miljoen euro gaat. De financiële activa zijn een stuk ruimer dan de pensioenverplichtingen die op OFP Prolocus voor het Provantgedeelte rusten. Het fonds haalde de voorbije jaren een gemiddeld rendement van ruim 6%, maar rendementen uit het verleden bieden uiteraard geen enkele garantie voor de toekomst.
Alle aangesloten lokale besturen hebben een vertegenwoordiger in de algemene vergadering, een deel daarvan is ook aanwezig in de raad van bestuur. Gedeputeerde Jan De Haes is voorzitter van OFP Prolocus.
De statutenwijziging van 17 december 2021 betekent ook dat in de raad van bestuur plaats wordt gemaakt voor vertegenwoordigers voor lokale besturen die vanaf 2022 toetreden, naast de drie gemeenten en twee intercommunales die er nu al in vertegenwoordigd zijn. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2024 komt er dan een meer definitieve samenstelling van een (vanaf dan kleinere) raad van bestuur. Voorts bepalen de statuten dat de opgebouwde reserves door de 'Provantbesturen' en die van de nieuw toetredende 'VVSG-besturen' in afzonderlijke, volledig gescheiden vermogens worden bijgehouden, met een aparte boekhouding. De reden hiervoor zijn de uiteenlopende pensioenplannen en de daaruit voortvloeiende verplichtingen.
Het belangrijkste voordeel van de geplande nieuwe tweede pensioenpijler is de ontzorging die de VVSG aanbiedt. Op tal van punten die werkgevers anders zelf moeten regelen, zal de VVSG voorbereidend werk leveren. Zo wordt er met de vakorganisaties gewerkt aan een kaderreglement, met daarin de belangrijkste kenmerken van de nieuwe pensioentoezegging. Dat reglement zal gelden voor alle besturen die toetreden, zodat ze over die elementen niet meer nog eens zelf met de vakorganisaties moeten onderhandelen. OFP Prolocus zal verder op vraag van de VVSG voor de nieuw toegetreden besturen het systeem van de vroegere groepsverzekering waarbij de bijdragen geïnd worden via de RSZ-aangifte behouden. Daarvoor komt er een overeenkomst met o.a. de RSZ. Ook dat is een faciliteit die besturen (of hun pensioeninstelling) zelf niet meer moeten regelen.
Voorts zijn er de contacten met de toezichtsautoriteit FSMA, waardoor van meet af aan zeker is dat de aanvullende pensioenen volledig volgens de (steeds strengere) regels worden georganiseerd. Door toe te treden vermijden de besturen natuurlijk ook een toch wel complexe overheidsopdracht, op een domein waarover lokaal vaak relatief weinig expertise voorhanden is.
Het belangrijkste voordeel ligt echter in de kostenefficiëntie. Pensioeninstellingen zijn aan zware eisen en dus vaste kosten onderworpen qua beheer, financieel beleid, transparantie, dienstverlening, enz. Door veel besturen met hun contractanten te verzamelen in één entiteit, ontstaan er positieve schaaleffecten, en dus lagere kosten per werkgever en per aangeslotene.
Voorts zijn er natuurlijk de voordelen (zie hoger) van de keuze voor een pensioenfonds: de structurele betrokkenheid van de aangesloten besturen, de transparantie en het hogere potentiële rendement door de grote vrijheid qua beleggingen.
Een werknemer voor wie een aanvullend pensioen wordt opgebouwd, heeft op het moment van de pensionering de zekerheid van een bepaald minimumrendement, de zogenaamde ‘WAP-garantie’. Vandaag bedraagt die 1,75% per jaar voor een actieve aangeslotene voor de diensten gepresteerd sinds 2016, en 0% voor iemand die het bestuur heeft verlaten en zijn verworven reserves heeft laten staan.
Als de beleggingen van de pensioeninstelling (pensioenfonds of verzekeraar) dat rendement niet halen (bv. wegens slechte prestaties op de financiële markten), dan kan een werkgever aangesproken worden om het verschil bij te passen, want hij heeft zich geëngageerd tegenover zijn medewerker. In de aflopende groepsverzekering bij Belfius Insurance en Ethias was dat verplichte minimumrendement afgedekt door de verzekeraars zelf. Zij pasten het noodzakelijke verschil desgevallend bij en konden de werkgevers-besturen hiervoor niet aanspreken. Hier ligt meteen ook de belangrijkste reden waarom de overeenkomst werd opgezegd, want de verzekeraars moesten de voorbije jaren telkens veel geld toevoegen om aan de verplichtingen te voldoen. Vandaag wil of kan geen enkele aanbieder (pensioenfonds of verzekeraar) nog werken met een dergelijk (hoog) gegarandeerd rendement.
Op dat vlak gaan de besturen er dus op achteruit in vergelijking met de opgezegde groepsverzekering, welke keuze ze vandaag ook maken (toetreden tot OFP Prolocus, nieuwe groepsverzekering, ...).
Het is wel de bedoeling dat de hierboven aangehaalde voordelen, gekoppeld aan een financieel beleid dat de kans op extra tussenkomsten van de werkgevers klein houdt, opwegen tegen dit nadeel.
Een ander nadeel heeft te maken met de keuze voor een pensioenfonds met, zoals gezegd, de verantwoordelijkheid om zelf (lees: als groep lokale besturen) in te staan voor de werking, zonder ontzorging door een verzekeraar.
Een pensioenplan is de manier waarop de belofte van de werkgever aan de werknemer om te voorzien in een aanvullend pensioen, concreet vorm krijgt. In elk plan is het zo dat de werkgever verantwoordelijk blijft voor de aan de werknemer gedane pensioenbelofte. De werkgever mag een pensioenplan niet zelf uitvoeren maar is verplicht om dit toe te vertrouwen aan een aparte juridische entiteit: een pensioeninstelling (verzekeraar of pensioenfonds). De werkgever zal de pensioenbelofte aan de werknemer financieren door betalingen te doen aan deze pensioeninstelling. Deze laatste belegt deze middelen zo goed mogelijk en zorgt ook voor de administratieve opvolging.
Blijken de financiële middelen die de pensioeninstelling op de pensioendatum heeft te laag om in de belofte of het wettelijke minimum te voorzien, dan zal de pensioeninstelling de werkgever aanspreken om het verschil bij te passen.
Het wettelijke minimum bestaat erin dat een actieve aangeslotene in een DC- en CB-plan (zie verder) ten minste recht heeft op een kapitalisatie tegen de zogenaamde 'WAP-garantie', een rendement bepaald door de wet aanvullende pensioenen (WAP). Die WAP-rente bedraagt vandaag 1,75% per jaar voor een actieve aangeslotene voor de diensten gepresteerd sinds 2016. Bijzonder aan de aflopende groepsverzekering bij Belfius Insurance en Ethias is dat de verzekeraars zelf het risico afdekten van een onvoldoende financiering t.o.v. het wettelijk minimum: de werkgevers konden hiervoor dus niet worden aangesproken. Mede door de lage marktrente bestaan dergelijke garanties vandaag niet meer. Deze garantie was ook de hoofdreden waarom de verzekeraars de overeenkomst hebben opgezegd.
Er bestaan verschillende soorten pensioenplannen:
Een pensioenfonds heeft over het algemeen ruimere beleggingsmogelijkheden dan een groepsverzekeraar. Bovendien kunnen de aangesloten besturen-werkgevers ook meer wegen op de keuzes op het vlak van beleggingen van de reserves, uiteraard binnen de financiële en prudentiële vereisten van de toezichthouder, de FSMA.
Verder zullen de reserves van de besturen die vandaag bij OFP Provant zijn aangesloten binnen OFP Prolocus in een afzonderlijk vermogen worden aangehouden, dus los van de reserves die vanaf 2022 worden opgebouwd door de besturen die nieuw aansluiten. Elk van beide afzonderlijke vermogens zullen, uiteraard met de nodige afstemming en rekening houdend met de wettelijke vereisten, een eigen beleggingsbeleid voeren, aangepast aan de aangegane engagementen, de risico-appetijt, enz.
OFP Prolocus zal, in het verlengde van de burgemeestersconvenanten en de duurzameontwikkelingsdoelstellingen, heel zwaar inzetten op de duurzaamheid van de beleggingen. Ook voor OFP Provant was dat trouwens al een belangrijk aandachtspunt.
Op de individuele rekening van elke aangeslotene wordt elk jaar de in het reglement bepaalde bijdrage van het bestuur bijgeschreven, verhoogd of verlaagd met het toegekende rendement. Het kaderreglement bepaalt hoe het totale rendement op de beleggingen door OFP Prolocus wordt verdeeld tussen de aangeslotenen enerzijds en de vrije reserves van elk bestuur anderzijds. Die vrije reserves kunnen worden ingezet wanneer bij de pensionering van een aangeslotene de individuele rekening lager is dan de zogenaamde WAP-garantie en er dus moet worden bijgepast.
De tweede vrije reserve (gevoed via de prefinanciering) geldt als buffer. Indien deze vrije reserve meer bedraagt dan de in het reglement bepaalde buffer, kan hij ook worden aangewend voor de betaling van de bijdragen.
Alle Vlaamse lokale besturen die konden toetreden tot de groepsverzekering bij Belfius Insurance en Ethias, kunnen ook aansluiten bij OFP Prolocus. Het gaat dus o.m. om gemeenten en OCMW's, hulpverleningszones, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, autonome gemeentebedrijven, gemeentelijke vzw's, welzijnsverenigingen en andere samenwerkingsverbanden van OCMW's, provincies en provinciale instellingen, enz.
Ook besturen die vandaag bij een andere pensioeninstelling zitten voor de aanvullende pensioenen van hun contractanten, kunnen toetreden tot OFP Prolocus. Ze moeten daarbij uiteraard de contractuele voorwaarden naleven van de bestaande overeenkomst, en de bestaande non-discriminatiebepalingen uit de wetgeving over de aanvullende pensioenen.
De belangrijkste kosten voor een bestuur hangen natuurlijk samen met het engagement van het bestuur zelf tegenover de eigen contractanten, uitgedrukt in een percentage van het loon. In meer dan de helft van de gevallen is dat vandaag 3% of meer. Op dat vlak verandert er niets tegenover het huidige systeem.
Daarnaast zal er ook gedurende (wellicht) vijf jaar na de toetreding een zogenaamde prefinanciering van 5% boven op de pensioentoezegging gelden. Concreet gaat het bij een pensioengevend jaarloon van 40000 euro en een pensioentoezegging van 3% (= 1200 euro) om een prefinanciering van 1200 euro x 5% = 60 euro per jaar. Met die middelen bouwt OFP Prolocus voor elk bestuur een tweede vrije reserve op (naast de eerste, die gevoed wordt via het deel van het rendement dat niet wordt toegekend aan de aangeslotene; zie hoger). De vrije reserves moeten maximaal vermijden dat besturen-werkgevers worden aangesproken om een eventueel tekort (cf. de na te leven WAP-garantie) bij te passen. Als de tweede vrije reserve (gevormd uit de prefinanciering) hoog genoeg is, kan ze deels worden ingezet voor de (co)financiering van de pensioenbijdragen van één of meer jaar. Voor alle duidelijkheid: de prefinanciering zal ook gelden voor besturen die pas later toetreden, en voor hen ook even veel jaar gelden als voor besturen die van bij de start in 2022 instappen.
Op de pensioenbijdragen (toezegging en prefinanciering) moet ook 8,86% socialezekerheidsbijdragen worden betaald.
Een derde luik wordt gevormd door de effectieve kosten die het pensioenfonds moet maken om te functioneren: personeelskosten, kosten van allerhande (vaak verplichte en strikt gereglementeerde) dienstverlening, opgelegde jaarlijkse communicatie aan de contractanten van de aangesloten besturen, organisatie van een aanspreekpunt voor vragen, enz. Een deel van die kosten hangt niet of nauwelijks samen met de omvang de pensioeninstelling, zodat iedereen er baat bij heeft dat zo veel mogelijk besturen met zoveel mogelijk contractanten aansluiten. Zo worden de kosten per aangeslotene beperkt. We starten in 2022 met een kostenfactuur van 1000 euro per jaar per werkgever en 10 euro per jaar per aangesloten medewerker. Die bedragen zullen jaarlijks worden geïndexeerd.
De door de nieuw toegetreden besturen betaalde kosten komen de eerste drie jaar in een apart segment binnen OFP Prolocus terecht. De werkelijke kosten zullen in die periode worden vereffend uit een bestaande buffer van het vroegere OFP Provant. Na drie jaar zal dan een meer definitief kostensysteem van kracht worden, dat rekening houdt met de werkelijke kosten enerzijds, en het effectieve aantal besturen en aangesloten werknemers anderzijds.
De bedoeling van het nieuwe systeem is om besturen maximaal te ontzorgen. Wat ze kennen van de groepsverzekering, nl. de inning van de bijdragen via de RSZ, blijft behouden. Dat betekent dat er een eerste financiële stroom zal zijn tussen het bestuur en de RSZ via de maandelijkse voorschotten en de kwartaalaangiften. De RSZ zal van OFP Prolocus het percentage krijgen dat het elk kwartaal moet toepassen op de volledige contractuele loonmassa van het bestuur, dus zonder verbijzondering per medewerker. Ook als het bestuur met een zogenaamde step rate werkt (zie verder op deze pagina) zal dat het geval zijn. Dat percentage zal OFP Prolocus berekenen aan de hand van enerzijds de toezegging door het bestuur en anderzijds de tijdelijke prefinanciering.
Daarnaast zal OFP Prolocus jaarlijks aan de RSZ vragen om een bijkomend bedrag te innen bij de besturen. Dat bedrag zal bestaan uit enerzijds de ontbrekende financiering (ten opzichte van de te betalen bijdragen en prefinanciering) en anderzijds de jaarlijkse kosten.
De RSZ rekent op de voor rekening van OFP Prolocus geïnde bedragen een kostenvergoeding van 0,2% aan.
Opgelet: in 2022 zal dit systeem van financiële stromen wellicht pas vanaf de tweede jaarhelft functioneren (in functie van de toetredingsbeslissingen van de deelnemende besturen), met een hogere inhaalbijdrage na afloop van het jaar tot gevolg.
De bedragen die de RSZ int, vloeien naar OFP Prolocus. Dat doet de nodige berekeningen om de juiste bedragen op de pensioenrekeningen van de medewerkers bij te schrijven. De ontvangsten voor de kostenvergoeding zal OFP Prolocus de eerste drie jaar opsparen, tot er meer duidelijkheid is over het werkelijke kostenniveau en het aantal aangesloten besturen en medewerkers. In die periode worden de werkelijke kosten betaald uit het restant van een kostenbuffer die bestond binnen OFP Provant.
Bij de pensionering van een medewerker ontstaat een derde stroom, nl. tussen OFP Prolocus en de gepensioneerde voor de uitbetaling van de opgebouwde reserves onder de vorm van een eenmalig kapitaal of een rente.
Zo weinig mogelijk. Het nieuwe systeem zal zo dicht mogelijk bij de vroegere groepsverzekering blijven, zeker wat betreft de engagementen tegenover de contractanten. Over het nieuwe kaderreglement wordt gezocht naar maximale overeenstemming met de vakorganisaties.
Zoals de vroegere groepsverzekering, zal ook het nieuwe aanbod uitsluitend werken met werkgeversbijdragen en niet met werknemersbijdragen. Er is dus geen impact op het nettoloon van de contractanten.
De bestaande overlijdensdekking blijft behouden. Dat betekent dat de nabestaanden van een medewerker die tijdens zijn of haar actieve loopbaan overlijdt, recht hebben op het bedrag op de individuele rekening, met minimaal de WAP-garantie.
Besturen die zich hebben verbonden tot een bepaalde bijdrage op het loon (bv. 3%), zullen dat kunnen blijven doen onder het nieuwe stelsel.
Er komen wel meer mogelijkheden voor werkgevers om het bijdragepercentage te laten afhangen van de hoogte van het loon, om zo het verschil tussen het laatste loon en het wettelijk pensioen extra te verkleinen. Dat kan met de zogenaamde 'step rate'. Besturen kunnen die toepassen omdat de berekening van het wettelijke pensioen vandaag geen rekening houdt met het loongedeelte boven het zogenaamde loonplafond van 63.944,74 euro per jaar (bedrag op 31 december 2021, van toepassing voor het jaar 2022; het wordt de eerstkomende jaren stelselmatig verhoogd). Door op het loongedeelte daarboven een hogere toezegging (bv. 4%) toe te passen dan op het loongedeelte onder die grens (bv. 3%), kan een deel van dat negatieve effect worden geneutraliseerd en wordt de zogenaamde vervangingsratio (verhouding tussen het wettelijke en aanvullende pensioen enerzijds en het laatste loon anderzijds) over de verschillende looncategorieën meer geharmoniseerd.
Voor wie in 2022 of later als contractant met pensioen gaat, verandert er zeker wel iets. Ten eerste zal iedereen de mogelijkheid hebben om het aanvullende pensioen in kapitaal of in een levenslange rente te laten uitbetalen. Dat laatste zal echter alleen kunnen als die levenslange rente ten minste ca. 673 euro per jaar bedraagt.
Daarnaast zal wie vanaf 2022 met pensioen gaat en ook in 2021 of vroeger bij het lokaal bestuur werkte, twee aanvullende pensioenen uitbetaald krijgen: één van Belfius Insurance of Ethias (tenzij de daar opgebouwde reserves zouden worden overgedragen) en een tweede van OFP Prolocus. Doel is in elk geval dat dit administratief zo goed en toegankelijk mogelijk wordt georganiseerd.
Voor de werknemers komt er een bijkomend voordeel, nl. de dekking van o.a. moederschapsrust, adoptieverlof, arbeidsongeval en beroepsziekte als gelijkgestelde periode. Dat is een verbetering tegenover de huidige groepsverzekering.
Voorts gaan de door de besturen betaalde kosten niet af van de bijdragen, maar komen ze erbovenop, zodat een groter deel van de financiering de medewerkers zelf ten goede komt. Dat is een extra voordeel voor de medewerkers.
Het kaderreglement bevat een regeling die een deel van het behaalde netto-jaarrendement toekent aan de aangeslotenen, nl.:
Tot begin 2022 bleven de reserves verder aangroeien met de bijdragen van de besturen die betrekking hebben op lonen van 2021 en met het door de verzekeraars gegarandeerde rendement. Als er verder niets gebeurt, blijven de reserves nadien verder oprenten, en worden ze uiteraard ook gebruikt om de beloofde aanvullende pensioenen te betalen voor prestaties van contractanten tot eind 2021. Het rendement van 1,75% (en voorheen 3,35%) blijft hierbij gegarandeerd, wat betekent dat werkgevers hiervoor niet aangesproken kunnen worden.
Wat er uiteindelijk met de reserves gebeurt, maakt het voorwerp uit van extra onderzoek. Die beslissing moet ook niet nu genomen worden, maar kan ook nog later vallen. Afwegingen die daarbij kunnen spelen zijn het gegarandeerde rendement versus de kans op hogere (of het risico op lagere) rendementen binnen de nieuwe entiteit. Ook de administratieve eenvoud (één pensioeninstelling voor wie met pensioen gaat) of complexiteit (meer dan één pensioeninstelling) kan een rol spelen.
De raad dient een beslissing te nemen over het volgende:
Wat?
Het financieringsplan heeft als doel een passende financiering te verzekeren voor de verschillende pensioenplannen die beheerd worden in het OFP PROLOCUS. Het financieringsplan wordt opgesteld door de raad van bestuur en bekrachtigd door de algemene vergadering. Het document moet om de drie jaar herzien worden.
Wat moet de werkgever doen?
De werkgever is een contractspartij bij het financieringsplan. Elke werkgever moet zijn akkoord met het financieringsplan bevestigen. Dat gebeurt door het ondertekenen van de toetredingsakte.
Verklaring inzake beleggingsbeginselen
Wat?
De verklaring inzake beleggingsbeginselen beschrijft de uitgangspunten van het beleggingsbeleid van OFP PROLOCUS. Deze verklaring wordt opgesteld door de raad van bestuur en bekrachtigd door de algemene vergadering. Het document moet minstens om de drie jaar herzien worden.
Wat moet de werkgever doen?
De verklaring inzake beleggingsbeginselen is aangenomen door de algemene vergadering, en vormt het beleggingskader waarbinnen het OFP PROCLOUS zijn beleggingen zal uitvoeren. Als een werkgever beslist om toe te treden tot het OFP PROLOCUS, wordt hij lid van de algemene vergadering en aanvaardt hij het op dat ogenblik bestaande beleggingsbeleid. Er wordt geen verdere actie gevraagd van de werkgever.
Verder moet de raad in het kader van het bijzonder pensioenreglement bepaalde keuzes maken, zoals:
In verband met deze keuzes: zie verder.
In dit kader werden er berekeningen gemaakt via Risk Solutions (onafhankelijk consultancybureau verzekeringen). Risk Solutions werkte hiervoor samen met Simplexeb (onafhankelijk adviesbureau in employee benefits).
Elke werkgever die toetreedt tot het OFP PROLOCUS wordt lid van de algemene vergadering. De statuten bepalen dat er twee groepen van leden zijn, de leden van de Groep Provant en de leden van de Groep VVSG. De datum waarop het beheer van het pensioenplan toevertrouwd werd/wordt aan het OFP PROLOCUS bepaalt of een werkgever tot de Groep Provant dan wel tot de Groep VVSG behoort. De leden van de Groep Provant behoren tot het Afzonderlijk Vermogen Provant, deze van de Groep VVSG tot het Afzonderlijk Vermogen VVSG. Elke werkgever wordt in de algemene vergadering vertegenwoordigd door een vaste vertegenwoordiger. Er is een plenaire algemene vergadering, waarop alle leden worden uitgenodigd, en die bevoegd is voor overkoepelende aangelegenheden. Daarnaast zijn er ook deel algemene vergaderingen, waaraan enkel de leden van één bepaalde Groep mogen deelnemen, en die enkel bevoegd is voor aangelegenheden die de betrokken Groep aanbelangen. De statuten bepalen verder de aanwezigheids-of vertegenwoordigingsvereisten, de meerderheidsvereisten en andere praktische en/of juridische aspecten van de algemene vergadering.
Het bestuur dienst een afgevaardigde in de algemene vergadering aan te duiden voor gemeente en OCMW.
Op 21 maart 2022 besliste het college / vast bureau principieel om de heer DE BOECK William voor te dragen als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP Prolocus., en dit zowel voor gemeentebestuur Grimbergen als OCMW Grimbergen.
Er werden simulaties gemaakt - op basis van de contractuele loonmassa 2021 - voor de volgende mogelijke keuzes:
Op basis van de bovenvermelde principiële keuzes van het college / vast bureau zijn de financiële implicaties voor het bestuur de volgende:
| Basis plan 3% | |||||||
| Beheerskosten : | |||||||
| 1.000,00 | per entiteit | 1.000,00 | |||||
| 10,00 | per aangeslotene (actief of slapend) | 1.460,00 | |||||
| 2.460,00 | |||||||
| plus | |||||||
| 0,05% | van het rendement | ||||||
| Voorfinanciering : | |||||||
| 5% | van de pensioenpremie als voorfinanciering gedurende 5 jaar | 5.808,44 | |||||
| Pensioenpremie op pensioenloon : | 116.168,73 | ||||||
| 8,86% RSZ | 10.292,55 | ||||||
| Totale kost voor 2021 : | 134.729,72 | ||||||
Voor het OCMW bedragen deze kosten (op basis van de contractuele loonmassa van 2021 - 205 aangeslotenen)
| Basis plan 3% | |||||||
| Beheerskosten : | |||||||
| 1.000,00 | per entiteit | 1.000,00 | |||||
| 10 | per aangeslotene (actief of slapend) | 2.050,00 | |||||
| 3.050,00 | |||||||
| plus | |||||||
| 0,05% | van het rendement | ||||||
| Voorfinanciering : | |||||||
| 5% | van de pensioenpremie als voorfinanciering gedurende 5 jaar | 6.531,71 | |||||
| Pensioenpremie op pensioenloon : | 130.634,13 | ||||||
| 8,86% RSZ | 11.574,18 | ||||||
| Totale kost voor 2021 : | 151.790,02 | ||||||
Het bestuur wil de pensioenkloof tussen haar statutair personeel en contractueel personeel verkleinen; dat het bijgevolg voorziet in een tweede pensioenpijler voor de totaliteit van haar contractueel personeel.
Tot op heden was het bestuur aangesloten bij de groepsverzekering die na bemiddeling van de VVSG, aangeboden werd door Ethias en Belfius Insurance; dat deze verzekeraars in juni 2021 de lopende groepsverzekeringsovereenkomst per 1 januari 2022 hebben opgezegd.
Het bestuur heeft voor het voorzien in een tweede pensioenpijler de keuze tussen enerzijds een overheidsopdracht voor een groepsverzekering bij een verzekeraar en anderzijds het aansluiten bij een instelling voor bedrijfspensioen-voorziening (pensioenfonds).
Na onderhandelingen met de VVSG, OFP PROVANT werd omgevormd tot OFP PROLOCUS (een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening met ondernemingsnummer 0809.537 155), een pensioenfonds waarbij alle lokale besturen van het Vlaamse Gewest kunnen toetreden.
Men is door de toetreding bij een IBP meer betrokken bij het beheer van zijn pensioenfinanciering; dat in tegenstelling tot een groepsverzekering het bestuur een vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS afvaardigt en naast controlebevoegdheid ook de mogelijkheid heeft om – indien nodig - punten op de agenda van de algemene vergadering te zetten. Overwegende dat in tegenstelling tot een groepsverzekering een IBP geen winsten ten voordele van de organisatie zelf nastreeft.
Een IBP heeft ruime beleggingsmogelijkheden, zodat een ruimer rendement mogelijk is dan in een tak 21 verzekering, zonder dat dit enige garantie inhoudt.
Het bestuur kan toetreden tot OFP PROLOCUS zonder overheidsopdracht vermits aan de voorwaarden van een in house opdracht voldaan zijn; dat het bestuur immers ten eerste via de algemene vergadering waar ze lid van wordt, toezicht uitoefent op OFP PROLOCUS zoals op haar eigen diensten; dat ten tweede meer dan 80% van de activiteiten van de OFP PROLOCUS de uitvoering van taken behelst die hem zijn toegewezen door de controlerende overheden, nl. het voorzien in aanvullende pensioenen voor lokale en provinciale besturen; dat er ten derde geen directe participatie van privékapitaal is in de OFP PROLOCUS en dat ten vierde OFP PROLOCUS zelf onderworpen is aan de wetgeving op de overheidsopdrachten.
OFP PROLOCUS, in het verlengde van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, za zwaar inzetten op het duurzaam karakter van zijn beleggingen.
Het aanbod van OFP PROLOCUS, net zoals de groepsverzekering die tot eind 2021 werd aangehouden bij Ethias en Belfius Insurance geen werknemersbijdragen vereist, voorziet in een overlijdensdekking en een kapitaalsuitkering.
De mogelijkheid bestaat van een zogeheten “steprate” bijdrage; dat het dus mogelijk is om op het gedeelte van het loon dat boven het maximumplafond voor de berekening van het wettelijke pensioen uitkomt, een hogere toezegging te doen om zo het verschil tussen een statutair pensioen en een wettelijk pensioen verder te verkleinen.
Er bestaan drie soorten pensioenplannen (defined benefit of vaste prestaties, cash balance en defined contribution of vaste bijdragen); dat de voorgestelde formule een vastebijdragenplan is; dat in dit plan de werkgever belooft een bepaalde bijdrage (een bijdrage uitgedrukt als een percentage van het aan de RSZ onderworpen brutoloon) te betalen zonder vastgesteld rendement; dat de behaalde rendementen worden toegekend conform het kaderreglement.
Het bestuur moet de vastgestelde bijdrage minimum betalen; dat wanneer het wettelijk minimumrendement niet behaald wordt, het bestuur bijkomende bijdragen zal moeten betalen; dat in elk geval voor de aangeslotenen het wettelijk minimum rendement (momenteel 1,75% voor actieve aangeslotenen[1], 0% voor passieve aangeslotenen[2]) moet behaald worden.
Het bestuur als bijkomende veiligheid de eerste vijf jaar, bovenop de middelen nodig voor de pensioentoezegging, voorziet in een extra prefinanciering van 5 % om zo de kans op het betalen van bijkomende bijdragen te verkleinen; deze prefinanciering blijft ter beschikking van het bestuur ter financiering van latere bijdragen.
Het bestuur met andere rechtspersonen waarmee ze nauwe banden heeft (AGB’s, OCMW) kan een MIPS-Groep vormen; dat binnen een MIPS-groep interne mobiliteit is voor het personeel zonder dat dit gevolgen heeft voor de pensioentoezegging van het personeelslid; dat er binnen een MIPS-groep een onderlinge solidariteit speelt.
De kosten voor de werking van OFP PROLOCUS voor 2022 forfaitair worden vastgelegd op 1000 euro per jaar per werkgever en 10 euro per jaar per aangeslotene en dat deze bedragen jaarlijks worden geïndexeerd tot en met 2024; overwegende dat nadien een meer stabiel systeem van kostenvergoeding zal worden uitgebouwd, gebaseerd op de werkelijke kosten enerzijds en het werkelijke aantal aangesloten besturen en medewerkers anderzijds.
Gelet op:
In de meerjarenplanning wordt in de nodige kredieten voorzien.
Rekening houdend met het voorstel van het het college van burgemeester en schepenen / vast bureau van 21 maart 2022 om met ingang van 1 januari 2022 toe te treden tot OFP PROLOCUS en de eraan gekoppelde modaliteiten qua pensioentoezegging;
Verder werd de intentie geuit om met volgende entiteiten een MIPS-groep te vormen om de interne mobiliteit van het personeel tussen beiden entiteiten te bevorderen:
Op basis van het financieringsplan zullen de verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS ingehouden worden door de RSZ en daarna doorgestort worden aan OFP PROLOCUS.
Voormelde intentieverklaring van het schepencollege / vast bureau en voormelde documenten werden in het bijzonder onderhandelingscomité van 6 april 2022 besproken.
Er moet een vertegenwoordiger aangeduid worden om het bestuur te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS.
Na de beslissing tot toetreding, moet dit aan OFP PROLOCUS meegedeeld worden en moet de algemene vergadering van OFP PROLOCUS de kandidatuur goedkeuren.
[1] Een aangeslotene in dienst van het bestuur
[2] Een aangeslotene die het bestuur verlaten heeft en zijn pensioenreserves in OFP PROLOCUS heeft laten staan.
Raadslid Bart VAN HUMBEECK krijgt het woord en stelt dat de reserves van het vorige pensioenfonds rente blijven opbrengen en dat er niet voor is gekozen om dit bedrag in het nieuwe pensioenfonds onder te brengen. Hij vraagt of onderzocht is of dit financieel de meest gunstige situatie oplevert.
Schepen William DE BOECK dacht dat de rente hetzelfde was, maar hij zal het nakijken.
Raadslid Bart VAN HUMBEECK ziet het antwoord graag tegemoet. Hij concludeert dat de twee situaties niet zijn doorgerekend, want er staat dat er geen besluit wordt genomen over het overzetten van de reserves, zonder dat er een motivatie wordt genoemd.
Gaat over tot de eerste stemming inzake de instemming met de beheersovereenkomst en het financieringsplan (algemeen luik en luik VVSG) via de toetredingsakte van OFP Prolocus:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Gaat over tot de tweede stemming inzake de instemming met het kaderreglement en het bijzonder pensioenreglement, met volgende keuzes:
Hoogte basisbijdrage: 3%
Steprate: //
Aanvullende toezegging: //
Inhaaltoezegging: //
MIPS of UNI: MIPS
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Gaat over tot de derde stemming inzake de toetreding met ingang van 01/01/2022 tot OFP Prolocus (Afzonderlijk Vermogen VVSG):
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Gaat over tot de vierde stemming inzake de instemming met het feit dat de door het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP Prolocus zullen geïnd worden via de RSZ in naam en voor rekening van OFP Prolocus:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Gaat over tot de vijfde stemming inzake het vormen van een MIPS-groep gemeente / OCMW Grimbergen:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Gaat over tot de eerste geheime stemming inzake de aanduiding van een vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP Prolocus:
/
Artikel 1.
Kennis te nemen van en akkoord te gaan met:
Kennis te nemen van de verklaring inzake beleggingsbeginselen (SIP) (algemeen luik en luik VVSG) en de statuten.
Art. 2.
Akkoord te gaan om met ingang van 1 januari 2022 toe te treden tot OFP Prolocus (Afzonderlijk vermogen VVSG), en hiertoe onverwijld na de raadszittingen een verzoek tot aanvaarding als lid van de Algemene Vergadering te richten tot OFP Prolocus.
Art. 3.
In te stemmen met het feit dat de door het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP Prolocus zullen worden geïnd door de RSZ in naam en voor rekening van OFP Prolocus.
Art. 4.
Akkoord te gaan met volgende pensioentoezeggingen:
Geen aanvullende toezegging te voorzien.
Art. 6.
Geen inhaaltoezegging te voorzien.
Art. 7.
Het gemeentebestuur Grimbergen vormt samen met OCMW Grimbergen een zogenaamde MIPS-groep.
Art. 8.
De heer William DE BOECK af te vaardigen voor de gemeente Grimbergen als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP Prolocus en kennis te nemen dat hij tevens wordt voorgesteld als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP Prolocus voor het OCMW Grimbergen.
Art. 9.
De voorzitter van de gemeenteraad en de algemene directeur, of hun vervangers, te machtigen om de noodzakelijke vervolgstappen te nemen voor de uitvoering van voormelde beslissingen.
De gemeenteraad wijzigt de personeelsformatie als volgt:
- 2 vte deskundige wegen en water (B1-B3).
- 1 vte technisch hoofdmedewerker (C4-C5).
De nieuwe personeelsformatie van de dienst Wegen en Water (administratie) is dan als volgt:
| WEGEN EN WATER | ||
| Diensthoofd wegen en water | A1a-A3a | 1,00 |
| Expert wegen en water (uitdovende functie) | A1a-A3a | 1,00 |
| Deskundige | B1-B3 | 3,00 |
| Technisch hoofdmedewerker | C4-C5 | 1,00 |
| Administratief medewerker | C1-C3 | 2,00 |
- 0,50 vte deskundige gebouwen (B1-B3).
De nieuwe personeelsformatie van de dienst Gebouwen (administratie) is dan als volgt:
| GEBOUWEN | ||
| Diensthoofd gebouwen | A1a-A3a | 1,00 |
| Expert gebouwen | A1a-A3a | 1,00 |
| Technisch hoofdmedewerker | C4-C5 | 1,00 |
| Administratief medewerker | C1-C3 | 2,00 |
De personeelsformatie van de dienst Gebouwen zal verder geëvalueerd worden na invulling van de vacante functies.
De personeelsformatie van de dienst Welzijn en Preventie als volgt te wijzigen:
- 0,50 vte deskundige welzijn en preventie (B1-B3).
De nieuwe personeelsformatie van de dienst Welzijn en Preventie is dan als volgt:
| WELZIJN EN PREVENTIE |
||
| Diensthoofd welzijn en preventie | A1a-A3a | 1,00 |
| Deskundige welzijn en preventie | B1-B3 | 1,00 |
- 1 vte adjunct-directeur welzijn (A1a-A3a).
De nieuwe personeelsformatie voor de aansturing van de afdeling Welzijn is dan als volgt:
| WELZIJN |
||
| Directeur welzijn | A4a-A4b | 1,00 |
| Adjunct-directeur welzijn | A1a-A3a | 1,00 |
- 2 vte deskundige burgerzaken (B1-B3).
- 2 vte administratief medewerker (C1-C3).
De nieuwe personeelsformatie van de dienst Burgerzaken is dan als volgt:
| Dienst Burgerzaken | ||
| Functie | Graad | VTE |
| Diensthoofd burgerzaken | A1a-A3a | 1,00 |
| Deskundige burgerzaken | B1-B3 | 6,00 |
| Subtotaal | 7,00 | |
| Administratief medewerker | C1-C3 | 10,00 |
| Subtotaal | 10,00 | |
| TOTAAL | 17,00 |
De salarisschaal voor de functie van kinesitherapeut wordt aangepast van "Bv1-Bv3" naar "Bv1-Bv3 of A1a-A3a (afhankelijk van diploma).
De personeelsformatie van de keuken van het WZC Ter Biest wordt als volgt gewijzigd:
- 2 vte kok (C1-C3).
- 1 vte kok (D1-D3);
- 1 vte medewerker keuken (D1-D3).
De nieuwe personeelsformatie voor de keuken van het WZC Ter Biest is dan als volgt:
| Functie |
Graad |
VTE |
|
|
|
|
| Chef-kok |
C4-C5 |
1,00 |
| Kok |
C1-C3 |
2,00 |
| Medewerker keuken |
D1-D3 |
2,50 |
| Totaal |
|
5,50 |
Art. 161 Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (hierna: Decreet Lokaal Bestuur):
"De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stellen het gezamenlijk organogram van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vast.
Het organogram geeft de organisatiestructuur van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn weer, duidt de gezagsverhoudingen en de functies aan waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden."
Algemeen
In verband met de vaststelling van het geïntegreerde organogram en de personeelsformatie
In verband met de syndicale overlegcomités
Het syndicaal statuut:
Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.
Koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.
In verband met IFIC (functieclassificatie en verloningssysteem) in ouderenvoorzieningen
Zesde Vlaams intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de sociaal / non profitsectoren voor de periode 2021-2025.
Sectoraal akkoord van 9 juni 2021 tussen de sociale partners van de publieke sector houdende de aanpassing van de koopkrachtmaatregelen uit het VIA6-akkoord, de vervroegde uitkanteling van de publieke socio-culturele sector uit de VIA-akkoorden en de compensatie aan de lokale besturen voor het personeel dat niet onder het VIA6-akkoord valt.
- Deel 1 - Toewijzingsprocedure
- Deel 2 - Activering van de barema's
- Deel 3 - Financiering
In verband met het voorstel tot aanpassing van de personeelsformatie
Protocol BOC/HOC (BIJLAGE 04).
"ACOD tekent voor akkoord met de bemerking dat wij blijven ijveren voor statutaire betrekkingen"
///
In het kader van de uitvoering van het meerjarenplan 2020-2025, in het bijzonder de volgende beleidsdoelstelling:
worden een aantal wijzigingen aan de personeelsformatie voorgesteld.
In de personeelsformatie van de dienst Wegen en Water (administratie) zijn volgende functies voorzien:
| WEGEN EN WATER | ||
| Diensthoofd Wegen en Water | A1a-A3a | 1,00 |
| Expert Wegen en Water (uitdovende functie) | A1a-A3a | 1,00 |
| Deskundige | B1-B3 | 1,00 |
| Technisch hoofdmedewerker | C4-C5 | 2,00 |
| Technisch hoofdmedewerker gemeentelijke infrastructuur | C4-C5 | 0,00 |
| Administratief medewerker | C1-C3 | 2,00 |
Functie deskundige (B1-B3) / technisch hoofdmedewerker (C4-C5)
| B1-B3 |
€ 60.278,81 |
| C4-C5 |
€ 58.014,41 |
Functie van technisch hoofdmedewerker (C4-C5)
De functie van technisch hoofdmedewerker gemeentelijke infrastructuur (C4-C5) is niet voorzien in de personeelsformatie, maar werd door het college van burgemeester en schepenen ingesteld op 7 december 2020 in het kader van een ordemaatregel.
Er wordt voorgesteld om de functie van technisch hoofdmedewerker (C4-C5) definitief op te nemen in de personeelsformatie.
Het takenpakket van deze medewerker bestaat in grote lijnen uit:
Budgettair komt dat overeen met de huidige realiteit.
Nieuwe formatie
De toekomstige personeelsformatie van de dienst Wegen en Water zal dan als volgt zijn:
| WEGEN EN WATER | ||
| Diensthoofd Wegen en Water | A1a-A3a | 1,00 |
| Expert Wegen en Water (uitdovende functie) | A1a-A3a | 1,00 |
| Deskundige | B1-B3 | 3,00 |
| Technisch hoofdmedewerker | C4-C5 | 1,00 |
| Administratief medewerker | C1-C3 | 2,00 |
In de personeelsformatie van de dienst Gebouwen (administratie) zijn volgende functies voorzien:
| GEBOUWEN | ||
| Diensthoofd Gebouwen | A1a-A3a | 1,00 |
| Expert Gebouwen | A1a-A3a | 1,00 |
| Deskundige Gebouwen | B1-B3 | 0,50 |
| Technisch hoofdmedewerker | C4-C5 | 1,00 |
| Administratief medewerker | C1-C3 | 2,00 |
In de personeelsformatie van de dienst Welzijn en Preventie zijn volgende functies voorzien:
| WELZIJN EN PREVENTIE |
||
| Diensthoofd Welzijn en Preventie | A1a-A3a | 1,00 |
| Deskundige Welzijn en Preventie | B1-B3 | 0,50 |
Functies van deskundige Gebouwen (B1-B3 - 0,50 vte) en deskundige Welzijn en Preventie (B1-B3 - 0,50 vte)
In praktijk werden de twee halftijdse functies van deskundige Gebouwen en deskundige Welzijn en Preventie door dezelfde persoon vervuld (1 VTE).
Doel van deze functie is o.a. de brug te maken tussen de diensten Welzijn en Preventie en de dienst Gebouwen.
Voor de dienst W&P nam deze persoon (in hoofdlijnen) de volgende taken op:
Via een werkgroep worden de werkzaamheden tussen de beide diensten gecoördineerd.
Omdat dit personeelslid recent uit dienst is getreden stellen het diensthoofd gebouwen en het diensthoofd welzijn en preventie voor om deze functie voltijds toe te wijzen aan de dienst Welzijn en Preventie omdat het klassement van de keuringen ed vanuit deze dienst wordt geïnitieerd. Op deze manier is er een eenduidige aansturing. De coördinatie van de werkzaamheden tussen beide diensten blijft gebeuren via de werkgroep.
Het is echter noodzakelijk om de personeelsformatie van de dienst Gebouwen verder te evalueren.
Er treden de komende weken nieuwe medewerkers in dienst bij de dienst Gebouwen. Na inwerking van de nieuwe personeelsleden zal de personeelsformatie van de dienst Gebouwen verder geëvalueerd worden.
Nieuwe formatie
De toekomstige personeelsformatie van de dienst Gebouwen zal dan als volgt zijn:
| GEBOUWEN | ||
| Diensthoofd Gebouwen | A1a-A3a | 1,00 |
| Expert Gebouwen | A1a-A3a | 1,00 |
| Technisch hoofdmedewerker | C4-C5 | 1,00 |
| Administratief medewerker | C1-C3 | 2,00 |
De toekomstige personeelsformatie van de dienst Welzijn en Preventie zal dan als volgt zijn:
| WELZIJN EN PREVENTIE |
||
| Diensthoofd Welzijn en Preventie | A1a-A3a | 1,00 |
| Deskundige Welzijn en Preventie | B1-B3 | 1,00 |
De afdeling Welzijn wordt aangestuurd door een directeur Welzijn (A4a-A4b).
Deze persoon is verantwoordelijk voor het Sociaal Huis, WZC Ter Biest en LDC en GAW Ter Borre.
Er wordt voorgesteld om in staf van de directeur Welzijn (A4a-A4b) een functie van adjunct-directeur Welzijn (A1a-A3a) te voorzien en dit om de werklast in evenwicht te brengen en de dienstcontinuïteit te garanderen (back up).
Budgettair betekent dit een uitbreiding het personeelsbudget (bruto jaarkost werkgever - 12 jaar anciënniteit - per vte):
| A1a-A3a | € 81.011,84 |
In de personeelsformatie van de dienst Burgerzaken zijn volgende functies voorzien:
| Dienst Burgerzaken | ||
| Functie | Graad | VTE |
| Diensthoofd Burgerzaken | A1a-A3a | 1,00 |
| Deskundige Burgerzaken | B1-B3 | 4,00 |
| Subtotaal | 5,00 | |
| Administratief medewerker | C1-C3 | 12,00 |
| Subtotaal | 12,00 | |
| Ondersteunend medewerker (uitdovende functies) | D1-D3 | 5,00 |
| Subtotaal | 5,00 | |
| TOTAAL | 17,00 |
Omdat de regelgeving inzake Burgerzaken steeds complexer wordt, en om de interne organisatie van de dienst te optimaliseren (verdeling verantwoordelijkheden en aansturing), wordt voorgesteld om 2 vte administratief medewerker (C1-C3) om te zetten in 2 vte deskundige (B1-B3).
In totaal zullen er dan 6 vte voorzien worden op B-niveau voor deze dienst. Deze functies zullen als volgt verdeeld worden binnen de dienst:
Takenpakket functie deskundige burgerzaken:
Budgettair betekent dit een uitbreiding het personeelsbudget (bruto jaarkost werkgever - 12 jaar anciënniteit - per vte):
| B1-B3 | € 60.278,81 |
| C1-C3 | € 49.178,91 |
De toekomstige personeelsformatie van de dienst Burgerzaken zal dan als volgt zijn:
| Dienst Burgerzaken | ||
| Functie | Graad | VTE |
| Diensthoofd Burgerzaken | A1a-A3a | 1,00 |
| Deskundige Burgerzaken | B1-B3 | 6,00 |
| Subtotaal | 7,00 | |
| Administratief medewerker | C1-C3 | 10,00 |
| Subtotaal | 10,00 | |
| TOTAAL | 17,00 |
In het kader van de IFIC-functietoewijzing en -classificatie werd door de vakorganisaties een probleem aangekaart in verband met de verloning van de kinesitherapeuten in het WZC, namelijk kinesisten met een masterdiploma zouden juridisch gezien het recht hebben om ingeschaald te worden op niveau A i.p.v. op niveau B.
De vakorganisaties verwezen hiervoor naar een vonnis van de Arbeidsrechtbank: zie bijlage 13.
Aangezien hierin nog geen afspraken gemaakt waren in Comité C1 diende het bestuur - in het kader van de timing van de IFIC-functieclassificatie en verloning - hierin een principiële beslissing te nemen voor datum E (het moment waarop de personeelsleden hun individuele functietoewijzing en loonsimulatie ontvangen, en waarna 4 weken de tijd hebben om te beslissen of ze al dan niet instappen in IFIC). Dit betekende dat er duidelijkheid moest zijn op het moment dat er gecommuniceerd werd naar het personeel (17 en 18 maart 2022).
In het WZC werken heden twee kinesitherapeuten met een masterdiploma.
Kinesisten worden volgens de IFIC-functieclassificatie toegewezen aan:
De kinesisten van het WZC Ter Biest zijn heden ingeschaald in de salarisschaal Bv1-Bv3.
Zie vergelijking barema's als bijlagen 14.
Het vast bureau besliste op 14 maart 2022 principieel:
Personeelsformatie zoals nu voorzien in WZC Ter Biest
| Voorzien |
||
| Functie |
Graad |
VTE |
|
|
|
|
| Chef-kok |
C4-C5 |
1,00 |
| Kok |
D1-D3 |
1,00 |
| Medewerker keuken |
D1-D3 |
3,50 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| Totaal |
|
5,50 |
Aangezien:
besliste het vast bureau op 14 maart 2022 het volgende:
De nieuwe personeelsformatie voor de keuken van het WZC Ter Biest zal dan als volgt zijn:
| Functie |
Graad |
VTE |
|
|
|
|
| Chef-kok |
C4-C5 |
1,00 |
| Kok |
C1-C3 |
2,00 |
| Medewerker keuken |
D1-D3 |
2,50 |
| Totaal |
|
5,50 |
Raadslid Trui OLBRECHTS krijgt het woord en stelt dat de technisch hoofdmedewerker C4/C5 bij de dienst Wegen en Water wordt vervangen door projectmedewerkers (B). Verderop staat echter dat de functies C4/C5 definitief worden opgenomen in de personeelsformatie. Ze vraagt om een uitleg.
Schepen William DE BOECK legt uit dat de dienst Wegen en Water één deskundige B1/B3 had en twee technische hoofdmedewerkers C4/C5. Daarvan is er slechts één ingevuld, die binnenkort met pensioen gaat. Omdat de functieomschrijvingen nagenoeg hetzelfde zijn, is besloten om de drie functies gelijk te trekken. Financieel maakt dat nauwelijks verschil en het is duidelijker voor de medewerkers. Een functie die uitdovend was, maar nog steeds wordt ingevuld, wordt opgenomen in de formele personeelsformatie.
Raadslid Trui OLBRECHTS is blij te vernemen dat er een A-functie bijkomt ter ondersteuning van de directeur Welzijn. Ze hoopt dat de vacature snel ingevuld wordt en dat de afdeling Welzijn haar werk naar waarde kan vervullen. Ze vraagt een toelichting op het diagram Welzijn en Preventie en op de werkgroep die zou samenkomen.
Schepen William DE BOECK antwoordt dat een medewerker halftijds bij Gebouwen en halftijds bij Preventie werkte. Nu is afgesproken om deze functie volledig onder te brengen bij Preventie. De werkgroep bestaat uit de diensthoofden van Gebouwen en Preventie op het werk om zaken op elkaar af te stemmen.
Raadslid Trui OLBRECHTS vraagt naar de nieuwe functieclassificaties van de kinesitherapeuten in Ter Biest.
Schepen William DE BOECK legt uit dat besloten is om iedereen van de kinesitherapeuten in te schalen op A-niveau, maar dat dit op basis van een gerechtelijke uitspraak deels met terugwerkende kracht moet gebeuren.
Raadslid Trui OLBRECHTS vraagt of de gemeenteraad een overzicht van de actuele stand van zaken omtrent de personeelsformatie kan ontvangen.
Schepen William DE BOECK veronderstelt dat zo’n overzicht bestaat, zal dit navragen en indien mogelijk laten meesturen met het verslag.
/
Artikel 1.
De personeelsformatie van de dienst Wegen en Water als volgt te wijzigen:
- 2 vte deskundige wegen en water (B1-B3).
- 1 vte technisch hoofdmedewerker (C4-C5)
De nieuwe personeelsformatie van de dienst Wegen en Water (administratie) is dan als volgt:
| WEGEN EN WATER | ||
| Diensthoofd wegen en water | A1a-A3a | 1,00 |
| Expert wegen en water (uitdovende functie) | A1a-A3a | 1,00 |
| Deskundige | B1-B3 | 3,00 |
| Technisch hoofdmedewerker | C4-C5 | 1,00 |
| Administratief medewerker | C1-C3 | 2,00 |
Art. 2.
De personeelsformatie van de dienst Gebouwen als volgt te wijzigen:
- 0,50 vte deskundige gebouwen (B1-B3).
De nieuwe personeelsformatie van de dienst Gebouwen (administratie) is dan als volgt:
| GEBOUWEN | ||
| Diensthoofd gebouwen | A1a-A3a | 1,00 |
| Expert gebouwen | A1a-A3a | 1,00 |
| Technisch hoofdmedewerker | C4-C5 | 1,00 |
| Administratief medewerker | C1-C3 | 2,00 |
De personeelsformatie van de dienst Gebouwen zal verder geëvalueerd worden na invulling van de vacante functies.
Art. 3.
De personeelsformatie van de dienst Welzijn en Preventie als volgt te wijzigen:
- 0,50 vte deskundige welzijn en preventie (B1-B3).
De nieuwe personeelsformatie van de dienst Welzijn en Preventie is dan als volgt:
| WELZIJN EN PREVENTIE |
||
| Diensthoofd welzijn en preventie | A1a-A3a | 1,00 |
| Deskundige welzijn en preventie | B1-B3 | 1,00 |
Art. 4.
De personeelsformatie voor de aansturing van de afdeling Mens / Welzijn als volgt te wijzigen:
- 1 vte adjunct-directeur welzijn (A1a-A3a).
De nieuwe personeelsformatie voor de aansturing van de afdeling Welzijn is dan als volgt:
| WELZIJN |
||
| Directeur welzijn | A4a-A4b | 1,00 |
| Adjunct-directeur welzijn | A1a-A3a | 1,00 |
Art. 5.
De personeelsformatie van de dienst Burgerzaken als volgt te wijzigen:
- 2 vte deskundige burgerzaken (B1-B3).
- 2 vte administratief medewerker (C1-C3).
De nieuwe personeelsformatie van de dienst Burgerzaken is dan als volgt:
| Dienst Burgerzaken | ||
| Functie | Graad | VTE |
| Diensthoofd burgerzaken | A1a-A3a | 1,00 |
| Deskundige burgerzaken | B1-B3 | 6,00 |
| Subtotaal | 7,00 | |
| Administratief medewerker | C1-C3 | 10,00 |
| Subtotaal | 10,00 | |
| TOTAAL | 17,00 |
Art. 6.
De salarisschaal voor de functie van kinesitherapeut aan te passen van "Bv1-Bv3" naar "Bv1-Bv3" of "A1a-A3a" (afhankelijk van diploma).
Art. 7.
De personeelsformatie van de keuken van het WZC Ter Biest als volgt te wijzigen:
- 2 vte kok (C1-C3).
- 1 vte kok (D1-D3)
- 1 vte medewerker keuken (D1-D3).
De nieuwe personeelsformatie voor de keuken van het WZC Ter Biest is dan als volgt:
| Functie |
Graad |
VTE |
|
|
|
|
| Chef-kok |
C4-C5 |
1,00 |
| Kok |
C1-C3 |
2,00 |
| Medewerker keuken |
D1-D3 |
2,50 |
| Totaal |
|
5,50 |
De gemeenteraad wijzigt het gemeentelijk belastingreglement op de aanplakborden en uithangborden, geplaatst op privé-domein en zichtbaar vanaf de openbare weg voor de aanslagjaren 2022-2025.
Artikel 40, §3 en artikel 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
Uithangborden zijn doorgaans zichtbaar vanaf de openbare weg en kunnen de perceptie van de omgeving of het straatbeeld devalueren.
Om deze redenen wenst het bestuur het plaatsen van uithangborden en aanplakborden in te perken. Om eventuele lichtvervuiling zoveel mogelijk te vermijden, worden verlichte borden aan een hoger tarief belast.
Er wordt beslist om volgende vrijstellingen toe te voegen aan het belastingreglement:
Uithangborden geplaatst door apothekers vallen o.a. onder de toepassing van deze vrijstelling. Het koninklijk besluit houdende onderrichtingen voor de apothekers van 21 januari 2009 (Hoofdstuk 3, artikel 10) bepaalt dat iedere apotheek voorzien moet zijn van een duidelijk zichtbaar uithangbord teneinde gemakkelijk te kunnen worden teruggevonden door de patiënt, meer bepaald tijdens de wachtdienst.
Rekening houdende met de financiële toestand van de gemeente.
Raadslid Bart VAN HUMBEECK krijg het woord en vraagt of er voor commerciële uithangborden een aanvraag nodig is en zo ja, of er vanuit de gemeente een aangifteplichtformulier aan handelaren gestuurd kan worden. Hij zou graag horen hoe handelaren geïnformeerd worden over hun verplichtingen jegens de gemeente.
Schepen William DE BOECK antwoordt dat handelaren voor uithangborden een aanvraag moeten doen bij Vergunningen. Verder is er niets gewijzigd. Er is een vrijstelling voor aanplakborden en uithangborden tot 1 vierkante meter. Handelaren worden eerst door de gemeente aangeschreven, alvorens wordt overgegaan tot belastingheffing.
Schepen Bart LAEREMANS voegt eraan toe dat handelaren niet altijd een vergunning moeten aanvragen. Als zij een handel voortzetten, is een melding voldoende. Tijdens een inventarisatie door de dienst Handhaving bleek dat er veel niet-geregistreerde en illegaal geplaatste borden waren. De handelaren zijn aangeschreven om ze te verwijderen of om belasting te betalen. Bij beginnende zaken zullen handelaren een formulier ontvangen om een aanvraag te doen voor aanplak- of uithangborden.
/
Artikel 1.
Onderstaand gewijzigd reglement goed te keuren:
Gemeentelijk belastingreglement op de aanplakborden en uithangborden, geplaatst op privé-domein en zichtbaar vanaf de openbare weg Aanslagjaren 2022-2025
Artikel 1 - belastbare grondslag
Met ingang van 1 januari 2022 voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op aanplakborden en uithangborden.
Art. 2. - definities
§1. Als uithangbord wordt beschouwd elke aanduiding met commercieel doel die zichtbaar is vanaf de openbare weg.
§2. Onder aanplakborden wordt verstaan elke constructie zichtbaar vanaf de openbare weg, waarop reclame wordt aangebracht door aanplakking, vasthechting, schildering of door elk ander middel.
§3. Als reclame wordt beschouwd: elke aanduiding zichtbaar vanaf de openbare weg die tot doel heeft de handel, de nijverheid of het beroep bekend te maken die op een bepaalde plaats wordt uitgeoefend, en elke mededeling die rechtstreeks of onrechtstreeks tot doel heeft de verkoop van producten of diensten te bevorderen.
Art. 3. - belastingplichtige
De belasting is in eerste instantie verschuldigd door de eigenaar van het uithangbord of aanplakbord op 1 januari van het aanslagjaar en in tweede instantie door de eigenaar van het gebouw of de grond op 1 januari van het aanslagjaar waarop het uithangbord of het aanplakbord zich bevindt.
De eigenaar van het gebouw of de grond is hoofdelijk aansprakelijk.
Art. 4. - aanslagvoet
De belasting bedraagt per vierkante meter nuttige oppervlakte:
Elk gedeelte van een vierkante meter wordt beschouwd als een volledige vierkante meter.
Art. 5. - belastbare oppervlakte
De belastbare oppervlakte van een uithangbord of aanplakbord, waarbij elk belastbaar voorwerp afzonderlijk wordt beschouwd, wordt berekend als volgt:
| Constructie | Belastbare oppervlakte |
| één enkel vlak | de werkelijke oppervlakte van de volledige constructie als onregelmatige figuur: de werkelijke oppervlakte van de meetkundige figuur waarin de figuur gevat kan worden |
| verscheidene vlakken | de totale werkelijke oppervlakte van alle vlakken die tegelijkertijd of achtereenvolgens zichtbaar zijn |
| volume | het drievoud van het product van de hoogte met de grootste breedte ervan |
| een apparaat dat achtereenvolgende voorstelling of projectie toelaat |
werkelijke oppervlakte vermenigvuldigd met het aantal verschillende voorstellingen of projecties |
Art. 6. - vrijstelling van belasting
Van de belasting zijn vrijgesteld:
Art. 7 - aangifteverplichting en ambtshalve vestiging
De belastingplichtige is verplicht vóór 1 april van het aanslagjaar bij het gemeentebestuur spontaan aangifte te doen door middel van een formulier vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen. Het aangifteformulier is beschikbaar via het digitaal loket op de gemeentelijke website https://www.grimbergen.be of is op eenvoudig verzoek verkrijgbaar bij het gemeentebestuur.
Zolang de toestand op 1 januari van het aanslagjaar ongewijzigd blijft dient er geen nieuwe aangifte te gebeuren.
Bij gebrek aan aangifte binnen deze termijn of bij een onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte kan de belasting ambtshalve gevestigd worden. In geval van een ambtshalve aanslag wordt de belasting gevestigd op basis van gegevens waarover de belastingheffende overheid beschikt. De ambtshalve ingekohierde belasting zal worden verhoogd met 100%. Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig met de ambtshalve belasting ingekohierd.
Art. 8. - wijze van invordering
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier.
Art. 2.
Dit besluit bekend te maken overeenkomstig de bepalingen van “Afdeling 2. Bekendmaking en inwerkingtreding, Hoofdstuk 1. Akten van het lokaal bestuur, Titel 5. De werking van het lokaal bestuur" DLB.
De gemeenteraad keurt het gewijzigd belastingreglement betreffende de verrichtingen van stedenbouwkundige en milieutechnische aard voor de aanslagjaren 2022 - 2025 goed.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (DLB).
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 11 april 2022 aangaande de wijziging van het gemeentelijk belastingreglement betreffende de verrichtingen van stedenbouwkundige en milieutechnische aard, aanslagjaren 2022-2025.
/
Wijzigingen
Het is aangewezen een motivering op te nemen in het belastingreglement rond de heffing van de belasting op ontbrekende parkeer- en fietsstalplaatsen alsook voor de heffing van de bouwtaks en de belasting op de aansluiting op het openbaar rioleringsnet.
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening legt normen vast rond parkeerplaatsen en fietsenstallingen. De gemeente wil hiermee de parkeerdruk in de kernen terugdringen en de vrijwaring van het openbaar domein garanderen. Er worden parkeernormen vastgelegd op basis van functie. Hiervan kan gemotiveerd afgeweken worden, bijvoorbeeld voor winkels in de dorpscentra. De gemeente wil namelijk ondernemerschap in de kernen niet ontmoedigen.
Indien er echter afgeweken wordt van de stedenbouwkundige voorschriften aangaande de aanleg van parkeer- of fietsstalplaatsen in het kader van de realisatie van een omgeving- of stedenbouwkundige vergunning, wordt er door de gemeente een belasting gevestigd.
Deze belasting moet bouwaanvragers aansporen om de vereiste parkeer- of fietsstalplaatsen (alsnog) te voorzien, zodat het openbaar domein niet belast wordt met geparkeerde wagens. Dit zorgt immers voor een mobiliteitsproblemen en verkeersonveilige situaties.
De bouwtaks wordt gevestigd in het kader van een duurzaam en doordacht ruimtegebruik. Met deze taks wenst het bestuur de inwoners en ondernemers van de gemeente die plannen te bouwen, herbouwen of verbouwen aanzetten om duurzaam om te gaan met de beschikbare ruimte en de indeling hiervan. Het is een stimulans naar de toekomst toe om compacter te bouwen en verharding te verminderen.
Bouwen, her- en verbouwen van gebouwen brengt bovendien ook bijkomende hinder en overlast (wegversperringen, geluidshinder, overlast aan werfvoertuigen, enz…) met zich mee in de gemeente en voor de omwonenden.
Bij het bouwen of verbouwen van o.a. industriële gebouwen gaat het vaak over grote volumes, waardoor deze belasting aanzienlijk kan oplopen. Om extra investeringen en tewerkstelling aan te moedigen, is het dus zeker wenselijk een lager tarief te voorzien voor dergelijke gebouwen.
Het reglement voorziet tevens in een kost voor het rooien van bomen. Bomen spelen een onbetwistbare rol in het groene karakter van de gemeente en leveren een bijdrage tegen de klimaatopwarming.
Er worden regelmatig omgevingsvergunningen aangevraagd voor het rooien van bomen. Dit is jammer aangezien bomen bijdragen tot het groene karakter van een gemeente en bijdragen tot meer duurzaamheid. Er wordt zelden een compensatie opgelegd, aangezien dit niet altijd mogelijk is en de controle hierop ook niet evident is, zeker niet pro-actief. Om het rooien van bomen toch enigszins te ontmoedigen wordt een forfaitair bedrag van 50 euro per te rooien boom als bouwtaks opgelegd. Dit bedrag is niet onredelijk, de bouwtaks kan teruggevorderd worden wanneer aangetoond wordt dat er een compensatie heeft plaatsgevonden. Indien het rooien van de boom vrijgesteld is van vergunning, dient er uiteraard geen bouwtaks aangerekend te worden. Dit is het geval wanneer de boom zich in een straal van 15m van de vergunde woning bevindt, geen deel uitmaakt van een bos, en zich in woongebied - agrarisch gebied of industriegebied bevindt.
In het kader van een verhoging van de zuiveringsgraad van het afvalwater, zijn de inwoners van de gemeente verplicht hun woning aan te sluiten op het openbaar rioleringsnet of op een individueel systeem voor de behandeling van het afvalwater. De aansluiting gebeurt uitsluitend door een door de gemeente aangeduide aannemer. Hiervoor wordt een belasting gevestigd die bestaat uit de werkelijke uitvoeringskosten voor het realiseren van de aansluiting.
Uit een onafhankelijke werklastmeting van 24 februari 2014 uitgevoerd door Deloitte en Touche in samenwerking van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), de Vereniging van Vlaamse Provincies (VVP), het departement Leefmilieu, natuur en Energie van de Vlaamse Overheid en het departement Ruimte Vlaanderen van de Vlaamse Overheid bleek dat de inwerkingtreding van het Omgevingsvergunningsdecreet de werklast van de gemeentelijke stedenbouwkundige- en milieuambtenaren zou verhogen.
Uit een bevraging van de VVSG van 28 november 2018 blijkt dat één op de twee gevallen een personeelslid van de gemeente bedrijven of burgers moet ondersteunen bij het digitaal indienen, en dat één op drie aanvragen nog op papier worden ingediend. De gemeente moet vervolgens het dossier zelf digitaliseren.
De werklast en de externe en interne kosten verbonden met het leveren van de bestaande administratieve diensten werd in 2019, één jaar na de invoering van de omgevingsvergunning, opnieuw geëvalueerd. Hierbij werd eveneens rekening gehouden met de gehanteerde tarieven voor de administratieve afhandeling van omgevingsvergunningen en andere attesten of formulieren bij de naburige gemeenten.
De belasting voor het verschaffen van digitale kopieën van vergunningen en/of plannen is afgestemd op de dekking van de gemaakte administratieve kosten. Het digitaliseren van plannen is tijdrovend, hiervoor werd recent een nieuwe, dure scanner aangekocht.
Het is aangewezen om bij het afleveren van een omgevingsvergunningen voor stedenbouwkundige handelingen met meerdere woonentiteiten een bijkomende dossierkost aan te rekenen per bijkomende woonentiteit.
Er werd een spoedprocedure voor de aflevering van stedenbouwkundige inlichtingen geïntroduceerd. De vastgestelde termijn voor het afleveren van stedenbouwkundige inlichtingen is dertig dagen, de werkelijke termijn waarbij de stedenbouwkundige inlichtingen worden afgeleverd door de gemeentediensten bedraagt ongeveer veertien dagen. De dienst krijgt alsnog geregeld de vraag van notariskantoren om deze sneller af te leveren. Door middel van een spoedprocedure kan de notaris binnen 3 werkdagen (onder voorbehoud) de aangevraagde stedenbouwkundige inlichtingen ontvangen, tegen een meerprijs.
Kosten in het kader van wettelijke publicaties worden tegen de integrale kostprijs aangerekend.
Voor het houden van een informatievergadering wordt een forfaitaire kost aangerekend.
Bij vraag van advies door de gemeente aan Inter, de instantie die stedenbouwkundige plannen controleert op de toegankelijkheid, wordt een dossierkost aangerekend. Het bedrag dat door Inter aan de gemeente in dit kader wordt aangerekend, is het bedrag van de
belasting.
Het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening betreffende toegankelijkheid (5 juni 2009) regelt de toegankelijkheid van gebouwen voor mindervaliden (hierna: gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid) .
De verordening is van toepassing op:
meergezinswoningen met minstens 6 wooneenheden;
toeristische acccomodaties met 10 of meer kamers;
publiek toegankelijke gebouwen.
De gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid bevat veel technische regels over afmetingen en hellingsgraden die op dit ogenblik eigenlijk niet getoetst worden door de dienst Vergunningen. Nu wordt enkel als voorwaarde opgelegd dat de aanvraag aan de verordening dient te voldoen. Dit geeft natuurlijk problemen naar de toegankelijkheid van dergelijke gebouwen.
De instantie Inter-Toegankelijk Vlaanderen is een adviesinstantie die stedenbouwkundige plannen toetst aan de gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid.
Dit gebeurt tegen betaling volgens de onderstaande tarieven:
Toepassingsgebied
| Soort project | Type kostprijs | Tarief (excl.BTW) | |
| Niet van toepassing | forfait | 76 euro | |
| Art. 3 Algemene publieke functies |
< 150m² | forfait | 115 euro |
| 150m² ≤ x ≤ 400m² | forfait | 190 euro | |
| > 400m² | forfait | 305 euro | |
| Art. 4 Toeristische verblijfsacc. |
≤ 10 accomodaties | forfait | 115 euro |
| > 10 acc. ≤ 2 aangepaste kamers |
forfait | 190 euro | |
| > 10 acc. > 2 aangepaste kamers |
forfait | 305 euro | |
| Art. 5 Wonen |
6 - 20 wooneenheden | forfait | 190 euro |
| ≥ 20 wooneenheden | forfait | 305 euro | |
| kamerwoningen studentenhuizen ≥ 20 kamers |
forfait | 305 euro | |
| gezondheidsinst. welzijnsinst. ≥ 20 kamers |
forfait | 305 euro | |
| Meer ingewikkelde dossiers | Gemengde toepassingsgebieden (meerdere functies in een project) | regie | 76 euro/uur |
| ≥ 7500m² | regie | 76 euro/uur | |
| 2de of volgende behandeling van gekend dossier (vb herindiening na weigering, betwisting...) | regie | 76 euro/uur |
Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente.
Raadslid Kirsten HOEFS krijgt het woord en was verrast over het feit dat er een aanpassing komt voor industriële gebouwen. Ze vraagt om een toelichting hierop. De fractie CD&V moedigt tewerkstelling aan, maar hoort graag wat de aanleiding is om het reglement op dit punt aan te passen.
Schepen Bart LAEREMANS licht toe dat in een eerdere procedure was gebleken dat de ontbrekende parkeer- en bouwbelasting onvoldoende verantwoord was.
Raadslid Kirsten HOEFS vraagt of het dan gaat om het vroegere reglement ten opzichte van het reglement waarover onlangs is gestemd. Ze doelt met name op de passage dat voor het verbouwen van industriële gebouwen een lager belastingtarief wordt geheven, omdat het volume van dit soort gebouwen doorgaans groot is.
Schepen Bart LAEREMANS antwoordt dat het tarief dat voor particuliere woningen wordt geheven, tot enorm hoge bedragen leidt als bedrijven een groot industrieel gebouw gaan verbouwen. Om die reden is er een onderscheid gemaakt en dat wordt nu duidelijker onderbouwd. De stedenbouwkundige verordening wordt met dit voorstel niet gewijzigd, alleen de motivatie van de belastingtarieven.
/
Artikel 1.
Onderstaand gewijzigd reglement goed te keuren:
Gemeentelijk belastingreglement betreffende de verrichtingen van stedenbouwkundige en milieutechnische aard - Aanslagjaren 2022 - 2025
Artikel 1 - belastbare grondslag
Met ingang van 1 mei 2022 voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op:
Art. 2. - definities
Analoge zending: een aangetekende brief of een afgifte tegen ontvangstbewijs.
Digitale zending: een zending via het omgevingsloket of het uitwisselingsplatform, op voorwaarde dat de gegevens worden uitgewisseld conform de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
RWA: Regenwaterafvoer of hemelwaterafvoer.
DWA: Droogwederafvoer of afvalwaterafvoer.
MOBER: mobiliteitseffectenrapport.
IBA: individuele behandeling van afvalwater.
Art. 3. - belastingplichtige
De belasting is in eerste instantie verschuldigd door de aanvrager/houder van de omgevingsvergunning, stedenbouwkundige vergunning of milieuvergunning, -inlichting of -handeling en in tweede instantie door de eigenaar van het perceel waarop de uit te voeren werken of na te komen verplichtingen betrekking hebben.
De eigenaar van de grond is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting, in geval van onverdeeldheid zijn de onverdeelde eigenaars van de grond hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
De aanvrager is verplicht bij het gemeentebestuur aangifte te doen.
Art. 4. - tarief en minimaal bedrag
A. DOSSIERKOSTEN
§ 1 – ALGEMEEN
| Aanvraag tot stedenbouwkundige inlichtingen met uittreksel uit plannen- en vergunningenregister |
200,00 euro |
|
|
| Aanvraag tot stedenbouwkundige inlichtingen zonder uittreksel uit plannen- of vergunningenregister |
100,00 euro |
|
|
| Uittreksel uit plannen- of vergunningenregister |
50,00 euro |
|
|
| Aanvraag tot stedenbouwkundige inlichtingen met uittreksel uit plannen- en vergunningenregister Spoedprocedure |
250,00 euro |
|
|
| Aanvraag tot stedenbouwkundige inlichtingen zonder uittreksel uit plannen- of vergunningenregister spoedprocedure |
150,00 euro |
|
|
| Uittreksel uit plannen- of vergunningenregister spoedprocedure |
50,00 euro |
|
|
| Aanvraag tot stedenbouwkundig attest |
75,00 euro |
|
|
| Aanvraag tot planologisch attest: |
400,00 euro |
|
|
| Verdelingen van gronden notarissen |
50,00 euro |
|
|
| Conformiteitsattest (kamer)woningen |
|||
|
62,50 euro |
|
|
|
12,50 euro |
|
|
|
1250,00 euro |
|
|
|
0,00 euro |
|
|
|
0,00 euro |
|
|
| Aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en/of de exploitatie of overname van een ingedeelde inrichting: |
|||
|
200,00 euro |
|
|
|
100,00 euro
3000,00 euro |
|
|
|
200,00 euro |
|
|
|
2500,00 euro
1250,00 euro |
|
|
|
1000,00 euro |
|
|
|
500,00 euro |
|
|
|
300,00 euro
250,00 euro |
|
|
| Aanvraag van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden: |
|||
|
500,00 euro |
|
|
|
250,00 euro |
|
|
|
100,00 euro |
|
|
| Melding van stedenbouwkundige handelingen en/of de exploitatie of overname van een ingedeelde inrichting of activiteiten: |
|||
|
50,00 euro 100,00 euro |
|
|
|
75,00 euro |
|
|
| Verzoek bijstelling of afwijking van de milieuvoorwaarden: |
|||
|
500,00 euro |
|
|
|
250,00 euro |
|
|
| Verzoek bijstelling of afwijking van de voorwaarden: |
|||
| Aanvraag tot bijstelling van de verkaveling |
250,00 euro |
|
|
| Mededeling met vraag tot omzetting van een milieuvergunning naar een omgevingsvergunning van onbepaalde duur: |
|||
|
3000,00 euro |
|
|
|
2500,00 euro |
|
|
|
1250,00 euro |
|
|
|
1000,00 euro 500,00 euro |
|
|
|
300,00 euro |
|
|
| Projectvergadering ter voorbereiding van een vergunningsaanvraag: |
|||
| milieu én stedenbouwkundig |
300,00 euro |
|
|
| milieu of stedenbouwkundig |
200,00 euro |
|
|
| Aanvraag tot het verstrekken van omgevingsvergunning- of stedenbouwkundige(o.a. geldende plannen) of milieutechnische informatie (o.a. VLAREBO en/of VLAREM-opzoekingen) per kadastraal perceel: |
|||
|
60,00 euro |
|
|
|
60,00 euro |
|
|
|
120,00 euro |
|
|
| Aanvraag tot het verstrekken van diverse omgevings- of stedenbouwkundige en milieuvergunningen, milieu(technische) attesten/documenten (o.a. kopie van vergunning, attest van stopzetting, vrijstellingsattest voor de heffing op de waterverontreiniging bij het gebruik van een IBA,…) per attest of document: |
|||
|
10,00 euro |
|
|
|
20,00 euro |
|
|
|
15,00 euro |
|
|
|
20,00 euro |
|
|
|
20,00 euro |
|
|
| Overige tarieven: |
|||
|
Kosten integraal doorgerekend aan de aanvrager |
|
|
|
Kosten integraal doorgerekend aan de aanvrager + 10% administratieve kosten |
|
|
|
150,00 euro |
|
|
|
500,00 euro |
|
|
|
Kostprijs advies |
|
|
|
|
|
|
|
De dossierkosten zijn cumulatief voor aanvragen van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en de exploitatie van een ingedeelde inrichting.
Er wordt door INTER een kost aangerekend voor het advies in het kader van de Vlaamse stedenbouwkundige verordening betreffende toegankelijkheid voor publiek toegankelijke gebouwen
Het bedrag dat door INTER aan de gemeente in dit kader wordt aangerekend, is het bedrag van de retributie. De dossierkost is verschuldigd door de natuurlijke- of rechtspersoon die de vergunning aanvraagt.
De dossierkosten dienen voorafgaandelijk aan het indienen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning betaald te worden en een bewijs van overschrijving van dit bedrag dient bijgevoegd te worden bij de aanvraag van een omgevingsvergunning.
B. BOUWTAKS
a) BOUWEN, VERBOUWEN EN HERBOUWEN VAN GEBOUWEN
De belasting wordt berekend naar verhouding van het totaal volume van het gebouw of de constructie, met inbegrip van de bruikbare ondergrondse gedeelten, maar met uitsluiting van de eigenlijke grondvesten.
Voor gebouwen of constructies zal voor het vaststellen van het volume uitgedrukt in kubieke meter, gerekend worden met de buitenkant van de muren en de daken.
Voor de tussen de vleugels van een gebouw of constructie volledig ingesloten binnenruimte geldt in het bijzonder dat de luchtruimte uitgedrukt in kubieke meters van de overdekte gedeelten van het gebouw mee in aanmerking genomen wordt als grondslag voor de berekening van de bouwtaks, ongeacht of deze overdekte gedeelten volledig afgesloten zijn. Het volume dat in dit geval in aanmerking genomen wordt om de grondslag van de bouwtaks te bepalen is het volume dat ligt binnen de ruimte die ontstaat wanneer vanaf de dakrand in een rechte lijn aansluiting wordt gemaakt met de effectief gebouwde muren of andere infrastructuur.
Voor gebouwen of constructies met één of meer gemeenschappelijke muren zal de inhoud berekend worden met de afmetingen van de buitenkant van het gebouw of tot in de as(sen) van de gemeenschappelijke muren.
De belasting voor woongebouwen wordt als volgt vastgesteld:
Ingeval van uitbreiding van een gebouw is de belasting enkel voor het nieuw gedeelte verschuldigd.
De belasting voor gebouwen voor overwegend industriële, commerciële, ambachtelijke, sport, vrije tijd of amusementsdoeleinden wordt als volgt vastgesteld:
Voor het slopen van gebouwen of delen van gebouwen, welke niet vallen onder “Hoofdstuk 13 Afbraak” van het “Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is”, zonder de oprichting van nieuwbouw, dient een forfaitaire belasting van €250,00 te worden betaald.
b) WIJZIGEN VAN GEVELS
Bij het wijzigen gevels wordt een forfaitaire belasting aangerekend van 50 euro. Voor het louter (her)schilderen van gevels wordt geen bouwtaks aangerekend.
c) LUIFELS EN OVERKAPPINGEN AAN DE GEVEL
Voor de constructie van luifels en niet-gesloten overkappingen aan de gevel bedraagt de belasting 6 euro per m².
d) OPRICHTEN VAN ZENDANTENNES, PYLONEN EN MASTEN
De belasting voor het oprichten van zendantennes, pylonen en masten bedraagt 32,5 euro/m (hoogte).
e) ZWEMBADEN
De belasting voor het oprichten van zwembaden wordt berekend aan de hand van het volume van het zwembad en bedraagt 3 euro per m³.
f) ROOIEN VAN BOMEN
Voor het rooien van een boom wordt een belasting aangerekend van 50 euro per boom, voor zover voor het rooien een omgevingsvergunning nodig is. Deze is pas verschuldigd 12 maanden nadat de omgevingsvergunning voor het rooien van de bomen werd uitgereikt, tenzij op sluitende wijze (door middel van een vaststelling ter plaatse, aankoopfactuur, foto's,...) kan worden aangetoond dat sinds het rooien van de betrokken boom op hetzelfde perceel een nieuwe boom werd aangeplant.
C. AANSLUITING OP HET OPENBAAR RIOLERINGSNET OF LOZING IN HET OPENBAAR GRACHTENSYSTEEM
De belasting wordt geheven voor de realisatie van de aangevraagde aansluiting op het openbare rioleringsnet of op het openbare grachtensysteem van ofwel een RWA alleen, ofwel een DWA alleen, ofwel RWA en DWA gelijktijdig, op aanvraag van de eigenaar van het goed waarvoor een aansluiting nodig is. De aansluiting gebeurt uitsluitend door een door de gemeente aangeduide aannemer.
De belasting bestaat uit de werkelijke uitvoeringskosten voor het realiseren van de aansluiting, gemaakt door een door de gemeente aangestelde aannemer, ongeacht of de aansluiting gebeurt op een gemengd openbaar rioleringsnet of op een gescheiden openbaar rioleringsstelsel, met of zonder grachten.
De belasting wordt geheven per realisatie van de aangevraagde rioleringsaansluiting van een infrastructuur (woningen, ingedeelde inrichtingen volgens VLAREM ongeacht de klasse, individuele behandelingsinstallatie (IBA), appartementsblok, verkaveling, verharde oppervlakte, garageboxen, e.d.,…).
D. PARKEERPLAATSEN EN FIETSSTALPLAATSEN
Per ontbrekende parkeerplaats op basis van de voorwaarden in de omgevingsgunning is er een belasting van 15.000 euro verschuldigd. Er is eveneens een belasting van 15.000 euro verschuldigd als de bestemming van de parkeerplaats wordt gewijzigd waardoor niet langer voldaan wordt aan de voorwaarden in de omgevingsvergunning.
Per ontbrekende fietsstalplaats op basis van de voorwaarden in de omgevingsvergunning is er een belasting van 750 euro verschuldigd. Er is eveneens een belasting van 750 euro verschuldigd als de bestemming van de fietsstalplaats wordt gewijzigd waardoor niet langer voldaan wordt aan de voorwaarden in de omgevingsvergunning
Voor publiek toegankelijke functies (vb. restaurant, winkel,…) in de onmiddellijke omgeving van een openbare parking wordt de belasting per ontbrekende parkeerplaats vastgesteld op 2.000 euro en per ontbrekende fietsstalplaats op 100 euro als de vergunningverlenende overheid heeft geoordeeld dat een afwijking op de parkeernorm toegestaan kan worden.
Het aantal parkeerplaatsen en fietsstalplaatsen dat voorzien moet worden, wordt berekend op basis van de parkeernormen opgenomen in de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening.
De belasting kan worden teruggevorderd indien binnen de 12 maanden na aflevering van de vergunning waarbij deze belasting werd gevestigd:
De aanvraag tot terugbetaling dient door de belastingplichtige te gebeuren binnen de drie maand nadat de parkeerplaats of fietsstalplaats beschikbaar is. Na schriftelijke melding door de belastingplichtige wordt het voldoen aan de voorwaarden gecontroleerd door het bestuur. Dit ofwel door middel van een visuele controle of door middel van de door de belastingplichtige ter beschikking gestelde documenten (authentieke akte,...).
Indien deze controle positief is, wordt de belasting terugbetaald.
De belasting op parkeerplaatsen of fietsstalplaatsen is niet verschuldigd op plaatsen waar de parkeerplaatsen en/of fietsstalplaatsen niet mogen of kunnen worden voorzien omwille van bepalingen in de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening en/of vigerende wetgeving en de vergunningverlenende overheid heeft geoordeeld dat daardoor een afwijking op de parkeernorm toegestaan kan worden.
§ 2 - WAARBORGEN EN KOSTEN OPENBAAR ONDERZOEK
A. WAARBORGEN
Waarborgen worden gestort onder de vorm van een geblokkeerde spaar- of termijnrekening.
a) Vergunning onder voorwaarden
Bij aflevering van een vergunning onder voorwaarden kan een waarborg gesteld worden. Bedrag en termijn worden door het college van burgemeester en schepenen bepaald in functie van de situatie.
b) Groenscherm
Verschuldigd bedrag bedraagt 2.500 euro.
De waarborg wordt ten laatste teruggegeven 3 jaar na de aanplanting en op verzoek van de eigenaar, na vaststelling van aanplanting en instandhouding.
B. KOSTEN OPENBAAR ONDERZOEK
Indien voor de behandeling van de aanvraag een openbaar onderzoek wordt georganiseerd, worden de gemaakte verzendingskosten aangerekend en afzonderlijk vermeld.
C. KOSTEN ADMINISTRATIEVE LUS
Indien voor de behandeling van de aanvraag een administratieve lus, zoals bepaald onder afdeling 6 artikel 13 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, dient te worden toegepast door toedoen van de aanvrager wordt hiervoor een extra dossierkost van 50,00 euro aangerekend.
§ 3 – Bij toepassing van onderhavig reglement wordt elk gedeelte van een lopende/vierkante/kubieke meter (per te berekenen onderdeel van de belasting) beschouwd als een gehele lopende/vierkante/kubieke meter.
Art. 5. - vrijstelling van belasting
Hierna vermelde vrijstellingen zijn van toepassing op art. 4, §1, punt B en §2, A en B.
Zijn vrijgesteld van de belasting:
A. het bouwen van gebouwen door of op initiatief van:
Indien vermoed kan worden dat het bouwen door en/of het initiatiefrecht van één van de aangehaalde actoren zou zijn ingegeven met als oogmerk de financiële belangen van het gemeentebestuur te schaden, kan deze laatste zich het recht voorbehouden de belasting toch te vestigen ten aanzien van de eigenaar van de grond.
B. De gebouwen die door dezelfde eigenaar worden heropgebouwd na ontploffing, brand, stormschade of andere ongevallen, tenzij het volume vermeerderd wordt. Enkel de eventuele uitbreiding wordt belast.
Art. 6. - gebouwen gedeeltelijk op Grimbergen
Gebouwen opgericht op een grond gedeeltelijk op het grondgebied van Grimbergen en een of meerdere andere gemeenten, worden slechts belast voor de delen van de gebouwen op het grondgebied van Grimbergen.
Art. 7. - wijze van invordering
De belasting wordt contant ingevorderd met afzonderlijke vermelding (indien van toepassing) van:
Art. 8.
Dossierkosten en, desgevallend, kosten voor het openbaar onderzoek dienen betaald te worden, ongeacht een eventuele intrekking van de aanvraag of een eventueel niet gebruiken van de vergunning.
Art. 2.
Dit besluit bekend te maken overeenkomstig de bepalingen van “Afdeling 2. Bekendmaking en inwerkingtreding, Hoofdstuk 1. Akten van het lokaal bestuur, Titel 5. De werking van het lokaal bestuur" DLB.
De gemeenteraad gaat akkoord met notariële ontwerpakte houdende kosteloze grondafstand voor openbaar nut van een strook grond (met een oppervlakte van 375,00 vierkante meter, delen van de percelen kadastraal gekend als 3de afdeling - sectie G - nrs. 154p, 154r en 154s gelegen langs de Hof ter Weerdestraat) naar het openbaar domein.
Artikels 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur (DLB).
/
Op 17 juli 2017 werd door het college van burgemeester en schepenen een vergunning verleend voor het verkavelen van 6 loten - Hof ter Weerdestraat 50a-54b (percelen kadastraal gekend als 3de afdeling - sectie G - nrs. 154p, 154r en 154s).
Overeenkomstig deze verkavelingsvergunning van 17 juli 2017, meer bepaald opgenomen in het advies bij de verkavelingsaanvraag overgemaakt door de gemeentelijke dienst openbare werken, dient de verkavelaar een strook grond (met een oppervlakte van 375,00 vierkante meter) kosteloos af te staan voor opname in het openbaar domein (DOSSIERSTUK 1). Het betreft delen van de percelen kadastraal gekend als 3de afdeling - sectie G - nrs. 154p, 154r en 154s, zoals vermeld op het proces-verbaal van meting van 23 juni 2020 opgemaakt door het studiebureau Meso.
Op 25 januari 2022 werd de notariële ontwerpakte betreffende kosteloze grondafstand voor openbaar nut van een strook grond (met een oppervlakte van 375,00 vierkante meter) naar het openbaar domein, overgemaakt door het notariskantoor Toon BIESEMAN.
Het college van burgemeester en schepenen heeft zich op 28 maart 2022 principieel akkoord verklaard met de notariële ontwerpakte houdende kosteloze grondafstand voor openbaar nut van een strook grond, langs de Hof ter Weerdestraat, naar het openbaar domein.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om akkoord te gaan met de notariële ontwerpakte houdende kosteloze grondafstand voor openbaar nut van een strook grond langs de Hof ter Weerdestraat.
/
/
Artikel 1.
Akkoord te gaan met de notariële ontwerpakte, zoals voorgelegd in zitting van heden als Bijlage 3, houdende kosteloze grondafstand voor openbaar nut van een strook grond (met een oppervlakte van 375,00 vierkante meter, delen van de percelen kadastraal gekend als 3de afdeling - sectie G - nrs. 154p, 154r en 154s gelegen langs de Hof ter Weerdestraat) naar het openbaar domein, opgelegd in verkavelingsaanvraag VA/826/17.
Art. 2.
De algemeen directeur en de gemeenteraadsvoorzitter (of hun gemachtigde vervangers) aan te duiden voor de ondertekening van de akte.
De gemeenteraad aanvaardt het bod ten bedrage van 270.000,00 euro, ingediend tijdens de verkoopprocedure van 7 maart 2022 tot en met 4 april 2022, betreffende verkoop van cafetaria Singel gelegen Singel 55 te 1853 Grimbergen, en ondertekent de verkoopovereenkomst.
De gemeenteraad geeft opdracht aan het notariskantoor om, in uitvoering van de ondertekende verkoopovereenkomst, de notariële ontwerpakte op te maken.
Artikels 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur (DLB).
/
De gemeenteraad heeft zich op 22 april 2021 akkoord verklaard met een verkoop van het pand gelegen Singel 55 te 1853 Grimbergen volgens een transparante verkoopprocedure, met de geschatte waarde van 270.000,00 euro als instelprijs, waarbij het pand zal verkocht worden aan de hoogste bieder onder gesloten envelop.
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 28 februari 2022 beslist om de verkoopprocedure betreffende cafetaria Singel, in navolging van de gemeenteraadsbeslissing van 22 april 2021, op te starten ingaand op 7 maart 2022 en te laten eindigen na 4 weken (op 4 april 2022).
Tijdens deze verkoopprocedure van 7 maart 2022 tot en met 4 april 2022 (om 10 uur) werd één bod ontvangen t.w.v. 270.000,00 euro.
De advocaat van de gemeente heeft op 4 april 2022 bevestigd dat het bod op een regelmatige manier werd ingediend (DOSSIERSTUK 2).
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 11 april 2022 kennis genomen van het bod ten bedrage van 270.000,00 euro tijdens de verkoopprocedure van 7 maart 2022 tot en met 4 april 2022, betreffende verkoop van cafetaria Singel gelegen Singel 55 te 1853 Grimbergen.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om het bod te aanvaarden.
Raadslid Kirsten HOEFS krijgt het woord en stelt dat de fractie CD&V de gekozen procedure betreurt. Het enige lichtpunt is dat de uitbater het pand kan kopen. De fractie zal tegen het voorstel stemmen.
/
/
Artikel 1.
Het bod ten bedrage van 270.000,00 euro tijdens de verkoopprocedure van 7 maart tem. 4 april 2022, betreffende verkoop van cafetaria Singel gelegen Singel 55 te 1853 Grimbergen, te aanvaarden.
Art. 2.
De algemeen directeur en de gemeenteraadsvoorzitter aan te stellen voor de ondertekening van de verkoopovereenkomst, zoals toegevoegd aan de 'informatiebrochure verkoop cafetaria Singel' en in uitvoering van de gemeenteraadsbeslissing van 22 april 2021.
Art. 3.
Opdracht te geven aan het notariskantoor GYPENS tot opmaak van de notariële ontwerpakte en deze nadien ter goedkeuring voor te leggen.
De gemeenteraad keurt de objectieve criteria goed, voor de stemrechtenverdeling van de toekomstige woonmaatschappij van het werkingsgebied Halle/Vilvoorde-Noord en bezorgt een afschrift aan de VMSW.
Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
/
Tegen 1 januari 2023 moeten sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s) en sociale verhuurkantoren (SVK’s) één woonactor vormen met maar één speler per gemeente: de woonmaatschappij.
De Vlaamse Regering heeft op 4 februari 2022 de werkingsgebieden in Vlaanderen definitief vastgelegd. Het werkingsgebied Halle/Vilvoorde-Noord omvat volgende 7 gemeenten: Grimbergen, Kampenhout, Kapelle-op-den-Bos, Londerzeel, Meise, Steenokkerzeel en Zemst. De lokale besturen konden hiervoor tot 31 oktober 2021 een voorstel indienen.
Op maandag 7 februari verstuurde Wonen-Vlaanderen een brief naar alle lokale besturen, met in bijlage de gemotiveerde beslissing van de Vlaamse Regering over het werkingsgebied waartoe ze behoren. In deze brief wordt opgeroepen om een voorstel te doen over de onderlinge verdeling van de stemrechten in het bestuur van de woonmaatschappij.
De brief werd op 14 februari 2022 ontvangen (M2202 1156).
In een volgend besluit moet de Vlaamse Regering de onderlinge stemverhouding vaststellen van de lokale besturen die deel uitmaken van dit werkingsgebied. Dit is vastgelegd in de Vlaamse Codex Wonen van 2021 (artikel 4.39/2 §2), die ook bepaalt dat de gemeenten en OCMW’s die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen en aandeelhouder zijn van die woonmaatschappij, samen altijd over meer dan 50% van het totale aantal stemrechten beschikken die verbonden zijn aan de aandelen.
De onderlinge verdeling van de stemrechten tussen die lokale besturen moet gebeuren op basis van objectieve criteria in functie van het sociaal woonbeleid.
Indien de betrokken gemeenten geen voorstel indienen, zal de Vlaamse Regering een verdeling bepalen op basis van objectieve criteria:
Het besluit voorziet dat de Vlaamse Regering ook rekening kan houden met andere criteria die vermeld zijn in een advies van de gemeenteraad van een of meerdere gemeenten uit het werkingsgebied.
Tijdens de vergadering van 8 maart 2022 gaven de 7 gemeenten die deel uitmaken van het werkingsgebied Halle/Vilvoorde-Noord aan om naast de twee objectieve criteria ook rekening te willen houden met het criterium: een correctie voor kleine gemeenten.
Raadslid Trui OLBRECHTS krijgt het woord en stelt dat het bestuur een halfjaar geleden heeft besloten tot een kleine maatschappij met zeven gemeenten en 1.600 woningen, ondanks het feit dat Providentia en de Gewestelijke Maatschappij bereid waren om samen te werken en zo de kosten konden verdelen over 5.500 woningen. Een van de argumenten was dat Vlaamse besturen kleinere werkingsgebieden wensten. Inmiddels weet zij dat dit in de praktijk vaak niet het geval is. De fractie CD&V zet vraagtekens bij de financiële gevolgen van het oprichten van een kleine woonmaatschappij, zeker nu duidelijk is dat zelfs grotere maatschappijen verlies draaien. In het besluit van destijds stond dat de gemeente de Vlaamse overheid opriep om een overdrachtsregeling uit te werken “waarbij fusie resp. splitsing van de bestaande woonmaatschappij op billijke wijze kan verlopen, zodat nieuwe woonmaatschappijen over de noodzakelijke werkingsmiddelen kunnen beschikken en niet worden opgezadeld met een schuldsituatie die nadeliger is dan de actuele situatie”.
De fractie CD&V hoort graag of het schepencollege inmiddels financiële garanties heeft gekregen en of de situatie niet leidt tot jarenlange stilstand in de sociale woningbouw, omdat er veel tijd gaat zitten in het oprichten van een kleine woonmaatschappij.
Schepen Bart LAEREMANS antwoordt dat het niet de bedoeling is dat alle woningen van Providentia worden overgekocht. Daar hebben de gemeenten geen budget voor en ook de minister heeft uitgesproken dat dit niet de intentie is. Er zal een herverdeling komen via splitsingen en fusies, maar hiervoor liggen er nog verschillende pistes op tafel. Er is echter een positieve wil om samen te werken tussen bestaande woonmaatschappijen en de gemeenten.
Raadslid Trui OLBRECHTS krijgt opnieuw het woord en denkt dat een goede wil tot samenwerking niet voldoende is. Ze vraagt wie er gaat bepalen hoe de werkwijze moet gaan worden. Bepaalt de Vlaamse overheid dat of moeten de woonmaatschappijen dat zelf doen? Volgens haar is er weinig intentie om nieuwe projecten op te starten, omdat veel nog onduidelijk is. Als men zich de komende tijd moet bezighouden met de fusie en overdracht, heeft men geen tijd om nieuwe woningen te bouwen. Ze vraagt welke financiële garanties de gemeente heeft gekregen.
Schepen Bart LAEREMANS benadrukt dat het traject net gestart is. In eerste instantie waren de woonmaatschappijen negatief over de samenwerking, maar inmiddels zijn er verkennende gesprekken gevoerd. Zelf heeft hij gevraagd hoe het gaat met de lopende projecten. Men is absoluut niet terughoudend met het ontwikkelen van nieuwe woningen. Tot aan de zomer zal er veel overlegd worden, zodat er in het najaar een helder beeld is van de situatie.
Raadslid Kirsten HOEFS krijgt het woord en vraagt naar het financiële luik, want dat was de grootste bezorgdheid van de fractie CD&V. Vandaag moet de gemeenteraad spreken over de stemming van aandelen, maar het is volstrekt onduidelijk wat de financiële gevolgen ervan zijn. Ze vraagt of de minister gereageerd heeft op de bezorgdheid over de financiën.
Schepen Bart LAEREMANS repliceert dat het afwachten is hoe de hervorming uitpakt. Het doel is dat de gemeenten meer grip krijgen op het bestuur van de woonmaatschappijen. Hiermee wordt het systeem eenvoudiger en socialer. Het zal erop neerkomen dat de gemeenten 1.700 woningen “erven”, inclusief renovatieplicht, sociale ondersteuning et cetera, en inclusief het personeel. Zelf had hij liever gehad dat Vlaanderen alle nieuwe maatschappijen extra had ondersteund om te herstarten, maar dat is niet gebeurd. De minister heeft duidelijk gemaakt dat het niet de bedoeling is dat de gemeenten er veel geld aan gaan besteden, maar dat het geld moet komen uit de bestaande woonmaatschappijen.
Schepen Philip ROOSEN krijgt het woord en voegt eraan toe dat de gemeente normaliter in september moet weten welke woonmaatschappij in het werkingsgebied gaat werken. Dat zal nu niet haalbaar zijn. Daarom zal verzocht worden om dit met zes maanden uit te stellen. Tegen 2028 moet alles herverkaveld zijn. De minister reikt hiertoe vier scenario’s aan, waaronder het opkopen van aandelen en het opkopen van de woningen, waardoor men van circa 100 naar 42 werkingsgebieden teruggaat, daarbij in acht nemend dat elke woonmaatschappij slechts voor één werkingsgebied kan werken.
Raadslid Kirsten HOEFS krijgt opnieuw het woord en benadrukt dat de fractie CD&V achter het voorstel staat, maar dat de herverkaveling van eigendommen slechts één aspect is van het dossier. Haar bezorgdheid gaat over de vraag hoe de gemeenten de werkingskosten van de woonmaatschappijen gaan dragen. Er zijn momenteel diverse woonmaatschappijen met circa 1.600 woningen die het financieel zeer moeilijk hebben. Ze is heel benieuwd welke oplossingen daarvoor bedacht zijn. Ze vraagt wat de meerwaarde is van de aparte opstelling van de zeven gemeenten. De fractie CD&V had liever gezien dat er met de overige gemeenten uit de regio werd samengewerkt.
Raadslid Jean DEWIT krijgt het woord en verwijst naar 1997/1998 toen het toenmalige gemeentekrediet bepaalde leningen met enorme rendementen aan gemeenten probeerden te slijten. Hij adviseert om eerst goed naar het kostenplaatje te kijken, vooraleer men een bepaalde doelstelling probeert te bereiken.
Schepen Bart LAEREMANS krijg het woord en vindt de redenering van mevrouw HOEFS wat theoretisch. De gemeente heeft echter een rationeel besluit genomen over de samenwerking. Ook elders wilde men graag kleinere samenwerkingen aangaan, zodat de sociale woningbouw weer in handen van de politiek zou komen. Bovendien is er al besloten over de samenwerking tussen de zeven gemeenten, dus dat staat nu niet ter discussie.
Raadslid Isabel GAISBAUER krijgt het woord en heeft begrepen dat twee woonmaatschappijen geen nieuwe projecten meer aannemen, terwijl de herverkaveling nog tot 2028 gaat duren. Ze vraagt wat de impact is op het woonbeleid tot nu toe en voor de komende jaren.
Schepen Bart LAEREMANS antwoordt dat de hervorming inderdaad voor vertraging heeft gezorgd, maar dat de uiteindelijke situatie eenvoudiger en beter zal zijn. Inmiddels hebben de woonmaatschappijen de garantie gegeven dat ze niets on hold zetten en weer vooruitgaan.
Raadslid Trui OLBRECHTS krijgt wederom het woord en hoopt dat de bekommernis van de fractie CD&V in het dossier wordt meegenomen. Ze hoort graag op welke manier de gemeenteraad op de hoogte gehouden wordt van de ontwikkelingen.
Schepen Bart LAEREMANS verklaart dat de verslagen van de vergaderingen ter kennis wordt gebracht aan de gemeenteraad.
/
Artikel 1.
De volgende objectieve criteria, voor de stemrechtenverdeling tussen de betrokken gemeenten in de Algemene Vergadering, goed te keuren:
Art. 2.
Voor te stellen dat een kleine gemeente minder dan 7.500 huishoudens telt en vanaf 7.500 huishoudens er sprake is van een grote gemeente.
Art. 3.
Een afschrift van dit besluit over te maken aan de VMSW via woonmaatschappij@vmsw.be.
De gemeenteraad keurt de aanstelling van de ambtenaren van OVAM als GAS-vaststeller voor zwerfvuil goed, zodat deze ambtenaren kunnen verbaliseren op artikels 9, 13, 294 en 300 van het algemeen politiereglement van 28 januari 2021, laatst gewijzigd in zitting van 27 januari 2022.
Artikel 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie.
Besluit van de gemeenteraad van 28 januari 2021 tot van vaststelling van het politiereglement betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Besluit van de gemeenteraad van 24 februari 2022 inzake "Aanstelling gewestelijke GAS-vaststeller voor zwerfvuil - Aanpassing".
E-mail van 14 juli 2021 van OVAM inzake project handhaving zwerfvuil in Vlaanderen:
Geacht college
De Vlaamse overheid wenst de lokale besturen te ondersteunen in de handhaving op zwerfvuil via de GAS-reglementering.
Bij de OVAM worden gedurende drie jaar 30 handhavers aangeworven die zich uitsluitend zullen bezig houden met het controleren op zwerfvuil. Dit zal gebeuren in samenwerking met de lokale besturen. Als bijlage vindt u een gezamenlijke brief van mevrouw Zuhal Demir, Vlaams minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, VVSG en OVAM met meer uitleg over het project handhaving zwerfvuil.
Wij kijken uit naar een toekomstige samenwerking in kader van dit project.
Met vriendelijke groeten
Danny Wille Adjunct-directeur-generaal OVAM
/
Het project loopt van midden 2021 tot midden 2024.
Werkwijze
De lokale besturen kunnen gratis een beroep doen op het team handhavers zwerfvuil ter ondersteuning van een handhavingsactie inzake zwerfvuil op uw grondgebied. De handhavers zwerfvuil zullen worden aangestuurd vanuit het team terreincontrole bij de afdeling algemene diensten van de OVAM.
Er zal gewerkt worden met een aanvraagformulier via de website van de OVAM. Daarbij kan het lokaal project omschreven worden (doelplaats, geografische afbakening /oppervlakte, evenement, doelgroep, tijdstip, aantal handhavers). Deze lokale projecten worden ingepland naast de overkoepelende projecten op Vlaams niveau.
Via patrouilles op het terrein, ook ’s avonds en in het weekend, zal getracht worden overtreders op heterdaad te betrappen.
In overleg met de lokale besturen kan er een aanpak op maat afgesproken worden. Dit in overleg en in samenwerking met de lokale GAS-vaststellers, de GAS-sanctioneringsambtenaar, de milieudienst en de lokale politie.
De handhavers zwerfvuil worden niet ingezet voor controles op sluikstorten of andere afvalovertredingen (bijvoorbeeld het foutief aanbieden van afval bij huis-aan-huisophaling). Na benoeming tot GAS-vaststeller is het de bedoeling om in de eerste plaats handhavend op te treden via GAS en niet enkel sensibiliserend.
Vóór de start van een samenwerking dienen de handhavers zwerfvuil van OVAM als GAS-vaststeller door de gemeenteraad te worden aangesteld.
De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (GAS) voorziet in artikel 21, §1 2° voor gewestelijke ambtenaren de mogelijkheid om inbreuken vast te stellen die het voorwerp kunnen uitmaken van administratieve sancties.
De intercommunale ambtenaren moeten voldoen aan een aantal minimumvoorwaarden vastgelegd in een Koninklijk Besluit.
Deze voorwaarden zijn de volgende:
tenminste 18 jaar oud zijn;
niet veroordeeld zijn geweest tot een correctionele of criminele straf behoudens veroordelingen wegens inbreuken op de wetgeving betreffende de politie over het wegverkeer;
minstens beschikken over een getuigschrift van het secundair onderwijs en
voldoen aan de voorwaarden inzake opleiding.
Het gaat om een 40 uur durende opleiding die vier verschillende onderdelen omvat:
de wetgeving met betrekking tot de gemeentelijke administratieve sancties;
conflictbeheersing + positieve conflictbeheersing met minderjarigen;
het vaststellen van de overtredingen en de redactie van de vaststelling en
de werkingsbeginselen van de politiediensten. Van alle gedoceerde onderdelen wordt een examen afgenomen. De kandidaat is geslaagd indien hij voor elk onderdeel minimum 50% van de punten heeft behaald en minimum 60% van de punten heeft behaald voor het totaal van alle onderdelen.
Gezien de ambtenaren voldoen aan de minimumvoorwaarden vastgelegd in het Koninklijk Besluit van 21 december 2013, kunnen zij door de gemeenteraad worden aangesteld om inbreuken vast te stellen die aanleiding kunnen geven tot het opleggen van een gemeentelijke administratieve sanctie.
Alle betrokken personen voldoen aan alle vier de voorwaarden en kunnen dus aangesteld worden als GAS-vaststeller. Na hun aanstelling als GAS-vaststeller kunnen betrokkenen vaststellingen doen in het kader van de opdracht rond het handhaven van de regels in het politiereglement inzake zwerfvuil.
Raadslid Eddie BOELENS krijgt het woord en veronderstelt dat het gaat om mensen die bij OVAM werken en voor het gewest verantwoordelijk zijn voor de GAS-vaststellingen. Hij vraagt of die mensen voor het gewest gaan werken of specifiek voor de regio. Daaraan gekoppeld hoort hij graag hoe de coördinatie van de verschillende GAS-vaststellers gaat verlopen en wie verantwoordelijk wordt voor het opleggen van GAS-boetes.
Schepen Chantal LAUWERS antwoordt dat de GAS-vaststellers voor het hele gewest werken. De coördinatie gebeurt vanuit de dienst Handhaving.
Raadslid Eddie BOELENS krijgt het woord en vraagt of het overzichtelijk is, hoe de taakverdeling zal zijn en hoe alle vaststellingen op elkaar worden afgestemd.
Schepen Chantal LAUWERS verklaart dat de OVAM-handhavers op afroep worden ingezet, met name bij grote evenementen. Bij het eerstvolgende evenement, de kermis, zal de gemeente eerst gaan sensibiliseren en nog niet handhaven, zoals de OVAM-medewerkers doen. De eigen handhavers zullen rondlopen om toezicht te houden. De taken zijn duidelijk gedefinieerd en de dienst Handhaving gaat toezien op de uitvoering.
Raadslid Gerlant VAN BERLAER krijt het woord en vraagt wat de gewestelijke GAS-vaststellers precies gaan doen. Ze zouden beboeten op zwerfvuil als mensen op heterdaad betrapt worden. Ze worden echter niet ingezet voor controles op sluikstort en andere afvalovertredingen. Het is hem niet duidelijk wat ze nu precies gaan doen.
Schepen Chantal LAUWERS repliceert dat zwerfvuil bijvoorbeeld iemand die een peuk of een plastic beker op de grond gooit, is. Daar gaan deze GAS-vaststellers op handhaven, met name op grote evenementen.
Om de continuïteit van de GAS-dienstverlening te blijven garanderen, voorziet OVAM een team van handhavers (30 GAS-vaststellers) ter ondersteuning van de Vlaamse lokale besturen. Deze handhavers zijn gestaag de vereiste opleiding aan het volgen zodat zij nadien kunnen worden aangesteld door de lokale besturen. Mark DENEYER, Kilian VAN HERBRUGGEN en Bram JORDENS vervoegen het team van handhavers.
Enig artikel.
De aanstelling van:
ambtenaren van OVAM, als GAS-vaststeller goed te keuren en akkoord te gaan dat zij kunnen verbaliseren op artikels 9, 13, 294 en 300 van het algemeen politiereglement van 28 januari 2021, laatst gewijzigd in zitting van 27 januari 2022.
De gemeenteraad keurt het aangepaste huishoudelijk reglement speelpleinwerking goed.
Artikel 56 van het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Geen advies ontvangen
Geen advies ontvangen.
Hey xxx,
Dag xxx
Wij zijn het huishoudelijk reglement van het speelplein aan het herwerken.
Ik wou eens even bij jou checken waarvoor animatoren en kinderen op het speelplein verzekerd en zijn waarvoor ze hun eigen verzekering moeten aanspreken.
Bedankt om hierover bij ons advies in te winnen.
Ziekte en ongevallen, ook op de heen- en terugweg, dienen binnen de 24 uur gemeld te worden bij de dienst Vrije Tijd.
De aangifteformulieren voor de ongevallenverzekering dienen zo snel mogelijk afgehaald te worden bij een medewerken van de dienst Vrije Tijd (op het gemeentehuis of op het speelplein).
--> Geldt dit alleen voor animatoren of ook voor de kinderen?
De kinderen op het speelplein vallen onder de (school) polis van Ethias voor Lichamelijke Ongevallen.
De animatoren vallen onder de polis Arbeidsongevallen van AXA, omdat zij in dienst zijn van de gemeente Grimbergen.
Formulieren voor de aangiftes in bijlage, best altijd een exemplaar op de administratie bij het speelplein aanwezig.
Behoudens de gevallen gedekt door de verzekeringspolis, afgesloten door het gemeentebestuur, is elke gebruiker burgerlijk verantwoordelijk voor de ongevallen alsook voor de eventuele schade die hij zou kunnen veroorzaken.
--> Zou je dit kunne specificeren aub? Indien het niet door onze verzekeringspolis wordt gedekt moeten ouders hun familiale verzekering aanspreken?
Ja, als een kindje op het speelplein schade aanricht aan een eigendom van de gemeente of een ander kind kan hiervoor het kindje mogelijk aansprakelijk gesteld worden en loopt dit via de familiale verzekering van het kindje die de schade veroorzaakt heeft.
De gemeenteraad keurde op 27 januari 2022 de derde aanpassing van het meerjarenplan 2020 - 2025 goed.
In het meerjarenplan werd o.a. beslist om:
Gelijkertijd worden er nog enkele andere noodzakelijke aanpassingen voorgesteld in het huishoudelijk reglement die aansluiten bij de huidige werking van het speelplein.
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.
Raadslid Gerlant VAN BERLAER krijgt het woord en zal tegen de aanpassing van het huishoudelijk reglement speelpleinwerking stemmen. Het reglement is destijds goedgekeurd met tegenstem van zijn fractie. Sinds 2010 is er diverse malen bezuinigd op maaltijden en tussendoortjes, busverbindingen en activiteiten. Nu vallen er opnieuw busverbindingen weg, waardoor het moeilijker is om van de voorziening gebruik te maken, terwijl de dagprijs verhoogd wordt. Hij vraagt waarom ervoor gekozen is om de prijzen te verhogen, omdat de groep die er gebruik van maakt, juist de groep is die een dergelijke verhoging niet aankan. Overigens mist hij in het voorstel de motivatie voor de bezuiniging.
Schepen Tom GAUDAEN krijgt het woord en stelt dat er slechts sprake is van een gedeeltelijke inflatiecorrectie. De busverbindingen die geschrapt worden, worden door weinigen gebruikt, terwijl andere buslijnen, bijvoorbeeld uit Strombeek, veel drukker zijn.
Raadslid Gerlant VAN BERLAER krijgt opnieuw het woord en stelt dat de gemeente ook kan besluiten om het tarief van bepaalde voorzieningen niet te verhogen. Verder merkt hij op dat nooit duidelijk zal zijn of er vraag is aan speelpleinwerking als er geen busverbinding meer is, tenzij er voor die gebruikers een andere oplossing wordt bedacht. Het zou de gemeente sieren om iets extra te doen voor de meest kwetsbaren.
Schepen Tom GAUDAEN merkt op dat voor de meest kwetsbaren de vrijetijdspas beschikbaar blijft.
Raadslid Kirsten HOEFS krijgt het woord en stelt vast dat dit opnieuw een belastingverhoging is die jonge gezinnen treft. Iedereen wil een gemeente waar veel jonge gezinnen zich thuis voelen, maar met dit soort maatregelen wordt dat niet bereikt.
Raadslid Eddie BOELENS krijgt het woord en sluit zich aan bij de bezorgdheden die eerder zijn geuit. Kinderen die naar de speelpleinen gaan, krijgen meestal niet de kans om op vakantie of zomerkamp te gaan. Voor hen maakt die euro zeker een verschil. Volgens het voorstel kunnen maximaal tien gezinnen een korting krijgen van 50%. Hij vraagt welke criteria worden gehanteerd om gezinnen te selecteren als meer dan tien gezinnen zich aanmelden.
Schepen Tom GAUDAEN antwoordt dat hij niet weet hoe de selectie verloopt, maar dat de kortingsregel geen wijziging is ten opzichte van de vorige legislatuur.
Raadslid Eddie BOELENS verklaart dat hij overweegt om een amendement in te dienen om het maximumaantal uit het reglement te halen.
Raadslid Katrien LE ROY krijgt het woord en vraagt waarom er een grens wordt gesteld aan het aantal mensen dat korting krijgt.
Schepen Tom GAUDAEN stelt voor om het voorstel ongewijzigd ter stemming voor te leggen.
Raadslid Linda DE PREE krijgt het woord en vraagt of het soms voorkomt dat er meer dan tien gezinnen gebruik willen maken van de korting, waardoor er kinderen buiten de boot vallen.
Schepen Tom GAUDAEN antwoordt dat hij dat niet weet, maar afgaat op de informatie van de diensten. Hij blijft achter het standpunt staan om tot tien aanvragen korting te geven.
Raadslid Linda DE PREE krijgt opnieuw het woord en vraagt om de gegevens op te leveren van kinderen die recht hebben op het sociaal tarief, maar toch de volledige kosten moeten betalen.
Schepen Tom GAUDAEN repliceert dat hij deze informatie zal bezorgen aan de raadsleden.
Raadslid Jean DEWIT krijgt het woord en vraagt wat de financiële impact zou zijn als de beperking van tien aanvragen uit het voorstel wordt geschrapt.
Raadslid Eddie BOELENS krijgt wederom het woord en voegt eraan toe dat de impact nooit meer kan zijn dan enkele honderden euro’s. Hij zou graag de mensen die de middelen niet hebben een kans geven om hun kinderen naar het speelplein te sturen. Hij stelt voor het voorstel te amenderen door de zin te schrappen dat maximaal tien gezinnen gebruik kunnen maken van een korting.
Raadslid Gerlant VAN BERLAER krijgt het woord en berekent dat het de gemeente € 8.000 kost als aan alle kinderen een korting van 50% wordt toegekend. In de praktijk gaat het dus nog om een veel kleiner bedrag.
Voorzitter Peter PLESSERS sluit het debat en stelt voor het amendement ter stemming voor te leggen.
Raadslid Trui OLBRECHTS krijgt het woord en vindt het onverstandig om te gaan stemmen als niet duidelijk is om hoeveel geld het gaat. Ze stelt voor om eerst te informeren of en hoeveel kinderen er geweigerd zijn, of dat de regel in de praktijk niet gebruikt wordt en de stemming over het voorstel te verdagen tot de informatie beschikbaar is.
Raadslid Kirsten HOEFS krijgt tot slot het woord en vraagt om het punt te verdagen en hierover te stemmen.
Voorzitter Peter PLESSERS legt het voorstel tot verdagen ingediend door raadslid Kirsten HOEFS ter stemming voor:
Met 15 stemmen voor (Eddie BOELENS, Caroline DENIL, Linda DE PREE, Jelle DE WILDE, Jean DEWIT, Isabel GAISBAUER, Kirsten HOEFS, Katrien LE ROY, Karima MOKHTAR, Trui OLBRECHTS, Katleen ORINX, Vincent VAN ACHTER, Gerlant VAN BERLAER, Bart VAN HUMBEECK, Patrick VERTONGEN), 17 stemmen tegen (Chris SELLESLAGH, William DE BOECK, Tom GAUDAEN, Bart LAEREMANS, Chantal LAUWERS, Philip ROOSEN, Karlijne VAN BREE, Jean-Paul WINDELEN, Manon BAS, Gilbert GOOSSENS, Brigitte JANSSENS, Peter PLESSERS, Luk RAEKELBOOM, Patricia SEGERS, Rudi VAN HOVE, Yves VERBERCK, Karin VERTONGEN)
Het voorstel wordt verworpen.
/
Ingediend door raadslid Eddie BOELENS voor de fractie Groen:
Artikel 7 aan te passen als volgt:
Gezinnen die zich in een financieel zwakkere situatie bevinden, kunnen genieten van 50% korting op de dagprijs. Deze gezinnen worden doorverwezen via zogenaamde "sleutelfiguren" (oa huisartsen, politie, Sociaal Huis, Onthaalgroep Vluchtelingen Grimbergen en de scholen).
Met 15 stemmen voor (Eddie BOELENS, Caroline DENIL, Linda DE PREE, Jelle DE WILDE, Jean DEWIT, Isabel GAISBAUER, Kirsten HOEFS, Katrien LE ROY, Karima MOKHTAR, Trui OLBRECHTS, Katleen ORINX, Vincent VAN ACHTER, Gerlant VAN BERLAER, Bart VAN HUMBEECK, Patrick VERTONGEN), 17 stemmen tegen (Chris SELLESLAGH, William DE BOECK, Tom GAUDAEN, Bart LAEREMANS, Chantal LAUWERS, Philip ROOSEN, Karlijne VAN BREE, Jean-Paul WINDELEN, Manon BAS, Gilbert GOOSSENS, Brigitte JANSSENS, Peter PLESSERS, Luk RAEKELBOOM, Patricia SEGERS, Rudi VAN HOVE, Yves VERBERCK, Karin VERTONGEN)
Het amendement wordt verworpen.
Enig artikel.
Onderstaand huishoudelijk reglement met ingang van de speelpleinwerking zomer 2022 goed te keuren:
Huishoudelijk reglement gemeentelijke speelpleinwerking De Piereman
Art. 1. Inrichtende macht
De verantwoordelijkheid voor de werking ligt bij de dienst Vrije Tijd.
Gemeentebestuur Grimbergen
Dienst Vrije Tijd
Prinsenstraat 3
1850 Grimbergen
Contact: piereman@grimbergen.be
02 260 12 66
0478 82 92 08 (tijdens speelpleinwerking)
Art. 2. Werkingsperiode
Er wordt een werking opgezet tijdens de paas- en zomervakantie.
Tijdens de paasvakantie wordt er elke weekdag speelpleinwerking georganiseerd met uitzondering van paasmaandag.
Tijdens de zomervakantie wordt er gedurende minimaal 7 weken speelpleinwerking georganiseerd m.u.v. feestdagen (11 juli, 21 juli en 15 augustus).
De effectieve werkingsperiode voor de zomerspeelpleinwerking wordt jaarlijks vastgelegd door het college van burgemeester en schepenen, in samenspraak met de directeur van de gemeentelijke basisschool Mozaïek en de stuurgroep van het speelplein.
Een speelpleindag loopt van 7.30 tot 18 uur.
Art. 3. Deelnemers
Kinderen kunnen ingeschreven worden voor deelname aan de speelpleinwerking indien ze kleuter- of lager onderwijs volgen EN aan één van volgende voorwaarden voldoen:
Tijdens de zomervakantie wordt een inclusiewerking georganiseerd voor kinderen met een beperking. Er kunnen slechts 10 kinderen per werkingsperiode van 2 weken deelnemen aan de inclusiewerking.
Voor de deelnemers aan de inclusiewerking gelden de hierboven opgesomde deelnemingsvoorwaarden niet. Ook de broers/zussen van de kinderen uit de inclusiewerking kunnen deelnemen aan de speelpleinwerking zolang ze kleuter- of lager onderwijs volgen.
Kinderen met een beperking hebben voor hun eerste speelpleindeelname een gesprek met hun (persoonlijke) animator en de ouders. Dit in nauw overleg met de dienst Vrije Tijd.
De leeftijd van de kinderen die deelnemen aan de inclusiewerking is beperkt tot het jaar waarin ze 14 jaar worden.
Art. 4. Inschrijvingsprocedure
De kinderen zijn verplicht zich vooraf online in te schrijven en de nodige bijdrage te betalen. Kinderen kunnen ingeschreven worden binnen een vooraf bepaalde periode die gecommuniceerd wordt via o.a. de Grimbergse scholen en de gemeentelijke website.
De exacte datum van het einde van elke inschrijvingsperiode wordt telkens in de folder vermeld. Omwille van de beperkte periode tussen het afsluiten van de inschrijvingsperiode en de effectieve start van de speelpleinwerking kunnen de animatoren reeds aangesteld worden vooraleer het aantal inschrijvingen definitief bekend is. Het aantal animatoren zal bepaald worden op basis van het maximaal aantal toegelaten kinderen (voor de zomervakantie) of 70% daarvan (voor de paasvakantie).
Er geldt een inschrijvingsstop op 265 kinderen per dag. Dit dagtotaal wordt verder opgesplitst in maximum aantallen per leeftijdsgroep.
Er blijft een mogelijkheid bestaan om de maximale dagaantallen per groep te overschrijden met 10% om ervoor te zorgen dat alle kinderen van eenzelfde gezin op dezelfde dagen naar het speelplein kunnen komen. Er kan ook enige flexibiliteit aan de dag gelegd worden gedurende de inschrijvingsperiode wanneer opgemerkt wordt dat er voor sommige groepen nog veel vrije plaatsen zijn en voor andere het aantal beschikbare plaatsen reeds overschreden is. Deze flexibiliteit in maximumaantal inschrijvingen per groep mag in geen geval tot gevolg hebben dat het maximum dagtotaal van 265 kinderen wordt overschreden.
Elk kind mag maximaal 20 dagen inschrijven voor de zomervakantie. Hierop kan enkel een uitzondering toegestaan worden voor kinderen die worden aangedragen door sleutelfiguren (zie artikel 7) en op voorwaarde dat deze sleutelfiguren oordelen dat een langere periode op het speelplein aangewezen is in het belang van het kind.
In de paasvakantie wordt er geen maximum aantal speelpleindagen per kind opgelegd.
Art. 5. Locatie
De speelpleinwerking wordt georganiseerd in de gemeentelijke basisschool Mozaïek te Humbeek.
Adres: Nachtegaallaan 5 – 1851 Humbeek.
Art. 6. Busvervoer
Er wordt busvervoer georganiseerd om de kinderen uit de deelgemeente Strombeek-Bever op te halen en terug te brengen. Een busrit (ochtend of avond) dient op voorhand gereserveerd te worden en betaald bij inschrijving.
‘s Ochtends vertrekt de bus stipt om 8u. aan de halte.
‘s Avonds komt de bus aan om 16.30u. Kinderen die niet op tijd worden opgehaald, zullen terug meerijden naar het speelplein en moeten daar worden opgehaald.
Art. 7. Deelnemersbijdrage/tarieven
|
|
Kinderen
|
Kinderen die school lopen in Grimbergen, maar die niet in onder 1 van de hiernaast vermelde categorieën vallen. |
|
Dagprijs |
€8 |
€11
|
|
Dagprijs voor een kind uit een eenoudergezin of groot gezin*
|
€7 |
€10 |
|
Busrit
|
€1 |
€1 |
* Een groot gezin is een gezin met minstens 3 kinderen onder de 18 jaar.
Per werkingsperiode van 2 weken kunnen maximaal 10 gezinnen die zich in een financieel zwakkere situatie bevinden, genieten van een korting van 50% op de dagprijs. Deze gezinnen worden doorverwezen via zogenaamde “sleutelfiguren” (o.a. huisartsen, politie, Sociaal Huis, Onthaalgroep Vluchtelingen Grimbergen en de scholen).
Een extra kost kan aangerekend worden wanneer kinderen laattijdig (na 18u) worden opgehaald op het speelplein. Hiervoor zal een bedrag van €10 per half uur worden aangerekend via factuur. Herhaaldelijk laattijdig ophalen kan een uitsluiting voor een volgende inschrijvingsperiode tot gevolg hebben.
Art. 8. Materiaal
Het speelmateriaal is en blijft eigendom van het gemeentebestuur. Iedere deelnemer en animator zal er zorg voor dragen dat het speelmateriaal in degelijke staat blijft.
Behoudens de gevallen gedekt door de verzekeringspolis, afgesloten door het gemeentebestuur, is elke gebruiker burgerlijk verantwoordelijk voor de ongevallen alsook voor de eventuele schade die hij zou kunnen veroorzaken (familiale verzekering).
Het gemeentebestuur is niet verantwoordelijk voor kostbaar materiaal dat wordt meegebracht door de deelnemers. Deelnemers nemen dit op eigen risico mee naar het speelplein.
Verloren voorwerpen worden bijgehouden tot 1 maand na het einde van de speelpleinwerking. Daarna worden ze geschonken aan een goed doel.
Art. 9. Ziekte, ongevallen en verzekering
Art. 10 Annulatievoorwaarden
Een of meerdere speelpleindagen kosteloos annuleren is mogelijk tot 10 werkdagen voor de desbetreffende speelpleindag. Deze annulatie moet via mail gebeuren naar piereman@grimbergen.be. Telefonische annulaties worden niet aanvaard. De terugbetaling hiervan zal na afloop van de speelpleinperiode gebeuren.
Wanneer een inschrijving niet of te laat wordt geannuleerd, zal deze speelpleindag betaald moeten worden.
Art. 11 Taalgebruik
Op het speelplein en voor alle communicatie is de voertaal Nederlands.
Art. 12 GDPR
Voor het nemen en/of publiceren van foto’s wordt schriftelijke toestemming van de ouders gevraagd. Via het inschrijvingsprogramma kan dit op elk moment gewijzigd worden.
De privacyverklaring van het gemeentebestuur is ook van toepassing op dit reglement: https://www.grimbergen.be/privacyverklaring.
Art. 13. Naleving van het huishoudelijk reglement
Bij niet naleving van onderhavig reglement mag de dienst Vrije Tijd iedere overtreder de toegang tot het speelplein ontzeggen.
Alle betwistingen aangaande het huishoudelijk reglement, de overeenkomst en de werking van het speelplein kunnen gemaild worden naar gemeentebestuur@grimbergen.be en zullen voorgelegd worden aan het college van burgemeester en schepenen. Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor alle zaken aangaande de gemeentelijke speelpleinwerking en hun beslissing is bindend.
Een kind of animator kan geweigerd worden op het speelplein als:
Hierbij nemen wij de volgende procedure in acht
bij kinderen of minderjarige animatoren (-18 jaar):
bij animatoren +18jaar:
Indien er geen gevolg aan gegeven wordt, zal de speelpleinwerking voor dat kind/die animator met onmiddellijke ingang beëindigd worden.
Klachten kunnen online gemeld worden via www.grimbergen.be/klachten.
De gemeenteraad keurt de overeenkomst tussen de Kruispuntbank Sociale Zekerheid en de Gemeente Grimbergen, toegevoegd als bijlage bij het besluit, goed.
Artikel 40 Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
In het kader van de samenwerking met de Kruispuntbank Sociale Zekerheid (KSZ) voor het automatiseren van de toekenning van een sociaal tarief voor de voor- en naschoolse opvang in de Grimbergse basisscholen, stelde de KSZ een overeenkomst op. Deze overeenkomst werd door hen reeds ondertekend en is terug te vinden in bijlage 1.
De KSZ vraagt aan de gemeenteraad om hiervan kennis te nemen en deze overeenkomst na goedkeuring te ondertekenen.
Raadslid Trui OLBRECHTS krijgt het woord en heeft begrepen dat de gemeente potentiële genieters van het sociaal tarief doorgeeft aan de KSZ, die vervolgens controleert of zij in aanmerking komen. Ze vraagt hoe dat in de praktijk gaat werken.
Schepen Karlijne VAN BREE antwoordt dat de KSZ aanvragen in zijn databank checkt en vervolgens doorgeeft aan de gemeente. Vervolgens is de gemeente de spilfiguur in het verwerken van de gegevens en de bepaling of mensen al dan niet voor het sociale tarief in aanmerking komt. Vanaf september wordt dit de werkwijze. Hoe het in de praktijk gaat lopen, is nog even afwachten.
Raadslid Trui OLBRECHTS krijgt opnieuw het woord en dacht dat de buitenschoolse kinderopvang was uitbesteed aan 3Wplus, inclusief volledige ontzorging van de gemeente. Ze vraagt of alleen de gemeente in staat is om de gegevens aan KSZ te verstrekken en weer terug te krijgen, of dat 3Wplus hier een rol in kan spelen.
Schepen Karlijne VAN BREE repliceert dat de gemeente nog onderzoekt of dit mogelijk is. De Kruispuntbank wil echter per se een overeenkomst sluiten met de gemeente.
Raadslid Trui OLBRECHTS denkt dat mensen per kwartaal hun financiële gegevens moeten doorgeven, dus het vraagt redelijk wat opvolging van de gemeente, dan wel van 3Wplus.
Schepen Karlijne VAN BREE erkent dat het extra werk genereert, maar de vraag is of de gemeente dit wil doen en aandacht wil schenken aan het sociale tarief. Hoe meer aandacht het krijgt, hoe meer tijd het vraagt.
Raadslid Isabel GAISBAUER krijgt het woord en is benieuwd hoeveel extra mensen bereikt zullen worden die het sociale tarief krijgen. Ze dankt de schepen voor de constructieve aanpak.
Raadslid Bart VAN HUMBEECK krijgt het woord en veronderstelt dat 3Wplus de gegevens moet overmaken aan de gemeente, om ze vervolgens aan KSZ door te geven. Vanuit KSZ komt het weer terug bij de gemeente en vervolgens bij 3Wplus die de facturatie verzorgt.
Schepen Karlijne VAN BREE bevestigt dat dit de werkwijze is.
/
Artikel 1.
Kennis te nemen van de overeenkomst tussen de Kruispuntbank Sociale Zekerheid en de Gemeente Grimbergen, toegevoegd als bijlage 1 bij dit besluit en deze goed te keuren.
Art. 2.
Opdracht te geven aan de burgemeester en de algemeen directeur, of hun gemachtigde vervangers, om de overeenkomst te ondertekenen.
De gemeenteraad keurt de wijzigingen aan de aanwervings- en bevorderingsprocedure directeur basisonderwijs goed.
Artikel 40 Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (DLB).
Overleg met ABOC/HOC op 21 april 2022.
Protocol vakorganisaties:
Het college van burgemeester en schepenen keurde op 17 januari het ontslag op eigen vraag van mevrouw Myriam EYNIKEL, voormalig directeur van GBS 't Mierken in Beigem, goed. De laatste werkdag van mevrouw EYNIKEL was 31 januari 2022.
In het kader van de aanwerving van een nieuwe directeur voor GBS 't Mierken werd de selectieprocedure voor directeur basisonderwijs herwerkt. Hieronder zijn de toegevoegde artikels terug te vinden, net zoals de aanpassingen (in het geel). De volledige en aangepaste procedure is in bijlage toegevoegd (dossierstuk 6).
Art. 2. (toegevoegd artikel)
Kandidaten worden uit de werkingsreserve geschrapt indien zij:
Binnen de tien werkdagen na de melding van de schrapping kan de kandidaat die uit de wervingsreserve wordt geschrapt bij het college van burgemeester en schepenen gemotiveerd beroep aantekenen. Het college van burgemeester en schepenen kan zijn beslissing tot schrapping al dan niet handhaven..
Art. 3.
De kandidaten moeten voldoen aan de minimale voorwaarden die voor het begeven van het ambt zijn vastgesteld door de Vlaamse Overheid. Aanvullend moeten zij:
Art. 4.
§1. Het college van burgemeester en schepenen legt het specifieke programma van het aanwervings- en bevorderingsexamen en de quotering vast. Dit programma omvat minimaal de volgende delen en onderdelen:
- Schriftelijk gedeelte [...]
- pedagogische proef: peilen naar kennis van de kandidaat voor wat betreft de situering van het gesubsidieerd basisonderwijs in het brede kader van het onderwijslandschap of omtrent een of andere onderwijskundige problematiek. Tijdens de mondelinge proef wordt een voorbereide toelichting van de kandidaat verwacht over dit onderwerp in de vorm van een presentatie.
- [...]
§2. Om te slagen in het examen moet de kandidaten voor elk onderdeel van het schriftelijk gedeelte en voor het mondeling gedeelte minstens 50% van de punten behalen.
[...] Zowel kandidaten met vermelding "geschikt" als met vermelding "niet geschikt" in het psychosociaal-technisch gedeelte worden toegelaten tot het mondeling gedeelte. Het resultaat van de psychosociaal-technische proef is niet bindend maar indicatief.
Art. 5.
De examenjury belast met afnemen van het schriftelijk en mondeling gedeelte van het aanwerings- en bevorderingsexamen wordt als volgt samengesteld:
Art. 6.
De aanstelling in het ambt van directeur gebeurt steeds als tijdelijke titularis op proef. De duur van de proefperiode bedraagt maximaal 24 maanden.
Art. 7.
De aangestelde directeur moet voor het einde van de eerste 12 maanden van de proefperiode een beleidsplan ter kennisname voorleggen aan het college van burgemeester en schepenen.
Art. 8. (toegevoegd artikel)
Zowel de data van de tussentijdse- als die van de eindevaluatie van de proefperiode worden aan het begin van de aanstelling in samenspraak tussen de directeur en de evaluator vastgelegd. De evaluator van de proefperiode is dezelfde als de evaluator die werd aangeduid binnen de evaluatieprocedure van de gemeentelijke basisscholen en kan bijgestaan worden door een adviseur van OVSG voor de evaluatie van pedagogische en didactische domeinen.
Art. 9. (toegevoegd artikel)
§1. Tussen de bekendmaking van een vacature en de uiterste datum voor de indiening van de kandidaturen, verlopen minstens veertien kalenderdagen. De dag van de bekendmaking van de vacature is niet in de termijn inbegrepen, de uiterste datum van indiening van de kandidaturen wel. Als de uiterste datum op een zaterdag, zondag of feestdag valt, wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag.
§2. De datum van de verzending, hetzij per post hetzij per mail, van de kandidatuur wordt beschouwd als de datum waarop de kandidatuur is ingediend. Indien de kandidatuur wordt afgegeven, dan geldt de datum van afgifte.
§3. Op de uiterste datum van de kandidaatstelling wordt de vacature afgesloten. Een te laat ingediende kandidatuur wordt enkel aanvaard voor zover de voortgang van de selectieprocedure niet in het gedrang komt.
Art. 10. (toegevoegd artikel)
§1. De externe bekendmaking gebeurt via de meest geschikte communicatiekanalen en dient minimaal gepubliceerd te worden op de website van de Gemeente Grimbergen en VDAB. De vacature wordt ook intern bekendgemaakt.
§2. Het vacaturebericht omvat ten minste:
Voormalig artikel 8 met betrekking tot vrijstellingen voor kandidaten die eerder deelnamen aan de selectieprocedure, werd geschrapt. Het volledige geschrapte artikel is terug te vinden in bijlage 2 - Besluit van de Gemeenteraad van donderdag 24 januari 2019.
/
Artikel 1.
De wijzigingen, zoals hierboven in het besluit beschreven, met onmiddellijke ingang door te voeren in de aanwervings- en bevorderingsprocedure voor directeur basisonderwijs, vastgesteld in de gemeenteraadszitting van 25 februari 2016 en laatst gewijzigd op 24 januari 2019.
Art. 2.
De selectieprocedure directeur basisonderwijs goed te keuren.
De gemeenteraad neemt kennis van het toegevoegd punt "SAVE (Samen Actief voor VEilig verkeer)- charter voor steden en gemeenten", ingediend door raadslid Katrien LE ROY, als bijlage bij het besluit gevoegd, en verwijst voor de bespreking en beraadslaging ervan naar het zittingsverslag, oftewel de audio-opname, te vinden op de gemeentelijke website.
De gemeenteraad verwerpt het voorstel.
§ 1. Onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2.
§ 2. De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.
§ 3. De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.
Een afschrift van elk reglement waarin een strafbepaling of een administratieve sanctie wordt opgenomen, wordt dadelijk verzonden aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank.
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
1° de aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden, vermeld in afdeling 1 en 2 van dit hoofdstuk.
Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda toevoegen. De gemeenteraadsleden bezorgen daarvoor hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de gemeenteraad.
Een lid van het college van burgemeester en schepenen kan niet gebruikmaken van de mogelijkheid, vermeld in het eerste lid.
De algemeen directeur deelt de aanvullende agendapunten zoals vastgesteld door de voorzitter van de gemeenteraad onmiddellijk mee aan de gemeenteraadsleden, samen met de bijbehorende toegelichte voorstellen.
De notulen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat is gegeven aan de punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen. Ze maken melding van alle beslissingen en het resultaat van de stemmingen. Behalve bij geheime stemming, vermelden de notulen hoe elk lid gestemd heeft. Van die laatste verplichting kan worden afgeweken voor beslissingen die genomen zijn met unanimiteit.
De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden. De gemeenteraad kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.
Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 28 in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.
(...)
/
Gemeenteraadsleden kunnen punten toevoegen aan de agenda van de gemeenteraad en daarbij moties of voorstellen indienen die men ter stemming wil voor leggen.
De bespreking en beraadslaging van de ingediende motie of voorstel wordt opgenomen in het zittingsverslag, zijnde de audio-opname, te vinden op de gemeentelijke website.
De uitslag van de stemming wordt opgenomen in de notulen van deze zitting.
Raadslid Katrien LE ROY krijgt het woord en stelt dat er de afgelopen weken bijna dagelijks verkeersongelukken zijn geweest waarbij kinderen betrokken waren. De vzw Ouders van verongelukte kinderen wil de gemeente actief betrekken in het bereiken van meer verkeersveiligheid met het SAVE-charter. Het charter is een aansporing om een beter en veiliger mobiliteitsbeleid te voeren. Het SAVE-charter kent zeven doelstellingen die een grotere verkeersveiligheid beogen voor alle weggebruikers. Met de ondertekening van het charter verklaart het gemeentebestuur zich bereid om een globaal en gecoördineerd beleid te ontwikkelen, waarmee alle weggebruikes beter beschermd worden. Het is een onderdeel om te komen tot het SAVE-label voor steden en gemeenten.
De fractie Groen stelt voor om onderstaand punt ter stemming voor te leggen aan de gemeenteraad:
De gemeenteraad draagt het schepencollege op om in het kader van de ontwikkeling van het gemeentelijk mobiliteitsplan zich te engageren om het SAVE-charter voor steden en gemeenten te ondertekenen.
Schepen Philip ROOSEN krijgt het woord en stelt dat de gemeente met het ondertekenen van het charter verklaart werk te maken van de zeven punten. Grimbergen stelt momenteel een nieuw mobilteitsplan op. Bij de opmaak ervan wordt aandacht besteed aan verkeersleefbaarheid en – veiligheid. Een aantal principes uit het charter wordt hierin meegenomen. Tijdens de oriëntatiefase van het mobiliteitsplan heeft de gemeente een enquête uitgezet onder de jeugd, wat aantoont dat met deze groep rekening wordt gehouden. Daarnaast is er een project over veilige schoolomgevingen. Deze acties dragen alle bij tot een aantal doelstellingen uit het SAVE-charter. Er staan echter ook doelstellingen in het charter die in Grimbergen nog niet gerealiseerd kunnen worden, zoals het garanderen van een hoog handhavingsniveau. Ook beschikt de gemeente nog onvoldoende over de infrastructurele wegenis om aan de doelstellingen te voldoen. Het lijkt hem daarom niet verstandig om het nu te ondertekenen. Over anderhalf tot twee jaar, als een aantal projecten zijn uitgewerkt, lijkt het wel haalbaar. Schepen ROOSEN stelt voor om het agendapunt dan opnieuw te agenderen.
Raadslid Katrien LE ROY stelt dat het geen probleem is dat de gemeente nog niet aan alle doelstellingen voldoet. In het charter wordt juist gevraagd om te werken aan de realisatie van de doelen.
Schepen Philip ROOSEN vindt het ondertekenen van het charter nu niet nodig, omdat de gemeente al werkt aan diverse verbeteringen.
Raadslid Bart VAN HUMBEECK krijgt het woord en merkt op dat recent in het nieuws was dat er diverse trajectcontroles worden ingevoerd in Vlaanderen. Hij vraagt of Grimbergen hiervan gebruik kan maken, zodat een extra stap gezet kan worden richting het ondertekenen van het charter.
Schepen Philip ROOSEN antwoordt dat het voorstel ging over trajectcontrole op gewestwegen. Grimbergen heeft zich eraan geconformeerd, maar de gemeente heeft niet veel gewestwegen. Er bleek geen enkel punt te zijn, waar de politie een meerwaarde verwachtte van een trajectcontrole. In het college is wel gesproken over handhaving op diverse plaatsen middels trajectcontrole of ander cameragebruik. Dit zal echter een finale uitloop zijn van het mobiliteitsplan.
Raadslid Katrien LE ROY krijgt tot slot het woord en wil haar punt ter stemming voorleggen. Elk initiatief dat de verkeersveiligheid voor kinderen en jeugdigen kan vergroten, zou het gemeentebestuur ter harte moeten nemen.
/
Artikel 1.
Kennis te nemen van het toegevoegd punt "SAVE (Samen Actief voor VEilig verkeer)- charter voor steden en gemeenten", ingediend door raadslid Katrien LE ROY, als bijlage bij dit besluit gevoegd en voor de bespreking en beraadslaging ervan te verwijzen naar het zittingsverslag, zijnde de audio-opname, te vinden op de gemeentelijke website.
Art. 2.
Het voorstel van raadslid LE ROY te verwerpen.
De gemeenteraad nam kennis van de mondelinge vragen door de raadsleden op de zitting gesteld en verwijst voor het overige naar het zittingsverslag, oftewel de audio-opname, te vinden op de gemeentelijke website.
§ 1. Onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2.
§ 2. De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.
§ 3. De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.
Een afschrift van elk reglement waarin een strafbepaling of een administratieve sanctie wordt opgenomen, wordt dadelijk verzonden aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank.
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
1° de aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden, vermeld in afdeling 1 en 2 van dit hoofdstuk.
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.
(...)
De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden. De gemeenteraad kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.
Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 28 in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.
(...)
/
Raadslid Eddie BOELENS:
Raadslid Katrien LE ROY vraagt naar:
Raadslid Linda DE PREE krijgt graag een stand van zaken over de Liermolen. Ze vraagt of er al een uitbater gevonden is en zo niet, of er een alternatief plan is om de molen in de zomer te openen. Ook hoort ze graag de stand van zaken over het politiekantoor in Strombeek en jeugdhuis De Duif. Tot slot vraagt ze naar de Charleroyhoeve. Welke projecten lopen daar en wat is de timing daarvan?
Voorzitter Peter PLESSERS merkt op dat dit geen onderwerpen zijn voor mondelinge vragen. Mondelinge vragen zijn bedoeld voor actuele kwesties en moeten kort en krachtig beantwoord kunnen worden.
Raadslid Linda DE PREE is het er niet mee eens dat deze vragen daar niet onder vallen.
Raadslid Patrick VERTONGEN:
Raadslid Kirsten HOEFS vraagt naar de stand van zaken over het RUP Waardbeekdreef. Sommige handelaars zijn een tijd geleden gecontacteerd over de volgende stap en anderen niet. Zij zijn benieuwd wat het stappenplan is en maken zich zorgen.
Raadslid Jelle DE WILDE vraagt:
Raadslid Bart VAN HUMBEECK vraagt of het schepencollege de persoonsgegevens van Oekraïense vluchtelingen aan de coördinator kan doorspelen, zodat hij hen kan benaderen voor sociale activiteiten. Als 3Wplus deze gegevens van de gemeente ontvangt, zou het volgens de privacywetgeving ook mogelijk moeten zijn dat de coördinator deze krijgt.
Raadslid Kathleen ORINX vraagt naar het synthetisch voetbalveld in Beigem. Voor het bouwverlof zou het huidige veld afgegraven worden, zodat na het bouwverlof een nieuw veld aangelegd kan worden. Ze vraagt of deze planning nog geldt. Ze benadrukt het belang dat de planning gehaald wordt, omdat er anders een heel jaar niet gevoetbald kan worden. De aanleg van een tweede synthetische veld in Humbeek is gepland in het volgende voetbalseizoen. Ze vraagt of die planning nog klopt.
/
Enig artikel.
Kennis te nemen van de mondelinge vragen door de raadsleden ter zitting gesteld en voor het overige te verwijzen naar het zittingsverslag, zijnde de audio-opname, te vinden op de gemeentelijke website.
De voorzitter sluit de zitting op 29/04/2022 om 00:12.
Namens GEMEENTERAAD,
Muriel VAN SCHEL
algemeen directeur
Peter PLESSERS
voorzitter gemeenteraad