De gemeenteraad bekrachtigt het besluit van de burgemeester van 26 oktober 2021.
In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven [... (opgeh. KB 30 mei 1989, art. 27, I: 1 juni 1989)], met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. [... (opgeh. KB 30 mei 1989, art. 27, I: 1 juni 1989)] Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.
De gemeenteraad stelt bij de aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vast waarin aanvullende maatregelen worden opgenomen voor de werking van de raad en waarin minstens bepalingen worden opgenomen over:
(...)
11° de keuze om digitaal of hybride te vergaderen en de wijze waarop;
12° de uitzonderlijke omstandigheden waaronder de gemeenteraad digitaal kan vergaderen, als het huishoudelijk reglement de mogelijkheid van digitaal vergaderen opneemt;
13° de uitzonderlijke omstandigheden waaronder de gemeenteraad hybride kan vergaderen, als het huishoudelijk reglement de mogelijkheid van hybride vergaderen opneemt.
ALGEMEEN
[§2. De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.
Meer bepaald, en voor zover de aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is gehouden, worden de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd :
1° alles wat verband houdt met een veilig en vlot verkeer op openbare wegen, straten, kaden en pleinen, hetgeen omvat de reiniging, de verlichting, de opruiming van hindernissen, het slopen of herstellen van bouwvallige gebouwen, het verbod om aan ramen of andere delen van gebouwen enig voorwerp te plaatsen dat door zijn val schade kan berokkenen, of om wat dan ook te werpen dat voorbijgangers verwondingen of schade kan toebrengen of dat schadelijke uitwasemingen kan veroorzaken; voor zover de politie over het wegverkeer betrekking heeft op blijvende of periodieke toestanden, valt zij niet onder de toepassing van dit artikel;
2° het tegengaan van inbreuken op de openbare rust, zoals vechtpartijen en twisten met volksoploop op straat, tumult verwekt in plaatsen van openbare vergadering, nachtgerucht en nachtelijke samenscholingen die de rust van de inwoners verstoren;
3° het handhaven van de orde op plaatsen waar veel mensen samenkomen, zoals op jaarmarkten en markten, bij openbare vermakelijkheden en plechtigheden, vertoningen en spelen, in drankgelegenheden, kerken en andere openbare plaatsen;
4° het toezicht op een juiste toemeting bij het slijten van waren (waarvoor meeteenheden of meetwerktuigen gebruikt worden) en op de hygiëne van openbaar te koop gestelde eetwaren;
5° het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden;
6° het verhelpen van hinderlijke voorvallen waartoe rondzwervende kwaadaardige of woeste dieren aanleiding kunnen geven. (verv. W. 27 mei 1989, art. 2, I: 1 juni 1989)]
[7° het nemen van de nodige maatregelen, inclusief politieverordeningen, voor het tegengaan van alle vormen van openbare overlast. (ing. W. 13 mei 1999, art. 7, I: 20 juni 1999)]
Naast zijn bevoegdheden voor de uitvoering van de politiewetten, politiedecreten, politieverordeningen, politiereglementen en politiebesluiten, voor de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente en voor dringende politieverordeningen is de burgemeester bevoegd voor de uitvoering van de wetten, de decreten en de uitvoeringsbesluiten van de federale overheid, het gewest of de gemeenschap tenzij die bevoegdheid uitdrukkelijk aan een ander orgaan van de gemeente is opgedragen.
De burgemeester informeert de gemeenteraad over de wijze waarop hij die bevoegdheid uitoefent als die daarom verzoekt.
INZAKE COVID-19
SPECIFIEK
Besluiten van de gemeenteraad van:
- 28 mei 2020 inzake bekrachtiging van de besluiten van de burgemeester van 21 april en 12 mei 2020 inzake de maatregelen m.b.t. de organisatie van de gemeente- en OCMW-raad ten gevolge van de COVID-19 pandemie gedurende de volledige periode van de federale fase;
- 27 augustus 2020 inzake kennisname van de besluiten van de burgemeester van 14, 22 en 29 juli 2020 en bekrachtiging van de besluiten van de burgemeester van 29 juli en 3 augustus 2020;
- 24 september 2021 inzake kennisname en bekrachtiging van het besluit van de burgemeester van 8 september 2020
- 22 oktober 2021 inzake kennisname en bekrachtiging van het besluit van de burgemeester van 13 oktober 2020.
Besluiten van de burgemeester van:
21 april 2020;
12 mei 2020;
8 september 2020;
13 oktober 2020;
3 augustus 2021.
Besluit van de wnd. burgemeester van 26 oktober 2021.
/
De burgemeester kan in dringende omstandigheden, overeenkomstig artikel 134, §1 en 135, §2 van de Nieuwe Gemeentewet, maatregelen uitvaardigen voor de organisatie van de vergaderingen van lokale bestuursorganen.
Bovendien is sinds 14 augustus 2021 het decreet lokaal bestuur aangepast waarbij ook digitaal en hybrede vergaderen werden toegevoegd als standaard mogelijkheid, los van de COVID-19 problematiek.
Het huishoudelijk reglement van de gemeente dient nog aangepast te worden aan deze nieuwe decretale mogelijkheid.
De wnd. burgemeester heeft op 26 oktober 2021 beslist dat de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 oktober 2021, omwille van de (opnieuw) stijgende COVID-problematiek, digitaal zal plaatsvinden.
De gemeenteraadsleden werden op dezelfde dag per mail hierover geïnformeerd.
Dit burgemeesterbesluit moet bekrachtigd worden door de gemeenteraad.
Raadslid Jelle DE WILDE merkt op dat de ervaring met digitaal vergaderen inmiddels heeft geleerd dat het soms nuttig en efficiënt is, maar ook lastig. Dat geldt zeker voor de gemeenteraadsvergadering. De burgemeester heeft na één fysieke vergadering besloten om wederom digitaal te vergaderen. Daar heeft de fractie van CD&V begrip voor, maar men vindt het wel erg drastisch, mede omdat de maatregelen niet zijn afgewacht. Inmiddels is duidelijk dat binnenevenementen kunnen blijven plaatsvinden en dat thuiswerken weliswaar geprefereerd wordt, maar dat samenkomen op het werk mogelijk blijft. CD&V vindt dat de fysieke aanwezigheid op de gemeenteraad een meerwaarde heeft voor de besprekingen en is van mening dat het mogelijk is om op een veilige manier te vergaderen. De fractie hoopt dat in de toekomst niet meer zonder overleg wordt besloten om digitaal te vergaderen.
Schepen Philip ROOSEN licht toe waarom het besluit is genomen. De raadzaal is te klein om met 33 raadsleden plus ondersteuning en publiek bijeen te komen én afstand te bewaren. Vorige maand heeft het schepencollege besloten om opnieuw fysiek te gaan vergaderen, omdat het aantal besmettingen daalde. Nu dit aantal weer stijgende is en er gevallen bekend zijn van besmettingen tijdens vergaderingen, heeft het college besloten om weer terug te gaan naar het digitaal vergaderen. De volksgezondheid en het goede voorbeeld dat de gemeente moet geven, gaan voor op de nadelen van digitaal vergaderen.
Raadslid Jelle DE WILDE heeft begrip voor de redenering en verzoekt het college om in de toekomst bij een dergelijk besluit vooraf overleg te voeren met de fractievoorzitters.
/
Enig artikel.
Het besluit van de burgemeester van 26 oktober 2021 te bekrachtigen.