De voorzitter opent de zitting op 28/08/2025 om 19:09.
De gemeenteraad voegt bij hoogdringendheid agendapunt "Motie en brief gemeenteraad Grimbergen inzake de dramatische situatie in Gaza" toe aan de agenda van de zitting van heden.
Een punt dat niet op de agenda voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen.
Tot spoedbehandeling kan alleen worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld.
Een punt dat niet op de agenda van de raad voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen.
Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld.
E-mail van 26 augustus 2025 van de burgemeester, n.a.v. een overleg met de fractievoorzitters (in bijlage).
/
N.a.v. een overleg op 26 augustus 2025, wensen de fractievoorzitters agendapunt "Motie en brief gemeenteraad Grimbergen inzake de dramatische situatie in Gaza" bij hoogdringendheid ter stemming voorleggen aan de gemeenteraad.
Een punt dat niet op de agenda van de raad voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen. Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld.
/
Enig artikel.
Het agendapunt "Motie en brief gemeenteraad Grimbergen inzake de dramatische situatie in Gaza" bij hoogdringendheid toe te voegen aan de agenda van de zitting van heden.
De gemeenteraad keurt de notulen en het zittingsverslag van de vergadering van 26 juni 2025 goed.
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
1° de aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden, vermeld in afdeling 1 en 2 van dit hoofdstuk.
De algemeen directeur woont de vergaderingen van de gemeenteraad bij en is verantwoordelijk voor het opstellen en het bewaren van de notulen en het zittingsverslag ervan. De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad worden, na goedkeuring, ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
De notulen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat is gegeven aan de punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen. Ze maken melding van alle beslissingen en het resultaat van de stemmingen. Behalve bij geheime stemming, vermelden de notulen hoe elk lid gestemd heeft. Van die laatste verplichting kan worden afgeweken voor beslissingen die genomen zijn met unanimiteit.
De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden. De gemeenteraad kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.
Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 28 in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.
§1. De notulen van de raad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de raad geen beslissing heeft genomen.
Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen. Behalve bij geheime stemming of bij unanimiteit, vermelden de notulen voor elk raadslid of die voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield.
Een raadslid kan vragen om, beknopt, in de notulen de rechtvaardiging van zijn of haar stemgedrag op te nemen.
§2. De zittingsverslagen van de vergaderingen van de raad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden.
§3. De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de raad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikels 277 en 278 DLB.
§4. Als de raad een aangelegenheid overeenkomstig artikels 5 en 6 van dit reglement in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt over die aangelegenheid geen zittingsverslag opgesteld noch een audiovisuele opname gemaakt.
Het zittingsverslag van de openbare zitting van de raad bestaat enerzijds uit een audiovisuele, conform art. 278 DLB, en anderzijds uit een uitgetypt zittingsverslag.
De audiovisuele opname wordt via de gemeentelijke website ter beschikking gesteld aan raadsleden en publiek.
§ 1. Behalve in spoedeisende gevallen, worden de notulen van de vorige vergadering en het uitgetypt zittingsverslag ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering via e-Notulen ter beschikking gesteld aan de raadsleden.
§2. Elk raadslid heeft het recht om tijdens de openbare vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige openbare vergadering. Als die opmerkingen door de raad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Opmerkingen over de redactie van de notulen van de vorige besloten vergadering worden tijdens de besloten vergadering gemaakt. Als die opmerkingen door de raad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast.
§3. Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze door de voorzitter van de raad en de algemeen directeur ondertekend. In het geval de raad bij spoedeisendheid werd samengeroepen, kan de raad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering.
In e-notulen wordt steeds een agendapunt ‘Goedkeuren notulen’ opgemaakt.
§4. Als de raad het gewenst acht, worden de notulen geheel of gedeeltelijk staande de vergadering opgemaakt en door algemeen directeur en de meerderheid van de aanwezige raadsleden ondertekend.
§5. Het zittingsverslag wordt samen met de notulen actief openbaar gemaakt via de bekendmaking op de webtoepassing van de gemeente.
/
/
/
Enig artikel.
De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van 26 juni 2025 goed te keuren.
De gemeenteraad keurt de permanente openstelling van vacante betrekkingen in het operationeel en administratief en logistiek kader van de politie in de vijf mobiliteitscycli per dienstjaar goed.
Er wordt tweejaarlijks, minimaal 10% van de vacante betrekkingen, met een minimum van één betrekking, toegewezen aan personeelsleden van het operationeel kader die ten minste 40 jaar zijn en gedurende ten minste 10 jaar zijn aangewezen voor een betrekking op het gebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die een betrekking postuleren buiten dit Gewest, als daarvoor voldoende kandidaten zijn.
Bij de kennisgeving van de opengestelde vacante betrekkingen aan de gemeenteraad per vacante betrekking worden de volgende modaliteiten vermeld:
Artikel VI.II.15 §1 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 dat stelt dat de gemeenteraad, op advies van de korpschef, moet beslissen:
Artikel 128 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus.
Deel VI – Het doeltreffende inzetten van personeel, Titel II – De inplaatsstelling van het personeel, Hoofdstuk II – De regeling van de mobiliteit (RPPol) van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.
Artikel VI.II.12bis van het koninklijk besluit van 30 maart 2001:
Elke zone van lokale politie van categorie 2 of 3 wijst tweejaarlijks 10 % van de vacante betrekkingen, met een minimum van één betrekking, toe aan personeelsleden van het operationeel kader die ten minste 40 jaar zijn en gedurende ten minste tien jaar zijn aangewezen voor een betrekking op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die een betrekking postuleren buiten dit Gewest.
Daartoe wordt, in voorkomend geval, een voorrang toegekend aan de personeelsleden die aan de in het eerste lid bedoelde voorwaarden beantwoorden.
Elke zone van lokale politie van categorie 4 of 5 wijst jaarlijks 10 % van de vacante betrekkingen, met een minimum van één betrekking, toe aan personeelsleden van het operationeel kader die ten minste 40 jaar zijn en gedurende ten minste tien jaar zijn aangewezen voor een betrekking op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die een betrekking postuleren buiten dit Gewest.
Daartoe wordt, in voorkomend geval, een voorrang toegekend aan de personeelsleden die aan de in het derde lid bedoelde voorwaarden beantwoorden.
Het maximaal aantal betrekkingen moet vacant worden verklaard. De overheid kan één of meer van de volgende selectiemodaliteiten kiezen cf. artikelen VI.II.21 en 22 RPPol:
per kandidaat een gemotiveerd advies inwinnen van de korpschef;
een interview houden door de korpschef met de verschillende kandidaten waarbij een waarnemer van elke representatieve vakorganisatie aanwezig mag zijn:
het advies inwinnen van een selectiecommissie (altijd voor een officier en voor een personeelslid niveau A);
één of meerdere door haar bepaalde testen of geschiktheidsproeven organiseren.
Het koninklijk besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten (KB Mob).
De omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones.
Besluit van de gemeenteraad van 21 december 2017 inzake de wijziging van het organogram en de personeelsformatie van het lokale politiekorps Grimbergen.
Besluit van de gemeenteraad van 24 september 2020 inzake Lokale politie - Permanente openstelling van de vacant te verklaren betrekkingen in het operationeel en administratief en logistiek kader van de politie te begeven bij de mobiliteitscycli 2020-2024 - Akkoord.
Het positief advies van de politie.
De samenstelling van de plaatselijke selectiecommissie van de lokale politie voor de aanwervingen via mobiliteit wordt als volgt bepaald:
De facto wordt voor elke selectie in het kader van een mobiliteitscyclus een selectiecommissie samengesteld.
In het huidig systeem van de mobiliteit worden jaarlijks vijf mobiliteitscycli gepubliceerd en dit heeft voor gevolg dat de lopende mobiliteitscyclus nog niet is afgesloten, terwijl de vacante betrekkingen van de volgende cyclus al bekend moeten worden gemaakt.
Een permanente openstelling van de vacante betrekkingen voor het operationeel en administratief en logistiek kader van de politie door de gemeenteraad en nadien een kennisgeving aan de gemeenteraad per mobiliteitscyclus biedt hiervoor een oplossing.
Dit wordt al sinds 2013 zo gedaan. Het laatste delegatiebesluit dient verlengd te worden.
De kennisgeving aan de gemeenteraad zal per mobiliteitscyclus de volgende informatie bevatten:
De gemeenteraad nam al dergelijke beslissingen voor alle mobiliteitscycli vanaf 2013 tem. 2019 en 2020-2024.
Voor al deze vacante betrekkingen zijn de nodige kredieten voorzien in de begroting van de lokale politie.
Artikel 1.
In uitvoering van artikel VI.II.15 §1 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001, de permanente openstelling van vacante betrekkingen in het operationeel en administratief en logistiek kader van de politie in de vijf mobiliteitscycli van de geïntegreerde politie, voor de dienstjaren 2025-2028 goed te keuren.
Art. 2.
Tweejaarlijks, minimaal 10% van de vacante betrekkingen, met een minimum van één betrekking, toe te wijzen aan personeelsleden van het operationeel kader die ten minste 40 jaar zijn en gedurende ten minste 10 jaar zijn aangewezen voor een betrekking op het gebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die een betrekking postuleren buiten dit Gewest, als daarvoor voldoende kandidaten zijn.
Art. 3.
De samenstelling van de plaatselijke selectiecommissie van de lokale politie voor de aanwervingen via mobiliteit wordt als volgt bepaald:
Art. 4.
Bij de kennisgeving van de opengestelde vacante betrekkingen aan de gemeenteraad per vacante betrekking volgende modaliteiten te vermelden:
De gemeenteraad neemt kennis van de publicatie van de vacante betrekkingen van de politiezone Grimbergen in de derde mobiliteitscyclus van 2025 van de Geïntegreerde Politie.
Volgende vacatures in het operationeel en administratief kader werden gepubliceerd:
Volgende vacatures in het operationeel en administratief kader werden gepubliceerd en komen in aanmerking voor externe werving wanneer er geen interne kandidaten zijn:
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus.
/
De directie van de mobiliteit en het personeelsbeheer van de Geïntegreerde Politie vraagt om ten laatste op 13 juni 2025 de behoeften voor de derde mobiliteitscyclus van 2025 kenbaar te maken.
Volgende vacatures in het operationeel en administratief kader werden gepubliceerd:
Volgende vacatures in het operationeel en administratief kader werden gepubliceerd en komen in aanmerking voor externe werving wanneer er geen interne kandidaten zijn:
Na delegatie door de gemeenteraad, beslist het college van burgemeester en schepenen om de vacatures te publiceren en deze beslissing te bekrachtigen. De gemeenteraad dient hiervan kennis te nemen.
In de begroting van de lokale politie zijn de nodige kredieten voorzien.
Enig artikel.
Kennis te nemen van de publicatie van de vacante betrekkingen bij de politiezone Grimbergen, overgemaakt aan de directie van de mobiliteit en het personeelsbeheer van de Geïntegreerde Politie voor publicatie in de derde mobiliteitscyclus van 2025.
Volgende vacatures in het operationeel en administratief kader werden gepubliceerd:
Volgende vacatures in het operationeel en administratief kader werden gepubliceerd en komen in aanmerking voor externe werving wanneer er geen interne kandidaten zijn:
De gemeenteraad wenst verder deel uit te maken van de Interlokale Vereniging 'Woonwinkel Noord' en keurt ook de nieuwe statuten van de Interlokale Vereniging 'Woonwinkel Noord' goed. Deze treden in werking op 1 januari 2026. De gemeenteraad neemt kennis van de voorlopige begroting in bijlage, de mogelijke subsidies van de Vlaamse Overheid en voorziet de nodige kredieten in de begrotingsjaren 2026-2031 voor de gemeentelijke bijdragen verbonden aan de werking van de interlokale vereniging “Woonwinkel Noord” om de gestelde woonbeleidsdoelstellingen te verwezenlijken.
Artikels 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (DLB).
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 31 maart 2025 over de afwijkingsaanvraag op schaalgrootte voor intergemeentelijke samenwerkingsprojecten (2026-2031).
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 3 juni 2025 over de verderzetting van de deelname aan de interlokale vereniging 'Woonwinkel Noord' en de verwachte subsidies en begroting 2026 - 2031.
/
Op 14 maart 2025 keurde de Vlaamse Regering de wijziging van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, wat betreft het lokaal woonbeleid definitief goed. Daarin worden voor de volgende lokale beleidscyclus 2026-2031 de krijtlijnen vastgelegd voor de opdrachten van gemeenten inzake wonen en voor een nieuw subsidiekader voor intergemeentelijke samenwerkingsprojecten.
Het huidig intergemeentelijk project Woonwinkel Noord, waar momenteel Drogenbos, Kampenhout, Grimbergen, Steenokkerzeel, Wemmel en Zemst deel van uitmaken, loopt tem. 31 december 2025. Het is aangewezen de samenwerkingsverbanden te verlengen voor een nieuwe periode van 1 januari 2026 tem. 31 december 2031. De subsidieaanvraag voor het intergemeentelijk project rond woonbeleid dient uiterlijk 30 september 2025 ingediend te worden.
Wemmel en Drogenbos zullen vanaf 2026 deel uitmaken van een andere woonwinkel. De resterende gemeenten Grimbergen, Kampenhout, Steenokkerzeel en Zemst wensten graag hun deelname aan Woonwinkel Noord verder te zetten omwille van jarenlange samenwerking binnen deze Woonwinkel waardoor er specifieke kennisdeling en samenwerkingen, maar ook gedeelde infomomenten zijn ontstaan. Bijvoorbeeld hebben deze 4 gemeenten een gelijkaardige onderzoeksvraag geformuleerd in 2020, wordt er kennis gedeeld op vlak van woningkwaliteit, worden er afspraken doorgetrokken binnen de politiezone KASTZE en maken ze deel uit van hetzelfde werkingsgebied van de woonmaatschappij. Omdat er niet voldaan werd aan één van de subsidievoorwaarden inzake schaalgrootte, diende er een afwijkingsaanvraag ingediend te worden bij de minister. De minister keurde deze aanvraag goed op 20 mei 2025.
De subsidieaanvraag bevat een engagementsverklaring van de gemeenten voor de basisinitiatieven. Voor de gekozen eigen initiatieven is er een plan van aanpak opgemaakt, dat bestaat uit een beschrijving van de geplande acties, een gedetailleerd overzicht van wanneer de acties zullen worden uitgevoerd en een beschrijving van de beoogde resultaten. Woonwinkel Noord zal werken aan het verhogen van de woningkwaliteit van huurwoningen, het wegwerken van langdurige leegstand en betaalbaar wonen.
Na goedkeuring van de aanvraag start de uitvoering van het project op 1 januari 2026. De betrokken gemeenten engageren zich om de afgesproken acties uit te voeren binnen de vooropgestelde termijn. Jaarlijks wordt een verslag van de stuurgroep ingediend waarin de stand van zaken wordt toegelicht, inclusief behaalde resultaten, knelpunten en eventuele bijsturingen op basis van een zelfevaluatie. De Vlaamse Overheid volgt de uitvoering op via monitoring en kan bijkomende inlichtingen vragen indien nodig.
In zitting van 10 maart 2025 ging het schepencollege principieel akkoord om de samenwerking met Intergemeentelijk Samenwerkingsverband (IGS) Woonwinkel Noord voort te zetten.
Aangezien er niet voldaan werd aan één van de subsidievoorwaarden inzake schaalgrootte, ging het schepencollege in zitting van 31 maart 2025 akkoord om een afwijkingsaanvraag in te dienen bij de minister.
Op 20 mei 2025 ging de Vlaamse minister van Wonen, Energie en Klimaat, Toerisme en Jeugd akkoord om een afwijking in schaalgrootte toe te staan aan de interlokale vereniging Woonwinkel Noord, voor de subsidiëringsperiode van 2026 tem. 2031.
In de zitting van 3 juni 2025 nam het schepencollege kennis van het ministerieel besluit van 20 mei 2025 waarbij de afwijking van de subsidievoorwaarden inzake schaalgrootte van IGS Woonwinkel Noord werd goedgekeurd en werd beslist het besluit, tezamen met de besluiten van het schepencollege van 10 en 31 maart 2025, ter beraadslaging voor te leggen aan de gemeenteraad.
De basissubsidie wordt berekend op basis van het aantal huishoudens en percentage huurwoningen binnen het project. Daarnaast kan er nog een extra subsidie ontvangen worden voor eigen initiatieven.
Het subsidiebedrag voor de eigen initiatieven is forfaitair bepaald en is afhankelijk van het aantal deelnemende gemeenten binnen het werkingsgebied. De subsidiebedragen zullen jaarlijks op 1 januari geïndexeerd worden.
Het besluit van de Vlaamse Regering (BVR) bepaalt verder dat minstens 20 % van de projectkost gefinancierd wordt door de deelnemende gemeenten.
De subsidie voor de basisinitiatieven voor de vier gemeenten bedraagt 93.500 euro, aangevuld met de subsidie eigen initiatieven (30.000 euro) bedraagt de totale subsidie 123.500 euro.
Om de projectkost te dekken is een voorlopige begroting opgemaakt met een gemeentelijke bijdrage om de volledige projectkost te dekken.
Artikel 1.
Deel uit te maken van de Interlokale Vereniging “Woonwinkel Noord” en het bijgevoegd subsidiedossier goed te keuren.
Art. 2.
De nieuwe statuten van de Interlokale vereniging “Woonwinkel Noord”, die op 1 januari 2026 in werking treden, goed te keuren.
Art. 3.
Kennis te nemen van de voorlopige begroting in bijlage en de mogelijke subsidies van de Vlaamse Overheid.
Art. 4.
De nodige kredieten in de begrotingsjaren 2026-2031 voor de gemeentelijke bijdragen verbonden aan de werking van de interlokale vereniging “Woonwinkel Noord”, om de gestelde woonbeleidsdoelstellingen te verwezenlijken, te voorzien.
Art. 5.
Kennis te nemen dat uiterlijk op 30 september 2025 de Interlokale Vereniging “Woonwinkel Noord” de subsidieaanvraag voor de periode 2026-2031 zal indienen, waarbij deze beslissing m.b.t. de goedkeuring van het subsidiedossier en een ondertekend exemplaar van de statuten zal worden toegevoegd.
Art. 6.
Een afschrift van dit besluit over te aan de Interlokale Vereniging “Woonwinkel Noord”.
De gemeenteraad:
het aanstellen en ontslaan van de leden van de raad van bestuur van een autonoom gemeentebedrijf, de beslissing tot ontbinding en vereffening van een autonoom gemeentebedrijf, en het aanstellen van de gemeentelijke vertegenwoordigers in de algemene vergadering van een extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm
De vertegenwoordigers van de gemeente in de algemene vergadering van de gemeentelijke vennootschap en vereniging worden door de gemeenteraad uit zijn leden gekozen
Algemeen:
Titel 3, hoofdstuk 3, DLB.
De wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk.
De wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen.
Oprichting:
Besluit van de gemeenteraad van 29 augustus 2013 houdende de omvorming van de vzw Cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen tot een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm in de zin van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk en in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van het Gemeentedecreet.
Statuten:
Statuten van de vzw Cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen EVA-vzw laatst gewijzigd in zitting van de gemeenteraad van 14 december 2023.
Aanduiding gemeentelijke vertegenwoordiger:
Besluiten van de gemeenteraad van:
Specifiek:
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 14 juli 2025.
E-mail van 10 juli 2025 (in bijlage).
/
Per e-mail van 10 juli 2025 ontvangt het bestuur een uitnodiging voor een algemene vergadering (AV) van de vzw Cultuurcentrum Strombeek / Grimbergen op 8 september 2025 om 20.00 uur in het lokaal 'de Passage'.
Agenda:
Mandatering gemeentelijke vertegenwoordiger:
Met toepassing van artikel 246, §2, tweede lid DLB dienen de vertegenwoordigers van de gemeente in de algemene vergadering te handelen overeenkomstig de instructies van de gemeenteraad.
Op 27 februari 2025 werd schepen Philip ROOSEN aangeduid als gemeentelijke vertegenwoordiger met meervoudig stemrecht in de algemene vergadering van de vzw Cultuurcentrum Strombeek / Grimbergen.
De vertegenwoordiger werd op 10 juli 2025 in kennis gesteld van voornoemde uitnodiging.
Aan de gemeenteraad wordt bijgevolg gevraagd om:
Stemming:
Gaat over tot de eerste stemming inzake de goedkeuring van de agendapunten van de AV van vzw Cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Gaat over tot de tweede stemming inzake de vaststelling van het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger, onder voorbehoud van het specifieke verloop van de besprekingen in de vergadering:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluiten van de gemeenteraad van 27 februari en maart 2025:
Aanduiding twaalf gemeentelijke vertegenwoordiger in de algemene vergadering:
Voordracht acht bestuurders die de fracties in de gemeenteraad vertegenwoordigen in de raad van bestuur:
Schepen Philip ROOSEN werd aangeduid als gemeentelijke vertegenwoordiger, met meervoudig stemrecht, in de algemene vergadering en de raad van bestuur van de EVA vzw Cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen.
Artikel 1.
Kennis te nemen van de uitnodiging van 10 juli 2025 van EVA Cultuurcentrum Strombeek / Grimbergen vzw om deel te nemen aan de algemene vergadering (AV) van 8 september 2025, met volgende agenda en deze goed te keuren:
Art. 2.
Het mandaat van schepen Philip ROOSEN, gemeentelijk vertegenwoordiger met meervoudig stemrecht in de algemene vergadering van EVA Cultuurcentrum Strombeek / Grimbergen vzw, vast te stellen.
Art. 3.
Een afschrift van dit besluit te bezorgen aan:
De gemeenteraad draagt 8 bestuurders voor - uit de 12 leden in de algemene vergadering die de gebruikers vertegenwoordigen - en dit ter mandatering van de gemeentelijke vertegenwoordiger in de algemene vergadering, tevens installatievergadering, van het Gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap Cultuurcentrum Strombeek / Grimbergen vzw van 8 september 2025.
Indien tijdens de algemene vergadering zou blijken dat een kandidaat-bestuurder van de gebruikers zich ondertussen heeft teruggetrokken als kandidaat-bestuurder - dan wordt de gemeentelijke vertegenwoordiger gemandateerd om op de 4 eerstvolgende kandidaten te stemmen op basis van het resultaat van de stemming in de gemeenteraad.
Dit besluit wordt ter kennisname overgemaakt aan:
Artikel 246, §2 decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
Algemeen:
Titel 3, hoofdstuk 3, DLB.
De wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk.
De wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen.
Oprichting:
Besluit van de gemeenteraad van 29 augustus 2013 houdende de omvorming van de vzw Cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen tot een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm in de zin van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk en in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van het Gemeentedecreet.
Statuten:
Statuten van de vzw Cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen EVA-vzw laatst gewijzigd in zitting van de gemeenteraad van 14 december 2023.
Aanduiding gemeentelijke vertegenwoordiger:
Besluiten van de gemeenteraad van:
Specifiek:
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 4 augustus 2025: "EVA Cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen vzw - samenstelling Algemene vergadering: lid voorgedragen door de Jeugdraad en 2 inwoners van Grimbergen - Goedkeuring".
/
Op 8 september 2025 zal een installatie-vergadering plaatsvinden van de vzw Cultuurcentrum Strombeek / Grimbergen.
Aangezien de vertegenwoordiger van de gemeente in de algemene vergadering overeenkomstig artikel 246, §2DLB dient te handelen overeenkomstig de instructies van de gemeenteraad, dient de gemeenteraad het mandaat van schepen Philip ROOSEN als gemeentelijke vertegenwoordiger met meervoudig stemrecht, vast te stellen.
Betreffende de voordracht van de gebruikers in de raad van bestuur dient de gemeenteraad het mandaat van schepen Philip ROOSEN als gemeentelijke vertegenwoordiger met meervoudig stemrecht in de algemene vergadering, vast te stellen.
Statutaire bepalingen
Artikel 6 van de statuten bepaalt dat de algemene vergadering van de vzw Cultuurcentrum Strombeek / Grimbergen bestaat uit:
De gemeentelijke vertegenwoordiger met meervoudig stemrecht, die door de gemeenteraad uit haar leden wordt gekozen en die handelt overeenkomstig de instructies van de gemeenteraad.
Twaalf leden, voorgedragen door de fracties die in de gemeenteraad vertegenwoordigd zijn.
Aan elke fractie wordt één vertegenwoordiger toegewezen. De overige mandaten worden verdeeld volgens het principe van de evenredige vertegenwoordiging.
Twaalf leden die de gebruikers vertegenwoordigen:
a. 8 leden, voorgedragen door het cultuurforum;
b. 1 lid, voorgedragen door de seniorenraad;
c. 1 lid, voorgedragen door de jeugdraad;
d. 2 inwoners van Grimbergen.
(...)
Deze leden bedoeld in artikel 6, c), b.-c.-d. worden door het college van burgemeester en schepenen aangewezen na een open oproep, op basis van een motivatiebrief.
Indien er na oproep onvoldoende geschikte kandidaten worden gevonden vanuit de Grimbergse senioren- of jeugdraad, of vanuit de inwoners, worden er bijkomende voordrachten vanuit het cultuurforum gevraagd.
De voordracht van de leden vermeld in punt b) en c) van dit artikel gebeurt in overeenstemming met de bepalingen van het Cultuurpact.
Artikel 19 van de statuten bepaalt dat de raad van bestuur bestaat uit:
9 bestuurders worden voorgedragen door de gemeenteraad, met name:
de gemeentelijke vertegenwoordiger vermeld in artikel 6, a;
8 bestuurders die de fracties vertegenwoordigen die in de gemeenteraad vertegenwoordigd zijn. Elke fractie heeft recht op één bestuurder. De overblijvende mandaten worden toegewezen volgens het principe van de evenredige vertegenwoordiging.
Ten hoogste 2/3de van de leden voorgedragen door de gemeente is van hetzelfde geslacht.
8 bestuurders, uit de in artikel 6 c vermelde leden, met inachtneming van het Cultuurpact.
Twaalf leden van de gebruikers in de algemene vergadering
a) 9 leden, voorgedragen door het Cultuurforum
(8+1 omdat de seniorenraad niemand voordraagt - kandidaturen in bijlage)
Door het cultuurforum werden volgende negen leden voorgedragen:
Frans COUSSE - Cultuursmakers (strekkingloos)
Barbara MAERE - Viva 1853 (strekkingloos)
Steven DE PRINS - Raad Beigemse Verenigingen (strekkingloos)
Johan VAN GODTSENHOVEN - Cultuurfonds Noordrand (strekkingloos)
Hubert SWALENS - Werkgroep Abdij Grimbergen (katholiek)
Tim DEBECK - Hand in Hand (katholiek)
Ludo DE SMEDT - VOS Beigem (strekkingloos)
Ine MUYS - Cultivers (strekkingloos)
Isabelle HUYGHE - Kunstkring Strombeek (strekkingloos)
b) 3 leden, aangewezen door het college van burgemeester en schepenen (1 uit de jeugdraad en 2 inwoners van Grimbergen - kandidaturen in bijlage)
Het college van burgemeester en schepenen besliste in dit kader het volgende op 4 augustus 2025:
"(...)
Art. 2.
Katinka VAN HUMBEECK aan te wijzen als vertegenwoordiger voor de jeugdraad in de algemene vergadering van de vzw Cultuurcentrum Strombeek / Grimbergen.
Art. 3.
Volgende 2 inwoners, met elk hun expertise, te weerhouden als waardevolle kandidaten voor de algemene vergadering van de vzw Cultuurcentrum Strombeek / Grimbergen.
Nadine BERNARD
Elke VAN NEYGHEM
Bij de andere kandidaten zijn er die een meerwaarde kunnen betekenen voor het Cultuurcentrum. Het Cultuurcentrum kan deze als “gebruiker-deskundige” eventueel bij specifieke thema’s betrekken."
c) Kandidaten voor de raad van bestuur
De onderstaande 12 leden vertegenwoordigen bijgevolg de gebruikers in de algemene vergadering van de vzw Cultuurcentrum Strombeek / Grimbergen:
Frans COUSSE - Cultuursmakers (strekkingloos)
Barbara MAERE - Viva 1853 (strekkingloos)
Steven DE PRINS - Raad Beigemse Verenigingen (strekkingloos)
Johan VAN GODTSENHOVEN - Cultuurfonds Noordrand (strekkingloos)
Hubert SWALENS - Werkgroep Abdij Grimbergen (katholiek)
Tim DEBECK - Hand in Hand (katholiek)
Ludo DE SMEDT - VOS Beigem (strekkingloos)
Ine MUYS - Cultivers (strekkingloos)
Isabelle HUYGHE - Kunstkring Strombeek (strekkingloos)
Katinka VAN HUMBEECK (jeugdraad - strekkingloos)
Nadine BERNARD (strekkingloos)
Elke VAN NEYGHEM (strekkingloos)
Al deze leden stelden zich ook kandidaat voor de raad van bestuur.
Bijgevolg dient de gemeenteraad 8 bestuurders voor te dragen uit de 12 hiernavolgende personen, en dit ter mandatering van de gemeentelijke vertegenwoordiger in de algemene vergadering:
Frans COUSSE - Cultuursmakers (strekkingloos)
Barbara MAERE - Viva 1853 (strekkingloos)
Steven DE PRINS - Raad Beigemse Verenigingen (strekkingloos)
Johan VAN GODTSENHOVEN - Cultuurfonds Noordrand (strekkingloos)
Hubert SWALENS - Werkgroep Abdij Grimbergen (katholiek)
Tim DEBECK - Hand in Hand (katholiek)
Ludo DE SMEDT - VOS Beigem (strekkingloos)
Ine MUYS - Cultivers (strekkingloos)
Isabelle HUYGHE - Kunstkring Strombeek (strekkingloos)
Katinka VAN HUMBEECK (jeugdraad - strekkingloos)
Nadine BERNARD (strekkingloos)
Elke VAN NEYGHEM (strekkingloos)
Betreffende de stemming in de algemene vergadering wordt voorgesteld:
dat de gemeentelijke vertegenwoordiger stemt voor de 8 kandidaat-bestuurders van de gebruikers zoals voorgedragen door de gemeenteraad;
wanneer zou blijken dat een kandidaat zich ondertussen heeft teruggetrokken, mag de gemeentelijke vertegenwoordiger op de eerstvolgende kandidaat stemmen op basis van het resultaat van de stemming in de gemeenteraad.
Stemming:
Gaat over tot stemming over het principe dat de gemeentelijke vertegenwoordiger - wanneer ter zitting zou blijken dat een kandidaat-bestuurder van de gebruikers zich ondertussen heeft teruggetrokken als kandidaat-bestuurder - dan wordt de gemeentelijke vertegenwoordiger gemandateerd om op de eerstvolgende kandidaat te stemmen op basis van het resultaat van de stemming in de gemeenteraad, waaruit blijkt dat:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Geheime stemming
Gaat over tot een eerste geheime stemming waarbij kandidaat Frans COUSSE wordt voorgedragen als bestuurder, die de gebruikers vertegenwoordigt, in het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap Cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen.
Gaat over tot een tweede geheime stemming waarbij kandidaat Barbara MAERE wordt voorgedragen als bestuurder, die de gebruikers vertegenwoordigt, in het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap Cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen.
Gaat over tot een derde geheime stemming waarbij kandidaat Steven DE PRINS wordt voorgedragen als bestuurder, die de gebruikers vertegenwoordigt, in het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap Cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen.
Gaat over tot een vierde geheime stemming waarbij kandidaat Johan VAN GODTSENHOVEN wordt voorgedragen als bestuurder, die de gebruikers vertegenwoordigt, in het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap Cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen.
Gaat over tot een vijfde geheime stemming waarbij kandidaat Hubert SWALENS wordt voorgedragen als bestuurder, die de gebruikers vertegenwoordigt, in het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap Cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen.
Gaat over tot een zesde geheime stemming waarbij kandidaat Tim DEBECK wordt voorgedragen als bestuurder, die de gebruikers vertegenwoordigt, in het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap Cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen.
Gaat over tot een zevende geheime stemming waarbij kandidaat Ludo DE SMEDT wordt voorgedragen als bestuurder, die de gebruikers vertegenwoordigt, in het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap Cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen.
Gaat over tot een achtste geheime stemming waarbij kandidaat Ine MUYS wordt voorgedragen als bestuurder, die de gebruikers vertegenwoordigt, in het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap Cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen.
Gaat over tot een negende geheime stemming waarbij kandidaat Isabelle HUYGHE wordt voorgedragen als bestuurder, die de gebruikers vertegenwoordigt, in het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap Cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen.
Gaat over tot een tiende geheime stemming waarbij kandidaat Katinka VAN HUMBEECK wordt voorgedragen als bestuurder, die de gebruikers vertegenwoordigt, in het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap Cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen.
Gaat over tot een elfde geheime stemming waarbij kandidaat Nadine BERNARD wordt voorgedragen als bestuurder, die de gebruikers vertegenwoordigt, in het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap Cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen.
Gaat over tot een twaalfde geheime stemming waarbij kandidaat Elke VAN NEYGHEM wordt voorgedragen als bestuurder, die de gebruikers vertegenwoordigt, in het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap Cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen.
/
Artikel 1.
De volgende 8 bestuurders voor te dragen - uit de 12 leden in de algemene vergadering die de gebruikers vertegenwoordigen - en dit ter mandatering van de gemeentelijke vertegenwoordiger in de algemene vergadering:
Art. 2.
Indien tijdens de algemene vergadering zou blijken dat een kandidaat-bestuurder van de gebruikers zich ondertussen heeft teruggetrokken als kandidaat-bestuurder - dan wordt de gemeentelijke vertegenwoordiger gemandateerd om op de eerstvolgende kandidaat te stemmen op basis van het resultaat van de stemming in de gemeenteraad, namelijk:
Art. 3.
Dit besluit over te maken aan:
het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap Cultuurcentrum Strombeek / Grimbergen vzw en;
de aangeduide gemeentelijke vertegenwoordiger.
De gemeenteraad neemt kennis van de samenstelling van de Cultuurraad.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (DLB):
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
13° het inrichten van adviesraden en overlegstructuren.
Statuten Cultuurraad, goedgekeurd in de zitting van de gemeenteraad van 25 april 2019.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 10 maart 2025: "Cultuurraad en Cultuurforum: opstart procedure vernieuwing samenstelling - kennisname en goedkeuring".
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 14 juli 2025: "Benoeming stemgerechtigde leden van de Cultuurraad voorgedragen door het Cultuurforum - Goedkeuring"
/
Het college van burgemeester en schepenen nam in zitting van 10 maart 2025 kennis van de procedure van de samenstelling van het Cultuurforum en de Cultuurraad zoals uiteengezet in het besluit.
Het college van burgemeester en schepenen stelde vast dat de bepalingen van de Cultuurpactwet en het Cultuurpactdecreet en de artikels 6 en 7 in de statuten van de Cultuurraad van toepassing zijn op de hernieuwing van de Cultuurraad:
Volgens artikel 6 van de statuten is de Cultuurraad samengesteld uit stemgerechtigde leden, niet-stemgerechtigde leden en eventuele waarnemers-experten.
Stemgerechtigde leden:
Niet-stemgerechtigde leden:
Volgens artikel 7 van de statuten worden de stemgerechtigde leden van de Cultuurraad en de voorzitter, ondervoorzitter, secretaris en penningmeester, op voordracht van het Cultuurforum, door het college van burgemeester en schepenen benoemd.
De Algemene vergadering van het cultuurforum van 26 mei 2025 organiseerde volgens de statuten de verkiezingsprocedure voor de leden van de Cultuurraad. Er werden geen kandidaat deskundigen aangesteld.
Op heden is de schepen bevoegd voor cultuur, schepen Philip ROOSEN en de gemeentelijk ondersteunend ambtenaar, de deskundige Vrije Tijd (Cultuur en feesten), mevrouw Lieve DE DECKER. Zij zijn de niet-stemgerechtigde leden van de Cultuurraad.
Het college van burgemeester en schepenen benoemde in zitting van 14 juli 2025 de stemgerechtigde leden van de Cultuurraad voorgedragen door het Cultuurforum:
Naam | Functie | Ideologische (politieke) OF filosofische (levensbeschouwing) OF strekkingloos | Naam vereniging: | Mijn vereniging behoort tot: |
BUELENS Jo | Ecologisch | Repair café Grimbergen | Vorming- en ontwikkelingswerk | |
COUSSÉ Frans | Strekkingloos | Cultuursmakers Grimbergen | Vorming- en ontwikkelingswerk | |
DE COPPEL Martine | Penningmeesteres | Strekkingloos | PASAR Strombeek-Bever | Vrijetijdsbesteding |
DE PRINS Steven | Ondervoorzitter | Strekkingloos | Raad van de Beigemse Verenigingen | Cultuurspreiding |
DE SUTTER Erik | Christelijk | Werkgroep cultuur Abdij Grimbergen | Actieve kunstbeoefening | |
DEBECK Tim | Voorzitter | Katholiek | K.T. Hand in Hand | Actieve kunstbeoefening |
HOSTENBACH Patrick | Secretaris | Sterkkingloos | Kunstkring Strombeek Bever | Vrijetijdsbesteding |
LOMBAERTS André | Strekkingloos | Humbeek Sas Events | Cultuurspreiding | |
MAERE Barbara | Secretaris | Strekkingloos | Viva 1853 | Vorming- en ontwikkelingswerk |
MUYS Ine | Strekkingloos | Cultivers | Vorming- en ontwikkelingswerk | |
SWALENS Hubert | Strekkingloos | Davidsfonds | Vorming- en ontwikkelingswerk | |
VIDTS Ronny | Vlaamsgezind conservatief | Werkgroep Vlaamse Aktie (WVA) | Cultuurspreiding | |
ROOSEN Philip | Schepen | Niet-stemgerechtigd | ||
DE DECKER Lieve | Ambtenaar | Niet-stemgerechtigd |
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om kennis te nemen van de samenstelling van de Cultuurraad.
/
Enig artikel.
Kennis te nemen van de samenstelling van de Cultuurraad:
Naam | Functie | Ideologische (politieke) OF filosofische (levensbeschouwing) OF strekkingloos | Naam vereniging: | Mijn vereniging behoort tot: |
BUELENS Jo | Ecologisch | Repair café Grimbergen | Vorming- en ontwikkelingswerk | |
COUSSÉ Frans | Strekkingloos | Cultuursmakers Grimbergen | Vorming- en ontwikkelingswerk | |
DE COPPEL Martine | Penningmeesteres | Strekkingloos | PASAR Strombeek-Bever | Vrijetijdsbesteding |
DE PRINS Steven | Ondervoorzitter | Strekkingloos | Raad van de Beigemse Verenigingen | Cultuurspreiding |
DE SUTTER Erik | Christelijk | Werkgroep cultuur Abdij Grimbergen | Actieve kunstbeoefening | |
DEBECK Tim | Voorzitter | Katholiek | K.T. Hand in Hand | Actieve kunstbeoefening |
HOSTENBACH Patrick | Secretaris | Sterkkingloos | Kunstkring Strombeek Bever | Vrijetijdsbesteding |
LOMBAERTS André | Strekkingloos | Humbeek Sas Events | Cultuurspreiding | |
MAERE Barbara | Secretaris | Strekkingloos | Viva 1853 | Vorming- en ontwikkelingswerk |
MUYS Ine | Strekkingloos | Cultivers | Vorming- en ontwikkelingswerk | |
SWALENS Hubert | Strekkingloos | Davidsfonds | Vorming- en ontwikkelingswerk | |
VIDTS Ronny | Vlaamsgezind conservatief | Werkgroep Vlaamse Aktie (WVA) | Cultuurspreiding | |
ROOSEN Philip | Schepen | Niet-stemgerechtigd | ||
DE DECKER Lieve | Ambtenaar | Niet-stemgerechtigd |
De gemeenteraad neemt kennis van de samenstelling van de GRIS (Grimbergse Raad voor Internationale Samenwerking).
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (DLB):
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
13° het inrichten van adviesraden en overlegstructuren.
§ 3. Onder voorbehoud van de wettelijke en decretale bepalingen die op dit gebied gelden, kan alleen de gemeenteraad overgaan tot de organisatie van raden en overlegstructuren die als opdracht hebben op regelmatige en systematische wijze het gemeentebestuur te adviseren.
Ten hoogste twee derde van de leden van de raden en de overlegstructuren, vermeld in het eerste lid, is van hetzelfde geslacht. Als dat niet het geval is, kan niet op rechtsgeldige wijze advies worden uitgebracht.
Gemeenteraadsleden en leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen stemgerechtigd lid zijn van de raden en de overlegstructuren, vermeld in het eerste lid.
§ 5. De gemeenteraad bepaalt bij reglement de wijze waarop concreet vorm gegeven wordt aan de inspraak, vermeld in paragraaf 1 tot en met 4, voor de gemeente en haar organen.
De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt bij reglement de wijze waarop concreet vorm gegeven wordt aan de inspraak, vermeld in paragraaf 1, 2 en 4, voor het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en zijn organen.
Artikel 44, §3 van het Huishoudelijk reglement gemeenteraad, goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 28 februari 2019 en gewijzigd in zitting van de gemeenteraad van 28 mei 2020.
/
Het college van burgemeester en schepenen nam in zitting van 7 april 2025 kennis van de procedure van de samenstelling van de GRIS zoals uiteengezet in het besluit.
Het college van burgemeester en schepenen stelde vast dat volgens artikel 3 van het huishoudelijk reglement (HHR) van de GRIS de leden van de algemene vergadering (AV) de volgende zijn:
De schepen van internationale samenwerking en solidariteit en zijn/haar vervanger, de ambtenaar bevoegd voor internationale samenwerking en solidariteit en zijn/haar vervanger en personen die omwille van hun specifieke kennis of bekwaamheden op de vergadering, zijn niet-stemgerechtigde leden.
Op heden is de schepen van internationale samenwerking en solidariteit, schepen Jelle DE WILDE, en de ambtenaar bevoegd voor internationale samenwerking en solidariteit is mevrouw Lieve DE DECKER.
De algemene vergadering van de GRIS verkiest jaarlijks een bestuur van minimum 2 en maximum 5 leden, waaronder een voorzitter, een secretaris en eventueel een penningmeester (artikel 5 HHR).
De opdracht werd gegeven aan de dienst Vrije Tijd om de samenstelling van de GRIS voor te bereiden.
De afgevaardigden van de verenigingen of werkgroepen, actief in Grimbergen op het vlak van internationale samenwerking en solidariteit, werden besproken en aangeduid tijdens de vergadering van de GRIS op 28 april 2025. Andere verenigingen die eventueel wilden aansluiten konden informatie vinden op de gemeentelijke website.
Inwoners konden zich kandidaat stellen via een oproep in het gemeentelijk infoblad en de informatie op de gemeentelijke website. Er kwamen geen kandidaturen van burgers binnen.
Het college van burgemeester en schepenen nam in zitting van 30 juni 2025 kennis van de samenstelling van de GRIS voor deze bestuursperiode:
Vereniging | Naam | Vervanger(s) |
11.11.11 | Katrien Van Zeebroeck | |
Broederlijk Delen | Mia Janssens | |
Edukado | Emma Rodriguez | |
Rikolto (Vredeseilanden) | Mia Brackenier | |
Oye Lena | Hilde Vandepitte | Stefanie Van Erps - Ingrid Vandekelder |
Piloten zonder Grenzen | Patrick Rosseau | |
Faire gemeente | Jan De Leeuw | |
Onthaalgroep Vluchtelingen | Leo Van Dorsselaer | |
Schepen | Jelle De Wilde | |
Ambtenaar | Lieve De Decker | |
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om kennis te nemen van de samenstelling van de GRIS.
/
Enig artikel.
Kennis te nemen van de samenstelling van de GRIS:
Vereniging | Naam | Vervanger(s) |
11.11.11 | Katrien Van Zeebroeck | |
Broederlijk Delen | Mia Janssens | |
Edukado | Emma Rodriguez | |
Rikolto (Vredeseilanden) | Mia Brackenier | |
Oye Lena | Hilde Vandepitte | Stefanie Van Erps - Ingrid Vandekelder |
Piloten zonder Grenzen | Patrick Rosseau | |
Faire gemeente | Jan De Leeuw | |
Onthaalgroep Vluchtelingen | Leo Van Dorsselaer | |
Schepen | Jelle De Wilde | |
Ambtenaar | Lieve De Decker |
De gemeenteraad neemt kennis van de samenstelling van de Seniorenraad.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (DLB):
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
13° het inrichten van adviesraden en overlegstructuren.
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.
Artikel 303, §3 en §5 DLB:
§ 3. Onder voorbehoud van de wettelijke en decretale bepalingen die op dit gebied gelden, kan alleen de gemeenteraad overgaan tot de organisatie van raden en overlegstructuren die als opdracht hebben op regelmatige en systematische wijze het gemeentebestuur te adviseren.
Ten hoogste twee derde van de leden van de raden en de overlegstructuren, vermeld in het eerste lid, is van hetzelfde geslacht. Als dat niet het geval is, kan niet op rechtsgeldige wijze advies worden uitgebracht.
Gemeenteraadsleden en leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen stemgerechtigd lid zijn van de raden en de overlegstructuren, vermeld in het eerste lid.
§ 5. De gemeenteraad bepaalt bij reglement de wijze waarop concreet vorm gegeven wordt aan de inspraak, vermeld in paragraaf 1 tot en met 4, voor de gemeente en haar organen.
De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt bij reglement de wijze waarop concreet vorm gegeven wordt aan de inspraak, vermeld in paragraaf 1, 2 en 4, voor het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en zijn organen.
Artikel 44, §3 van het Huishoudelijk reglement gemeenteraad, goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 28 februari 2019 en gewijzigd in zitting van de gemeenteraad van 28 mei 2020.
De Seniorenraad werd opgericht op 4 februari 2003, statuten in bijlage.
Besluit van de gemeenteraad van 27 augustus 2008 inzake de aanpassing van de statuten (in bijlage).
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 10 maart 2025 "Seniorenraad: opstart procedure vernieuwing samenstelling - Kennisname en goedkeuring".
/
Omwille van de start van een nieuwe legislatuur moeten alle adviesraden opnieuw samengesteld worden.
Artikel 3 van de Statuten van de Seniorenraad stelt dat deze is samengesteld uit:
Stemgerechtigde leden:
1. de Grimbersge seniorenverenigingen, vertegenwoordigd in verhouding tot het aantal leden op grond van deze tabel:
Bijkomende voorwaarden zijn:
2. de rustoorden, serviceflats e.a. gelijkaardige instellingen op Grimbergs grondgebied met elk een afgevaardigde;
3. max. 8 gecoöpteerde leden, aan te duiden door het college van burgemeester en schepenen, na bekendmaking van de vacatures aan de bevolking.
Bijkomende voorwaarden zijn:
minimum 55 jaar oud;
het grondgebied van de gemeente bewonen en
geen politiek mandaat uitoefenen en geen deel uitmaken van de gemeenteraad.
Inzake 1 en 2 beslissen deze verenigingen, rustoorden, serviceflats e.a. gelijkaardige instellingen, zelf over de aanstelling, de voorlopige en/of definitieve vervanging van hun vertegenwoordigers(s) (artikel 4 statuten).
Niet-stemgerechtigde leden:
schepen bevoegd voor het seniorenbeleid en
de voorzitter van de OCMW-raad.
De schepen bevoegd voor seniorenbeleid is de voorzitter van het Bijzonder Comité Sociale Dienst (BCSD) de heer Ewoud DE MEYER.
De voorzitter van de OCMW-raad (zijnde de raad voor maatschappelijk welzijn) is de heer Daan VERTONGEN.
Volgens artikel 5 Statuten kunnen deze deskundigen de Seniorenraad bijwonen en zijn deze niet stemgerechtigd:
een ambtenaar aangeduid door de gemeente;
een ambtenaar aangeduid door het OCMW (op heden het Sociaal Huis) en
een deskundige die door de Seniorenraad wordt uitgenodigd op geraadpleegd.
Op heden was dit de deskundige Vrije Tijd (Jeugd) mevrouw Els METS. Het college van burgemeester en schepenen heeft op 10 maart 2025 voorgesteld dat zij opnieuw als deskundige, niet-stemgerechtigd lid kan zetelen in de Seniorenraad.
De Seniorenraad kiest uit de stemgerechtigde leden een:
een voorzitter;
een ondervoorzitter;
een secretaris en
een penningmeester.
Deze vormen het bestuur (artikel 7 Statuten).
Het college van burgemeester en schepenen nam hier in zitting van 10 maart 2025 kennis van en is akkoord gegaan met het:
Hiervoor werd de opdracht gegeven aan de dienst Vrije Tijd.
Kandidaturen 2025:
1. Grimbersge seniorenverenigingen:
Okra Strombeek- Bever (3 kandidaten):
Lydia NAGELS
Lucienne THOMASSEN
Richard DE BUCK
Okra Grimbergen (2 kandidaten):
Jean–Pol OLBRECHTS
deze wordt nog bepaald
Okra Beigem (1 kandidaat): Dennis AUDENAERT
Okra Humbeek (2 kandidaten): deze worden pas bepaald op 18 augustus 2025
Neos (2 kandidaten):
Maggy DILLEN
Renee HUYBRECHTS
Kennisbeurs (1 kandidaat): geen interesse en
Soc. Gepensioneerden Borgt: Thierry TIMMERMANS.
2. Rustoorden, serviceflats e.a. gelijkaardige instellingen (elk een afgevaardigde)
Ter Borre
Ter Biest
Residentie Maalbeek
Villa Batavia
Heilig Hart
St–Alexius PVT
Den Bogaet
Zij krijgen de uitnodiging en sturen iemand van de staf die op het moment van de vergadering vrij is.
3. Max. 8 gecoöpteerde leden, aan te duiden door het college van burgemeester en schepenen, na bekendmaking van de vacatures aan de bevolking.
Onderstaande 6 personen stelden zich kandidaat:
Het college van burgemeester en schepenen nam in zitting van 11 augustus 2025 kennis van:
het overzicht van de kandidaten als de stemgerechtigde leden voorzien onder nrs. 1 en 2, zijnde de Grimbersge seniorenverenigingen, de rustoorden, serviceflats e.a. gelijkaardige instellingen op Grimbergs grondgebied, zoals hierboven uiteengezet en
de ingediende kandidaturen van de gecoöpteerde, stemgerechtigde leden, toegevoegd als bijlage bij dit besluit.
Het college van burgemeester en schepenen duidde de 6 kandidaten aan als gecoöpteerde, stemgerechtigde leden.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd hiervan kennis te nemen.
/
Artikel 1.
Kennis te nemen dat de schepen bevoegd voor seniorenbeleid, de voorzitter van het Bijzonder Comité Sociale Dienst (BCSD), de heer Ewoud DE MEYER is en de voorzitter van de OCMW-raad (in casu de raad voor maatschappelijk welzijn) de heer Daan VERTONGEN is.
Art. 2.
Kennis te nemen dat mevrouw Els METS, deskundige Vrije Tijd (Jeugd), als deskundige, niet-stemgerechtigd, werd voorgesteld om te kunnen zetelen in de Seniorenraad.
Art. 3.
Kennis te nemen van het overzicht van de kandidaten als de stemgerechtigde leden voorzien onder nrs. 1 en 2, zijnde de Grimbersge seniorenverenigingen, de rustoorden, serviceflats e.a. gelijkaardige instellingen op Grimbergs grondgebied, zoals uiteengezet in het besluit.
Art. 4.
Kennis te nemen van de ingediende kandidaturen van de gecoöpteerde, stemgerechtigde leden, toegevoegd als bijlage bij dit besluit, en dat het college van burgemeester en schepenen in zitting van 11 augustus 2025, onderstaande 6 kandidaten heeft aangeduid als gecoöpteerde, stemgerechtigde leden:
Magda SCHEERLINCK, Populierendallaan 134, 1850 Grimbergen
Gilbert MARIS, Schildpadstraat 6, 1850 Grimbergen
Irene VAN DE VELDEN, Wemmelstraat 8, 1853 Grimbergen
Rita VAN DEN BLOCK, Oude Mechelstraat 156 A , 1853 Grimbergen
Viviane SERRANE, Veldkantstraat 123/001, 1850 Grimbergen
Josiane VAN NUFFELEN, Kievitstraat 3, 1850 Grimbergen
De gemeenteraad neemt kennis van de samenstelling van de Adviesraad bibliotheek.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (DLB):
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
13° het inrichten van adviesraden en overlegstructuren.
§ 3. Onder voorbehoud van de wettelijke en decretale bepalingen die op dit gebied gelden, kan alleen de gemeenteraad overgaan tot de organisatie van raden en overlegstructuren die als opdracht hebben op regelmatige en systematische wijze het gemeentebestuur te adviseren.
Ten hoogste twee derde van de leden van de raden en de overlegstructuren, vermeld in het eerste lid, is van hetzelfde geslacht. Als dat niet het geval is, kan niet op rechtsgeldige wijze advies worden uitgebracht.
Gemeenteraadsleden en leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen stemgerechtigd lid zijn van de raden en de overlegstructuren, vermeld in het eerste lid.
§ 5. De gemeenteraad bepaalt bij reglement de wijze waarop concreet vorm gegeven wordt aan de inspraak, vermeld in paragraaf 1 tot en met 4, voor de gemeente en haar organen.
De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt bij reglement de wijze waarop concreet vorm gegeven wordt aan de inspraak, vermeld in paragraaf 1, 2 en 4, voor het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en zijn organen.
Artikels 46 tem. 48 en 50 van het Huishoudelijk reglement gemeenteraad, goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 28 februari 2019, laatst gewijzigd in zitting van de gemeenteraad van 24 april 2024.
/
Het cultuurpact vereist dat o.a. bibliotheken worden beheerd door een beheersorgaan (cf. art. 8 en 9 van het cultuurpact). Dit principe werd bevestigd in art. 7, § 4 van het decreet lokaal cultuurbeleid van 6 juli 2012.
Het cultuurpact voorziet in artikel 9 drie beheersformules volgens dewelke het beheersorgaan vorm kan krijgen en waartussen het gemeentebestuur kan kiezen.
Bij gemeenteraadsbeslissing van 25 oktober 1989 werd in dit kader gekozen voor de zogenaamde optie "9b" van het cultuurpact, nl. een beheersorgaan waarin de afgevaardigden van de betrokken overheid verenigd zijn met de vertegenwoordigers van de gebruikers en van de strekkingen. Dit is de gemeenteraad.
Artikel 9a van de Cultuurpactwet stelt dat dit beheersorgaan moet bijgestaan worden door "commissie van advies" of een "adviesraad".
N.a.v. de recente gemeenteraadsverkiezingen en de installatie van de gemeenteraad op 5 december 2025 moet de Adviesraad bibliotheek opnieuw samengesteld worden.
Het college van burgemeester en schepenen nam in zitting van 12 mei 2025 kennis van de samenstelling van de wijze van Adviesraad bibliotheek. Er werd daarbij vastgesteld dat, volgens artikel 3, §§3 en 5 van het organiek reglement, de schepen van cultuur, op heden schepen Philip ROOSEN, een waarnemer is met raadgevende stem en de bibliothecaris, op heden mevrouw Vanessa VAN LINDEN, de secretaris van de adviesraad is die geen stemrecht heeft.
Aan de dienst Politiek-administratieve ondersteuning (PAO) werd de opdracht gegeven om de fracties, die in de gemeenteraad vertegenwoordigd zijn, aan te schrijven om 12 leden voor te dragen en daarbij rekening te houden dat aan elke fractie één vertegenwoordiger wordt toegewezen en dat de overige mandaten worden verdeeld volgens het principe van de evenredige vertegenwoordiging (systeem d’Hondt) waardoor de verdeling van de mandaten als volgt is:
Fractie |
Aantal vertegenwoordigers (12 leden) |
Vernieuwing |
3 |
CD&V MAX |
2 |
N-VA |
1 |
Groen+Vooruit |
2 |
Samen Groot Grimbergen |
2 |
Open VLD |
2 |
Tevens werd aan de dienst Vrije Tijd, Bibliotheek, de opdracht gegeven om de samenstelling van de Adviesraad bibliotheek voor te bereiden en 12 afgevaardigden van alle vertegenwoordigende verenigingen van de gebruikers en alle filosofische en ideologische strekkingen te rekruteren.
Tot slot nam het college van burgemeester en schepenen kennis te nemen dat ten hoogste twee derde van de leden van de Adviesraad bibliotheek van hetzelfde geslacht mogen zijn.
Per brief werden de fractievoorzitters op 5 juni 2025 aangeschreven om, uiterlijk op 7 augustus 2025, de namen van de door de fractie voorgedragen kandidaten te bezorgen (zie brieven in bijlage).
Volgende kandidaten werden door de fracties voorgedragen:
Fractie |
Aantal vertegenwoordigers (12 leden) |
Vernieuwing |
|
CD&V MAX |
|
N-VA |
|
Groen+Vooruit |
|
Samen Groot Grimbergen |
|
Open VLD |
|
Het college van burgemeester en schepenen nam hiervan kennis in zitting van 4 en 11 augustus 2025.
Per e-mail van 29 juli 2025 heeft de bibliothecaris en tevens secretaris van de adviesraad een lijst met 14 personen die zich kandidaat hebben gesteld voor de Adviesraad bibliotheek. De eerste 12 afgevaardigden, die zich schriftelijk kandidaat stellen en die voldoen aan de voorwaarden, worden aangesteld. De overige kandidaten komen op een wachtlijst.
Het college van burgemeester en schepenen heeft aldus onderstaande personen:
aangesteld werden als de 12 afgevaardigden van alle vertegenwoordigende verenigingen van de gebruikers en alle filosofische en ideologische strekkingen.
De twee overige kandidaten, de heer Marc VANHERLE (ingediend op 26/6) en mevrouw Bernadette VAN DOORSLAER (ingediend op 28/7), komen op een wachtlijst te staan.
Ten hoogste twee derde van de leden van de adviesraad (16/24) mogen van hetzelfde geslacht zijn. Bij de afgevaardigden van de fracties werden er 6 vrouwen en 6 mannen voorgedragen, bij de overige 12 afgevaardigden werden er 9 vrouwen en 3 mannen, voorgedragen, waardoor aan de voorwaarde is voldaan.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van de samenstelling van de Adviesraad bibliotheek.
/
Enig artikel.
Kennis te nemen van de samenstelling van de Adviesraad bibliotheek:
De gemeenteraad duidt de effectieve leden van de Algemene Vergadering van de milieu- en klimaatraad aan. De effectieve leden maken ook deel uit van één of meer werkgroepen volgens interesse. Tevens duidt de gemeenteraad de overige kandidaten aan als lid van één of meerdere werkgroepen, eveneens volgens voorkeur en interesse.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (DLB):
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
13° het inrichten van adviesraden en overlegstructuren.
(…)
§ 3. Onder voorbehoud van de wettelijke en decretale bepalingen die op dit gebied gelden, kan alleen de gemeenteraad overgaan tot de organisatie van raden en overlegstructuren die als opdracht hebben op regelmatige en systematische wijze het gemeentebestuur te adviseren.
Ten hoogste twee derde van de leden van de raden en de overlegstructuren, vermeld in het eerste lid, is van hetzelfde geslacht. Als dat niet het geval is, kan niet op rechtsgeldige wijze advies worden uitgebracht.
Gemeenteraadsleden en leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen stemgerechtigd lid zijn van de raden en de overlegstructuren, vermeld in het eerste lid.
(…)
§ 5. De gemeenteraad bepaalt bij reglement de wijze waarop concreet vorm gegeven wordt aan de inspraak, vermeld in paragraaf 1 tot en met 4, voor de gemeente en haar organen.
Artikel 44, §3 van het Huishoudelijk reglement gemeenteraad, goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 28 februari 2019 en gewijzigd in zitting van de gemeenteraad van 28 mei 2020.
/
Omwille van de start van een nieuwe legislatuur moeten alle adviesraden opnieuw samengesteld worden.
Artikel 4 van de Statuten stelt dat de Milieu- en klimaatraad opnieuw wordt samengesteld bij het begin van elke nieuwe legislatuur.
Artikels 3.2, 3.4 en 4 van de Statuten stelt dat de algemene vergadering (AV) van de de Milieu- en klimaatraad bestaat uit stemgerechtigde leden en niet-stemgerechtigde leden.
Er wordt gestreefd naar een aantal stemgerechtigde leden tussen 15 en 20. Er wordt niet gewerkt met plaatsvervangers.
A. Stemgerechtigde leden
Deze vertegenwoordigers kunnen onder andere afgevaardigd worden uit volgende verenigingen, instellingen of organisaties:
Het stemgerechtigd lid wordt, in voorkomend geval, in volle vrijheid aangeduid door de betrokken vereniging, organisatie of instelling, en moet voldoen aan volgende voorwaarden:
De gemeenteraad bepaalt de samenstelling van de AV en houdt hierbij rekening met een aantal evenwichten:
b. Niet-stemgerechtigde leden
Het college van burgemeester en schepenen nam in zitting van 7 april 2025 kennis van de procedure van de samenstelling van de Algemene Vergadering, zoals hierboven uiteengezet en stelde vast dat volgens artikels 3.2, 3.4 en 4 van de Statuten van de Milieu- en klimaatraad, de bevoegde schepen op heden de schepen van Leefmilieu, Groen- en Afvalbeleid, Land- en Tuinbouw, mevrouw Chantal LAUWERS is en de gemeentelijke ambtenaren de deskundige duurzaamheid, mevrouw Moyra DELAFONTEYNE en de expert Milieu, mevrouw Hilde DE STORDEUR, zijn.
Mevrouw DELAFONTEYNE is op heden niet meer in dienst.
Het college van burgemeester en schepenen gaf de opdracht aan de dienst Omgevingsbeleid om de samenstelling van de Milieu- en klimaatraad voor te bereiden.
Om nieuwe kandidaturen in te winnen voor de Milieu- en klimaatraad werden volgende initiatieven ondernomen:
Tot op heden werden 14 kandidaturen ingediend (motivaties in samenvattende tabel in bijlage 2 gevoegd):
I.f.v. nieuwe statuten en de voordrachten kan ofwel de heer Erik VAN HEMELRIJCK ofwel mevrouw Linda DE WIT aangeduid worden wegens onverenigbaarheid (echtgenoten).
Op 15 juli 2025 liet Linda DE WIT via e-mail weten dat zij kiest voor deelname als effectief lid, en dat haar echtgenoot zal deelnemen aan de werkgroep 'natuur en biodiversiteit' (in bijlage).
Het college van burgemeester en schepenen nam in zitting van 28 juli kennis van onderstaande ingediende kandidaturen en draagt volgende leden voor aan de gemeenteraad voor aanduiding als effectief lid van de AV en als lid van één of meer werkgroepen volgens eigen voorkeur en interesse:
1. voor:
2. als deskundigen en/of geïnteresseerde en gemotiveerde inwoners:
Het college van burgemeester en schepenen nam tevens kennis dat Erik VAN HEMELRIJCK deelname aan de thematische werkgroep 'natuur en biodiversiteit' verkiest.
Het college van burgemeester en schepenen gaf de opdracht aan de dienst Omgevingsbeleid om nog minstens één effectief lid trachten te werven voor de beroepsgroep landbouw. De dienst Omgevingsbeleid schreef hieropvolgend de landbouwers aan en vroeg de landbouwers om te reageren voor 22 augustus 2025.
De dienst Omgevingsbeleid ontving geen bijkomende kandidatuur vanuit de beroepsgroep landbouw.
Geheime stemming:
Gaat over tot een eerste geheime stemming inzake de voordracht van de heer Tom AMEYE als effectief lid van de AV en als lid van één of meer werkgroepen volgens eigen voorkeur en interesse in de Milieu- en klimaatraad:
Gaat over tot een tweede geheime stemming inzake de voordracht van mevrouw Josephine OVEREEM als effectief lid van de AV en als lid van één of meer werkgroepen volgens eigen voorkeur en interesse in de Milieu- en klimaatraad:
Gaat over tot een derde geheime stemming inzake de voordracht van mevrouw Lisette VAN HUMBEECK als effectief lid van de AV en als lid van één of meer werkgroepen volgens eigen voorkeur en interesse in de Milieu- en klimaatraad:
Gaat over tot een vierde geheime stemming inzake de voordracht van mevrouw Kristel ANDRIES als effectief lid van de AV en als lid van één of meer werkgroepen volgens eigen voorkeur en interesse in de Milieu- en klimaatraad:
Gaat over tot een vijfde geheime stemming inzake de voordracht van mevrouw Linda DE WIT als effectief lid van de AV en als lid van één of meer werkgroepen volgens eigen voorkeur en interesse in de Milieu- en klimaatraad:
Gaat over tot een zesde geheime stemming inzake de voordracht van de heer Koen GEVERS als effectief lid van de AV en als lid van één of meer werkgroepen volgens eigen voorkeur en interesse in de Milieu- en klimaatraad:
Gaat over tot een zevende geheime stemming inzake de voordracht van mevrouw Anja VAN CAMPENHOUT als effectief lid van de AV en als lid van één of meer werkgroepen volgens eigen voorkeur en interesse in de Milieu- en klimaatraad:
Gaat over tot een achtste geheime stemming inzake de voordracht van de heer Patrick O als effectief lid van de AV en als lid van één of meer werkgroepen volgens eigen voorkeur en interesse in de Milieu- en klimaatraad:
Gaat over tot een negende geheime stemming inzake de voordracht van de heer Tim MASY als effectief lid van de AV en als lid van één of meer werkgroepen volgens eigen voorkeur en interesse in de Milieu- en klimaatraad:
Gaat over tot een tiende geheime stemming inzake de voordracht van mevrouw Karen VAN CAMPENHOUT als effectief lid van de AV en als lid van één of meer werkgroepen volgens eigen voorkeur en interesse in de Milieu- en klimaatraad:
Gaat over tot een elfde geheime stemming inzake de voordracht van de heer Jacques DE KEYSER als effectief lid van de AV en als lid van één of meer werkgroepen volgens eigen voorkeur en interesse in de Milieu- en klimaatraad:
Gaat over tot een twaalfde geheime stemming inzake de voordracht van de heer Michiel CALLENS als effectief lid van de AV en als lid van één of meer werkgroepen volgens eigen voorkeur en interesse in de Milieu- en klimaatraad:
Gaat over tot een dertiende geheime stemming inzake de voordracht van mevrouw Sylvia BRUYNINX als effectief lid van de AV en als lid van één of meer werkgroepen volgens eigen voorkeur en interesse in de Milieu- en klimaatraad:
/
/
Artikel 1.
Volgende leden aan te duiden als effectief lid van de Algemene Vergadering en als lid van één of meer werkgroepen volgens voorkeur en interesse:
§1. voor:
milieu- en natuurverenigingen:
beroepsgroepen en -organisaties (landbouw):
de socioculturele organisaties:
de scholen en/of gezinnen:
§2. als deskundigen en/of geïnteresseerde en gemotiveerde inwoners:
Art. 2.
Kennis te nemen dat Erik VAN HEMELRIJCK deelname aan de thematische werkgroep 'natuur en biodiversiteit' verkiest.
Art. 3.
Kennis te nemen dat er geen bijkomende kandidatuur voor de beroepsgroep landbouw werd ingediend.
De gemeenteraad keurt de geactualiseerde beheersovereenkomst tussen gemeente en OCMW goed.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB) stelt dat het afsluiten van beheersovereenkomsten tussen gemeente en OCMW een niet-delegeerbare bevoegdheid is van de gemeenteraad/OCMW-raad.
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
(...)
5° het goedkeuren van beheersovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten als vermeld in artikel 196, 234 en 247.
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het vast bureau worden toevertrouwd:
(...)
6° het goedkeuren van beheersovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten als vermeld in artikel 196.
§ 1. De gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen met een of meer overheden een samenwerkingsovereenkomst sluiten voor de gezamenlijke werving en selectie van hun personeel en, in voorkomend geval, om gemeenschappelijke wervingsreserves aan te leggen.
§ 2. Tussen de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient kunnen beheersovereenkomsten worden gesloten over het gemeenschappelijk gebruik van elkaars diensten.
In de beheersovereenkomst kan worden opgenomen dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voor bepaalde functies een beroep kunnen doen op elkaars personeelsleden. Tegelijk kan worden bepaald dat de bevoegde organen hun beslissings- en ondertekeningsbevoegdheid kunnen toevertrouwen aan de personeelsleden van het andere bestuur binnen de grenzen vastgesteld in dit decreet.
Met uitzondering van de personeelsleden, vermeld in artikel 162, § 1, kan de gemeenteraad personeel overdragen aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient, op voorwaarde dat de geldende rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel nageleefd wordt en na goedkeuring van de raad voor maatschappelijk welzijn. De Vlaamse Regering kan daarvoor de minimale voorwaarden vaststellen.
Met uitzondering van de personeelsleden, vermeld in artikel 183, § 1, kan de raad voor maatschappelijk welzijn personeel overdragen aan de gemeente die door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt bediend, op voorwaarde dat de geldende rechtspositieregeling van het personeel nageleefd wordt, en na goedkeuring van de gemeenteraad van de gemeente die door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt bediend. De Vlaamse Regering kan daarvoor de minimale voorwaarden vaststellen.
Met behoud van de toepassing van artikel 57, 85 en 196 kan de algemeen directeur, binnen de grenzen van het organisatiebeheersingssysteem, zijn bevoegdheden toevertrouwen aan andere personeelsleden van de gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Ook de financieel directeur kan zijn bevoegdheden toevertrouwen aan andere personeelsleden van de gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. In beide gevallen gebeurt dat schriftelijk en met een ondubbelzinnige omschrijving van de toegekende bevoegdheden en de daaraan verbonden opdrachten, middelen en rapporteringsverplichtingen.
De toepassing van het eerste lid ontslaat de algemeen directeur of de financieel directeur nooit van zijn verantwoordelijkheid.
(...)
§ 3. De algemeen directeur woont de vergaderingen van het bijzonder comité voor de sociale dienst bij en is verantwoordelijk voor het opstellen en het bewaren van de notulen ervan.
De algemeen directeur kan het bijwonen van de vergaderingen van het bijzonder comité voor de sociale dienst, het opstellen en het medeondertekenen van de notulen delegeren aan een personeelslid van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Als dat is opgenomen in de beheersovereenkomst, vermeld in artikel 196, kan hij die bevoegdheid ook toevertrouwen aan een personeelslid van de gemeente.
§ 1. De reglementen, verordeningen, beslissingen en akten van de gemeenteraad, en alle andere stukken of briefwisseling die specifiek betrekking hebben op de gemeenteraad worden ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en medeondertekend door de algemeen directeur.
De reglementen, beslissingen en akten van de raad voor maatschappelijk welzijn, en alle andere stukken of briefwisseling die specifiek betrekking hebben op de raad voor maatschappelijk welzijn, worden ondertekend door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en medeondertekend door de algemeen directeur.
§ 2. De reglementen, verordeningen, beslissingen en akten van de burgemeester en van het college van burgemeester en schepenen worden ondertekend door de burgemeester en medeondertekend door de algemeen directeur.
De reglementen, beslissingen en akten van het vast bureau worden ondertekend door de voorzitter van het vast bureau en medeondertekend door de algemeen directeur.
De beslissingen en akten van de voorzitter van het vast bureau worden door hem ondertekend en medeondertekend door de algemeen directeur.
§ 3. De beslissingen, de akten, de verslagen en de brieven van de financieel directeur en de maatschappelijk werker worden door hen ondertekend als ze specifiek betrekking hebben op de aan hen toevertrouwde taken.
De beslissingen, de akten en de briefwisseling van personeelsleden aan wie bevoegdheden zijn toevertrouwd, worden door die personeelsleden ondertekend.
Het dwangbevel, uitgevaardigd voor de invordering van schuldvorderingen, wordt, met behoud van de ondertekeningsbevoegdheid inzake de uitvoerbaarverklaring ervan, ondertekend door de financieel directeur.
§ 4. De reglementen, de beslissingen en de briefwisseling van het bijzonder comité voor de sociale dienst worden ondertekend door de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst en medeondertekend door de algemeen directeur.
De beslissingen en akten van de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst worden door hem ondertekend en medeondertekend door de algemeen directeur.
§ 5. Met behoud van de toepassing van paragraaf 1, eerste lid, en paragraaf 3 wordt de briefwisseling van de gemeente ondertekend door de burgemeester en medeondertekend door de algemeen directeur.
Met behoud van de toepassing van paragraaf 1, tweede lid, en paragraaf 3 en 4 wordt de briefwisseling van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn ondertekend door de voorzitter van het vast bureau en medeondertekend door de algemeen directeur.
§ 6. De gemeenteraad bepaalt in het huishoudelijk reglement door wie en op welke wijze de andere stukken van de gemeente dan de stukken, vermeld in paragraaf 1 tot en met 5, worden ondertekend, en, als dat nodig wordt geacht, medeondertekend. Als de gemeenteraad die werkwijze niet vaststelt worden de stukken ondertekend door de burgemeester en medeondertekend door de algemeen directeur.
Het eerste lid is van toepassing op het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, met dien verstande dat "gemeenteraad" wordt gelezen als "raad voor maatschappelijk welzijn", "de gemeente" wordt gelezen als "het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn" en "burgemeester" wordt gelezen als "voorzitter van het vast bureau".
De burgemeester kan zijn bevoegdheid tot ondertekening opdragen aan een of meer leden van het college van burgemeester en schepenen, tenzij de bevoegdheid betrekking heeft op de ondertekening van de notulen, vermeld in artikel 277. Hij doet dat schriftelijk via een informatiedrager naar keuze. Die opdracht kan op elk moment worden herroepen.
De schepen aan wie de opdracht is gegeven, vermeldt die opdracht bij zijn handtekening.
De bepalingen, vermeld in het eerste en tweede lid, zijn van toepassing op het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, met dien verstande dat "burgemeester" wordt gelezen als "voorzitter van het vast bureau", "college van burgemeester en schepenen" wordt gelezen als "vast bureau", en "de schepen" wordt gelezen als "het lid van het vast bureau".
De voorzitter van de gemeenteraad kan zijn bevoegdheid tot ondertekening opdragen aan een of meer leden van de gemeenteraad, tenzij die bevoegdheid betrekking heeft op de ondertekening van de notulen en het zittingsverslag, vermeld in artikel 277. Hij doet dat schriftelijk via een informatiedrager naar keuze. Die opdracht kan op elk moment worden herroepen.
Het gemeenteraadslid aan wie de opdracht is gegeven, vermeldt die opdracht bij zijn handtekening.
De bepalingen, vermeld in het eerste en tweede lid, zijn van toepassing op het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, met dien verstande dat "gemeenteraad" wordt gelezen als "raad voor maatschappelijk welzijn", en "gemeenteraadslid" wordt gelezen als "lid van de raad voor maatschappelijk welzijn".
De voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst kan zijn bevoegdheid tot ondertekening opdragen aan een of meer leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst, tenzij die bevoegdheid betrekking heeft op de ondertekening van de notulen, vermeld in artikel 277. Hij doet dat schriftelijk via een informatiedrager naar keuze. Die opdracht kan op elk moment worden herroepen.
Het lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst aan wie de opdracht is gegeven, vermeldt die opdracht bij zijn handtekening.
De algemeen directeur kan zijn bevoegdheid tot ondertekening of mede-ondertekening opdragen aan een of meer personeelsleden van de gemeente, tenzij die bevoegdheid betrekking heeft op de ondertekening van de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad en van de notulen van het college van burgemeester en schepenen. Hij doet dat schriftelijk via een informatiedrager naar keuze. Die opdracht kan op elk moment worden herroepen. Als dat is opgenomen in de beheersovereenkomst, vermeld in artikel 196, kan hij die bevoegdheid ook toevertrouwen aan een of meer personeelsleden van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
De personeelsleden aan wie de opdracht tot ondertekening of medeondertekening is gegeven, vermelden die opdracht bij hun handtekening.
De bepalingen, vermeld in het eerste en tweede lid, zijn van toepassing op het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, met dien verstande dat "de gemeente" wordt gelezen als "het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn", "gemeenteraad" wordt gelezen als "raad voor maatschappelijk welzijn", "college van burgemeester en schepenen" wordt gelezen als "vast bureau", en "openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn" wordt gelezen als "gemeente".
De gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient, hebben een gemeenschappelijk managementteam.
Met behoud van de toepassing van het derde lid, bestaat het managementteam uit de algemeen directeur, de adjunct-algemeen directeur, de financieel directeur en alle andere leden die geen mandataris zijn en waarvan de deelname aan het managementteam nuttig wordt geacht voor het functioneren van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
De burgemeester, of de door hem aangewezen schepen, maakt met raadgevende stem deel uit van het managementteam.
Het managementteam vergadert geregeld onder het voorzitterschap van de algemeen directeur, overeenkomstig het organisatiebeheersingssysteem, vermeld in artikel 217 tot en met 220.
Het managementteam ondersteunt de coördinatie van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn bij de beleidsvoorbereiding, de beleidsuitvoering en de beleidsevaluatie. Het managementteam bewaakt de eenheid in de werking, de kwaliteit van de organisatie en de werking van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, alsook de interne communicatie, overeenkomstig het organisatiebeheersingssysteem, vermeld in artikel 217 tot en met 220.
Goedkeuring beheersovereenkomst
Besluit van de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn van 24 januari 2019 - Vaststelling beheersovereenkomst tussen gemeente en OCMW Grimbergen in uitvoering van het decreet lokaal bestuur.
Bron: juridische nota GD&A aan Excello.net:
a) In geval van een kruiselingse delegatie: opname hiervan in een beheersovereenkomst noodzakelijk.
De bevoegdheidsdelegatie blijft beperkt tot een overdracht van bevoegdheden aan personeelsleden van hetzelfde bestuur. Met name de mogelijkheid tot doordelegatie van bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen respectievelijk het vast bureau, via de algemeen directeur naar andere personeelsleden beperkt blijft tot de eigen personeelsleden van het bestuur waartoe het oorspronkelijk delegerende orgaan behoort. Dit beperkt echter de beoogde ambtelijke integratie en eenduidige aansturing van het personeel aanzienlijk. Om hieraan tegemoet te komen werd het toepassingsgebied van de beheersovereenkomst uitgebreid als volgt:
“In de beheersovereenkomst kan worden opgenomen dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voor bepaalde functies een beroep kunnen doen op elkaars personeelsleden. Tegelijk kan worden bepaald dat de bevoegde organen hun beslissings- en ondertekeningsbevoegdheid kunnen toevertrouwen aan de personeelsleden van het andere bestuur binnen de grenzen vastgesteld in dit decreet.”
De barrières zoals voorzien door artikel 57, derde lid en artikel 85, derde lid DLB lijken daarmee te worden weggenomen.
Uitgangspunt van deze delegatiegrondslag (politiek functioneren) is immers dat de algemeen directeur de van het college of vast bureau ontvangen bevoegdheden, slechts kan doordelegeren aan:
de personeelsleden van de gemeente, indien de bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen komt;
de personeelsleden van het OCMW, indien de bevoegdheid van het vast bureau komt.
Indien alzo opgenomen in een beheersovereenkomst, kunnen deze bevoegdheden kruiselings gedelegeerd worden. In de memorie wordt erkend dat deze uitbreiding onder meer deze doordelegatie tot doel heeft:
"De gemeenschappelijke algemeen directeur en financieel directeur die personeelslid zijn van de gemeente, kunnen op grond van de nieuwe bepalingen van dit decreet bevoegdheden toevertrouwd krijgen van het OCMW om in naam van het OCMW bepaalde beslissingen te nemen of officiële stukken te ondertekenen. In die zin is het logisch dat een verdere doordelegatie ook mogelijk moet zijn aan de andere gemeenschappelijke functies. De mogelijkheid tot doordelegatie blijft beperkt tot hetgeen op dat vlak organiek wordt toegelaten voor de organen en de personeelsleden van het eigen bestuur.”
Indien de delegatie voor gevolg heeft dat de eigen rechtspersoonlijkheid wordt overstegen en er dus een bevoegdheid van de gemeente gedelegeerd wordt aan een personeelslid van het OCMW of omgekeerd, is hiervoor de opname in een beheersovereenkomst vereist. In tegenstelling tot de vorige grondslag (artikel 57 en 85 DLB) voorziet artikel 220 DLB immers dat de algemeen en financieel directeur hun bevoegdheden kunnen toevertrouwen aan personeelsleden van zowel de gemeente als het OCMW. Echter moet ervan uitgegaan worden dat ook hier hetzelfde principe geldt: indien de algemeen of financieel directeur een bevoegdheid voor de gemeente toevertrouwt aan een personeelslid van het OCMW of omgekeerd, zal de verankering in een beheersovereenkomst noodzakelijk zijn. Indien een delegatie met andere woorden voor gevolg heeft dat een bevoegdheid van het ene bestuur uiteindelijk wordt uitgeoefend door een personeelslid van het andere bestuur, is hiervoor vereist dat een beheersovereenkomst de mogelijkheid daartoe voorziet.
Tot slot wordt aanvullend nog tweemaal expliciet verwezen naar de mogelijkheid tot kruiselingse delegatie via de beheersovereenkomst:
Artikel 277, §3 DLB: de algemeen directeur kan het bijwonen van de vergaderingen van het bijzonder comité voor de sociale dienst en het opstellen en medeondertekenen van de notulen delegeren aan een personeelslid van het OCMW. Mits opname in de beheersovereenkomst kan dit ook toevertrouwd worden aan een personeelslid van de gemeente.
Artikel 283 DLB: de algemeen directeur kan de bevoegdheid tot ondertekening of medeondertekening delegeren aan personeelsleden van het eigen bestuur. Mits opname in de beheersovereenkomst kan dit ook toevertrouwd worden aan een personeelslid van het andere bestuur.
b) Algemeen directeur: twee algemene delegatiegrondslagen.
Artikel 57, derde lid en art. 85, derde lid DLB (ambtelijke doordelegatie): de algemeen directeur kan de van het college van burgemeester en schepenen respectievelijk vast bureau ontvangen bevoegdheden delegeren aan andere personeelsleden van gemeente respectievelijk OCMW, met uitzondering van een lijst van niet delegeerbare bevoegdheden. Het kader en de mogelijkheid daartoe wordt vastgelegd in het delegatiereglement en de afsprakennota.
Artikel 220 DLB (ambtelijke delegatie): de algemeen en financieel directeur kunnen binnen de grenzen van het organisatiebeheersingssysteem hun bevoegdheden toevertrouwen aan andere personeelsleden van de gemeente of het OCMW, met uitzondering van expliciet voorbehouden of niet delegeerbare bevoegdheden. Dit gebeurt op schriftelijke wijze met een ondubbelzinnige omschrijving van de toegekende bevoegdheden en de daaraan verbonden opdrachten, middelen en rapporteringsverplichtingen.
Van deze algemene delegatiegrondslag wordt enkel uitgesloten:
De vanuit de politieke organen aan de algemeen directeur gedelegeerde bevoegdheden.
De bevoegdheden inzake het ‘politieke functioneren’ van de algemeen directeur.
c) Algemeen directeur: specifieke delegatiegrondslagen.
Artikel 20, laatste lid DLB: de algemeen directeur kan het verstrekken aan de raadsleden van technische inlichtingen over stukken in het raadsdossier aan andere personeelsleden toewijzen. De wijze waarop die inlichtingen verstrekt worden, wordt door het huishoudelijk reglement bepaald.
Artikel 170, tweede lid DLB: de algemeen directeur kan de uitoefening van het dagelijkse personeelsbeheer toevertrouwen aan andere personeelsleden. De bevoegdheid tot het vaststellen van het begrip dagelijks personeelsbeheer komt aan de gemeenteraad en OCMW-raad toe doch is delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen respectievelijk vast bureau.26 Een doordelegatie aan de algemeen directeur is uitgesloten.
Artikel 187 DLB: indien de algemeen directeur de bevoegdheid tot eedaflegging van het personeel gedelegeerd krijgt van de burgemeester of voorzitter van het vast bureau, kan hij/zij deze bevoegdheid doordelegeren aan een van de leden van het managementteam.
Artikel 201 DLB: indien de algemeen directeur de aanstellings- en ontslagbevoegdheid voor het personeel vanwege het college of vast bureau gedelegeerd kreeg en hij dus ten aanzien van deze personeelsleden als tuchtoverheid moet optreden, kan hij/zij deze tuchtbevoegdheid delegeren aan personeelsleden met minstens dezelfde of een gelijkwaardige graad als het personeelslid dat de tuchtprocedure ondergaat.
Artikel 277 DLB: de algemeen directeur kan het bijwonen van de vergaderingen van het bijzonder comité voor de sociale dienst, het opstellen en het medeondertekenen van de notulen delegeren aan een personeelslid van het OCMW. Mits opname in een beheersovereenkomst kan dit toevertrouwd worden aan een personeelslid van de gemeente.
Artikel 283 DLB: de algemeen directeur kan zijn bevoegdheid tot ondertekening of medeondertekening opdragen aan een of meer personeelsleden, met uitzondering van de ondertekening van de notulen en het zittingsverslag van de raden en de notulen van het college van burgemeester en schepenen respectievelijk vast bureau. Opgemerkt dient tevens dat overeenkomstig artikel 279, §3 DLB de ondertekeningsbevoegdheid de ten gronde gedelegeerde bevoegdheid volgt. Beslissingen, akten en briefwisseling van personeelsleden aan wie bevoegdheden werden toevertrouwd, staan bijgevolg in voor de ondertekening hiervan.
d) Algemeen directeur: delegatie bij bijzondere wetgeving.
Bevoegdheden die een wet, een decreet of een uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan een bestuursorgaan voorbehouden, kunnen niet gedelegeerd worden aan het lagere bestuursorgaan of de algemeen directeur;
bevoegdheden die door een wet of decreet uitdrukkelijk toegewezen zijn aan de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen kunnen niet gedelegeerd worden aan het college van burgemeester en schepenen respectievelijk de algemeen directeur;
voor bevoegdheden van de algemeen of financieel directeur die niet uit het DLB voortvloeien, kan geen gebruik gemaakt worden van artikel 220 DLB;
voor bevoegdheden die volgen uit andere wetgeving, wordt bijgevolg steeds best nagegaan of deze bijzondere wetgeving in een delegatiegrondslag voorziet.
Positief advies van het MAT van 10 juni 2025.
Artikel 196, §2 DLB bepaalt het volgende:
Tussen de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient kunnen beheersovereenkomsten worden gesloten over het gemeenschappelijk gebruik van elkaars diensten.
In de beheersovereenkomst kan worden opgenomen dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voor bepaalde functies een beroep kunnen doen op elkaars personeelsleden. Tegelijk kan worden bepaald dat de bevoegde organen hun beslissings- en ondertekeningsbevoegdheid kunnen toevertrouwen aan de personeelsleden van het andere bestuur binnen de grenzen vastgesteld in dit decreet.
Vanuit een behoorlijk bestuur beogen gemeente en OCMW een doorgedreven samenwerking en integratie om een synergie op vlak van beleid, werking en organisatie te realiseren, zodanig dat op de meest effectieve en efficiënte wijze een kwaliteitsvolle dienstverlening kan aangeboden worden aan de interne en externe klant.
Om kruiselingse delegatie mogelijk te maken, is een beheersovereenkomst nodig.
Hierbij wordt ook de handtekeningsbevoegdheid geregeld conform hetdecreet lokaal bestuur en de samenstelling van het managementteam.
Op 24 januari 2019 werd de beheersovereenkomst tussen gemeente en OCMW Grimbergen goedgekeurd door de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.
Deze beheersovereenkomst dient geactualiseerd te worden.
Voorstel geactualiseerde tekst: ZIE BIJLAGEN 01-03.
Bijlage 01: Geactualiseerde versie beheersovereenkomst
Bijlage 02: Geactualiseerde versie bijlagen bij beheersovereenkomst
Bijlage 03: Besluit van de algemeen directeur van 26 juni 2025 ivm delegaties (actualisatie)
Ter info als bijlagen XX en YY: de beheersovereenkomst met bijlagen - versie 2019.
/
/
Enig artikel.
De geactualiseerde beheersovereenkomst tussen gemeente en OCMW Grimbergen, toegevoegd in bijlagen 01-03, goed te keuren.
De gemeenteraad legt de delegaties i.v.m. personeelsbevoegdheden vast.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB), specifiek:
1) De bevoegdheden van de gemeenteraad (op vlak van personeel), en delegatiemogelijkheden
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
1° (...)
2° het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen;
(...)
6° het aanstellen en ontslaan van de algemeen directeur, de adjunct-algemeen directeur, de financieel directeur en de ombudsman, alsook de sanctie- en tuchtbevoegdheid ten aanzien van die personeelsleden;
(...)
17° het aangaan van andere dadingen dan dadingen met personeelsleden naar aanleiding van een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben;
(...)
2) De bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen (op vlak van personeel), en delegatiemogelijkheden
Artikel 56.
(...)
§ 2. Het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen.
§ 3. Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor:
(...)
2° het aanstellen en het ontslaan van het personeel, alsook de sanctie- en tuchtbevoegdheid ten aanzien van het personeel, met behoud van de toepassing van de bevoegdheid van de gemeenteraad, vermeld in artikel 41, tweede lid, 6°, van dit decreet en de gevallen waarin die bevoegdheid door of krachtens de wet of het decreet aan de gemeenteraad is opgedragen;
(...)
Met behoud van de toepassing van deel 2, titel 3, en behalve in geval van uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan het college van burgemeester en schepenen, kan het college van burgemeester en schepenen bij reglement de uitoefening van bepaalde bevoegdheden aan de algemeen directeur toevertrouwen.
De bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen, vermeld in artikel 56, § 1, eerste lid, en § 4, en de op basis van artikel 56, § 2, gedelegeerde bevoegdheden van de gemeenteraad voor het vaststellen van de rechtspositieregeling, het vaststellen van wat onder het begrip `dagelijks personeelsbeheer' moet worden verstaan, het aangaan van dadingen met personeelsleden naar aanleiding van een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben, en de bevoegdheden, vermeld in artikel 56, § 3, 7°, 8°, b), 9°, 10°, 11° en 13°, kunnen evenwel niet aan de algemeen directeur worden toevertrouwd. Hetzelfde geldt voor de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen in het kader van het financiële beheer, vermeld in artikel 258, 267, 269, 271 en 272, § 2.
De algemeen directeur oefent de bevoegdheden die hem met toepassing van het eerste lid zijn toevertrouwd persoonlijk uit. Met uitzondering van de bevoegdheid tot het vaststellen van het organogram en de bevoegdheid tot het aanstellen van een waarnemend algemeen directeur bij toepassing van artikel 166, vierde lid, kan de algemeen directeur die bevoegdheden toevertrouwen aan andere personeelsleden van de gemeente.
3) De bevoegdheden van de algemeen directeur (op vlak van personeel) en delegatiemogelijkheden
Artikel 170.
De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
Hij staat aan het hoofd van het personeel van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en hij is bevoegd voor het dagelijkse personeelsbeheer. De algemeen directeur kan de uitoefening van het dagelijkse personeelsbeheer toevertrouwen aan andere personeelsleden.
De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Artikel 220.
Met behoud van de toepassing van artikel 57, 85 en 196 kan de algemeen directeur, binnen de grenzen van het organisatiebeheersingssysteem, zijn bevoegdheden toevertrouwen aan andere personeelsleden van de gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Ook de financieel directeur kan zijn bevoegdheden toevertrouwen aan andere personeelsleden van de gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. In beide gevallen gebeurt dat schriftelijk en met een ondubbelzinnige omschrijving van de toegekende bevoegdheden en de daaraan verbonden opdrachten, middelen en rapporteringsverplichtingen.
De toepassing van het eerste lid ontslaat de algemeen directeur of de financieel directeur nooit van zijn verantwoordelijkheid.
Decreet lokaal bestuur (DLB).
Besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen (BVR RPR).
Besluit van de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn van 24 januari 2019 - Vaststelling beheersovereenkomst tussen gemeente en OCMW Grimbergen in uitvoering van het decreet lokaal bestuur.
Besluit van de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn van 20 februari 2020 - Overdracht van bepaalde bevoegdheden betreffende personeelsaangelegenheden aan het college van burgemeester en schepenen in uitvoering van het Decreet Lokaal Bestuur.
Besluit van de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn van 28 augustus 2025 - Beheersovereenkomst tussen gemeente en OCMW Grimbergen in uitvoering van het decreet lokaal bestuur - Actualisatie - Goedkeuring.
Besluit van de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn van 28 augustus 2025 - Vervangingsregeling algemeen directeur en financieel directeur - Actualisatie - Goedkeuring.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen / vast bureau van 30 juni 2025 - personeelsbevoegdheden - Aanstellingsbevoegdheid - Vaststelling begrip dagelijks personeelsbeheer - Reglement dagelijks personeelsbeheer gemeente- en OCMW-personeel - Principiële goedkeuring
WETTELIJKE BASIS - ALGEMEEN
Artikelen 40 / 77 DLB bepalen dat de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn over de volheid van bevoegdheid beschikken t.a.v. de in artikel 2 DLB vermelde aangelegenheden.
De gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn bepalen het beleid van de gemeente / het OCMW en zij stellen de gemeentelijke reglementen vast.
Artikelen 41 / 78 DLB bepalen dat de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn bij reglement bepaalde bevoegdheden kunnen toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen / vast bureau (behalve bij uitdrukkelijke toewijzing).
Hierop zijn een aantal uitzonderingen (1), namelijk bevoegdheden die NIET kunnen gedelegeerd worden naar het schepencollege / vast bureau.
(1) Bevoegdheden personeel van de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn die NIET kunnen gedelegeerd worden naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau (art. 41/78 DLB):
Aanstellen en ontslaan van de algemeen directeur, de adjunct-algemeen directeur, de financieel directeur en de ombudsman, alsook de sanctie- en tuchtbevoegdheid ten aanzien van die personeelsleden.
Vervolgens bepalen artikel 57 (resp. 85) DLB dat het college van burgemeester en schepenen / vast bureau de uitoefening van bepaalde bevoegdheden bij reglement aan de algemeen directeur kunnen toevertrouwen. Ook hierop zijn een aantal uitzonderingen (2), namelijk bevoegdheden die NIET kunnen gedelegeerd worden naar de algemeen directeur.
(2) Bevoegdheden personeel van het college van burgemeester en schepenen / vast bureau die NIET kunnen gedelegeerd worden naar de algemeen directeur (art. 57/85 DLB):
Vaststellen rechtspositieregeling;
Vaststellen van wat onder het begrip "dagelijks personeelsbeheer" moet worden verstaan;
Het aangaan van dadingen met personeelsleden n.a.v. een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben.
Vervolgens bepalen artikel 57 (resp. 85) DLB dat de algemeen directeur deze gedelegeerde bevoegdheden kan toevertrouwen aan andere personeelsleden. Ook hierop zijn een aantal uitzonderingen (3), namelijk bevoegdheden die NIET kunnen gedelegeerd worden naar andere personeelsleden.
(3) Bevoegdheden personeel van de algemeen directeur die NIET kunnen gedelegeerd worden naar andere personeelsleden van de gemeente / het OCMW (art. 57/85 DLB):
Vaststellen van het organogram;
Aanstellen van een waarnemend algemeen directeur bij toepassing van artikel 166 DLB.
Hieronder wordt voor de verschillende personeelsaangelegenheden opgelijst hoe de delegatiemogelijkheden zijn (zoals voorzien in het DLB).
Zie ook overzicht van VVSG als BIJLAGE 01.
WETTELIJKE BASIS - HR-reglementen en Personeelsbeleid
A - ORGANOGRAM
Artikel 161 DLB bepaalt dat de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn het gezamenlijk organogram van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vaststellen.
Het organogram geeft de organisatiestructuur van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn weer, duidt de gezagsverhoudingen en de functies aan waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden.
Artikel 171, §4 DLB bepaalt dat de algemeen directeur - in overleg met het managementteam - zorgt voor de opmaak van het voorontwerp van het organogram.
De bevoegdheid tot het vaststellen van het organogram wordt niet vermeld bij de niet-delegeerbare bevoegdheden van de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn (artikel 41 / 78 DLB), waardoor deze bevoegdheid dus kan gedelegeerd worden naar schepencollege / vast bureau.
De bevoegdheid tot het vaststellen van het organogram wordt ook niet vermeld bij de niet-delegeerbare bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen / vast bureau (artikel 57 / 85 DLB), waardoor deze bevoegdheid dus kan gedelegeerd worden naar de algemeen directeur.
De bevoegdheid tot het vaststellen van het organogram wordt WEL vermeld bij de niet-delegeerbare bevoegdheden van de algemeen directeur (artikel 57 / 85 DLB), waardoor de vaststelling van het organogram dus NIET gedelegeerd kan worden naar andere personeelsleden van de gemeente / OCMW.
|
GR / RMW |
CBS / VB (Bij delegatie door GR / RMW) |
AD (Bij delegatie door CBS / VB) |
Ander personeelslid (Bij delegatie door AD) |
Organogram |
JA |
JA |
JA |
NEEN |
B - PERSONEELSREGLEMENTEN
Op basis van artikel 41, eerste lid DLB (gemeente) en artikel 78, eerste lid DLB (OCMW) DLB kunnen de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen / vast bureau (behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing).
Specifiek i.v.m. personeelsreglementen wordt het volgende bepaald in het DLB:
Artikel 193 (deontologische code)
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stellen een gezamenlijke deontologische code vast voor het personeel. Die concretiseert de bepalingen van deze afdeling en kan bijkomende deontologische rechten en verplichtingen opnemen, overeenkomstig het organisatiebeheersingssysteem, vermeld in artikel 217 tot en met 220.
Op basis van artikel 41, tweede lid, 2° DLB (gemeente) en artikel 78, tweede lid, 2° (OCMW) DLB kunnen reglementen over personeelsaangelegenheden gedelegeerd worden van de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau.
Het gaat o.a. over:
Rechtspositieregeling;
Arbeidsreglement en bijlagen (bv. telewerkreglement, Gebruik telefonie, ICT, fietspolicy, ...);
Deontologische code;
Vormingsreglement;
Re-integratiebeleid;
Andere regelingen i.v.m. HR-beleidsthema's (bv. werving en selectie, aanwezigheidsbeleid, ...)
Artikel 171, §4 DLB bepaalt dat de algemeen directeur - in overleg met het managementteam - zorgt voor het voorontwerp van de rechtspositieregeling van het personeel.
Op 23 december 2024 bezorgde VVSG volgend advies i.v.m. de personeelsreglementen:
Het woord 'rechtspositieregeling' moet hier volgens mij in de brede zin van het woord gelezen worden, en omvat alle reglementen waarin rechten en plichten van de medewerkers staan. Het gaat immers om wat vaak ook als 'bijlagen' aan de rechtspositieregeling worden toegevoegd. Bovendien zijn rechtspositieregeling en arbeidsreglement inhoudelijk heel vaak inwisselbaar. Het zou raar zijn dat de rechtspositieregeling in de strikte zin van het woord niet delegeerbaar is naar de administratie, en het arbeidsreglement wel. (...)
Kortom, al deze elementen doen mij concluderen dat ook het arbeidsreglement, de deontologische code, het vormingsreglement, het re-integratiebeleid en andere personeelsreglementen enkel delegeerbaar zijn naar het uitvoerend orgaan, maar niet verder.
GR / RMW | CBS / VB (Bij delegatie door GR / RMW) |
AD (Bij delegatie door CBS / VB) |
Ander personeelslid (Bij delegatie door AD) |
|
Rechtspositieregeling | JA | JA | NEEN | NEEN |
Arbeidsreglement en bijlagen | JA | JA | NEEN | NEEN |
Deontologische code | JA | JA | NEEN | NEEN |
Andere HR-reglementen | JA | JA | NEEN | NEEN |
WETTELIJKE BASIS - aanstellingsbevoegdheid
A - DECRETALE GRADEN
Op basis van artikel 41, tweede lid, 6°, kan de volgende aanstellingsbevoegdheid NIET gedelegeerd worden naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau:
GR / RMW | CBS / VB (Bij delegatie door GR / RMW) |
AD (Bij delegatie door CBS / VB) |
Ander personeelslid (Bij delegatie door AD) |
|
|
JA | NEEN | NEEN | NEEN |
B - ALGEMENE AANSTELLINGSBEVOEGDHEID
Op basis van artikel 56, §3,2° DLB (gemeente) en artikel 84, §3, 2° DLB (OCMW) zijn het college van burgemeester en schepenen / vast bureau bevoegd voor het aanstellen en ontslaan van de personeelsleden, alsook de sanctie- en tuchtbevoegdheid.
De aanstellingsbevoegdheid wordt NIET vermeld bij de niet-delegeerbare bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen / vast bureau (artikel 57 / 85 DLB), waardoor deze bevoegdheid dus kan gedelegeerd worden naar de algemeen directeur.
De aanstellingsbevoegdheid wordt ook NIET vermeld bij de niet-delegeerbare bevoegdheden van de algemeen directeur (artikel 57 / 85 DLB), waardoor deze bevoegdheid dus kan gedelegeerd worden naar andere personeelsleden van de gemeente / OCMW.
GR / RMW | CBS / VB (Bij delegatie door GR / RMW) |
AD (Bij delegatie door CBS / VB) |
Ander personeelslid (Bij delegatie door AD) |
|
|
JA | JA | JA |
Op basis van het BVR RPR van 20 januari 2023 komen een aantal bevoegdheden toe aan de aanstellende overheid:
C - VERVANGINGSREGELING ALGEMEEN EN FINANCIEEL DIRECTEUR
D - EFFECTIEVE AANSTELLING WAARNEMEND ALGEMEEN / FINANCIEEL DIRECTEUR
Met behoud van de toepassing van artikel 175 regelt de gemeenteraad de vervanging van de algemeen directeur en de financieel directeur bij hun afwezigheid of verhindering.
Er wordt in elk geval in een waarneming van het ambt van algemeen directeur of financieel directeur voorzien als de afwezigheid of verhindering van de algemeen directeur of financieel directeur langer dan honderdtwintig dagen duurt of als het ambt vacant werd verklaard.
De waarnemend algemeen directeur en de waarnemend financieel directeur oefenen alle bevoegdheden uit die aan het ambt verbonden zijn.
De gemeenteraad kan de aanstelling van een waarnemend algemeen directeur of financieel directeur toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen en aan de functiehouder van het ambt.
GR / RMW | CBS / VB (Bij delegatie door GR / RMW) |
AD (Bij delegatie door CBS / VB) |
Ander personeelslid (Bij delegatie door AD) |
|
Vervangingsregeling AD en FD | JA (GR) | JA (CBS) | NEEN | NEEN |
Effectieve aanstelling waarnemend AD en FD | JA (GR) | JA (CBS) | JA (voor de eigen vervanging) |
JA (enkel FD voor de eigen vervanging) |
E. DADINGEN PERSONEEL
Artikel 41, tweede lid, 17° DLB (gemeente) en artikel 78, tweede lid, 15° DLB (OCMW) bepalen dat de volgende bevoegdheid kan gedelegeerd worden naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau:
Vervolgens bepalen artikel 57 DLB (gemeente) en artikel 85 DLB (OCMW) dat de volgende bevoegdheid NIET kan gedelegeerd worden naar de algemeen directeur:
GR / RMW | CBS / VB (Bij delegatie door GR / RMW) |
AD (Bij delegatie door CBS / VB) |
Ander personeelslid (Bij delegatie door AD) |
|
|
JA | JA | NEEN | NEEN |
WETTELIJKE BASIS - dagelijks personeelsbeheer
Artikel 170 DLB bepaalt dat de algemeen directeur bevoegd is voor het dagelijkse personeelsbeheer. Deze bevoegdheid kan worden gedelegeerd aan andere personeelsleden.
De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
Hij staat aan het hoofd van het personeel van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en hij is bevoegd voor het dagelijkse personeelsbeheer. De algemeen directeur kan de uitoefening van het dagelijkse personeelsbeheer toevertrouwen aan andere personeelsleden.
De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Artikel 57 DLB (gemeente) en artikel 85 DLB (OCMW) bepalen dat de volgende bevoegdheid NIET aan de algemeen directeur kunnen worden toevertrouwd:
het vaststellen van wat onder het begrip `dagelijks personeelsbeheer' moet worden verstaan
Dit betekent dat de gemeente- en OCMW-raad dienen te omschrijven wat er onder het begrip "dagelijks personeelsbeheer" valt (tenzij deze bevoegdheid is gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen / vast bureau).
Verder bepaalt artikel 220 DLB het volgende in verband met het delegeren van de bevoegdheden van de algemeen directeur aan andere personeelsleden van de gemeente of het OCMW.
Met behoud van de toepassing van artikel 57, 85 en 196 kan de algemeen directeur, binnen de grenzen van het organisatiebeheersingssysteem, zijn bevoegdheden toevertrouwen aan andere personeelsleden van de gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Ook de financieel directeur kan zijn bevoegdheden toevertrouwen aan andere personeelsleden van de gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. In beide gevallen gebeurt dat schriftelijk en met een ondubbelzinnige omschrijving van de toegekende bevoegdheden en de daaraan verbonden opdrachten, middelen en rapporteringsverplichtingen.
De toepassing van het eerste lid ontslaat de algemeen directeur of de financieel directeur nooit van zijn verantwoordelijkheid.
Deze delegatie gebeurt schriftelijk en met een ondubbelzinnige omschrijving van de toegekende bevoegdheden en de daaraan verbonden opdrachten, middelen en rapporteringsverplichtingen.
De toepassing van het eerste lid ontslaat de algemeen directeur of de financieel directeur nooit van zijn verantwoordelijkheid.
§ 2. Tussen de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient kunnen beheersovereenkomsten worden gesloten over het gemeenschappelijk gebruik van elkaars diensten.
In de beheersovereenkomst kan worden opgenomen dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voor bepaalde functies een beroep kunnen doen op elkaars personeelsleden. Tegelijk kan worden bepaald dat de bevoegde organen hun beslissings- en ondertekeningsbevoegdheid kunnen toevertrouwen aan de personeelsleden van het andere bestuur binnen de grenzen vastgesteld in dit decreet.
|
GR / RMW |
CBS / VB (Bij delegatie door GR / RMW) |
AD (Bij delegatie door CBS / VB) |
Ander personeelslid (Bij delegatie door AD) |
Omschrijving begrip "dagelijks personeelsbeheer"
|
JA |
JA |
NEEN |
NEEN |
Uitoefening dagelijks personeelsbeheer
|
|
|
JA |
JA |
Dagelijks personeelsbeheer omvat verschillende zaken:
Individueel personeelsbeheer, bijvoorbeeld (niet limitatief):
Opmaken functiebeschrijvingen
Opdrachthouderschap
Permanentieplicht
Toestemming dienstreizen en meest geschikte vervoermiddel
Individuele verlofaanvragen (m.u.v. het onderwijzend personeel)
Loopbaanonderbreking, zorgkrediet en andere tijdelijke loopbaanmaatregelen (m.u.v. het onderwijzend personeel)
...
Individuele toepassing van de bepalingen i.v.m. vorming en evaluatie:
Individuele opvolging van evaluatieprocedures
Vormingsaanvragen
...
Toepassing van de lokale RPR
Diverse zaken toegewezen in de lokale rechtspositieregeling
Collectief personeelsbeheer:
Dienstroosters opmaken en prestaties noteren
...
Beslissingen die te maken hebben met werkgeversgezag:
Maatregelen van inwendige orde
...
Rapporteringsverplichtingen
De algemeen directeur moet rapporteren aan het college van burgemeester en schepenen en aan het vast bureau over het dagelijks personeelsbeheer (artikel 170 DLB).
Financiële engagementen en visumplicht
De bevoegdheid om financiële engagementen aan te gaan blijft in ieder geval te allen tijde onderworpen aan de voorwaarde dat er in het meerjarenplan voldoende kredieten voorzien werden.
Visumplicht blijft gelden, ongeacht wie de financiële verbintenis aangaat. Zo is er een visumverplichting bij de concrete beslissing tot aanstelling en bij de concrete individuele weddevaststelling.
Syndicaal statuut
Het is mogelijk dat een besluit in kader van dagelijks personeelsbeheer onderworpen is aan onderhandeling of overleg met de vakorganisaties.
Bestuurlijk toezicht
De beslissingen die de algemeen directeur neemt i.k.v. dagelijks personeelsbeheer moeten niet bekend gemaakt worden, ook niet via besluitenlijst.
De beslissingen van de algemeen directeur kunnen wel vernietigd worden na klacht.
Advies MAT van 10 juni 2025.
I. PERSONEELSAANGELEGENHEDEN - BEVOEGDHEDEN EN DELEGATIEMOGELIJKHEDEN
Het DLB biedt flexibele mogelijkheden voor delegatie in personeelsbeleid.
Bepaalde personeelsbevoegdheden kunnen van de raad naar het uitvoerend orgaan (college van burgemeester en schepenen en vast bureau) gedelegeerd worden, en van het uitvoerend orgaan naar de algemeen directeur (en soms verder).
Het systeem van delegaties biedt mogelijkheden om efficiënter en effectiever werken.
Verder is de algemeen directeur bevoegd voor het dagelijks personeelsbeheer. Deze bevoegdheid kan worden gedelegeerd, bijvoorbeeld naar een leidinggevende of naar iemand van de personeelsdienst.
Wat precies onder dagelijks personeelsbeheer valt, kan verschillen per bestuur. De gemeente- en OCMW-raad omschrijven dit begrip, maar kunnen het ook aan het uitvoerend orgaan overlaten om een concrete invulling te geven.
Wettelijke basis: zie boven.
Schema VVSG: zie BIJLAGE 01.
Het is noodzakelijk dat de raad de toepassing van deze delegaties vastlegt.
Er wordt voorgesteld om de toepassing van deze delegaties, die nu geregeld wordt via verschillende beleidsteksten, te centraliseren in één besluit.
II. TOEPASSING BIJ LOKAAL BESTUUR GRIMBERGEN
De toepassing van de delegaties op vlak van personeelsbevoegdheden is nu geregeld via verschillende besluiten en beleidsteksten.
Er wordt voorgesteld om met dit besluit deze delegaties te centraliseren.
II.1 HR-reglementen en Personeelsbeleid
A - ORGANOGRAM
Artikel 161 DLB bepaalt dat de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn het gezamenlijk organogram van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vaststellen.
De bevoegdheid tot het vaststellen van het organogram wordt niet vermeld bij de niet-delegeerbare bevoegdheden van de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn (artikel 41 / 78 DLB), waardoor deze bevoegdheid dus kan gedelegeerd worden naar schepencollege / vast bureau.
De bevoegdheid tot het vaststellen van het organogram wordt ook niet vermeld bij de niet-delegeerbare bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen / vast bureau (artikel 57 / 85 DLB), waardoor deze bevoegdheid dus kan gedelegeerd worden naar de algemeen directeur.
De bevoegdheid tot het vaststellen van het organogram wordt WEL vermeld bij de niet-delegeerbare bevoegdheden van de algemeen directeur (artikel 57 / 85 DLB), waardoor de vaststelling van het organogram dus NIET gedelegeerd kan worden naar andere personeelsleden van de gemeente / OCMW.
Er wordt voorgesteld om - in uitvoering van de artikelen 41 / 78 en 57 / 85 DLB:
De volgende bevoegdheid NIET te delegeren naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau:
Vaststellen van het organogram;
B - PERSONEELSREGLEMENTEN
Op basis de artikelen 41 / 78 DLB kunnen de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen / vast bureau.
Op basis van artikel 41, tweede lid, 2° DLB (gemeente) en artikel 78, tweede lid, 2° (OCMW) DLB kunnen reglementen over personeelsaangelegenheden gedelegeerd worden van de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau.
Artikel 57, eerste lid DLB (gemeente) en artikel 85, eerste lid (OCMW) DLB bepalen dat het volgende NIET kan toevertrouwd worden aan de algemeen directeur:
Er wordt voorgesteld om - in uitvoering van de artikelen 41 / 78 en 57 / 85 :
De volgende bevoegdheden NIET te delegeren naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau:
Vaststellen rechtspositieregeling;
Vaststellen arbeidsreglement;
Vaststellen deontologische code
De volgende bevoegdheden WEL te delegeren naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau:
Het uitwerken van kaderteksten per HR-beleidsthema zonder wijzigingen aan te brengen aan hetgeen bepaald wordt in de RPR of het AR (bv. vormingsreglement, aanwezigheidsbeleid, ...).
II.2 Aanstellingsbevoegdheid
A - DECRETALE GRADEN
De aanstelling van de decretale graden kan op basis van artikel 41, tweede lid, 6° DLB, NIET gedelegeerd worden naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau.
B - ALGEMENE AANSTELLINGSBEVOEGDHEID
Op basis van artikel 56, §3,2° DLB (gemeente) en artikel 84, §3, 2° DLB (OCMW) zijn het college van burgemeester en schepenen / vast bureau bevoegd voor het aanstellen en ontslaan van de personeelsleden, alsook de sanctie- en tuchtbevoegdheid.
De aanstellingsbevoegdheid wordt NIET vermeld bij de niet-delegeerbare bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen / vast bureau (artikel 57 / 85 DLB), waardoor deze bevoegdheid dus kan gedelegeerd worden naar de algemeen directeur.
De aanstellingsbevoegdheid wordt ook NIET vermeld bij de niet-delegeerbare bevoegdheden van de algemeen directeur (artikel 57 / 85 DLB), waardoor deze bevoegdheid dus kan gedelegeerd worden naar andere personeelsleden van de gemeente / OCMW.
Op basis van het BVR RPR van 20 januari 2023 komen een aantal bevoegdheden toe aan de aanstellende overheid:
Op basis van de artikelen 56 / 84 en 57 / 85 DLB wordt voorgesteld:
De volgende bevoegdheden NIET te delegeren naar de algemeen directeur:
De aanstelling van statutaire personeelsleden
De aanstelling van contractuele personeelsleden, zowel arbeidsovereenkomsten bepaalde als onbepaalde tijd, en vervangingsovereenkomsten.
De aanstelling i.k.v. tewerkstelling in toepassing van artikel 60, §7.
De aanstelling van eventwerkers.
De aanstelling van monitoren.
De aanstelling van jobstudenten (met uitzondering van de jobstudenten voor het WZC Ter Biest)
De volgende bevoegdheden WEL te delegeren naar de algemeen directeur:
C. VERVANGINGSREGELING ALGEMEEN EN FINANCIEEL DIRECTEUR
D. EFFECTIEVE AANSTELLING WAARNEMEND ALGEMEEN / FINANCIEEL DIRECTEUR
De gemeenteraad kan de aanstelling van een waarnemend algemeen directeur of financieel directeur toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen en aan de functiehouder van het ambt.
De vervangingsregeling voor de algemeen en financieel directeur werd geactualiseerd in zitting van heden.
Hierbij werden de waarnemers aangeduid die de algemeen / financieel directeur bij afwezigheid of verhindering kunnen vervangen.
De algemeen en financieel directeur werden hierbij gemachtigd om de erkende waarnemers voor een periode van maximaal zestig dagen, die eenmaal kan worden verlengd met een periode van maximaal zestig dagen, aan te stellen.
E. DADINGEN PERSONEEL
De bevoegdheid tot het aangaan van dadingen met personeelsleden naar aanleiding van een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben, kan overeenkomstig artikel 41 / 78 DLB gedelegeerd worden naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau.
Deze bevoegdheid kan op basis van artikel 57 / 85 DLB NIET gedelegeerd worden naar de algemeen directeur.
Er wordt voorgesteld om deze bevoegdheid WEL te delegeren naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau:
Het aangaan van dadingen met personeelsleden n.a.v. een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben.
En dit om efficiëntieredenen, namelijk flexibel en accuraat kunnen handelen.
II. 3 Dagelijks personeelsbeheer
A. BEGRIP "DAGELIJKS PERSONEELSBEHEER"
Op basis de artikelen 41 / 78 DLB kunnen de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen / vast bureau.
Verder bepalen artikels 57 / 85 DLB dat het college van burgemeester en schepenen / vast bureau bij reglement de uitoefening van bepaalde bevoegdheden kunnen toevertrouwen aan de algemeen directeur.
Op basis van artikel 57 / 85 (tweede lid) kan echter de bevoegdheid tot het vaststellen van wat onder het begrip `dagelijks personeelsbeheer' moet worden verstaan, NIET gedelegeerd worden naar de algemeen directeur.
Op basis van de artikels 47 / 78 en en 57 / 85 DLB wordt voorgesteld de volgende bevoegdheid NIET te delegeren naar het college van burgemeester en schepenen:
Een overzicht van deze gedelegeerde bevoegdheden binnen lokaal bestuur Grimbergen bevindt zich in BIJLAGE 02.
B. UITOEFENING DAGELIJKS PERSONEELSBEHEER
Artikel 170 DLB bepaalt dat de algemeen directeur bevoegd is voor het dagelijkse personeelsbeheer. Deze bevoegdheid kan worden gedelegeerd aan andere personeelsleden.
De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
Hij staat aan het hoofd van het personeel van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en hij is bevoegd voor het dagelijkse personeelsbeheer. De algemeen directeur kan de uitoefening van het dagelijkse personeelsbeheer toevertrouwen aan andere personeelsleden.
De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Verder bepaalt artikel 220 DLB het volgende in verband met het delegeren van de bevoegdheden van de algemeen directeur aan andere personeelsleden van de gemeente of het OCMW.
Met behoud van de toepassing van artikel 57, 85 en 196 kan de algemeen directeur, binnen de grenzen van het organisatiebeheersingssysteem, zijn bevoegdheden toevertrouwen aan andere personeelsleden van de gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Ook de financieel directeur kan zijn bevoegdheden toevertrouwen aan andere personeelsleden van de gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. In beide gevallen gebeurt dat schriftelijk en met een ondubbelzinnige omschrijving van de toegekende bevoegdheden en de daaraan verbonden opdrachten, middelen en rapporteringsverplichtingen.
De toepassing van het eerste lid ontslaat de algemeen directeur of de financieel directeur nooit van zijn verantwoordelijkheid.
Deze delegatie gebeurt schriftelijk en met een ondubbelzinnige omschrijving van de toegekende bevoegdheden en de daaraan verbonden opdrachten, middelen en rapporteringsverplichtingen.
De toepassing van het eerste lid ontslaat de algemeen directeur of de financieel directeur nooit van zijn verantwoordelijkheid.
In BIJLAGE 03 bevindt zich een overzicht van de uitoefening van het dagelijks personeelsbeheer en welke taken aan wie worden gedelegeerd.
Er wordt tevens aangegeven:
op welke wijze de rapportering wordt voorzien
of er een visumplicht is en
of er onderhandeling / advies van de vakorganisaties nodig is.
/
Artikel 1.
De personeelsbevoegdheden te organiseren als volgt binnen lokaal bestuur Grimbergen (overzichtstabel als BIJLAGE 02):
A - ORGANOGRAM
De bevoegdheden tot het vaststellen van het organogram en de personeelsformatie worden NIET gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen / vast bureau.
B - PERSONEELSREGLEMENTEN
De volgende bevoegdheden worden NIET gedelegeerd naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau:
vaststellen rechtspositieregeling;
vaststellen arbeidsreglement en
vaststellen deontologische code.
De volgende bevoegdheden worden WEL gedelegeerd naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau:
het uitwerken van kaderteksten per HR-beleidsthema zonder wijzigingen aan te brengen aan hetgeen bepaald wordt in de RPR of het AR (bv. vormingsreglement, aanwezigheidsbeleid, ...).
Art. 2.
De aanstellingsbevoegdheid te organiseren als volgt:
A - AANSTELLING DECRETALE GRADEN
De aanstelling van de decretale graden kan decretaal NIET gedelegeerd worden naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau.
B - ALGEMENE AANSTELLINGSBEVOEGDHEID
De algemene aanstellingsbevoegdheid wordt NIET gedelegeerd naar de algemeen directeur.
Het gaat over:
De volgende bevoegdheden worden WEL gedelegeerd naar de algemeen directeur:
de aanstelling van:
C. VERVANGINGSREGELING ALGEMEEN EN FINANCIEEL DIRECTEUR
D. EFFECTIEVE AANSTELLING WAARNEMEND ALGEMEEN / FINANCIEEL DIRECTEUR
De aanstelling van een waarnemend algemeen directeur of financieel directeur wordt NIET gedelegeerd het college van burgemeester en schepenen of aan de functiehouder van het ambt.
De vervangingsregeling voor de algemeen en financieel directeur werd geactualiseerd bij besluit van de gemeenteraad van heden.
Hierbij werden de waarnemers aangeduid die de algemeen / financieel directeur bij afwezigheid of verhindering kunnen vervangen.
De algemeen en financieel directeur werden hierbij gemachtigd om de erkende waarnemers voor een periode van maximaal zestig dagen, die eenmaal kan worden verlengd met een periode van maximaal zestig dagen, aan te stellen.
E. DADINGEN PERSONEEL
De volgende bevoegdheid wordt WEL gedelegeerd naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau:
Het aangaan van dadingen met personeelsleden n.a.v. een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben.
Art. 3.
Het dagelijks personeelsbeheer te organiseren als volgt:
A. BEGRIP "DAGELIJKS PERSONEELSBEHEER"
De volgende bevoegdheid wordt NIET gedelegeerd naar het college van burgemeester en schepenen:
De volgende zaken worden beschouwd als dagelijks personeelsbeheer:
B. UITOEFENING DAGELIJKS PERSONEELSBEHEER
De algemeen directeur is bevoegd voor het dagelijkse personeelsbeheer.
De algemeen directeur kan deze bevoegdheid delegeren aan andere personeelsleden.
De algemeen directeur of het gesubdelegeerd personeelslid zal aan college van burgemeester en schepenen rapporteren zoals bepaald in de tabel.
De algemeen directeur en de gesubdelegeerde personeelsleden dienen i.k.v. de gedelegeerde bevoegdheden de geldende wetgeving te respecteren, bv. visumplicht, wet uitdrukkelijke motivering van individuele bestuurshandelingen, syndicaal statuut, lokale rechtspositieregeling en arbeidsreglement,...).
Art. 4.
Het besluit van de gemeenteraad van 20 februari 2020 op te heffen.
De gemeenteraad gaat akkoord met de aanpassing van de rechtspositieregeling en het arbeidsreglement voor het gemeente- en OCMW-personeel.
Artikels 40-41 en 186 decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.
Koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.
Positief advies te geven over het ontwerp wijziging arbeidsreglement en het ontwerp wijziging rechtspositieregeling voor gemeente- en OCMW-personeel, zoals toegevoegd in bijlage.
Er wordt voorgesteld om het arbeidsreglement en de rechtspositieregeling aan te passen met als doel artikels te verduidelijken en te actualiseren en wettelijke bepalingen bij te werken.
De voorliggende wijziging gaat voornamelijk over:
Alle wijzigingen werden in geel gemarkeerd in de documenten in bijlage (BIJLAGE 03 en 04). Hieronder een overzicht van wat er gewijzigd werd.
Deze wijzigingen werden door het adviesbureau Jurplus geverifieerd.
Wijzigingen AR:
Artikel | Wijziging |
Artikel 18 | De modaliteiten i.v.m. de uitbetaling en opname van niet-opgenomen vakantiedagen (omwille van moederschapsrust of vaderschapsverlof, geboorte- en adoptieverlof, profylactisch verlof, pleegzorgzorg en pleegouderverlof of (arbeids)ongeval en (beroeps)ziekte.) werden gelijk getrokken voor statutaire en contractuele medewerkers. Uiterlijk op 31 december van het oorspronkelijke vakantiejaar wordt het vakantiegeld voor die niet-opgenomen dagen uitbetaald. Verduidelijking dat de uitbetaling van niet-opgenomen wettelijke vakantiedagen bij het einde van de arbeidsrelatie enkel van toepassing is voor personeelsleden die vallen onder het privaat vakantiestelsel (contractuele medewerkers). In de praktijk werd dit reeds op deze manier toegepast. |
Artikel 24 | Toevoeging dat een arbeidsongeschikt personeelslid op regelmatige basis zijn brievenbus dient te controleren (controlearts laat uitnodiging achter indien personeelslid niet thuis was bij controle). Herformulering paragraaf over verlies van gewaarborgd loon indien personeelslid weigert in te gaan om uitnodiging controlearts zonder geldige reden / geen contact opneemt met het bestuur (conform arbeidsovereenkomstenwet). |
Artikel 41, 44, 45, 46 en 47 | Actualisatie van het luik psychosociale risico’s conform wetgeving. |
Bijlage 01 | Inschrijvingsnummers RSZ gemeente en OCMW werden correct opgenomen. |
Bijlage 02 | Toevoeging van 15 minuten pauze als gunst bij de uitvoerende technische diensten + VTI en evenementen na 4 uur aaneensluitend te hebben gewerkt (deze bepaling was reeds opgenomen voor andere uitvoerende diensten). |
Bijlage 03 | 'Uurrooster medewerker schoonmaak Sociaal Huis' wordt 'uurrooster medewerker schoonmaak, tewerkstellingslocatie Sociaal Huis'. |
Bijlage 11 | Het re-integratiebeleid werd geactualiseerd (CBS/2025/1505). |
Wijzigingen RPR:
Artikel | Wijziging |
Artikel 2 | Wijziging van het aantal jaar ervaring om te bevorderen binnen de IFIC-classificatie werd gewijzigd van 2 jaar naar 1 jaar. Gelijktrekking met Kelchtermans-loonschalen (waarbij 1 jaar anciënniteit gevraagd wordt). Ook de voorwaarden voor de interne mobiliteit binnen de IFIC-classificaties werden gelijk getrokken met de Kelchtermans-loonschalen (waarbij 6 maanden anciënniteit gevraagd wordt). |
Artikel 93 | Rechtzetting i.v.m. de beoordeling van de geldigheid van kandidaturen bij bevordering: in praktijk is dit reeds de algemeen directeur i.p.v. het schepencollege/vast bureau. |
Artikel 98 | Toevoeging "ten minste 1 jaar dienstanciënniteit hebben" bij bevorderingsvoorwaarden voor de graad van directeur WZC, conform alle andere bevorderingsvoorwaarden. |
Artikel 109 | Rechtzetting i.v.m. de beoordeling van de geldigheid van kandidaturen bij interne mobiliteit: in praktijk is dit reeds de algemeen directeur i.p.v. het schepencollege/vast bureau. |
Artikel 188 | Rechtzetting i.v.m. de hospitalisatieverzekering: wanneer een personeelsdienst uit dienst treedt, blijft deze nog twee maanden aangesloten (i.p.v. onmiddellijke stopzetting). Bij pensionering blijft het personeelslid nog aangesloten tot het einde van het jaar. In de praktijk werd dit reeds toegepast. |
Artikel 190 | Toevoeging dat het abonnement openbaar vervoer afgestemd dient te zijn op het werkelijk gebruik en het traject van het personeelslid. Toevoeging dat bij het vaststellen van misbruik, een aanvraag voor een volgend abonnement openbaar vervoer geweigerd zal worden. |
Artikel 204 | De modaliteiten i.v.m. de uitbetaling en opname van niet-opgenomen vakantiedagen (omwille van moederschapsrust of vaderschapsverlof, geboorte- en adoptieverlof, profylactisch verlof, pleegzorgzorg en pleegouderverlof of (arbeids)ongeval en (beroeps)ziekte.) werden gelijk getrokken voor statutaire en contractuele medewerkers. Uiterlijk op 31 december van het oorspronkelijke vakantiejaar wordt het vakantiegeld voor die niet-opgenomen dagen uitbetaald. |
Artikel 217 | Er werd een minimumtermijn van 30 kalenderdagen afwezigheid ziekte of ongeval gemeen recht toegevoegd aan de bepaling rond deeltijdse werkhervatting. |
Artikel 232 | Wijziging dat het onbetaald verlof als gunst kan worden toegestaan indien het personeelslid zijn jaarlijkse vakantiedagen ingepland zijn i.p.v. uitgeput zijn. Het onbetaald verlof wordt pas opgenomen nadat het de jaarlijkse vakantiedagen zijn opgenomen. |
Artikel 239 | Toevoeging dat er ook afgeweken kan worden van de aanvraagtermijnen voor Vlaams zorgkrediet (als gunst) in geval van wederzijds akkoord. Verduidelijking Vlaams zorgkrediet als recht en gunst. |
Artikel 251 | Schrapping van de dienstvrijstelling op 24 en 31 december (vanaf 12u, voor de personeelsleden die deze dagen werken), omwille van budgettaire redenen - globale netto-stijging van beschikbare werkuren op organisatiebasis (CBS/2025/704). |
/
Artikel 1.
Het ontwerp arbeidsreglement voor gemeente- en OCMW-personeel, zoals toegevoegd als bijlage bij dit besluit, goed te keuren en in werking te laten treden vanaf 29 augustus 2025.
Art. 2.
Het ontwerp rechtspositieregeling voor gemeente- en OCMW-personeel, zoals toegevoegd als bijlage bij dit besluit, goed te keuren en in werking te laten treden vanaf 29 augustus 2025.
Art. 3.
Dit besluit bekend te maken conform de bepalingen van artikel 286 van het decreet lokaal bestuur en de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen.
De gemeenteraad keurt onderstaande gemeentelijke subsidies aan vaderlandslievende verenigingen voor 2025 goed:
comité Gedenkteken - Borgt (IR 2848): 90,77 euro;
koninklijke vereniging - nationale strijdersbond (afdeling Grimbergen) (IR 2851): 98,28 euro;
koninklijke vereniging - nationale strijdersbond (afdeling Humbeek) (IR 2875): 139,59 euro;
koninklijke vereniging - nationale strijdersbond (afdeling Strombeek-Bever) (IR 2895): 105,79 euro;
koninklijke maatschappij der gewezen soldaten van het Belgisch leger (afdeling Strombeek-Bever) (IR 2897): 301,10 euro;
koninklijke maatschappij der oud soldaten van Beigem (IR 9297): 218,47 euro.
Totaal: 954,00 euro.
Artikel 41, 23° Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
De jaarlijks wederkerende gemeentelijke subsidiedossiers van de vaderlandslievende verenigingen (bijlage 1).
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 28 juli 2025 inzake de principiële goedkeuring van de verdeling van de jaarlijkse subsidie aan vaderlandslievende verenigingen.
/
In de begroting wordt jaarlijks een nominatieve toelage opgenomen voor vaderlandslievende verenigingen voor een totaalbedrag van 954,00 euro.
Het budget wordt voor de helft gelijk verdeeld onder de vaderlandslievende verenigingen die een aanvraag tot toelage indienen; de andere helft van het bedrag wordt evenredig verdeeld volgens het aantal ingeschreven leden die in de gemeente Grimbergen woonachtig zijn.
Op basis van deze verdeelsleutel wordt hierna het voorstel tot verdeling opgesomd voor 2025:
Jaarbudgetrekening GBB-FIN 0709-00 AR 6493000:
comité Gedenkteken - Borgt (IR 2848): 90,77 euro;
koninklijke vereniging - nationale strijdersbond (afdeling Grimbergen) (IR 2851): 98,28 euro;
koninklijke vereniging - nationale strijdersbond (afdeling Humbeek) (IR 2875): 139,59 euro;
koninklijke vereniging - nationale strijdersbond (afdeling Strombeek-Bever) (IR 2895): 105,79 euro;
koninklijke maatschappij der gewezen soldaten van het Belgisch leger (afdeling Strombeek-Bever) (IR 2897): 301,10 euro;
koninklijke maatschappij der oud soldaten van Beigem (IR 9297): 218,47 euro.
Totaal: 954,00 euro.
Enig artikel.
De subsidies aan vaderlandslievende verenigingen voor 2025 als volgt goed te keuren:
Jaarbudgetrekening GBB-FIN 0709-00 AR 6493000:
comité Gedenkteken - Borgt (IR 2848): 90,77 euro;
koninklijke vereniging - nationale strijdersbond (afdeling Grimbergen) (IR 2851): 98,28 euro;
koninklijke vereniging - nationale strijdersbond (afdeling Humbeek) (IR 2875): 139,59 euro;
koninklijke vereniging - nationale strijdersbond (afdeling Strombeek-Bever) (IR 2895): 105,79 euro;
koninklijke maatschappij der gewezen soldaten van het Belgisch leger (afdeling Strombeek-Bever) (IR 2897): 301,10 euro;
koninklijke maatschappij der oud soldaten van Beigem (IR 9297): 218,47 euro.
Totaal: 954,00 euro.
De gemeenteraad keurt onderstaande gemeentelijke subsidies aan landbouwverenigingen voor 2025 goed:
landelijke Gilde Grimbergen (IR 2830): 180,02 euro;
landelijke Gilde Beigem (IR 2829): 200,85 euro;
landelijke Gilde Verbrande Brug (IR 2361): 127,13 euro.
Totaal: 508,00 euro.
Artikel 41, 23° Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
De vijfde meerjarenplanaanpassing, vastgesteld door de gemeenteraad op 14 december 2023 (dossierstukken 2 en 3).
De jaarlijks wederkerende gemeentelijke subsidiedossiers van de landbouwverenigingen (bijlage 1).
/
In de begroting wordt jaarlijks een nominatieve toelage opgenomen voor landbouwverenigingen voor een totaalbedrag van 508,00 euro.
Het budget wordt voor de helft gelijk verdeeld onder de landbouwverenigingen die een aanvraag tot toelage indienen; de andere helft van het bedrag wordt evenredig verdeeld volgens het aantal ingeschreven leden die in de gemeente Grimbergen woonachtig zijn.
Op basis van deze verdeelsleutel wordt hierna het voorstel tot verdeling opgesomd voor 2025:
Jaarbudgetrekening GBB-FIN 0530-00 AR 6493000:
landelijke Gilde Grimbergen (IR 2830): 180,02 euro;
landelijke Gilde Beigem (IR 2829): 200,85 euro;
landelijke Gilde Verbrande Brug (IR 2361): 127,13 euro.
Totaal: 508,00 euro.
Enig artikel.
De subsidies aan landbouwverenigingen voor 2025 als volgt goed te keuren:
Jaarbudgetrekening GBB-FIN 0530-00 AR 6493000:
landelijke Gilde Grimbergen (IR 2830): 180,02 euro;
landelijke Gilde Beigem (IR 2829): 200,85 euro;
landelijke Gilde Verbrande Brug (IR 2361): 127,13 euro.
Totaal: 508,00 euro.
De gemeenteraad wijst de gemeentelijke toelagen voor ontwikkelingssamenwerking toe aan de organisaties, actief in Grimbergen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.
Artikel 41, 23° van het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De beschikkingen vervat in de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de overheidsuitgaven.
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 27 januari 2003 waarin de criteria en het aanvraagformulier voor de toekenning (verdeelsleutel) van de subsidie voor ontwikkelingssamenwerking werden vastgesteld.
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 2 oktober 2012 waarin de criteria voor de subsidieregeling ontwikkelingssamenwerking werden aangepast.
Advies van de GRIS van 15 juni 2024 (zie bijlage).
In het exploitatiebudget 2025 werd € 25.000,00 gereserveerd op de jaarbudgetrekening ACT-147-0160-00 6493000 voor hulp aan het buitenland via subsidies aan organisaties actief in Grimbergen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.
Van het totale bedrag van € 25.000 dient € 302,50 als jaarbijdrage/lidgeld voor FairtradeGemeente, wordt € 22.218,50 verdeeld over de ingediende dossiers en € 2.479 gereserveerd voor uitzonderlijke omstandigheden.
De GRIS adviseert het bestuur voor de bestemming van deze deelbedragen.
De verenigingen aangesloten bij de GRIS dienen jaarlijks hun subsidiedossiers (jaarverslagen) in en op basis hiervan bezorgt de GRIS een advies voor subsidieverdeling.
De subsidieverdeling gebeurt volgens de officiële verdeelsleutels goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen.
De vereniging Piloten zonder Grenzen is ook aangesloten bij de GRIS, maar doet geen beroep op subsidies.
De Onthaalgroep Vluchtelingen is ook aangesloten bij de GRIS, maar ontvangt een jaartoelage van € 2.000 rechtstreeks via de dienst financiën.
De GRIS stelt in haar advies voor om: (gedetailleerd advies, ingediende dossiers en overzicht verdeling subsidies zie bijlagen)
(dit advies werd uitgebracht op 21 mei 2025 door de algemene vergadering van de GRIS op basis van de ingediende dossiers)
De werkingstoelage (15% van € 22.218,50) te verdelen volgens de officiële verdeelsleutel. Dit betekent de helft voor GRIS en de andere helft verdeeld over 6 organisaties: Broederlijk Delen, 11.11.11, Rikolto, Oye Lena, Edukado (nieuw aangesloten vereniging) en Faire Gemeente.
De projectsteun (zuidwerking 2023 - 85% van € 22.218,50) te verdelen volgens de officiële verdeelsleutel over de 4 organisaties actief in Grimbergen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking: Broederlijk Delen, 11.11.11, Rikolto en Oye Lena.
Het bedrag gereserveerd voor uitzonderlijke omstandigheden (€ 2.479) pas later toe te kennen op basis van een 2de specifiek advies van de GRIS.
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.
/
Enig artikel.
Onderstaand voorstel, advies van de GRIS, met betrekking tot de toekenning van de toelagen voor ontwikkelingssamenwerking 2025 (werking 2024) goed te keuren:
Totaal: € 22.218,00
Werkingstoelage
Projectsteun
TOTAAL € 22.218,50
De gemeenteraad keurt het retributiereglement betreffende gemeentelijke huishoudelijke thermografische scans voor de periode 1 oktober 2025 tem. 31 december 2031 goed.
Artikel 40, §3 en artikel 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
Advies dienst Omgevingsbeleid:
Aanvragers van een warmtescan dienden tot hiertoe de retributie enkel te betalen indien binnen het jaar na uitvoering van de warmtescan geen enkele maatregel uit het bijhorende energierapport werd uitgevoerd. Aangezien in het rapport dat aanvragers ontvangen over de resultaten van de warmtescan, sinds de start van de nieuwe vrijwilligers, geen mogelijke energiebesparende maatregelen worden vermeld, kan ook geen rapportering worden opgevraagd over uitgevoerde energiebesparende maatregelen. De bepaling m.b.t. het al dan niet moeten betalen van de retributie binnen het jaar na uitvoering van de warmtescan, wordt bijgevolg beter geschrapt.
Er wordt bijgevolg ook voorgesteld om voor iedere uitgevoerde warmtescan de retributie te vragen, ongeacht of er al dan niet achteraf een energiebesparende maatregel werd uitgevoerd.
Voorstel om het nieuwe reglement van start te laten gaan op 1 oktober 2025. Dit is de start van een nieuw stookseizoen en zo kunnen alle toekomstige warmtescans behandeld worden op dezelfde manier.
De gemeente wil inzetten op de sensibilisering van haar burgers rond het energiezuinig(er) maken van woningen.
In het kader hiervan kan de burger beroep doen op de gemeente om een thermografische scan van de woning uit te voeren.
Voor de uitvoering van de scan doet de gemeente beroep op vrijwilligers. Deze vrijwilligers ontvangen in ruil hiervoor een waardebon van de gemeente ter waarde van 30,00 euro.
Aanvragers van een warmtescan dienden tot hiertoe de retributie enkel te betalen indien binnen het jaar na uitvoering van de warmtescan geen enkele maatregel uit het bijhorende energierapport werd uitgevoerd. Aangezien in het rapport dat aanvragers ontvangen over de resultaten van de warmtescan, sinds de start van de nieuwe vrijwilligers, geen mogelijke energiebesparende maatregelen worden vermeld, kan ook geen rapportering worden opgevraagd over uitgevoerde energiebesparende maatregelen. De bepaling m.b.t. het al of niet moeten betalen van de retributie binnen het jaar na uitvoering van de warmtescan, wordt bijgevolg beter geschrapt.
Gelet op bovenstaande wordt voorgesteld om voor iedere uitgevoerde warmtescan de retributie te vragen, ongeacht of er al dan niet achteraf een energiebesparende maatregel werd uitgevoerd.
De uitvoering van de thermografische scans is een btw-plichtige handeling. M.a.w. op de inkomsten van deze scans dient de gemeente 21% btw aan te geven.
Om deze redenen wordt voorgesteld om de retributie voor de scan te verhogen van 25,00 euro naar 40,00 euro (= 30 euro + 21% btw + adm. kosten).
/
Artikel 1.
Onderstaand retributiereglement goed te keuren:
Gemeentelijk retributiereglement op gemeentelijke huishoudelijke thermografische scans, periode 1 oktober 2025 t.e.m. 31 december 2031
Artikel 1.
Met ingang van 1 oktober 2025 en voor een termijn eindigend op 31 december 2031 wordt een gemeentelijke retributie gevestigd als vergoeding voor de uitvoering van een thermografische scan in een wooneenheid gelegen op het grondgebied van de gemeente Grimbergen.
Art. 2.
§ 1. Een wooneenheid wordt gedefinieerd als een eenheid die over de nodige woonvoorzieningen beschikt om autonoom te kunnen functioneren. Deze bestaat minimaal uit een woonruimte in combinatie met:
- een toilet, én
- een douche of bad, én
- een keuken of kitchenette.
§ 2. Het uitvoeren van een huishoudelijke thermografische scan kan als volgt worden omschreven: op aanvraag van een belanghebbende, voert een hiertoe opgeleide vrijwilliger in opdracht van het gemeentebestuur een thermografisch onderzoek uit met de daartoe geschikte professionele warmtebeeldapparatuur.
De scan wordt enkel uitgevoerd op voorwaarde dat:
- de klimatologische omstandigheden hiertoe geschikt zijn;
- de door de gemeente aangestelde vrijwilligers beschikbaar zijn.
De thermografie wordt ingezet als sensibiliserend middel naar de burger.
Art. 3.
Het bedrag van de retributie bedraagt 40,00 euro per thermografische scan en per wooneenheid.
Art. 4.
De retributie is verschuldigd door diegene die de aanvraag indient voor het uitvoeren van een thermografische scan.
De aanvrager dient gerechtigd te zijn tot het laten uitvoeren van een thermografische scan in de wooneenheid waarvoor de aanvraag wordt ingediend.
De thermografische scan kan aangevraagd worden door:
- de eigenaar van de woning;
- de gebruiker of huurder van het gebouw mits een geschreven toelating van de eigenaar van het gebouw.
Art. 5.
Elke aanvrager is verplicht bij het gemeentebestuur de thermografische scan aan te vragen door middel van het aanvraagformulier vastgesteld door burgemeester en schepenen. Het aanvraagformulier is beschikbaar op het e-loket van de gemeentelijke website https://www.grimbergen.be (of is op eenvoudig verzoek bij het gemeentebestuur verkrijgbaar). De aanvragers moeten hun aanvraag schriftelijk indienen via het e-loket of door het ingevulde aanvraagformulier te bezorgen ter attentie van de dienst Omgevingsbeleid van het gemeentebestuur.
Art. 6.
De retributie is verschuldigd na de uitvoering van de warmtescan.
De retributie wordt ingevorderd door middel van een factuur. Bij niet-betaling zal de retributie worden ingevorderd overeenkomstig artikel 177 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
Art. 7. - opheffingsbepaling
Het retributiereglement op gemeentelijke huishoudelijke thermografische scans - periode 2020-2025, goedgekeurd door de gemeenteraad op 19 december 2019, wordt opgeheven bij de inwerkingtreding van huidig reglement.
Art. 2.
Dit besluit bekend te maken overeenkomstig de bepalingen van “Afdeling 2. Bekendmaking en inwerkingtreding, Hoofdstuk 1. Akten van het lokaal bestuur, Titel 5. De werking van het lokaal bestuur" DLB.
De gemeenteraad keurt het gemeentelijk retributiereglement voor het bestrijden van eikenprocessierupsen op privaat domein door tussenkomst van de gemeente, voor de periode 1 januari 2026 tem. 31 december 2031, goed.
Artikel 40, §3 en artikel 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
/
Het nemen van maatregelen in het kader van de bestrijding van de eikenprocessierups is noodzakelijk ter bescherming van de openbare gezondheid.
Gelet op de artikelen 118 t.e.m. 123 van Hoofdstuk 3 "De openbare gezondheid", Afdeling 6 "Bestrijding van processierupsen en hygiëneparasieten", Onderafdeling 1. "Processierupsen", van het gemeentelijk politiereglement goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 28 januari 2021, inzonderheid:
Art. 121.
Indien de aanwezigheid van de eikenprocessierups wordt vastgesteld op bomen in de bebouwde kom, zijn de beheerders verplicht de eikenprocessierupsen te laten verwijderen en hierbij hun medewerking en bijstand te verlenen ter bescherming van de openbare gezondheid.
Zij zijn tevens verplicht om tijdens de eerstvolgende nuttige periode preventief te laten besproeien.
(…)
Art. 122.
1° Gebieden met een natuurbeherende functie:
Indien de aanwezigheid van de eikenprocessierups wordt vastgesteld in gebieden met een natuurbeherende functie, zoals natuurreservaten, bos- en parkgebieden volgens het gewestplan, bossen en parken, en dit op plaatsen die toegankelijk zijn voor fietsers en wandelaars, zal na overleg met de beheerders worden beslist welke maatregelen mogelijk of noodzakelijk zijn voor de veiligheid van wandelaars en fietsers. (…)
2° Andere gebieden:
Indien de aanwezigheid van de eikenprocessierups wordt vastgesteld in andere gebieden dan in 1°, en dit op plaatsen die toegankelijk zijn voor wandelaars en fietsers, zal worden nagegaan of verwijdering en/of preventieve besproeiing van de eikenprocessierupsen noodzakelijk zijn. (…)
Art. 123.
De kosten voor de verplichte verwijdering zijn volledig ten laste van de eigenaar, bewoner of gebruiker.
Indien de verplichte verwijdering niet uitgevoerd wordt, zal de burgemeester hiertoe van ambtswege op kosten en risico van de overtreder laten overgaan.
Het is aangewezen een retributie te heffen voor de tussenkomst van het gemeentebestuur bij de bestrijding van eikenprocessierupsen op privaat domein.
/
Artikel 1.
Onderstaand retributiereglement goed te keuren:
Retributiereglement voor het bestrijden van eikenprocessierupsen op privaat domein door tussenkomst van het gemeentebestuur, periode 1 januari 2026 tem. 31 december 2031
Artikel 1.
Met ingang van 1 januari 2026 voor een termijn eindigend op 31 december 2031 wordt een retributie gevestigd voor het bestrijden van eikenprocessierupsen op privaat domein door tussenkomst van het gemeentebestuur.
Art. 2 - tarief, berekening
Voor het bestrijden van eikenprocessierupsen doet het gemeentebestuur beroep op een door haar aangestelde firma.
De eigenaar(s) en eventuele gebruiker(s)/bewoner(s) van het privaat domein zijn verplicht alle medewerking te verlenen aan de door het gemeentebestuur aangestelde bestrijdingsfirma.
De retributie is gelijk aan de reële kostprijs van de werken uitgevoerd door de aangestelde firma, verhoogd met een bedrag van 60,00 euro voor de tussenkomst van het gemeentebestuur.
Art. 3.
De retributie is verschuldigd door de eigenaar van het privaat domein waarop de bestrijding van de eikenprocessierupsen door tussenkomst van het gemeentebestuur heeft plaatsgevonden.
Art. 4. - wijze van invordering
De retributie wordt ingevorderd door middel van een factuur.
Bij gebrek aan betaling wordt de retributie ingevorderd volgens de modaliteiten bepaald in artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.
Art. 2.
Dit besluit bekend te maken overeenkomstig de bepalingen van “Afdeling 2. Bekendmaking en inwerkingtreding, Hoofdstuk 1. Akten van het lokaal bestuur, Titel 5. De werking van het lokaal bestuur" DLB.
De gemeenteraad neemt kennis van het Ministerieel besluit houdende de erkenning van de protestants-evangelische lokale geloofsgemeenschap “Christengemeente Londerzeel” te Londerzeel, ontvangen op 16 juli 2025 via het Loket voor Lokale Besturen.
Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.
Decreet van 26 april 2024 tot wijziging van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 (dossierstuk 1).
/
Het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021, verder genoemd "het Erkenningsdecreet", bepaalt de (erkennings)criteria en administratieve verplichtingen waaraan besturen van de eredienst moeten voldoen.
Op 25 oktober 2022 en 7 oktober 2024 ontvangt het Agentschap Binnenlands Bestuur respectievelijk een erkenningsaanvraag en geactualiseerde erkenningsaanvraag van de protestantse lokale geloofsgemeenschap “Christengemeente Londerzeel” te Londerzeel.
In navolging hiervan verzoekt het Agentschap Binnenlands Bestuur op 22 november 2022 en 16 oktober 2024 de gemeente tot adviesverlening inzake deze erkenningsaanvragen. De gemeente Grimbergen treedt in deze namelijk mee op als financierende overheid aangezien zij deel uitmaakt van de gebiedsomschrijving van deze lokale geloofsgemeenschap.
Als financierende overheid wordt verstaan "de gemeente(n) of provincie(s) die na de erkenning bijdragen aan de financiering van het bestuur van de eredienst conform het Eredienstendecreet van 7 mei 2004".
De gemeenteraad verleent bij besluit van 2 maart 2023 en 28 november 2024 een negatief advies inzake de erkenning van de geloofsgemeenschap “Christengemeente Londerzeel” te Londerzeel.
De Vlaamse Regering neemt na advies van de bevoegde instanties een beslissing over de erkenning van de lokale geloofsgemeenschap en brengt het voorlopig bestuursorgaan, het representatief orgaan, de federale overheid, de financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente op de hoogte van die beslissing.
Als de Vlaamse Regering beslist dat de lokale geloofsgemeenschap voldoet aan de verplichtingen, vermeld in artikel 7 van het Erkenningsdecreet, en de aanvraag tot erkenning volledig is conform artikel 8, tweede lid van het Erkenningsdecreet, bevat het erkenningsbesluit al de volgende elementen:
1° de naam van het bestuur van de eredienst;
2° de gebiedsomschrijving;
3° in voorkomend geval de verdeelsleutel van de kosten tussen de financierende overheden.
Op 16 juli 2025 ontvangt de gemeente het Ministerieel besluit houdende de erkenning van de protestants-evangelische lokale geloofsgemeenschap “Christengemeente Londerzeel” te Londerzeel, waarin besloten wordt dat:
"Artikel 1. De protestants-evangelische lokale geloofsgemeenschap “Christengemeente Londerzeel”, met als vestigingsplaats Meerstraat 36/1 te 1840 Londerzeel, wordt erkend aangezien ze aan alle erkenningscriteria voldoet conform artikel 67, §5, tweede lid van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen.
Artikel 2. De gebiedsomschrijving van de protestants-evangelische lokale geloofsgemeenschap “Christengemeente Londerzeel” is als volgt: 1840 Londerzeel, 1860 Meise, 1785 Merchtem, 1850
Grimbergen, 1880 Kapelle-op-den-Bos.Artikel 3. De verdeelsleutel wordt als volgt vastgesteld:
Londerzeel: 51 %;
Meise: 27%;
Kapelle-op-den-Bos: 14%;
Grimbergen: 5%;
Merchtem: 3%.Artikel 4. Dit ministerieel besluit wordt bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Tegen deze beslissing kan een beroep tot nietigverklaring of een verzoek tot schorsing van de tenuitvoerlegging worden ingediend bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het verzoekschrift wordt ingediend, hetzij elektronisch via een beveiligde website van de Raad van State (http://eproadmin.raadvst-consetat.be), of met een ter post aangetekende brief die wordt toegezonden aan de Raad van State (Wetenschapsstraat 33 te 1040 Brussel). Het verzoekschrift wordt ingediend binnen een termijn van zestig dagen nadat de beslissing werd betekend."
/
Enig artikel.
Kennis te nemen van het Ministerieel besluit houdende de erkenning van de protestants-evangelische lokale geloofsgemeenschap “Christengemeente Londerzeel” te Londerzeel (bijlage 1 bij huidig besluit), ontvangen op 16 juli 2025 via het Loket voor Lokale Besturen.
De gemeenteraad aanvaardt de budgetwijziging 2025, vastgesteld op 15 mei 2025 door de kerkraad Sint-Rumoldus (Humbeek), voor aktename.
Artikel 41, 9° Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB):
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
9° beslissingen die een wet, een decreet of een uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan de gemeenteraad voorbehoudt.
Gunstig advies van het erkend representatief orgaan (bisdom) van 17 juni 2025 (dossierstuk 9).
Een budget(wijziging) bestaat uit een financiële nota (bijlage 1) en een beleidsnota (bijlage 2).
Bij wijzigingen van de investeringen moet er een budgetwijziging worden opgemaakt.
Voorliggende budgetwijziging wordt voorgelegd n.a.v. de overdracht van de gemeentelijke investeringstoelage van 50.000,00 euro van 2024 naar 2025. Deze investeringstoelage werd in 2024 niet aangewend aangezien niet alle geplande werken uitgevoerd konden worden in 2024. Voor de werken die wel uitgevoerd werden in 2024, werd de factuur pas ontvangen in 2025.
Deze overdracht wordt geformaliseerd via voorliggende budgetwijziging. Er worden geen andere wijzigingen doorgevoerd.
Deze budgetwijziging beantwoordt aan de bepalingen van de afsprakennota tussen het centraal kerkbestuur en de gemeente, past binnen het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek waarvan de laatste wijziging werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 14 december 2023, past binnen het laatst goedgekeurde meerjarenplan 2020-2025 van de gemeente en kan zonder meer voor akteneming worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.
/
Artikel 1.
De budgetwijziging 2025, vastgesteld op 15 mei 2025 door de kerkraad Sint-Rumoldus (Humbeek), voor aktename te aanvaarden.
Art. 2.
De dienst Financiën maakt voor kennisgeving een exemplaar van deze beslissing over aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan.
De gemeenteraad stelt het ontwerp van rooilijnplan houdende vaststelling van de rooilijn voor de Baron René Lundenlaan voorlopig vast en geeft de opdracht aan het college van burgemeester en schepenen tot de organisatie van een openbaar onderzoek, conform de bepalingen opgenomen in het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
/
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 4 augustus 2025:
Met betrekking tot de vaststelling van de rooilijn voor de Baron René Lundenlaan zijn er geen innames voorzien.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om:
Bondige samenvatting van de procedurele bepalingen over gemeentelijke rooilijnplannen (art. 16 t.e.m. 19 + art. 24 en 25):
/
Artikel 1.
Het ontwerp van rooilijnplan houdende vaststelling van de rooilijn voor de Baron René Lundenlaan voorlopig vast te stellen.
Art. 2.
Opdracht te geven aan het college van burgemeester en schepenen tot de organisatie van een openbaar onderzoek, conform de bepalingen opgenomen in het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
De gemeenteraad stelt het ontwerp van rooilijnplan houdende vaststelling van de rooilijnen voor Spekveld en Kadol voorlopig vast en neemt kennis van de geschatte waardevermindering op basis van het schattingsverslag van 14 mei 2025.
De gemeenteraad geeft de opdracht aan het college van burgemeester en schepenen tot de organisatie van een openbaar onderzoek, conform de bepalingen opgenomen in het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
/
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 4 augustus 2025:
Met betrekking tot de vaststelling van de rooilijnen voor Spekveld en Kadol is er één inname voorzien. Meer bepaald:
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om:
Bondige samenvatting van de procedurele bepalingen over gemeentelijke rooilijnplannen (art. 16 t.e.m. 19 + art. 24 en 25):
/
Artikel 1.
Het ontwerp van rooilijnplan houdende vaststelling van de rooilijnen voor Spekveld en Kadol voorlopig vast te stellen.
Art. 2.
Kennis te nemen van de geschatte waardevermindering, ten bedrage van van 705,60 euro, met betrekking tot inname 19 (perceel kadastraal gekend als 6de afdeling - sectie C - nr 301r) op basis van het schattingsverslag van 14 mei 2025.
Art. 3.
Opdracht te geven aan het college van burgemeester en schepenen tot de organisatie van een openbaar onderzoek, conform de bepalingen opgenomen in het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
De gemeenteraad stelt het ontwerp van rooilijnplan houdende vaststelling van de rooilijn voor de Zijpstraat voorlopig vast en neemt kennis van de geschatte waardeverminderingen op basis van het schattingsverslag van 14 mei 2025.
De gemeenteraad geeft de opdracht aan het college van burgemeester en schepenen tot de organisatie van een openbaar onderzoek, conform de bepalingen opgenomen in het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
/
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 4 augustus 2025:
Met betrekking tot de vaststelling van de rooilijn Zijpstraat zijn er meerdere innames gepland. Meer bepaald:
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om:
Bondige samenvatting van de procedurele bepalingen over gemeentelijke rooilijnplannen (art. 16 tem. 19 + art. 24 en 25):
/
Artikel 1.
Het ontwerp van rooilijnplan houdende vaststelling van de rooilijn voor de Zijpstraat voorlopig vast te stellen.
Art. 2.
Kennis te nemen van de geschatte waardeverminderingen op basis van het schattingsverslag van 14 mei 2025. Meer bepaald:
Art. 3.
Opdracht te geven aan het college van burgemeester en schepenen tot de organisatie van een openbaar onderzoek, conform de bepalingen opgenomen in het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
De gemeenteraad stelt het ontwerp van rooilijnplan houdende vaststelling van de rooilijn voor de Molenstraat voorlopig vast en neemt kennis van de geschatte waardeverminderingen op basis van het schattingsverslag van 14 mei 2025.
De gemeenteraad geeft de opdracht aan het college van burgemeester en schepenen tot de organisatie van een openbaar onderzoek, conform de bepalingen opgenomen in het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
/
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 4 augustus 2025:
Met betrekking tot de vaststelling van de rooilijnen voor de Molenstraat zijn er twee innames voorzien. Meer bepaald:
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om:
/
/
Artikel 1.
Het ontwerp van rooilijnplan houdende vaststelling van de rooilijn voor de Molenstraat voorlopig vast te stellen.
Art. 2.
Kennis te nemen van de geschatte waardeverminderingen op basis van het schattingsverslag van 14 mei 2025. Meer bepaald:
Art. 3.
Opdracht te geven aan het college van burgemeester en schepenen tot de organisatie van een openbaar onderzoek, conform de bepalingen opgenomen in het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
De gemeenteraad stelt het ontwerp van rooilijnplan houdende vaststelling van de rooilijnen voor de Warandestraat en Driesstraat voorlopig vast en neemt kennis van de geschatte waardeverminderingen op basis van het schattingsverslag van 14 mei 2025.
De gemeenteraad geeft de opdracht aan het college van burgemeester en schepenen tot de organisatie van een openbaar onderzoek, conform de bepalingen opgenomen in het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
/
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 4 augustus 2025:
Met betrekking tot de vaststelling van de rooilijnen voor de Warandestraat en de Driesstraat zijn er meerdere innames voorzien. Meer bepaald:
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om:
Bondige samenvatting van de procedurele bepalingen over gemeentelijke rooilijnplannen (art. 16 t.e.m. 19 + art. 24 en 25):
/
Artikel 1.
Het ontwerp van rooilijnplan houdende vaststelling van de rooilijnen voor de Warandestraat en Driesstraat voorlopig vast te stellen.
Art. 2.
Kennis te nemen van de geschatte waardeverminderingen op basis van het schattingsverslag van 14 mei 2025. Meer bepaald:
Art. 3.
Opdracht te geven aan het college van burgemeester en schepenen tot de organisatie van een openbaar onderzoek, conform de bepalingen opgenomen in het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
De gemeenteraad stelt het ontwerp van rooilijnplan houdende vaststelling van de rooilijn voor de Hof ter Wilderlaan voorlopig vast en neemt kennis van de geschatte waardeverminderingen op basis van het schattingsverslag van 14 mei 2025.
De gemeenteraad geeft de opdracht aan het college van burgemeester en schepenen tot de organisatie van een openbaar onderzoek, conform de bepalingen opgenomen in het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
/
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 4 augustus 2025:
Met betrekking tot de vaststelling van de rooilijn voor de Hof ter Wilderlaan zijn er diverse innames gepland. Meer bepaald:
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om:
Bondige samenvatting van de procedurele bepalingen over gemeentelijke rooilijnplannen (art. 16 t.e.m. 19 + art. 24 en 25):
/
Artikel 1.
Het ontwerp van rooilijnplan houdende vaststelling van de rooilijn voor de Hof ter Wilderlaan voorlopig vast te stellen.
Art. 2.
Kennis te nemen van de geschatte waardeverminderingen op basis van het schattingsverslag van 14 mei 2025. Meer bepaald:
Art. 3.
Opdracht te geven aan het college van burgemeester en schepenen tot de organisatie van een openbaar onderzoek, conform de bepalingen opgenomen in het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
De gemeenteraad neemt kennis van het feit dat er vier (identieke) bezwaren en opmerkingen ontvangen werden tijdens het tweede openbaar onderzoek van 27 juni tem. 26 juli 2025.
De gemeenteraad keurt het rooilijnplan voor de Beigemsesteenweg (deel) goed en neemt kennis van het feit dat de minwaarde voor loten 1, 2 en 3 berekend werd op nul euro, zoals gemotiveerd opgenomen op het ontwerp van rooilijnplan.
Dit besluit wordt toegevoegd aan de omgevingsvergunningsaanvraag OMV_2025020856 (OMV/63/25).
Artikels 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, gewijzigd op 1 september 2019:
§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg. De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
Artikel 8 van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019:
Niemand kan een gemeenteweg aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad.
Artikel 12, §2 van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019:
In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 26 mei 2025 inzake "Aanvraag tot omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen van Muriel VAN SCHEL namens Grimbergen voor het aanleggen van een dubbelrichtingfietspad in de Beigemsesteenweg, tussen de Meerstraat en de Wolvertemsesteenweg, alsook het rooien van 83 bomen die gecompenseerd worden op een andere locatie binnen de gemeente" (BIJLAGE 1).
Ontwerp van rooilijnplan voor de Beigemsesteenweg (deel), opgemaakt door MESO studiebureau (ROOILIJNPLAN-v2 - BIJLAGE 2).
Vermelding van de berekening van meer-/minwaarde op het ontwerp van rooilijnplan (BIJLAGE 2).
Verantwoordingsnota (BIJLAGE 3).
Er zijn diverse externe adviezen ontvangen met betrekking tot de rioleringswerken en de omgeving. Er werden geen adviezen ingediend die betrekking hebben tot de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeentewegenis, of over de eventuele opname in het openbaar domein.
Hieronder worden die adviezen aangegeven en beoordeeld indien en/of voor zover deze betrekking hebben tot de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeentewegenis, of over de eventuele opname in het openbaar domein.
ADVIESINSTANTIE |
DATUM VAN ONTVANGST |
REFERENTIE |
EINDCONCLUSIE |
|||
FLUVIUS |
11/04/2024 |
5000085194 |
Voorwaardelijk gunstig |
|||
Inhoud:
Indien er aanpassingen aan de huidige nutsleidingen moeten gebeuren moeten deze tijdig kenbaar gemaakt worden aan de betrokken partijen.
Het is aan de opdrachtgever en hun studiebureel om aan te duiden waar mogelijke knelpunten zijn.
Voor het project is er reeds een CV0 "Haalbaarheidsstudie" geweest echter zijn hier toen nog geen knelpunten aangekaart.
Wegens de omvang van het project heeft Fluvius hier werkzaamheden gepland naar vernieuwing/versterking van netten.
Fluvius geeft mee dat ze wegens de vele projecten in de gemeente Grimbergen dit dossier niet meer kunnen verwezenlijken in 2025 noch voorjaar 2026.” Beoordeling: |
||||||
PROXIMUS |
10/04/2024 |
/ |
Voorwaardelijk gunstig |
|||
Inhoud: “Op basis van de informatie waarover wij momenteel beschikken, geven wij graag een gunstig advies indien u volgende voorwaarden opneemt in uw vergunning:
Beoordeling: |
||||||
WYRE |
31/03/2025 |
/ |
Voorwaardelijk gunstig |
|||
Inhoud: “Wij zijn nagegaan welke aanpassing van de infrastructuur van Wyre nodig is om deze adviesvraag correct te beantwoorden. Er is impact op onze kabelinfrastructuur. U kan uw aanvraag indienen op volgend mailadres => netaanleg.mechelen@wyre.be.” Beoordeling: |
||||||
Deputatie, Dienst Waterlopen |
15/05/2025 |
|
Voorwaardelijk gunstig |
|||
Inhoud: Beoordeling verenigbaarheid met het watersysteem Beoordeling: Er wordt ingestemd met het advies. De naleving van het advies en de daaraan gestelde voorwaarden wordt opgenomen als voorwaarde bij de vergunning. De kosten die hiermee gepaard gaan, zullen ten laste worden gelegd van de vergunninghouder.
|
||||||
MOBILITEITSDIENST VAN DE GEMEENTE GRIMBERGEN |
13/05/2025 |
OMV/63/25 |
Voorwaardelijk gunstig |
|||
Inhoud: Hierbij mijn bemerkingen inzake voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag:
|
Voorafgaande uiteenzetting:
Er werd een aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend voor het aanleggen van een dubbelrichtingfietspad in de Beigemsesteenweg, tussen de Meerstraat en de Wolvertemsesteenweg, alsook het rooien van 83 bomen die gecompenseerd worden op een andere locatie binnen de gemeente.
Overeenkomstig artikel 12, §2 van het het decreet gemeentewegen kan de wijziging van een gemeenteweg met toepassing van artikel 31 van het Omgevingsdecreet opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen. Dit op voorwaarde dat een rooilijnplan aan het aanvraagdossier wordt toegevoegd dat voldoet aan de vereisten zoals gesteld voor gemeentelijke rooilijnplannen.
Er wordt gebruik gemaakt van de geïntegreerde vergunningsprocedure om naast de stedenbouwkundige handelingen ook de wijziging van de rooilijnen voor de gemeenteweg Beigemsesteenweg (deel) aan te vragen.
Het aanvraagdossier bevat hiertoe de rooilijnplannen voor de Beigemsesteenweg (deel), die voldoet aan artikel 16, §2 van het decreet gemeentewegen.
Vervolgens bepaalt artikel 31 van het omgevingsvergunningsdecreet dat de gemeenteraad bevoegd is om te beslissen over de wijziging van een gemeenteweg, waardoor de gemeenteraad zich dient uit te spreken over de nieuwe rooilijnen van de Beigemsesteenweg (deel).
Hierbij dient rekening te worden gehouden met de doelstellingen en principes vermeld in artikels 3 en 4 van het decreet gemeentewegen:
“Art. 3.
Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.”
“Art. 4.
Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen."
In het licht van deze principes en doelstellingen worden de beoogde wijzigingen onderzocht en opgenomen in de verantwoordingsnota tot o.a. wijziging van de rooilijnen.
Conform artikel 16 van het decreet houdende gemeentewegen dient, ten gevolge van de vaststelling van de rooilijn voor de Beigemsesteenweg (deel), een waardevermindering berekend te worden door een landmeter-expert. De gemotiveerde berekening van de minwaarde werd opgenomen op het ontwerp van rooilijnplan:
Voor loten 1 & 3 (respectievelijke delen van de percelen kadastraal gekend als 3de afdeling - sectie F - nrs. 68e9 en 68d9) wordt de minwaarde berekend op nul euro. Deze percelen werden kosteloos overgedragen aan de Gemeente Grimbergen middels akte van notaris Paul GROOTJANS d.d. 19/09/1991 voor openbaar nut. De functie van deze percelen verandert dus niet ingevolge onderhavig rooilijnplan. Er is dan ook geen sprake van meer‐ of minwaarde.
Voor lot 2 (deel van het perceel kadastraal gekend als 3de afdeling - sectie F - nr. 68f9) wordt verwezen naar artikel 28 §4 van het decreet houdende de gemeentewegen: "Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid voor vergunningverlenende overheden tot het opleggen van de last tot gratis overdracht van in een vergunningsaanvraag vermelde openbare wegen en aanhorigheden en van de gronden waarop die worden of zullen worden aangelegd, vermeld in artikel 75, derde lid, van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning." De minwaarde wordt hierdoor berekend op nul euro.
Artikel 32, §2 van het omgevingsvergunningsdecreet bepaalt dat een vergunning voor aanvragen met de wijziging van een gemeenteweg slechts verleend kan worden na goedkeuring van de wijziging van de gemeenteweg door de gemeenteraad. De bevoegdheid van de gemeenteraad beperkt zich enkel tot de zaak der wegen.
De bezwaarschiften en adviezen die betrekking hebben op de wijziging van de gemeentewegen worden gemotiveerd behandeld.
Adviezen:
Zie onder advies.
Openbaar onderzoek:
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek dat werd gehouden van 4 april 2025 tem. 3 mei 2025, waarbij 1 schriftelijk bezwaar en 11 digitale bezwaren werden ingediend. De bezwaren hebben geen betrekking op de 'zaak der wegen'.
Er werd een tweede openbaar onderzoek gehouden naar aanleiding van een administratieve lus van 27 juni 2025 tot en met 26 juli 2025, waarbij 1 schriftelijk bezwaar en 6 digitale bezwaren werden ingediend.
Gedurende het tweede openbaar onderzoek werden 4 (identieke) bezwaren ingediend die betrekking hebben op de 'zaak der wegen'. De bezwaarschriften met betrekking tot de wegenis handelen over de eigendomsrechten die geschonden worden. De ingediende bezwaren op ruimtelijk vlak, worden opgenomen in een latere fase bij de beoordeling van de omgevingsvergunning.
Inhoud van het bezwaar:
De bezwaarindieners voeren aan dat het geplande project deels over hun privaat eigendom verloopt, namelijk perceel kadastraal gekend 3de afdeling, sectie F, nr. 9, zonder dat hiervoor hun toestemming is verleend. Zij stellen dat de rooilijn in het voorstel wordt verlegd over hun grondgebied, wat zij uitdrukkelijk weigeren toe te staan. Daarbij merken ze op dat de gemeente eerder geprobeerd heeft hun grond gratis te verkrijgen, maar nadat zij hiermee niet akkoord gingen, wordt het plan nu alsnog doorgedrukt, zonder verdere communicatie of overleg.
Behandeling van het bezwaar:
Voor zover de bezwaarindieners stellen dat het project deels over hun privaat perceel (3de afdeling, sectie F, nr. 9) zou lopen zonder hun toestemming, en dat de rooilijn over hun eigendom wordt verlegd, dient vermeld te worden dat dit bezwaar betrekking heeft op het burgerlijk recht en geen stedenbouwkundige bezwaargrond vormt binnen het kader van de omgevingsvergunningsprocedure.
Een omgevingsvergunning is voorwaardelijk in die zin dat de uitvoering ervan afhankelijk is van het respecteren van bestaande eigendomsrechten. Zoals artikel 78 van het Omgevingsvergunningsdecreet duidelijk stelt, laat de vergunning de burgerlijke rechten van derden onverlet, en kan deze dus niet worden aangewend om zonder rechtstitel op het eigendom van derden te bouwen of in te grijpen.
Artikel 78, §1 van het Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt als volgt:
“De omgevingsvergunning heeft een zakelijk karakter. Ze wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed. De beslissingen genomen op grond van dit decreet doen geen afbreuk aan de burgerlijke rechten van derden.”
Dit betekent dat de vergunning op zichzelf geen afbreuk doet aan eigendomsrechten, noch het recht creëert om op het goed van een derde in te grijpen zonder hun instemming of zonder dat daartoe een wettelijk traject, zoals bijvoorbeeld een onteigening of overeenkomst, is gevolgd.
Het bezwaar wordt als ongegrond beschouwd.
Toetsing aan het decreet gemeentewegen (zie B26 Verantwoordingsnota):
In de verantwoordingsnota, m.b.t. de vaststelling van de rooilijn voor de Beigemsesteenweg (deel), wordt aangetoond dat rekening werd gehouden met de principes zoals vermeld in artikel 4 van het decreet gemeentewegen.
Realisatie van rooilijnplan:
In uitvoering van artikel 27 van het decreet gemeentewegen kan elke verwerving van onroerende goederen, vereist voor de aanleg, wijziging of verplaatsing van gemeentewegen en de realisatie van rooilijnplannen, door onteigening tot stand worden gebracht. Deze onteigeningen worden uitgevoerd conform de bepalingen van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om:
De bespreking en beraadslaging van dit agendapunt wordt opgenomen in het zittingsverslag, te vinden op de gemeentelijke website.
Voorzitter Daan VERTONGEN schorst vijf minuten de vergadering.
Voorzitter Daan VERTONGEN heropent de vergadering om 20.13 uur.
Raadslid Laurent VANBINST vraagt een hoofdelijke (= mondelinge) stemming.
Volgens artikel 22 van het Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, laatst gewijzigd in zitting van 24 april 2025 zijn er vier mogelijke werkwijzen van stemmen:
1° de elektronisch uitgebrachte stemming op elektronische drager;
2° de handopsteking;
3° de mondelinge stemming;
4° de geheime stemming.
De raadsleden stemmen elektronisch behalve:
1° als een derde van de aanwezige leden de mondelinge stemming vraagt;
2° als de voorzitter vaststelt dat het noodzakelijk is om met handopsteking te stemmen.
Voorzitter Daan VERTONGEN stelt bij handopsteking vast dat het quorum voor een hoofdelijke of mondelinge stemming niet werd bereikt. Dit punt zal dus via de elektronisch uitgebrachte stemming op elektronische drager worden uitgebracht.
Voorzitter Daan VERTONGEN sluit het debat en legt het punt ter stemming voor.
Raadslid Eddie BOELENS krijgt het woord en verklaart dat hij moeilijk kan stemmen als hij het woord niet heeft gekregen om nog één punt toe te voegen.
Voorzitter Daan VERTONGEN noteert dat raadslid Eddie BOELENS niet wenst te stemmen.
/
/
Artikel 1.
§1. Kennis te nemen dat er geen bezwaren of opmerkingen m.b.t. op de 'zaak der wegen' werden ontvangen tijdens het eerste openbaar onderzoek dat liep van 4 april tem. 3 mei 2025.
§2. Kennis te nemen dat er vier (identieke) bezwaren of opmerkingen m.b.t. op de 'zaak der wegen' werden ontvangen tijdens het tweede openbaar onderzoek dat liep van 27 juni tem. 26 juli 2025.
Art. 2.
Het rooilijnplan voor de Beigemsesteenweg (deel), opgemaakt door MESO studiebureau bvba, toegevoegd als bijlage bij dit besluit, goed te keuren.
Art. 3.
Kennis te nemen dat de minwaarde voor loten 1, 2 en 3 (respectievelijk delen van de percelen kadastraal gekend als 3de afdeling - sectie F - nrs. 68e9, 68f9 en 68d9) berekend werd op nul euro, zoals gemotiveerd opgenomen op het ontwerp van rooilijnplan, toegevoegd als bijlage bij dit besluit.
Art. 4.
Dit besluit toe te voegen aan de omgevingsvergunningsaanvraag OMV_2025020856 (OMV/63/25).
De gemeenteraad verdaagt de bespreking van dit agendapunt naar de volgende gemeenteraadszitting.
Artikel 31.
Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarover de gemeenteraad beslissings- bevoegdheid heeft en de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, oordeelt dat de omgevingsvergunning kan worden verleend, neemt de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen voor de bevoegde overheid een beslissing neemt over de aanvraag.
(...)
Artikel 31/1.
Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of op- heffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53.
De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.
(…)
Artikel 32 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:
De bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, neemt een beslissing over een vergunningsaanvraag binnen een termijn van:
(…)
2° honderdtwintig dagen als een advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.
§2. De termijnen, vermeld in paragraaf 1, worden van rechtswege eenmalig met zestig dagen verlengd in de volgende gevallen:
(...)
3° als de vergunningsaanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft.
Artikel 47 Besluit van de Vlaamse regering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning:
Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.
Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, in het bijzonder artikel 12, §2 en artikel 4 waarin een algemeen toetsingskader wordt aangehaald gebaseerd op de onderstaande principes:
wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang, een wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd,
de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen, wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. De bevoegdheid om het project ten aanzien van de ruimtelijke ordening te beoordelen, is uitsluitend toegewezen aan het college van burgemeester en schepenen, voor wat betreft de wegenis ligt de bevoegdheid bij de gemeenteraad. De gemeenteraad is met uitsluiting van andere bestuursorganen of niveaus bevoegd, in aanvulling van het bovenvermelde algemeen toetsingskader, om (op basis van de vaste rechtspraak)-
te oordelen over de aanleg van nieuwe wegen, de tracéwijziging en de verbreding of opheffing van bestaande gemeentelijke wegen en moet het onvoorwaardelijk doen;
in dat oordeel niet alleen een aangepaste infrastructuur binnen de verkaveling zelf te betrekken, met nutsvoorzieningen zoals bv. wegen en de eigenlijke uitrusting ervan met o.m as verschuivingen, verkeersdrempels e.d., voet- en fietspaden, aanplantingen, elektriciteit, gas, waterleiding, telefoon, tv-distributie, riolering en afwatering, maar eveneens een in die beoordeling aangepaste verkeerssituatie in de omgeving betrekt met, zo noodzakelijk, bijkomende aangepaste verkeersreglementen en gemeenschapsinfrastructuur;
kwesties als groenbehoud, verkeersinfrastructuur, verkeersveiligheid, riool- en afvalvoorzieningen, elektriciteitsnetwerken, maatschappelijke infrastructuur enz. in rekening te nemen met betrekking tot de zaak van de wegen.
Artikel 12, §2 stelt dat in afwijking van artikel 11, de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning kan opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor steden- bouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.
Het college van burgemeester en schepenen bracht op 4 augustus 2025 een ongunstig advies uit over de omgevingsvergunningsaanvraag om stedenbouwkundige redenen (ontbreken inrichtingsvisie, gebrek aan integratie met RUP, onzekerheid over nutsvoorzieningen en ontsluiting).
Bij onderstaande adviesinstanties werden, in het kader van de vergunningsprocedure, adviezen ingewonnen vanuit de gemeente Grimbergen als vergunningverlenende overheid:
Volgens artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 neemt de gemeenteraad een beslissing over de zaak der wegen – horende bij een aanvraag tot omgevingsvergunning die wegenwerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft – nadat de bevoegde overheid oordeelt dat de omgevingsvergunning kan worden verleend en voordat de bevoegde overheid een beslissing neemt over de aanvraag.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de voorgestelde gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden die de bevoegde overheid in de uiteindelijke omgevingsvergunning opneemt.
Volgens artikel 47 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning neemt de gemeenteraad bij deze beslissing kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Op 9 mei 2025 werd door mevrouw Martine VANHIE, wonende te Grote Heirbaan 21, 1852 Grimbergen, een aanvraag tot omgevingsvergunning (ref.: OMV_2025058060 – VA/953/25) ingediend bij de gemeente Grimbergen, met het oog op het verkavelen van een perceel in 1 lot voor open bebouwing, gelegen Ten Doorn in 1852 Grimbergen, kadastraal gekend als afdeling 5, sectie A, nummers 138D en 138B.
Binnen het perceel Lot 1 wordt langs de rechterzijde van het perceel (langs de percelen 149r en 141 b) een nieuwe openbare voetweg aangelegd, die zal worden afgestaan aan de gemeente.
De voetweg bevindt zich langs de zijde van het perceel die grenst aan de bestaande weg Ten Doorn en loopt tot aan het achterliggende perceel 138e.
De voetweg zal een (constante) breedte van 2,00 meter hebben en een lengte van 29,57 meter, dit komt neer op een oppervlakte van 59 m².
De voetweg ligt volledig binnen het huidige perceel Lot 1 en zal in zijn geheel worden overgedragen aan het openbaar domein.
Door de aanleg van de voetweg wordt de bestaande rooilijn 2,00 meter opgeschoven richting de binnenzijde van het perceel. De nieuwe rooilijn volgt voortaan de binnenrand van de voetweg, waarmee ook de grens van de bouwzone wordt aangepast.
De voetweg voorziet nog geen rechtstreekse verbinding.
De strook bestemd voor inlijving in het openbaar domein is aangeduid op het rooilijnplan dat als bijlage bij de aanvraag werd gevoegd. Deze strook dient op eigen initiatief en/of op het eerste verzoek van de gemeente gratis aan de gemeente over gedragen te worden en dit vrij en onbelast en zonder kosten (o.a. notariskosten,…) voor de gemeente.
Tijdens het openbaar onderzoek, georganiseerd van 13 juni 2025 tot en met 12 juli 2025, werden in totaal acht bezwaarschriften ingediend, waarvan één schriftelijk en zeven digitaal. Eén van deze bezwaren had specifiek betrekking op de ‘zaak der wegen’. Het bezwaar stelt dat de voorgestelde verkaveling de ontsluiting en verdere ontwikkeling van aanpalende percelen mogelijk verhindert. Het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) voorziet de aanleg van trage wegen en een autoluwe zone, maar laat niet toe dat hierdoor percelen onbereikbaar worden. Volgens de bezwaarindiener ontbreekt in de plannen een gemeenschappelijke ontsluitingsoplossing en een gebiedsdekkende inrichtingsvisie, wat een reële impact heeft op de bereikbaarheid van omliggende gronden.
De ingediende bezwaren op ruimtelijk vlak, worden opgenomen in een latere fase bij de beoordeling van de omgevingsvergunning.
Het college van burgemeester en schepenen bracht op 22 juli 2025 een ongunstig advies uit over de aanvraag, voornamelijk om stedenbouwkundige redenen (o.a. het ontbreken van een inrichtingsvisie, beperkte integratie in het RUP Beigem Centrum, onzekerheid over ontsluiting en nutsvoorzieningen).
Dit is geen definitieve beslissing. In deze fase verzamelt het college van burgemeester en schepenen de nodige adviezen over het dossier.
Op basis van deze adviezen formuleert het college van burgemeester en schepenen een voorlopig standpunt over de aanvraag.
De "zaak der wegen" en de verkavelingsvergunning zijn gekoppeld, maar formeel twee aparte beslissingen.
In deze zitting wordt de zaak ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. De gemeenteraad beslist of de voorgestelde wegenis aanvaard of verworpen wordt.
De gemeenteraad heeft hierbij de keuze om:
Een negatief advies van het college van burgemeester en schepenen betekent niet automatisch dat de gemeenteraad moet weigeren.
Na de beslissing van de gemeenteraad over de wegenis wordt het dossier opnieuw aan het college van burgemeester en schepenen bezorgd. Het college van burgemeester en schepenen neemt vervolgens de definitieve beslissing over de verkavelingsvergunning zelf. Pas nadat de gemeenteraad zich heeft uitgesproken over de wegenis, kan de vergunning verleend of geweigerd worden.
/
Enig artikel.
De bespreking van dit punt te verdagen naar de volgende gemeenteraadszitting.
De gemeenteraad gaat akkoord met de voorgestelde wijzigingen aan het openbaar domein en de vaststelling van de rooilijn volgens de aanvraag tot omgevingsvergunning (ref.: OMV_2025013024 - VA/951/25) voor het verkavelen van een perceel in 5 loten, gelegen Gemeentehuisstraat 8 en 10 in 1852 Grimbergen, met als kad. nr(s). afdeling 5, sectie B, nrs. 411L, 412R2, 412N2 en 412M2 op voorwaarde dat deze aanvraag tot omgevingsvergunning wordt vergund.
Artikel 47 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 (VCRO) en zijn uitvoeringsbesluiten.
Artikels 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019.
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 14 juli 2025 “Aanvraag tot omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden van PLANEX NV voor het verkavelen van een perceel in 5 loten – Gemeentehuisstraat 8 en 10, 1852 Grimbergen - VA/951/25”.
Volgens artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 neemt de gemeenteraad een beslissing over de zaak der wegen − horende bij een aanvraag tot omgevingsvergunning die wegenwerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft − nadat de bevoegde overheid oordeelt dat de omgevingsvergunning kan worden verleend en voordat de bevoegde overheid een beslissing neemt over de aanvraag.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
Volgens artikel 47 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning neemt de gemeenteraad bij deze beslissing kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Op 27 februari 2025 diende PLANEX NV, gevestigd te Blondieaustraat (Etienne) 29 bus 0.1 te 1800 Vilvoorde, een aanvraag tot omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden (ref.: OMV_2025013024 - VA/951/25) in bij de gemeente Grimbergen.
De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Gemeentehuisstraat 8 en 10 in 1852 Grimbergen, kadastraal gekend als: afdeling 5, sectie B, nrs. 411L, 412R2, 412N2 en 412M2.
Het doel van het project is het verkavelen van een perceel in 5 loten.
Het verkavelingsproject omvat een grondafstand van ongeveer 9 m² voor de inlijving binnen het openbaar domein van de Gemeentehuisstraat. Het betreft de loten 6 en 7 van de desbetreffende verkaveling. Ter hoogte van de verkaveling – tussen de woningen Gemeentehuisstraat 6 en 10 C - wenst men de rooilijn recht te trekken, na sloop van de bestaande bebouwing.
De desbetreffende stroken grond, loten 6 en 7 genaamd, bestemd voor inlijving in het openbaar domein zijn aangeduid op het verkavelingsplan. Deze stroken dienen op eigen initiatief en/of op het eerste verzoek van de gemeente gratis aan de gemeente over gedragen te worden en dit vrij en onbelast en zonder kosten (o.a. notariskosten,…) voor de gemeente.
Van 9 mei tem. 7 juni 2025 werd een openbaar onderzoek gehouden, waarbij geen bezwaarschriften werden ingediend.
De gemeentelijke dienst Wegen en Water heeft op 8 juli 2025 een voorwaardelijk gunstig advies verleend.
Toetsing aan de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 (en 6) van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen:
De breedte, de uitrusting en het tracé van de weg in voorliggende aanvraag zijn zodanig dat de toegankelijkheid, verkeersdoorstroming en verkeersveiligheid niet in het gedrang komen. De aanvraag verstoort ook de samenhang en structuur van de gemeentewegen niet. In het bijzonder worden de mogelijkheden tot het voldoen aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit niet gehypothekeerd, noch wordt de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen verhinderd.
De voorgestelde overdracht kadert binnen de doelstellingen en principes vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om, mits het stellen van een last van kosteloze grondafstand, in toepassing van artikel 31 van het omgevingsdecreet en artikel 47 van het besluit tot uitvoering van het decreet van de omgevingsvergunning, de aanpassing van de bestaande rooilijn in de Gemeentehuisstraat (ter hoogte van de desbetreffende verkaveling), met het oog op de inlijving in het openbaar domein, goed te keuren en de rooilijn vast te stellen volgens de aanduiding op het verkavelingsplan.
/
Artikel 1.
Kennis te nemen van de resultaten van het openbaar onderzoek dat werd gehouden van 9 mei tem. 7 juni 2025, waarbij geen bezwaarschiften werden ingediend.
Art. 2.
Kennis te nemen van het voorafgaand voorwaardelijk gunstig advies (onder voorwaarden en mits te voldoen aan opgelegde lasten) van het college van burgemeester en schepenen van 14 juli 2025.
Art.3.
Akkoord te gaan met de voorgestelde wijzigingen aan het openbaar domein en de rooilijn vast te stellen volgens het verkavelingsplan betreffende het verkavelingsdossier met referentie OMV_2025013024 - VA/951/25 ingediend door PLANEX NV, voor het verkavelen van een perceel in 5 loten, gelegen Gemeentehuisstraat 8 en 10 in 1852 Grimbergen, met als kad. nr(s). afdeling 5, sectie B, nrs. 411L, 412R2, 412N2 en 412M2, mits het uiteindelijk verkrijgen van deze omgevingsvergunning tot het verkavelen van de grond.
Art. 4.
Volgende last met betrekking tot de voorgestelde wijzigingen aan het openbaar domein, en de vaststelling van de rooilijn te stellen:
De gemeenteraad neemt kennis van het formele advies van de Cultuurraad en dat geen bezwaarschriften werden ontvangen in het kader van de vastgestelde onderzoekstermijn.
De gemeenteraad kent de benaming 'Den Hugaart' definitief toe voor de nieuw aan te leggen straat in de verkaveling VA/940/24 ingediend door het STUDIE-EN LANDMETERSKANTOOR BOOGMANS BVBA inzake het verkavelen in 7 loten waarvan 5 voor eengezinswoningen – Bieststraat zn, 1850 Grimbergen.
Artikel 1 van het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen, laatst gewijzigd bij decreet tot wijziging van diverse decreten, wat betreft versterking van de lokale democratie van 6 juli 2021:
"Alleen de gemeenteraad is bevoegd om de naam van openbare wegen en pleinen vast te stellen of te wijzigen."
Algemeen
Het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen, laatst gewijzigd bij decreet tot wijziging van diverse decreten, wat betreft versterking van de lokale democratie van 6 juli 2021:
HOOFDSTUK I. - Algemene beginselen.
Artikel 1.
Alleen de gemeenteraad is bevoegd om de naam van openbare wegen en pleinen vast te stellen of te wijzigen.
Art. 2.
§ 1. Bij het vaststellen van de naam van openbare wegen en pleinen of het wijzigen van deze naam wordt bij voorkeur geput uit gegevens van de plaatselijke geschiedenis, het kunst- en cultuurleven, de toponymie en de volkskunde.
§ 2. De naam van een nog levende persoon mag niet worden gebruikt.
In aanmerking komen enkel de namen van uit historisch, wetenschappelijk of algemeen-maatschappelijk oogpunt belangrijke figuren.
Hierbij wordt de voorkeur gegeven aan figuren die voor de gemeente of voor de onmiddellijke omgeving van betekenis zijn geweest.
(§ 3. De naam van een lid van de koninklijke familie, overleden of nog in leven, mag enkel worden gebruikt, indien daartoe vooraf instemming van de Regering werd verkregen.)
(…)
HOOFDSTUK III. - Voorschriften betreffende het vaststellen en het wijzigen van de naam van de openbare wegen en pleinen.
Art. 4.
Het gemeentebestuur dat de namen van wegen en pleinen wil wijzigen :
1° deelt, met opgave van redenen, dit voornemen schriftelijk mee aan al de personen die, hetzij langs de bedoelde wegen en pleinen wonen en kiesgerechtigd zijn in de gemeente, hetzij eigenaar zijn van erven gelegen langs de bedoelde wegen en pleinen en een in België bekende woonplaats hebben. Deze personen kunnen binnen 30 dagen hun eventuele opmerkingen en bezwaren schriftelijk bij het betrokken gemeentebestuur indienen. (Uitzondering wordt gemaakt voor het verbeteren van taal- en spelfouten, waarbij een eenvoudig advies van de provinciale commissie voor plaatsnaamgeving volstaat om bedoelde aanpassing uit te voeren;)
2° vraagt advies aan de gemeentelijke raad voor cultuur en culturele vrijetijdsbesteding. Deze raad deelt schriftelijk binnen 30 dagen zijn advies aan het gemeentebestuur mee. Het gemeentebestuur kan advies vragen aan de Koninklijke Commissie voor Advies voor Plaatsnaamgeving. Deze commissie deelt binnen 30 dagen schriftelijk zijn advies mee aan het gemeentebestuur. Bij ontstentenis van een binnen de voorgeschreven termijn overgezonden advies wordt dit als gunstig beschouwd;
3° maakt dit voornemen door openbare aanplakking bekend, waarna eventuele opmerkingen en bezwaren schriftelijk binnen 30 dagen bij het gemeentebestuur kunnen worden ingediend.
De in 1°, 2° en 3° van dit artikel vermelde procedure moet gelijktijdig verlopen.
Het gemeentebestuur bepaalt in de mededeling bedoeld in 1°, (in de vragen om advies bedoeld in 2°), en in de aangepakte bekendmaking bedoeld in 3°, de datum waarop de termijn van 30 dagen begint te lopen.
Bij het verstrijken van de vastgestelde termijn sluit het gemeentebestuur een proces-verbaal af waarin de ingediende opmerkingen en bezwaren worden opgenomen.
(...)
Art. 5.
Bij het vaststellen van de naam van nieuwe wegen en pleinen zijn de regels bepaald in 2° en 3 ° van artikel 4 van toepassing.
(…)
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 7.
Indien in de naam van openbare wegen of pleinen gebruik werd gemaakt van een eigennaam, bevatten de naamborden een beknopte toelichting van de gekozen benaming.
(…)
Decreet lokaal bestuur 22 december 2017.
Specifiek
Besluit van de gemeenteraad van 26 september 2024 "Zaak van de wegen” volgens VA/940/24 van Katelijne SICCARD en Jonathan BOOGMANS namens STUDIE -EN LANDMETERSKANTOOR BOOGMANS BVBA voor het verkavelen van een perceel in 7 loten, waarvan 5 loten voor een eengezinswoning in open bebouwing en de aanleg van een ontsluitingsweg – Bieststraat 26, 1850 Grimbergen".
Besluit van de gemeenteraad van 27 maart 2025 inzake de principiële vaststelling van de straatbenaming ‘Den Hugaart’ inzake de goedgekeurde verkaveling VA/940/24 ingediend door Katelijne SICCARD en Jonathan BOOGMANS namens STUDIE-EN LANDMETERSKANTOOR BOOGMANS BVBA voor het verkavelen in 7 loten (waarvan 5 loten voor eengezinswoningen) in de Bieststraat, 1850 Grimbergen.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 28 oktober 2024 waarin de procedure tot straatnaamgeving werd opgestart en aan de Cultuurraad een informeel advies werd gevraagd i.v.m. de goedgekeurde verkaveling VA/940/24 ingediend door Katelijne SICCARD en Jonathan BOOGMANS namens STUDIE-EN LANDMETERSKANTOOR BOOGMANS BVBA voor het verkavelen in 7 loten (waarvan 5 loten voor eengezinswoningen) in de Bieststraat, 1850 Grimbergen.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 17 februari 2025 waarin kennis wordt genomen van het informeel advies van de Cultuurraad i.v.m. de goedgekeurde verkaveling VA/940/24 ingediend door Katelijne SICCARD en Jonathan BOOGMANS namens STUDIE-EN LANDMETERSKANTOOR BOOGMANS BVBA voor het verkavelen in 7 loten (waarvan 5 loten voor eengezinswoningen) in de Bieststraat, 1850 Grimbergen en waarbij de voorlopige straatbenaming voor principiële beslissing wordt voorgelegd aan de gemeenteraad.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 30 juni 2025 inzake de sluiting van het openbaar onderzoek en de doorverwijzing naar de gemeenteraad voor definitieve vaststelling van de straatnaamgeving inzake de goedgekeurde verkaveling VA/940/24 ingediend door Katelijne SICCARD en Jonathan BOOGMANS namens STUDIE-EN LANDMETERSKANTOOR BOOGMANS BVBA voor het verkavelen in 7 loten (waarvan 5 loten voor eengezinswoningen) in de Bieststraat, 1850 Grimbergen.
Brief van de Cultuurraad van 5 mei 2025 (zie bijlage).
Noodzaak nieuwe straatnaam
In de zitting van 28 oktober 2024 besliste het college van burgemeester en schepenen om de procedure tot straatnaamgeving op te starten inzake de verkaveling VA/940/24 ingediend door Katelijne SICCARD en Jonathan BOOGMANS namens STUDIE-EN LANDMETERSKANTOOR BOOGMANS BVBA voor het verkavelen in 7 loten (waarvan 5 loten voor eengezinswoningen) in de Bieststraat, 1850 Grimbergen.
Procedure straatnaamgeving
Ingevolge artikel 1 van het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen is de gemeenteraad bevoegd om de naam van een nieuwe straat vast te stellen.
Bij het vaststellen van de namen van openbare wegen dient bij voorkeur geput te worden uit gegevens van de plaatselijke geschiedenis, het kunst- en cultuurleven, de toponymie en de volkskunde (cf. art. 2, §1, van vermeld decreet).
Bij het vaststellen van de namen van openbare wegen en pleinen dient de volgende procedure toegepast te worden:
Er dient advies gevraagd te worden aan de gemeentelijke cultuurraad (art. 4, § 2, van vermeld decreet). De cultuurraad beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen om schriftelijk zijn advies mee te delen aan het gemeentebestuur
Het voornemen van nieuwe straatnaam moet door openbare aanplakking bekendgemaakt worden, waarna eventuele opmerkingen en bezwaren schriftelijk binnen 30 dagen bij het gemeentebestuur kunnen worden ingediend.
Beide procedures moeten gelijktijdig verlopen.
Bij het verstrijken van de vastgestelde termijn sluit het gemeentebestuur een proces-verbaal af waarin de ingediende opmerkingen en bezwaren worden opgenomen.
Indien in de naam van openbare wegen of pleinen gebruik werd gemaakt van een eigennaam, bevatten de naamborden een beknopte toelichting van de gekozen benaming.
In praktijk wordt er bij aanvang van de procedure tot straatnaamgeving onmiddellijk een informeel advies gevraagd over de naamgeving aan de gemeentelijke cultuurraad opdat de gemeenteraad nadien kan overgaan tot de principiële vaststelling van deze straatnamen.
Op basis van de principiële vaststelling van de straatnaam kan het openbaar onderzoek georganiseerd worden, dat gelijktijdig verloopt met de formele vraag aan de Cultuurraad. Na het openbaar onderzoek dient de gemeenteraad over de definitieve straatnaamgeving te beslissen.
Principiële vaststelling straatnaam
Bij gemeenteraadsbeslissing van 27 maart 2025 werd volgende straatbenaming in de verkaveling VA/940/24 principieel toegekend:
Den Hugaart
De gemeenteraad gaf het college van burgemeester en schepenen de opdracht de procedure voorgeschreven bij decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen uit te voeren.
Openbaar onderzoek
De onderzoekstermijn van 30 dagen verliep als volgt:
ingaand op 11 april 2025 en eindigend op 10 mei 2025
Na afloop van de onderzoekstermijn werd een proces-verbaal opgemaakt (zie BIJLAGE 1).
Formeel advies Cultuurraad
Gelijktijdig met de organisatie van het openbaar onderzoek werd op 10 april 2025 het formeel advies van de Cultuurraad opgevraagd.
De Cultuurraad heeft per brief van 5 mei 2025 haar formeel advies uitgebracht (zie BIJLAGE 2).
'Met deze bevestigen we ons advies dat reeds werd overgemaakt op 6 februari 2025 en dat we hieronder herhalen:
Na bespreking stelt de cultuurraad de volgende naam voor met bijhorende motivering.
Den Hugaart
Op de oude kaart met Toponiemen eest men de naam Den Hugaart, = de hoge(re) gelegen grond.
/
Artikel 1.
Kennis te nemen van het formeel advies van de Cultuurraad, ontvangen per brief van 5 mei 2025.
Art. 2.
Kennis te nemen dat geen bezwaarschriften ontvangen werden in het kader van de vastgestelde onderzoekstermijn.
Art. 3.
De benaming 'Den Hugaart' definitief toe te kennen voor de nieuw aan te leggen straat in de verkaveling VA/940/24 ingediend door het STUDIE-EN LANDMETERSKANTOOR BOOGMANS BVBA inzake het verkavelen in 7 loten waarvan 5 voor eengezinswoningen – Bieststraat zn, 1850 Grimbergen.
De gemeenteraad neemt kennis van:
Titel VII - Bestuurlijk toezicht van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (DLB).
Artikel 327 DLB:
Behalve in geval van andersluidende bepalingen, beperkt de toezichthoudende overheid zich bij de uitoefening van het toezicht, vermeld in dit decreet, tot een toetsing aan het recht en aan het algemeen belang. Voor beslissingen van de gemeenteoverheid is het algemeen belang elk belang dat ruimer is dan het gemeentelijk belang. Voor beslissingen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn is het algemeen belang elk belang dat ruimer is dan het gemeentelijk belang en het belang van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
Artikel 328 DLB:
De toezichthoudende overheid kan bij de gemeenteoverheid en bij het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn alle documenten en inlichtingen opvragen of die ter plaatse raadplegen. Ze bepaalt de informatiedrager en de vorm waarin die gegevens worden verstrekt.
Artikel 331 DLB:
De toezichthoudende overheid kan besluiten van een gemeenteoverheid en van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn ambtshalve opvragen.
Bij de ontvangst van een klacht vraagt de toezichthoudende overheid het besluit en het bijbehorende dossier op.
Artikel 333 DLB:
Als een klacht wordt ingediend tegen een besluit van de gemeenteoverheid of van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn brengt de toezichthoudende overheid de indiener van de klacht op de hoogte van:
1° de ontvangst van de klacht, binnen tien dagen nadat ze ontvangen werd;
2° het verzoek van de toezichthoudende overheid aan de gemeenteoverheid of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn om het besluit en het bijbehorende dossier te bezorgen, binnen tien dagen na dat verzoek;
3° het besluit van de toezichthoudende overheid over de ingediende klacht met vermelding van de motieven waarop het besluit is gebaseerd.
De toezichthoudende overheid brengt de betrokken gemeenteoverheid of aan het betrokken openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn op de hoogte van haar definitieve antwoord aan de indiener van de klacht. Deze mededeling wordt ter kennis gebracht op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad of van de raad voor maatschappelijk welzijn.
In geval van stuiting van de termijn om een beroep in te stellen bij de Raad van State, brengt de toezichthoudende overheid de indiener van de klacht op de wijze, bepaald door de Vlaamse Regering, op de hoogte van de motieven van de toezichthoudende overheid om het besluit van de gemeenteoverheid of van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn waartegen de klacht was ingediend, niet te vernietigen, binnen tien dagen na het nemen van dat besluit of na het verstrijken van de termijn.
Artikel 332 DLB:
§ 1. Met behoud van de toepassing van artikel 243, § 3, 259 en 262 beschikt de toezichthoudende overheid over dertig dagen om een besluit van een gemeenteoverheid te vernietigen en om de gemeenteoverheid daarvan op de hoogte te brengen.
De toezichthoudende overheid beschikt over dertig dagen om een besluit van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn te vernietigen en om het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn daarvan op de hoogte te brengen.
Alle besluiten en opmerkingen van de toezichthoudende overheid worden ter kennis gebracht op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad of van de raad voor maatschappelijk welzijn.
§ 2. De termijn, vermeld in paragraaf 1, gaat in op de dag die volgt op de kennisgeving aan de toezichthoudende overheid van de bekendmaking op de webtoepassing van de gemeente van de lijst van de aangelegenheden, vermeld in artikel 285, § 1, 1° en 2°, en artikel 285, § 2, eerste lid, 1° en 2°. Voor de besluiten, vermeld in artikel 286, § 1 en § 2, start de termijn, vermeld in paragraaf 1, op de dag die volgt op de kennisgeving aan de toezichthoudende overheid van de bekendmaking van het besluit op de webtoepassing van de gemeente.
Onder voorbehoud van de toepassing van het eerste lid, start de termijn, vermeld in paragraaf 1, voor de besluiten van een gemeenteoverheid of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn die met toepassing van artikel 331 ambtshalve of na ontvangst van een klacht werden opgevraagd door de toezichthoudende overheid, op de dag die volgt op de verzending van het opgevraagde besluit.
§ 3. Een klacht wordt, op straffe van niet-ontvankelijkheid, ingediend binnen een periode van dertig dagen, die volgt op de dag van de bekendmaking op de webtoepassing van de gemeente van de lijst van de aangelegenheden, vermeld in artikel 285, § 1, 1° en 2°, en artikel 285, § 2, eerste lid, 1° en 2°, of van de besluiten, vermeld in artikel 286, § 1 en § 2.
§ 4. De termijn, vermeld in paragraaf 1, wordt gestuit door de verzending van een klacht aan de toezichthoudende overheid, op voorwaarde dat die klacht verstuurd wordt op de wijze, bepaald door de Vlaamse Regering, binnen de termijn, vermeld in paragraaf 3.
Een nieuwe termijn als vermeld in paragraaf 1 gaat in op de dag die volgt op de verzending van de klacht.
§ 5. De termijn, vermeld in paragraaf 1, wordt gestuit door de opvraging door de toezichthoudende overheid van het besluit van de gemeenteoverheid of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn met toepassing van artikel 331, eerste of tweede lid.
Een nieuwe termijn als vermeld in paragraaf 1 gaat in op de dag die volgt op de verzending van het opgevraagde besluit.
§ 6. De gemeenteoverheid of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn verzendt het besluit dat door de toezichthoudende overheid is opgevraagd binnen een termijn van dertig dagen die volgt op de dag van de verzending van de opvraging.
Als de gemeenteoverheid of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn het gevraagde besluit niet verzendt aan de toezichthoudende overheid binnen de termijn, vermeld in het eerste lid, bezorgt de toezichthoudende overheid na het verstrijken van die termijn een herinnering. De herinnering verwijst uitdrukkelijk naar de gevolgen, vermeld in het vierde lid.
Een nieuwe termijn van dertig dagen gaat in op de dag na de verzending van de herinnering.
Als het gevraagde besluit niet wordt verzonden aan de toezichthoudende overheid binnen die nieuwe termijn, is het opgevraagde besluit van rechtswege nietig. De toezichthoudende overheid brengt de gemeenteoverheid of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn op de hoogte van die nietigheid.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 16 juni 2025 inzake "Klacht van 14 mei 2025 van xxx inzake de verkeersveiligheid schoolwijk Sint-Servaas bij de provinciegouverneur - Kennisname".
Brief van de provinciegouverneur van 11 juni 2025 inzake bovenstaande klacht ontvangen via het digitaal loket op 12 juni 2025 (in bijlage).
/
Op 12 juni 2025 ontving het gemeentebestuur een brief van de provinciegouverneur waarbij hij meldde dat hij een klacht heeft ontvangen op 14 mei 2025 van een burger waarbij de gevaarlijke situatie van het verkeer in de schoolwijk Sint-Servaas werd aangekaart. De klachtindiener stelt dat er geen zone 30 wordt geïnstalleerd omwille van de aldaar geïnstalleerde zone 50 met ANPR-camera's.
De gouverneur liet aan de klachtindiener weten dat hij niet kan tussenkomen in dit dossier. Aangezien een gemeentebestuur over een ruime discretionaire bevoegdheid beschikt bij het regelen van een concrete verkeersituatie, kan hij zich als toezichthouder niet in de plaats stellen van het bestuur wanneer het deze autonome bevoegdheid uitoefent. Ook wat betreft de procedure bij de Raad van State kan de provinciegouverneur niet tussenkomen.
Dit dossier werd aan het college van burgemeester en schepenen van 16 juni 2025 ter kennisname voorgelegd.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om hiervan kennis te nemen.
/
Artikel 1.
Kennis te nemen van de brief van de provinciegouverneur van 11 juni 2025 inzake een klacht van een burger over de gevaarlijke situatie van het verkeer in de schoolwijk Sint-Servaas, ontvangen via het digitaal loket op 12 juni 2025.
Art. 2.
Kennis te nemen van het feit dat de gouverneur aan de klachtindiener liet weten dat hij niet kan tussenkomen in dit dossier. Aangezien een gemeentebestuur over een ruime discretionaire bevoegdheid beschikt bij het regelen van een concrete verkeersituatie, kan hij zich als toezichthouder niet in de plaats stellen van het bestuur wanneer het deze autonome bevoegdheid uitoefent. Ook wat betreft de procedure bij de Raad van State kan de provinciegouverneur niet tussenkomen.
Op 23 februari 2024 keurde de Vlaamse Regering het besluit over de invulling van de gemeentelijke saneringsverplichting goed. Dit nieuwe besluit vormt een stevige basis voor de saneringsplicht in Vlaanderen. Het besluit legt heel wat verantwoordelijkheden en doelstellingen vast via openbare dienstverplichtingen voor de rioolbeheerders op het gemeentelijk niveau.
De uitvoering van de gemeentelijke saneringsplicht is in principe de taak van het waterbedrijf, in het geval van onze gemeente is dat De Watergroep. Het waterbedrijf kan die plicht overlaten aan een andere partij. Hiervoor moeten beide partijen een overeenkomst afsluiten.
De gemeente heeft hiervoor in het verleden (2005) zo’n overeenkomst afgesloten met De Watergroep. Hierdoor is de gemeente het aanspreekpunt voor de bevoegde entiteit en draagt de gemeente de eindverantwoordelijkheid voor het naleven van de saneringsverplichtingen.
De bestaande overeenkomst met De Watergroep voor het uitoefenen van de gemeentelijke saneringsplicht moet ten laatste tegen 11 september 2025 in overeenstemming gebracht worden met een nieuwe modelovereenkomst.
De gemeenteraad keurt de nieuwe overeenkomst goed.
Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur 22 december 2017.
Artikels 2.3.5, §3, 2.6.1.3.3, §3, en 4.3.1.2.1 van Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.
Besluit van 23 februari 2024 van de Vlaamse Regering over de invulling van de gemeentelijke saneringsverplichting, van - Vlaams Min. van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme - Vlaamse Regering Zuhal DEMIR
Art. 2.3.5, §1 van het Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (hierna: “Decreet”) bepaalt dat elke exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk belast is met de sanering van het door de exploitant aan haar abonnees geleverde water. Deze saneringsplicht wordt opgelegd met het oog op het behoud van de kwaliteit van het geleverde water.
Artikel 2.3.5, §2 van het Decreet stelt dat de exploitant, om aan zijn saneringsverplichting te voldoen, de sanering hetzij zelf kan organiseren, hetzij hiervoor beroep kan doen op een derde, zoals voorzien in artikel 2.6.1.3.3,§1 van het Decreet.
Artikel 2.6.1.3.3, §2, eerste lid van het Decreet bepaalt dat de exploitant aan de uitvoering van de gemeentelijke saneringsverplichting voldoet door een overeenkomst te sluiten met de gemeente, gemeentebedrijf, intercommunale of intergemeentelijk samenwerkingsverband of een door de gemeente na een publieke marktbevraging aangestelde entiteit.
Het voorwerp van de onderhavige overeenkomst betreft het beroep van de exploitant op een derde zoals bedoeld in artikel 2.6.1.3.3, §1 van het Decreet.
Artikel 4, § 1 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2024 over de invulling van de gemeentelijke saneringsverplichting (hierna: “Besluit”) bepaalt welke activiteiten de gemeentelijke saneringsverplichting omvat.
Artikel 4, § 2 van het Besluit bepaalt dat er per gemeente maar één instantie verantwoordelijk kan zijn om de gemeentelijke saneringsverplichting in te vullen.
Dit zal overeenkomstig artikel 2.6.1.3.3, § 1 van het Decreet in principe de exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk zijn. In dat geval kiest de exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk om de saneringsverplichting zelf te organiseren. Deze kan op haar beurt beroep doen op een onderaannemer om de gemeentelijke saneringsverplichting geheel of gedeeltelijk uit te voeren (artikel 4, § 2, lid 2 van het Besluit). De exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk blijft in dat geval te allen tijde het aanspreekpunt voor de bevoegde entiteit en blijft de eindverantwoordelijkheid dragen voor de invulling van de gemeentelijke saneringsverplichting en de verplichtingen bedoeld in hoofdstuk 3, 4 en 5 van het Besluit.
De exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk kan evenwel ook de gemeente, het gemeentebedrijf, de intercommunale of het intergemeentelijk samenwerkingsverband of de entiteit die de gemeente na een marktbevraging heeft aangesteld, aanwijzen die zal instaan voor de uitvoering van de gemeentelijke saneringsverplichting. De exploitant zal in dat geval de gemeentelijke saneringsverplichting in haar geheel overdragen. De gemeente, het gemeentebedrijf, de intercommunale of het intergemeentelijk samenwerkingsverband of de entiteit die de gemeente na een marktbevraging heeft aangesteld kan op haar beurt beroep doen op een onderaannemer om de gemeentelijke saneringsverplichting geheel of gedeeltelijk uit te voeren. De gemeente, het gemeentebedrijf, de intercommunale of het intergemeentelijk samenwerkingsverband of de entiteit die de gemeente na een marktbevraging heeft aangesteld, blijft in dat geval te allen tijde het aanspreekpunt voor de bevoegde entiteit en blijft de eindverantwoordelijkheid dragen voor de invulling van de gemeentelijke saneringsverplichting en de verplichtingen bedoeld in hoofdstuk 3, 4 en 5 van het Besluit (artikel 6 van het Besluit).
Besluit van de gemeenteraad van 24 februari 2006 inzake overeenkomst met de Intercommunale voor Waterbedeling Vlaams-Brabant m.b.t. sanering van het door de IWVB aan haar abonnees geleverde water in de zin van artikel 6 §3 van het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending.
Besluit van de gemeenteraad van 29 september 2022 inzake kennisname en goedkeuring van de geactualiseerde bijlage aan de overeenkomst Riopact, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 24 juni 2016.
Besluit van de gemeenteraad van 27 februari 2025 inzake kennisname en goedkeuring van de tarieven gemeentelijke saneringsbijdrage.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 14 juli 2025 "Nieuwe overeenkomst met De Watergroep inzake overdracht gemeentelijke saneringsplicht vanaf 1 september 2025 - Voorleggen aan de gemeenteraad - Principiële goedkeuring".
/
HISTORIEK
I. Overeenkomst gemeente/VMW inzake transport van afvalwater van 28 december 2005
De gemeenteraad sloot op 24 februari 2006 een overeenkomst (getekend op 28 december 2005) mbt sanering van het door de IWVB aan haar abonnees geleverde water in de zin van artikel 6 §3 van het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending. De VMW verleent aan de Gemeente, die aanvaardt, de opdracht het afvalwater op te vangen en te transporteren naar de collectoren van Aquafin NV.
De Gemeente verklaart en waarborgt dat zij tijdens de contractsduur (= onbepaalde duur vanaf 1 juli 2005) deze activiteit zal verrichten volgens de bepalingen van het Decreet, de besluiten die in voorkomend geval in uitvoering van dit Decreet door de Vlaamse Regering worden genomen en de onderrichtingen - van welke aard ook - die door de bevoegde overheid worden uitgevaardigd.
De Gemeente verklaart en waarborgt dat zij deze activiteit op zodanige wijze zal verrichten dat de VMW op ieder ogenblik tijdens de contractsduur kan voldoen aan haar saneringsverplichting.
II. Overeenkomst RIOPACT gemeente/Aquafin en De Watergroep 2016, zoals aangepast in 2022
De gemeenteraad sloot op 24 juni 2016 een overeenkomst “Riopact“ met Aquafin/De Watergroep voor een minimale periode van 10 jaar (zie dossierstuk). In dezelfde beslissing werd 3 modules toegewezen (inventarisatie riolen, digitale riolendatabank, KLIP), op basis van een de takenlijst die als bijlage werd gevoegd aan de goedgekeurde overeenkomst.
Op 29 september 2022 werd de geactualiseerde bijlage aan de overeenkomst van 24 juni 2016 met Riopact, goedgekeurd.
De concrete toewijzing van de individuele taken zal geschieden door het college van burgemeester en schepenen op basis van artikel 56, §3, 4° en 5° i.f.v. de wettelijke verplichtingen en binnen de vooropgestelde MJP.
III. Besluit van 23 februari 2024 van de Vlaamse Regering over de invulling van de gemeentelijke saneringsverplichting
Met dit besluit worden openbare dienstverplichtingen voor de rioolbeheerders vastgelegd voor wat betreft de invulling van de saneringsverplichting op het gemeentelijk niveau. Deze hebben betrekking op de noodzakelijke verdere uitbouw en optimalisatie van het gemeentelijke rioleringsnet en het goede beheer ervan.
De verplichtingen inzake de uitbouw richten zich naar de doelstellingen vastgelegd in de 3de stroomgebiedbeheerplannen. Wat betreft beheer worden taken toegewezen op vlak van asset management en het structureel aanpakken van de problematiek van overstorten.
De opmaak van een meerjarenplan gekoppeld aan de cyclus voor de opmaak van de gemeentelijke begroting staat centraal en moet enerzijds de rioolbeheerder voldoende flexibiliteit geven en anderzijds de Vlaamse overheid via een efficiënte resultaatgerichte aansturing meer garantie geven voor een verhoogde dynamiek op het terrein.
De gemeentelijke saneringsverplichting omvat al de volgende activiteiten:
1° het uitbouwen, duurzaam beheren en optimaliseren van de infrastructuur die wordt aangewend voor het opvangen en transporteren en in voorkomend geval decentraal of individueel zuiveren tot aan het overnamepunt met de bovengemeentelijke infrastructuur van het volgende water:
huishoudelijk afvalwater dat afkomstig is van het gebruik van het water dat de exploitant levert;
huishoudelijk afvalwater dat afkomstig is van het gebruik van water uit een private waterwinning;
ander water dan het water, vermeld in punt a) en b), waarvoor een lozing op de afvalwaterriolering wettelijk is toegelaten;
2° het uitbouwen, duurzaam beheren en optimaliseren van de openbare infrastructuur die wordt aangewend in het kader van de activiteiten, vermeld in punt 1°, hetzij voor het inzamelen, infiltreren, bufferen en afvoeren van hemelwater, hetzij ander water waarvoor een afvoer via die infrastructuur wettelijk is toegelaten waarbij maximaal ingezet wordt tot het infiltreren en bufferen via natuurlijke weg of via groen – blauwe infrastructuur en tot het gebruik van hemelwater;
3° het maximaal aanzetten tot het infiltreren en bufferen via natuurlijke weg of via groen – blauwe infrastructuur en tot het gebruik van hemelwater;
4° het nakomen van de verplichtingen die worden bepaald bij dit besluit.
NIEUWE OVEREENKOMST
Overeenkomstig artikel 2.6.1.3.3, § 2 eerste lid van het Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid wordt in hoofde van de exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk aan de uitvoering van de gemeentelijke saneringsverplichting voldaan door een overeenkomst te sluiten met de gemeente, gemeentebedrijf, intercommunale of intergemeentelijk samenwerkingsverband of een door de gemeente na een publieke marktbevraging aangestelde entiteit.
De voorliggende overeenkomst kadert in voormelde verplichting van de exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk om een overeenkomst af te sluiten met de derde partij zoals bedoeld in artikel 2.6.1.3.3, §2, eerste lid van het Decreet voor de uitvoering van de gemeentelijke saneringsverplichting. Hierdoor is de gemeente het aanspreekpunt voor de bevoegde entiteit en draagt de gemeente de eindverantwoordelijkheid voor het naleven van de saneringsverplichtingen.
De overeenkomst wordt aangegaan voor een onbepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 september 2025.
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.
Waterzuivering: wie doet wat?
Voor de zuivering van het huishoudelijk afvalwater zijn het Vlaamse Gewest, de gemeenten én de waterverbruikers samen verantwoordelijk.
A Eigenaar van het gebouw/waterverbruiker: is verplicht om op eigen kosten:
B Het is de gemeente zelf ofwel een intercommunale of waterbedrijf die instaat voor het gemeentelijk rioolbeheer:
C Vlaams Gewest / Aquafin
De gemeentelijke rioleringen monden uit in grote collectoren. Die voeren grote hoeveelheden afvalwater af naar een rioolwaterzuiveringsstation. In de zuiveringsstations wordt het afvalwater in verschillende stappen biologisch gezuiverd totdat de kwaliteit voldoende is om het te lozen in een waterloop.
De nv Aquafin bouwt en beheert in opdracht van het Vlaamse Gewest de bovengemeentelijke zuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen.
Artikel 1.
§1. Kennis te nemen dat de uitvoering van de gemeentelijke saneringsplicht in principe de taak van het waterbedrijf (in casu De Watergroep) is, waarbij dit bedrijf deze plicht heeft overgelaten aan de gemeente via een overeenkomst van 28 december 2005, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 24 februari 2006.
§2. Kennis te nemen dat deze overeenkomst voor het uitoefenen van de gemeentelijke saneringsplicht ten laatste tegen 11 september 2025 in overeenstemming moet gebracht worden met een nieuwe modelovereenkomst die voldoet aan de nieuwe regelgeving.
Art. 2.
De overeenkomst m.b.t. de overdracht van de gemeentelijke saneringsverplichting tussen de CV Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening/De Watergroep, met zetel te 1030 Brussel, Vooruitgangstraat 189, vertegenwoordigd door Hans GOOSSENS, directeur-generaal, ingeschreven in het KBO met nummer 0224.771.467 (“De Watergroep / Overdrager”) en de gemeente Grimbergen vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, voor wie optreden de burgemeester Bart LAEREMANS en de algemeen directeur Muriel VAN SCHEL, toegevoegd als bijlage, goed te keuren.
Art. 3.
De overeenkomst van 28 december 2005 m.b.t. sanering van het door de IWVB aan haar abonnees geleverde water in de zin van artikel 6, §3 van het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 24 februari 2006, op te heffen.
Art. 4.
Dit besluit te bezorgen aan De Watergroep.
De gemeenteraad bekrachtigt de beslissing inzake het organiseren van een overkoepelende wedstrijd voor "Schatten van Vlieg" die de verschillende locaties en lokale organisatoren (MOT, MIRA en BIB) verbindt en die loopt van 1 juli tem. 31 augustus 2025, alsook het bijhorende wedstrijdreglement.
Artikel 41, 2° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB):
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
2° het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen.
"We zetten Grimbergen op de kaart door toeristische promotie, door projecten en via diverse samenwerkingsverbanden".
"Wij bieden een brede waaier van diensten aan zodat alle Grimbergenaren kunnen participeren aan het gemeenschapsleven binnen de gemeente."
/
Wat is "Schatten van Vlieg"?
Elke zomer kunnen kinderen met Schatten van Vlieg op schattenjacht gaan in bibliotheken, musea, op buitenlocaties... Zo ontdekken ze spelenderwijs een nieuwe culturele plek.
Schatten van Vlieg richt zich op families met jonge kinderen. Deelnemen aan de zoektocht is gratis, dit staat echter los van de eventuele inkom voor het museum. Het Schatten van Vlieg label is ontwikkeld voor UitinVlaanderen. De zoektochten zelf worden door de lokale organisator gemaakt.
Schatten van Vlieg loopt van 1 juli tot 31 augustus.
Schatten van Vlieg in Grimbergen:
De vorige jaren namen MOT, Mira en BIB deel aan Schatten van Vlieg, waarbij op elke locatie een zoektocht werd georganiseerd.
Sinds 2023 werd een wedstrijdelement gekoppeld aan de zoektochten op de verschillende locaties. De wedstrijd werd voorbije 2 jaar enthousiast onthaald. Dit jaar wil men graag hetzelfde concept doortrekken.
Een stempelkaart werd ontwikkeld door de dienst Vrije Tijd- Bibliotheek (analoog met versie 2023 en 2024). Met deze stempelkaart worden de kinderen nog meer gemotiveerd om meer dan één locatie te verkennen. Wanneer ze minstens 2 van de 3 stempels verzameld hebben, kunnen ze hun ingevulde stempelkaart inleveren (op locatie zelf of op de dienst Vrije Tijd - toerisme).
In het wedstrijdreglement werden t.o.v. vorig jaar enkele kleine wijzigingen opgenomen (data, max. 1 prijs per adres werd uit het reglement gehaald, de prijzenport werd aangepast) (zie bijlage).
Prijzenpot
Men opteert voor een prijzenpot met diverse prijzen en één hoofdprijs. De hoofdprijs is een verkenningsvlucht over Grimbergen in samenwerking met de Vliegclub, voor 2 (à 3) personen.
Daarnaast voorziet men verschillende kleinere prijzen, die kinderen aanspreken:
waardebon voor een ijsje bij Emilia;
waardebon bij Standaard Boekhandel;
waardebon voor uurtje trampolinespringen bij Arenal en
filmticket bij Cc Strombeek.
Het totaal bedrag voor deze prijzenpot komt op € 250,00.
Naast de prijzen die worden aangekocht, schenken MOT, MIRA en bibliotheek elk nog een aantal prijzen: stripverhalen, sterrenkaarten,...
Gadgets (fietsbellen,...) met het logo van Grimbergen kunnen ook opgenomen worden in de prijzenpot. Er worden veneens troostprijzen (voor verdrietige kindjes/broertjes/zusjes van winnaars) voorzien.
Vorig jaar heeft men opmerkingen van ouders/grootouders hierover ontvangen en daarom wil men hier dit jaar aandacht aan besteden. Eind 2024 werden er frisbees met logo van Grimbergen aangekocht. Er wordt nog onderzocht om nog een andere troostprijs aan te kopen. De troostprijzen kunnen ook worden ingezet bij andere activiteiten van dienst Vrije Tijd.
Bekendmaking
Bib, MIRA en MOT maken zelf een activiteit aan in de Uitdatabank met beschrijving van hun zoektocht.
Dienst Vrije Tijd-cel Toerisme & Erfgoed:
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.
/
Enig artikel.
De beslissing, inzake het organiseren van een overkoepelende wedstrijd voor "Schatten van Vlieg" die de verschillende locaties en lokale organisatoren (MOT, MIRA en BIB) verbindt en die loopt van 1 juli tem. 31 augustus 2025, alsook het bijhorend wedstrijdreglement, als bijlage bij dit besluit gevoegd, te bekrachtigen.
De gemeenteraad neemt kennis van de bundels 'Wegwijs voor Ouders' van de gemeentelijke basisscholen voor het schooljaar 2025-2026.
Artikel 40, § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
/
Er zijn verschillende documenten die bij het begin van het schooljaar aan de ouders moeten worden voorgelegd. Om een duidelijk overzicht te bieden, worden alle documenten die betrekking hebben op de school voor schooljaar 2025-2026 gebundeld in een ‘wegwijs voor ouders’.
Deze bundel omvat de volgende documenten:
1. Beginselverklaring neutraliteit
Deze beginselverklaring werd in de gemeenteraadszitting van 10 juni 2017 goedgekeurd, op vraag van het Onderwijssecretariaat voor Steden en Gemeenten (OVSG), met als doel om zich als schoolbestuur te profileren als neutrale onderwijsverstrekker.
2. Pedagogisch project
Ouders verklaren zich bij de inschrijving van hun kind akkoord met het pedagogisch project van de school. Het huidig pedagogisch project werd door de gemeenteraad vastgesteld in de zitting van 27 mei 1999 voor de toenmalige gemeentelijke basisscholen Beigem, Humbeek en Strombeek-Bever en in de zitting van 26 september 2002 voor de toenmalige gemeentelijke basisschool Borcht.
3. Infobrochure
De infobrochure bevat voornamelijk contactgegevens, administratieve informatie over de school en belangrijke richtlijnen. Tijdens de collegezitting van 11 augustus 2025 werden de infobrochures van de 4 gemeentelijke basisscholen geactualiseerd.
4. Schoolreglement
In de gemeenteraadszitting van heden werd het schoolreglement gewijzigd. Dit document omvat alle noodzakelijke decretale bepalingen, is voor de vier gemeentelijke basisscholen gelijk en moet ondertekend worden door de ouders bij de inschrijving.
5. Afsprakennota
In het schoolreglement wordt regelmatig (art. 9, 10, 15 en 16) verwezen naar de afsprakennota van de school. Deze afsprakennota gaat voornamelijk over de schooleigen praktische leefregels. In de collegezitting van 11 augustus 2025 werden de afsprakennota's voor de gemeentelijke basisscholen Mozaïek en 't Villegastje geactualiseerd.
6. Afsprakenkader deconnectie
In de collegezitting van 2 mei 2023 en 8 augustus 2023 werden de afspraken met betrekking tot deconnectie voor de personeelsleden van het basisonderwijs goedgekeurd. Deze afspraken werden ook opgenomen in het arbeidsreglement. In de collegezitting van 17 juli 2023 werd gespecificeerd welke van deze afspraken ook van toepassing zijn voor de ouders. Via dit document krijgen ook de ouders een overzicht van de richtlijnen met betrekking tot deconnectie in de school van hun kind.
7. Afspraken ICT-middelen school
Dit document werd in de collegezitting van 17 juli 2023 goedgekeurd en kan beschouwd worden als een bijlage bij het schoolreglement. Aangezien leerkrachten en leerlingen steeds meer met digitale middelen werken is het belangrijk om afspraken te maken met betrekking tot de manier waarop met deze middelen moet worden omgegaan.
8. Bijdrageregeling
In de bijdrageregeling worden de kosten opgenomen die via de school aan de ouders kunnen worden gefactureerd. Sinds de invoering van de maximumfacturen betreft het hier enkel de kosten voor extra diensten die de school aanbiedt en waar ouders vrijwillig gebruik van kunnen maken (toezicht, maaltijden, aanbod oudercomité, …). In de collegezitting van 11 augustus 2025 werd de bijdrageregeling aangepast met ingang van 1 september 2025 omwille van de indexatie van de tarieven van de maaltijden.
9. Maximumfactuur
Jaarlijks dienen de grensbedragen voor de scherpe en de minder scherpe maximumfactuur door het schoolbestuur te worden bepaald.
De scherpe maximumfactuur betreft een bijdrage die aan de ouders kan worden aangerekend voor onderwijsgebonden kosten. Deze kosten worden gemaakt tijdens de normale aanwezigheid van de leerlingen en zijn van die aard dat ze niet noodzakelijk zijn om een eindterm te realiseren of een ontwikkelingsdoel na te streven, maar tot doel hebben deze eindtermen of ontwikkelingsdoelen te verlevendigen.
De minder scherpe maximumfactuur betreft een bijdrage die aan de ouders kan worden aangerekend voor het inrichten van meerdaagse extra-murosactiviteiten.
Het schepencollege bepaalde zich in de zitting van 12 mei 2025 akkoord met de indexatie van de bedragen van de scherpe en minder scherpe maximumfactuur, en dit volgens de richtlijnen die zijn opgenomen in omzendbrief BaO/2007/05 van 22 juni 2007 betreffende kostenbeheersing in het basisonderwijs.
10. Schoolkalender
Deze rubriek geeft de directies een duidelijke ruimte om naar de ouders belangrijke data te communiceren tijdens het schooljaar 2025-2026.
/
Artikel 1.
Kennis te nemen van de bundel 'Wegwijs voor Ouders' voor het schooljaar 2025-2026 die is opgenomen als bijlage 1 bij deze beslissing, waarin alle informatie voor de ouders is verzameld m.b.t. de gemeentelijke basisschool 't Mierken.
Art. 2.
Kennis te nemen van de bundel 'Wegwijs voor Ouders' voor het schooljaar 2025-2026 die is opgenomen als bijlage 2 bij deze beslissing, waarin alle informatie voor de ouders is verzameld m.b.t. de gemeentelijke basisschool de negensprong.
Art. 3.
Kennis te nemen van de bundel 'Wegwijs voor Ouders' voor het schooljaar 2025-2026 die is opgenomen als bijlage 3 bij deze beslissing, waarin alle informatie voor de ouders is verzameld m.b.t. de gemeentelijke basisschool Mozaïek.
Art. 4.
Kennis te nemen van de bundel 'Wegwijs voor Ouders' voor het schooljaar 2025-2026 die is opgenomen als bijlage 4 bij deze beslissing, waarin alle informatie voor de ouders is verzameld m.b.t. de gemeentelijke basisschool 't Villegastje.
De gemeenteraad gaat over tot de wijziging van het schoolreglement voor de gemeentelijke basisscholen met ingang van 1 september 2025 en keurt het gecoördineerde schoolreglement goed.
Artikel 37 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, dat bepaalt dat het schoolbestuur, in casu de gemeenteraad, bevoegd is voor het vaststellen van de schoolreglement.
/
Het huidige schoolreglement voor de gemeentelijke basisscholen werd door de gemeenteraad vastgesteld op 28 augustus 2014 en laatst gewijzigd op 29 augustus 2024.
Tijdens verschillende schoolhoofdenvergaderingen werd dit schoolreglement overlopen en werden de volgende wijzigingen voorgesteld door de schoolhoofden.
Als leidraad werd het model 'schoolreglement gewoon basisonderwijs' van het Onderwijssecretariaat voor Steden en Gemeenten (OVSG) gebruikt.
|
Oude versie |
Aangepaste versie |
Artikel 2 |
De volgende term wordt aan de lijst met definities toegevoegd: | Slimme apparaten: apparaten die verbonden kunnen worden met andere apparaten, telefoonnetwerken, andere (draadloze) netwerken (zoals WIFI of Bluetooth) of draadloze protocollen. Het gaat dus om smartphones, tablets, smartwatches, laptops en GSM's, ...
|
Artikel 12 |
Vlaamse toetsen |
Vlaamse toetsen De leerlingen van het vierde leerjaar en van het zesde leerjaar nemen deel aan de Vlaamse toetsen. Deze worden digitaal afgenomen in het derde trimester. De toetsen focussen op Nederlands en wiskunde. De leerlingen of hun ouders hebben het recht op inzage in en kopie van het feedbackrapport met hun resultaten op de Vlaamse toetsen. De leerlingen of hun ouders hebben het recht op inzage in hun toets, op een manier die de vertrouwelijkheid van de toetsvragen garandeert. De resultaten worden door de klassenraad niet meegenomen in hun globale beoordeling van de leerlingen.
|
Artikel 13 |
Schoolloopbaan § 1 Op voorwaarde dat aan alle toelatingsvoorwaarden voldaan is, nemen de ouders van de leerling de eindbeslissing inzake:
§ 2 Een leerling die een jaar te vroeg wil instappen in het lager onderwijs (5 jaar ten laatste op 31 december van het lopende schooljaar) wordt enkel ingeschreven, na advies van het CLB en na toelating van de klassenraad. Geeft de klassenraad geen toelating, dan vervalt het beslissingsrecht van de ouders. § 3 In alle andere gevallen neemt de school de eindbeslissing inzake het al dan niet zittenblijven of versnellen van de schoolloopbaan van de leerling, op basis van een gemotiveerde beslissing van de klassenraad. Deze beslissing is bindend in alle scholen van de scholengemeenschap Grimbergen. |
Schoolloopbaan § 1 Op voorwaarde dat aan alle toelatingsvoorwaarden voldaan is, nemen de ouders van de leerling de eindbeslissing inzake:
§ 2 Vroeger naar het lager onderwijs: a) Een vijfjarige leerling die het voorgaande schooljaar was ingeschreven in een erkende school voor Nederlandstalig onderwijs kan enkel toegelaten worden mits:
Na het gunstig advies of de gunstige beslissing door de klassenraad, nemen de ouders de uiteindelijke beslissing over de vervroegde instap. b) Een vijfjarige leerling die het voorgaande schooljaar niet ingeschreven was in een erkende school voor Nederlandstalig onderwijs:
Na toelating door de klassenraad lager onderwijs, nemen de ouders de uiteindelijke beslissing over de vervroegde instap. § 3 In alle andere gevallen neemt de school de eindbeslissing inzake het al dan niet zittenblijven of versnellen van de schoolloopbaan van de leerling, op basis van een gemotiveerde beslissing van de klassenraad. Deze beslissing is bindend in alle scholen van de scholengemeenschap Grimbergen.
|
Hoofdstuk 9: getuigschrift basisonderwijs |
Toevoegen van een nieuw artikel 23, hierdoor verandert de nummering van de daaropvolgende artikels.
|
Beslissing klassenraad extra uren Nederlands in het secundair onderwijs Samen met de beslissing over de toekenning van het getuigschrift, bepaalt de klassenraad of de leerling in het eerste jaar van het secundair onderwijs drie extra uren extra taallessen Nederlands per week moet volgen. De klassenraad baseert zich voor die beslissing op de eindtermen Nederlands en of de minimumdoelen afdoende bereikt zijn.
|
Artikel 33
|
Meedelen van leerlingengegevens aan ouders Ouders hebben recht op inzage en recht op toelichting bij de gegevens die op de leerling betrekking hebben, waaronder de evaluatiegegevens, die worden verzameld door de school. Indien na de toelichting blijkt dat de ouders een kopie willen van de leerlingengegevens, hebben ze kopierecht. Iedere kopie dient persoonlijk en vertrouwelijk behandeld te worden, mag niet verspreid worden noch publiek worden gemaakt en mag enkel gebruikt worden in functie van de onderwijsloopbaan van de leerling. Ouders kunnen zich daarnaast beroepen op de wetgeving op openbaarheid van bestuur die voorziet in een recht op inzage, toelichting en/of kopie. Hiertoe richten ze een vraag tot het college van burgemeester en schepenen dat bekijkt of toegang kan worden verleend. Waar een volledige inzage in de leerlingengegevens een inbreuk zou uitmaken op de privacy van een derde, wordt de toegang tot de gegevens die niet onder de privacyregeling vallen verstrekt via een gesprek, gedeeltelijke inzage of rapportage.
|
Meedelen van leerlingengegevens aan ouders Ouders hebben recht op inzage en recht op toelichting bij de gegevens die op de leerling betrekking hebben, waaronder de evaluatiegegevens, die worden verzameld door de school. Indien na de toelichting blijkt dat de ouders een kopie willen van de leerlingengegevens, hebben ze kopierecht. Iedere kopie dient persoonlijk en vertrouwelijk behandeld te worden, mag niet verspreid worden noch publiek worden gemaakt en mag enkel gebruikt worden in functie van de onderwijsloopbaan van de leerling. Als een volledige inzage in de leerlingengegevens een inbreuk is op de privacy van een derde, wordt de toegang tot de gegevens verstrekt via een gesprek, gedeeltelijke inzage of rapportage.
|
Hoofdstuk 13: aanpassing titel |
Hoofdstuk 13 Smartphone, tablet, laptop, trackers of andere gelijkaardige toestellen, internet en sociale media | Hoofdstuk 13 ICT-materiaal ter beschikking gesteld door de school, gebruik van slimme apparaten, internet en sociale media
|
Hoofdstuk 13 |
Er wordt een artikel 36 toegevoegd
|
§ 1 Het is verboden om slimme apparaten te gebruiken tijdens de periode van de normale aanwezigheid van de leerlingen op school, de volledige periode voor de aanvang van de lessen ’s morgens tot na het beëindigen van de laatste les van de lesdag. Slimme apparaten zijn apparaten die verbonden kunnen worden met andere apparaten, telefoonnetwerken, andere (draadloze) netwerken (zoals WIFI of Bluetooth) of draadloze protocollen. Het gaat dus om smartphones, tablets, smartwatches, laptops en GSM’s,… § 2 Als ouders of leerlingen elkaar dringend nodig hebben tijdens de schooldag, kunnen ze terecht op het secretariaat van de school. § 3 Slimme apparaten mogen alleen gebruikt worden in de volgende gevallen:
§ 4 Bij overtreding van het verbod zal de leerling gesanctioneerd worden overeenkomstig het orde- en tuchtreglement opgenomen in dit schoolreglement.
|
Hoofdstuk 13 |
Er wordt een artikel 37 toegevoegd |
Bij gebruik van het ICT-materiaal dat ter beschikking wordt gesteld door de school worden de afspraken gevolgd die zijn opgenomen in het document ‘Afspraken rond het gebruik van ICT-middelen in eigendom van de school voor leerlingen en ouders’.
|
Er wordt een nieuw hoofdstuk en artikel toegevoegd |
Hoofdstuk 18 Exoneratie van aansprakelijkheid voor hulppersonen Artikel 45 Ouders en leerlingen doen een beroep op de dienstverlening van de school. Hieruit spruiten wederzijdse rechten en plichten voort. Een ouder/leerling kan personeelsleden die door de school worden ingeschakeld om deze dienstverlening uit te voeren, niet aansprakelijk stellen. Op deze regel bestaan vier uitzonderingen waarbij een vordering door een ouder/leerling tegen een personeelslid van de school mogelijk blijft:
|
/
Artikel 1.
Het schoolreglement van de gemeentelijke basisscholen, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van 28 augustus 2014 en laatst gewijzigd op 29 augustus 2024, met ingang van 1 september 2025 te wijzigen zoals uiteengezet in het besluit.
Art. 2.
Het gecoördineerde schoolreglement voor de gemeentelijke basisscholen, toegevoegd als Bijlage 1, goed te keuren.
De gemeenteraad bekrachtigt de tijdelijke politieverordening inzake het treffen van de de nodige maatregelen teneinde de openbare orde te handhaven ter gelegenheid van de actie van het collectief 'Stop arming Israël' in de periode van 22 tem. 24 juni 2025, goedgekeurd door de burgemeester per besluit van 20 juni 2025, toegevoegd als bijlage bij het besluit.
Dit besluit wordt bekendgemaakt zoals voorzien in de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur.
Artikel 119 Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988 (NGW):
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke reglementen van inwendig bestuur en de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.
Deze reglementen en verordeningen mogen niet in strijd zijn met de wetten, de decreten, de ordonnanties, de reglementen en de besluiten van de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de Gemeenschapscommissies, de provincieraad en de bestendige deputatie van de provincieraad.
De raad zendt hiervan achtenveertig uren een afschrift aan de bestendige deputatie van de provincieraad.
Artikel 133 NGW:
Hij is in het bijzonder belast met de uitvoering van de politiewetten, de politiedecreten, de politieordonnanties, de politieverordeningen en de politiebesluiten. Hij kan echter onder zijn verantwoordelijkheid zijn bevoegdheid geheel of ten dele overdragen aan een van de schepenen.
Artikel 134, §1 NGW:
In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden.
Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.
Artikel 135, §2 NGW:
De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.
Meer bepaald, en voor zover de aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is gehouden, worden de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd :
5° het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden;
7° het nemen van de nodige maatregelen, inclusief politieverordeningen, voor het tegengaan van alle vormen van openbare overlast.
Naast zijn bevoegdheden voor de uitvoering van de politiewetten, politiedecreten, politieverordeningen, politiereglementen en politiebesluiten, voor de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente en voor dringende politieverordeningen is de burgemeester bevoegd voor de uitvoering van de wetten, de decreten en de uitvoeringsbesluiten van de federale overheid, het gewest of de gemeenschap tenzij die bevoegdheid uitdrukkelijk aan een ander orgaan van de gemeente is opgedragen.
De burgemeester informeert de gemeenteraad over de wijze waarop hij die bevoegdheid uitoefent als die daarom verzoekt.
/
Op 13 juni 2025 werd de burgemeester door de korpschef van de PZ GRIMBERGEN op de hoogte gebracht van de mogelijke plannen van de activisten van 'Stop arming Israël'. Dit collectief bestaat onder andere uit 'Agir pour la paix', 'Code Rood' en 'XR'. De doelwitten waren 10, volgens hen, medeplichtige bedrijven in België die vliegtuigcomponenten, raketcomponenten en drone componenten produceren en transporteren voor en naar Israël.
Op het grondgebied Grimbergen werd de firma Caterpillar, gevestigd op de terreinen aan de Humbeeksesteenweg 98, Industrieweg 16 en Eppegemsesteenweg 31, als kwetsbaar aangeduid door de federale politie.
Op de aangekondigde actiedag van 23 juni 2025 waren er initiatieven van geweldloze en burgerlijke ongehoorzaamheid te verwachten en zouden die acties zich vooral richten naar de bedrijven waarvan de groepering stelde dat zij vliegtuigcomponenten raketcomponenten en drone-componenten produceren voor en transporteren naar Israël. Op het grondgebied van de gemeente Grimbergen waren er in dit opzicht punten van belang.
Tot dan was er geen voorafgaandelijke aanmelding bij de bevoegde bestuurlijke overheid en werd er geen verantwoordelijke naar voren geschoven waarmee nodige afspraken konden worden gemaakt.
Het was niet ondenkbeeldig dat er infiltraties mogelijk waren van actievoerders die geweld en vandalisme niet schuwen en het geweldloze karakter van de actie, namelijk burgerlijke ongehoorzaamheid, willen uitdagen of ondergraven:
in het verleden gebruikten actievoerders, meer bepaald van 'Code rood', duidelijke aangeleerde, geoefende tactieken en technieken om targets te benaderen, te penetreren en de ordediensten te misleiden;
tijdens voorgaande acties van het collectief 'Code Rood' vielen schadegevallen (aan o.a. hekkens en machines) te betreuren;
de gehanteerde methodologie van de actievoerders kan erop gericht zijn om langdurig - zelfs meerdaags - actie te voeren middels het zich vastketenen aan andere actievoerders of installaties, blokkeren van verkeer, doorgangen of toegangen, het zich vastlijmen en andere creatieve manieren om het de ordediensten moeilijk te maken de actievoerders van de plaats te verwijderen;
de voorbije manifestaties van het collectief 'Code Rood' (al dan niet in het buitenland) is gepaard gegaan met een aantal incidenten waarbij het soms zelfs tot fysieke confrontatie en/of rellen is gekomen, dat in enkele gevallen personen verwondingen opliepen, waarvan een aantal zelfs gehospitaliseerd diende te worden, dat daarenboven ernstige beschadigingen aan openbare gebouwen, domeinen en particuliere goederen werden aangericht die als disproportioneel kunnen worden beschouwd, ook voor wat betreft de sociaaleconomische impact;
volgens informatie van de Federale Politie blijkt dat de actievoerders zich voorafgaandelijk gaan organiseren, verzamelplaatsen voor vertrek gaan organiseren, zich solitair, in kleine groepen gaan verplaatsen om dan verzameld actie te voeren. De manifestanten kunnen aankomen in detreinstations en bushaltes op het grondgebied van de gemeente, of met eigen vervoersmiddelen, om zich van daaruit te verplaatsen in de richting van het beoogde doelwit;
uit vorige acties is gebleken dat actievoerders geadviseerd worden om geen drager te zijn van hun identiteitskaart, smartphone of nota's die kunnen leiden tot hun gerichte identificatie en
de politie wil in het kader van genegotieerd beheer van de openbare orde een escalatie op het moment zelf voorkomen. De politie wil preventief in de diepte kunnen optreden tegen de actievoerders voorzien van kleding en materiaal om over de omheining te klimmen of deze open te knippen en zich voor lange tijd vast te kleven;
Er bestond aldus voldoende aanleiding om alle nodige maatregelen te treffen teneinde de openbare orde te handhaven ter gelegenheid van de actie van het collectief 'Stop arming Israël' in de periode van 22 tem. 24 juni 2025. Daarbij wordt onverminderd toepassing gemaakt van de principes van het genegotieerd beheer van de publieke ruimte, waarbij er op voorhand zo duidelijk mogelijk afspraken worden gemaakt met de vertegenwoordigers van de manifestanten over bijvoorbeeld een manifestatiezone, de plaatsen en de omstandigheden waarin acties en betogen kan geduld worden, beperkt in tijd en ruimte, en bij voorkeur op een plaats met symbolische waarde voor de actievoerder die ruimte biedt voor de vrijheid van vergaderen en vrije meningsuiting.
Iedereen moet ertoe bijdragen om manifestaties zonder incidenten te laten verlopen, zodat de openbare orde en de individuele rechten en vrijheden van de bevolking maximaal worden gevrijwaard.
Daarom keurde de burgemeester op 20 juni 2025 een tijdelijke politieverordening bij hoogdringendheid goed aangezien deze informatie nog niet gekend was op het moment van de vorige gemeenteraad.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om deze tijdelijke politieverordening, toegevoegd als bijlage bij dit besluit, te bekrachtigen.
/
Artikel 1.
Het besluit van de burgemeester van 20 juni 2025 "Tijdelijke politieverordening bij hoogdringendheid - handhaving openbare orde: acties 'Stop arming Israël' op 23 juni 2025", toegevoegd als bijlage bij dit besluit, te bekrachtigen.
Art. 2.
Dit besluit bekend te maken zoals voorzien in de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur.
De gemeenteraad bekrachtigt de politieverordening inzake de veiligheidscontroles voor de medewerkers van het festival Voodoo Village 2025, goedgekeurd door de burgemeester per besluit van 24 juni 2025, toegevoegd als Bijlage 1 bij het besluit.
Dit besluit wordt bekendgemaakt zoals voorzien in de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur.
Artikel 119 Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988 (NGW):
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke reglementen van inwendig bestuur en de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.
Deze reglementen en verordeningen mogen niet in strijd zijn met de wetten, de decreten, de ordonnanties, de reglementen en de besluiten van de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de Gemeenschapscommissies, de provincieraad en de bestendige deputatie van de provincieraad.
De raad zendt hiervan achtenveertig uren een afschrift aan de bestendige deputatie van de provincieraad.
Artikel 133 NGW:
Hij is in het bijzonder belast met de uitvoering van de politiewetten, de politiedecreten, de politieordonnanties, de politieverordeningen en de politiebesluiten. Hij kan echter onder zijn verantwoordelijkheid zijn bevoegdheid geheel of ten dele overdragen aan een van de schepenen.
Artikel 134, §1 NGW:
In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden.
Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.
Artikel 135, §2 NGW:
De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.
Meer bepaald, en voor zover de aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is gehouden, worden de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd :
1° alles wat verband houdt met een veilig en vlot verkeer op openbare wegen, straten, kaden en pleinen, hetgeen omvat de reiniging, de verlichting, de opruiming van hindernissen, het slopen of herstellen van bouwvallige gebouwen, het verbod om aan ramen of andere delen van gebouwen enig voorwerp te plaatsen dat door zijn val schade kan berokkenen, of om wat dan ook te werpen dat voorbijgangers verwondingen of schade kan toebrengen of dat schadelijke uitwasemingen kan veroorzaken; voor zover de politie over het wegverkeer betrekking heeft op blijvende of periodieke toestanden, valt zij niet onder de toepassing van dit artikel;
2° het tegengaan van inbreuken op de openbare rust, zoals vechtpartijen en twisten met volksoploop op straat, tumult verwekt in plaatsen van openbare vergadering, nachtgerucht en nachtelijke samenscholingen die de rust van de inwoners verstoren;
(...)
7° het nemen van de nodige maatregelen, inclusief politieverordeningen, voor het tegengaan van alle vormen van openbare overlast.
Naast zijn bevoegdheden voor de uitvoering van de politiewetten, politiedecreten, politieverordeningen, politiereglementen en politiebesluiten, voor de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente en voor dringende politieverordeningen is de burgemeester bevoegd voor de uitvoering van de wetten, de decreten en de uitvoeringsbesluiten van de federale overheid, het gewest of de gemeenschap tenzij die bevoegdheid uitdrukkelijk aan een ander orgaan van de gemeente is opgedragen.
De burgemeester informeert de gemeenteraad over de wijze waarop hij die bevoegdheid uitoefent als die daarom verzoekt.
Ministeriële omzendbrief betreffende veiligheidscontroles naar aanleiding van evenementen van 29 maart 2018.
Artikels 5 en 389 Algemeen politiereglement Grimbergen, laatst gewijzigd in zitting van 27 juni 2024 (APR).
ALGEMEEN
DLB.
Artikels 119, 133, 134, §1 en 135, §2 NGW.
Ministeriële omzendbrief betreffende veiligheidscontroles naar aanleiding van evenementen van 29 maart 2018.
Artikels 5/1, 5/2, 7 tot 7/2, 14, 34, §3, 44/1 en 44/7, 4°- 6° van de wet op het politieambt (WPA).
Punt 8 van de Omzendbrief OOP 47 van 31 maart 2014.
SPECIFIEK
Besluiten van het college van burgemeester en schepenen van 2025 van:
Besluiten van de burgemeester van 2025 van:
24 juni "Politieverordening: veiligheidscontroles voor de medewerkers van het festival Voodoo Village 2025 - Goedkeuring";
16 juli "afsluiten Lourdesgrot tijdens festival Voodoo Village van 11 tem. 15 september 2025 - Goedkeuring";
22 juli "Voodoo Village 2025: advies D2 - PRIMA - Kennisname en
12 augustus "Drankvergunning voor Voodoo Village BV op vrijdag 12 september, zaterdag 13 september en zondag 14 september 2025 - Goedkeuring".
Verslagen van de coördinatievergadering van 22 april en 26 juni 2025.
Adviezen geformuleerd tijdens de multidisciplinaire coördinatievergaderingen / veiligheidscellen op:
22 april en
26 juni.
De omzendbrief betreffende veiligheidscontroles naar aanleiding van evenementen van 29 maart 2018 beoogt enerzijds het juridische kader in herinnering te brengen waarop de voorafgaande veiligheidscontroles zijn gebaseerd met het oog op de handhaving van de openbare orde en de voorkoming van misdrijven tijdens culturele, sociale, feestelijke, folkloristische of sportieve evenementen en anderzijds om de praktische modaliteiten van die controles vast te leggen.
Een genegotieerd beheer van die evenementen houdt de responsabilisering en de samenwerking van alle betrokken actoren in (overheid, organisator, politie, hulpdiensten, belangrijkste partners...).
Deze omzendbrief heeft enkel betrekking op de voorafgaande veiligheidscontroles. Wat de andere aspecten van het genegotieerd beheer van de publieke ruimte betreft, wordt naar omzendbrief OOP 41 van 31 maart 2014 verwezen.
Nadat het toepassingsgebied van onderhavige omzendbrief, de verantwoordelijkheden van iedere partner en het wettelijke kader voor de voorafgaande veiligheidscontroles zijn afgebakend, worden de nadere regels voor de uitvoering van die controles uiteengezet.
Hiermee wordt aan de lokale overheid een middel ter beschikking gesteld dat onder meer o.b.v. de ervaringen uit het verleden en de aanbevelingen van het Comité P toelaat de maatregelen van bestuurlijke politie te nemen die zo nodig geboden zijn, met inachtneming van de rechten van de burgers, in het bijzonder het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
II. Voodoo Village 2025
Op vrijdag 12, zaterdag 13 en zondag 14 september 2025 gaat het festival Voodoo Village door op de locatie Gravenkasteel, gelegen Warandestraat 100 te 1851 Grimbergen.
In de multidisciplinaire vergadering van 22 april 2025 werd afgesproken om - net zoals vorig jaar - een voorafgaandelijke screening door de lokale politie Grimbergen van het personeel/medewerkers Voodoo Village die op het terrein aanwezig zijn, zowel achter als voor de schermen. Andere festivals doen dit ook, de verantwoordelijke politiedienst, in casu de lokale politie Grimbergen, onderzoekt of de medewerker een gevaar vormt voor de openbare orde op het evenement.
Volgende feiten worden daarbij in overweging genomen:
Feiten |
Periode |
Radicalisme, veiligheid van de staat en terrorisme |
Onbeperkt |
Wapens en munitie |
3 jaar voorafgaand aan evenement |
Verdachte handelingen |
Inschatting a.d.h.v. inhoud |
III. Besluit van de burgemeester van 24 juni 2025
Als gevolg hiervan heeft de burgemeester een politieverordening goedgekeurd en werd tevens een protocol voor de verwerking van de persoonsgegevens van de medewerkers n.a.v. festival Voodoo Village 2025 tussen de gemeente Grimbergen, de lokale politie Grimbergen en de organisatie van Voodoo Village afgesloten. Dit protocol voor de verwerking van de persoonsgegevens van de medewerkers wordt toegevoegd als bijlage bij dit besluit.
Aangezien er tussen de 500 à 1.000 personen moeten gecontroleerd worden en dit redelijk wat tijd in beslag neemt, was het aangewezen dat de lokale politie Grimbergen hier zo snel mogelijk mee kon starten. Er kon dus niet gewacht worden met het voorleggen van deze verordening op de zitting van heden.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de politieverordening inzake de veiligheidscontroles voor de medewerkers van het festival Voodoo Village 2025, goedgekeurd door de burgemeester per besluit van 24 juni 2025, toegevoegd als Bijlage 1, te bekrachtigen.
/
Artikel 1.
De politieverordening inzake de veiligheidscontroles voor de medewerkers van het festival Voodoo Village 2025, goedgekeurd door de burgemeester per besluit van 24 juni 2025, toegevoegd als Bijlage 1 bij dit besluit, te bekrachtigen.
Art. 2.
Dit besluit bekend te maken zoals voorzien in de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur.
De gemeenteraad bekrachtigt de besluiten van burgemeester van 7 en 14 augustus 2025 "Instellen van een recreatie- en captatieverbod aan het insteekdok Grimbergen ten gevolge van blauwalgen" en "Instellen van een recreatie- en captatieverbod ten gevolge van blauwalgen: uitbreiding - Goedkeuring".
Dit besluit wordt bekend gemaakt zoals voorzien in de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur.
Artikel 119 Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988 (NGW):
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke reglementen van inwendig bestuur en de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.
Deze reglementen en verordeningen mogen niet in strijd zijn met de wetten, de decreten, de ordonnanties, de reglementen en de besluiten van de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de Gemeenschapscommissies, de provincieraad en de bestendige deputatie van de provincieraad.
De raad zendt hiervan achtenveertig uren een afschrift aan de bestendige deputatie van de provincieraad.
Artikel 133 NGW:
Hij is in het bijzonder belast met de uitvoering van de politiewetten, de politiedecreten, de politieordonnanties, de politieverordeningen en de politiebesluiten. Hij kan echter onder zijn verantwoordelijkheid zijn bevoegdheid geheel of ten dele overdragen aan een van de schepenen.
Artikel 134, §1 NGW:
In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden.
Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.
Artikel 135, §2 NGW:
De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.
Meer bepaald, en voor zover de aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is gehouden, worden de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd :
5° het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden;
7° het nemen van de nodige maatregelen, inclusief politieverordeningen, voor het tegengaan van alle vormen van openbare overlast.
Naast zijn bevoegdheden voor de uitvoering van de politiewetten, politiedecreten, politieverordeningen, politiereglementen en politiebesluiten, voor de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente en voor dringende politieverordeningen is de burgemeester bevoegd voor de uitvoering van de wetten, de decreten en de uitvoeringsbesluiten van de federale overheid, het gewest of de gemeenschap tenzij die bevoegdheid uitdrukkelijk aan een ander orgaan van de gemeente is opgedragen.
De burgemeester informeert de gemeenteraad over de wijze waarop hij die bevoegdheid uitoefent als die daarom verzoekt.
Wanneer de openbare veiligheid, netheid, gezondheid of rust in het gedrang komen of om openbare overlast tegen te gaan, kan de burgemeester de nodige besluiten nemen.
Besluiten van de burgemeester van 7 en 14 augustus 2025.
E-mails van 6 en 14 augustus 2025 van De Vlaamse Waterweg nv en het Departement Zorg (in bijlage).
/
Omwille van de aanwezigheid van schadelijke blauwalgen heeft de burgemeester op 7 augustus 2025 een verbod voor:
ingesteld aan het Insteekdok Grimbergen.
Activiteiten waardoor waterrecreanten in contact kunnen komen met de cyanobacteriën of hun toxines zoals o.a. bootje varen, roeien, zeilen, pedalo, wake-boarden, bootvissen, kajakken, enz. werden tevens ontraden.
Op 14 augustus 2025 heeft de burgemeester bijkomend een verbod voor:
ingesteld op het Zeekanaal Brussel-Schelde op het Grimbergs grondgebied en dit omwille van de aanwezigheid van schadelijke blauwalgen.
Tevens werden activiteiten, waardoor waterrecreanten in contact kunnen komen met de cyanobacteriën of hun toxines zoals o.a. bootje varen, roeien, zeilen, pedalo, wake-boarden, bootvissen, kajakken, enz., ontraden.
De besluiten waren onmiddellijk van kracht voor onbepaalde tijd en werden bekengemaakt zoals voorzien in artikel 287 DLB, op de de raadpleegomgeving van de gemeente, de gemeentelijke website, via sociale media en werd tevens aangeplakt op de gemeentelijke aanplakborden alsook ter plaatse.
Rekening houdend met de hoogdringendheid van deze maatregelen kon de opmaak van deze verordeningen niet wachten tot de zitting van heden.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de besluiten van 7 en 14 augustus 2025, toegevoegd als bijlage, te bekrachtigen.
/
Artikel 1.
De besluiten van burgemeester van 7 augustus 2025 "Instellen van een recreatie- en captatieverbod aan het insteekdok Grimbergen ten gevolge van blauwalgen" en 14 augustus 2025 "Instellen van een recreatie- en captatieverbod ten gevolge van blauwalgen: uitbreiding - Goedkeuring", toegevoegd als bijlagen bij dit besluit, te bekrachtigen.
Art. 2.
Dit besluit bekend te maken zoals voorzien in de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur.
De gemeenteraad verbiedt het maken van vuur gedurende het evenement Voodoo Village op vrijdag 12, zaterdag 13 en zondag 14 september 2025. Dit kan enkel toegelaten worden na goedkeuring van de Hulpverleningszone Vlaams-Brabant West.
Dit besluit treedt in werking op vrijdag 12 september om 11 uur en eindigt op maandag 15 september 2025 om 2.00 uur.
Inbreuken op deze verordening kunnen in samenlezing met artikels 5 en 391 APR worden bestraft met een gemeentelijke administratieve sanctie zoals bepaald in de artikels 381 en 382 APR.
Dit besluit wordt bekendgemaakt zoals voorzien in de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur.
Dit besluit wordt ter kennisgeving bezorgd aan:
de organisatie van het evenement Voodoo Village;
de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant;
de griffie van de bevoegde rechtbank van eerste aanleg,
de griffie van de bevoegde politierechtbank en
de lokale politie Grimbergen.
Artikel 119 Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988 (NGW):
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke reglementen van inwendig bestuur en de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.
Deze reglementen en verordeningen mogen niet in strijd zijn met de wetten, de decreten, de ordonnanties, de reglementen en de besluiten van de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de Gemeenschapscommissies, de provincieraad en de bestendige deputatie van de provincieraad.
De raad zendt hiervan achtenveertig uren een afschrift aan de bestendige deputatie van de provincieraad.
Artikel 135, §2 NGW:
De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.
Meer bepaald, en voor zover de aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is gehouden, worden de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd :
(...)
5° het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden;
(...)
7° het nemen van de nodige maatregelen, inclusief politieverordeningen, voor het tegengaan van alle vormen van openbare overlast.
ALGEMEEN
DLB.
Artikels 119 en 135, §2 NGW.
Koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de lokale noodplanning.
Artikel 104 Algemeen politiereglement, goedgekeurd bij beslissing van de gemeenteraad van 28 januari 2021 en latere wijzigingen:
Het is verboden vuur te maken op de openbare wegen, in weiden en in bossen. Het is verboden de buurt te storen met rook, geuren of uitwasemingen van welke bron dan ook, alsook met stof of projectielen van allerlei aard.
Onverminderd de toepassing van het veldwetboek en het bosdecreet is de vernietiging door verbranding in open lucht van welke afvalstoffen ook, verboden behoudens wanneer het gaat om:
1° het maken van vuur in open lucht indien nodig bij het beheer van bossen, als beheersmaatregel, als fytosanitaire maatregel of als onderdeel van een wetenschappelijk experiment, in overeenstemming met de bepalingen van het Bosdecreet;
2° het maken van vuur in open lucht in natuurgebieden, als beheermaatregel wanneer afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is, of als fytosanitaire maatregel.
Deze activiteit mag slechts plaatsvinden mits schriftelijke toelating van de gemeentelijke overheid en wanneer dit als uitzonderlijke beheermaatregel is opgenomen in het goedgekeurd beheerplan.
3° de verbranding in open lucht van plantaardige afvalstoffen afkomstig van eigen bedrijfslandbouwkundige werkzaamheden, wanneer afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is, of indien dit vanuit fytosanitair oogpunt noodzakelijk is;
4° het verbranden van droog natuurlijk stukhout bij het maken van een open vuur. Deze activiteit mag slechts plaatsvinden mits schriftelijke toelating van de gemeentelijke overheid;
5° het verbranden van droog natuurlijk stukhout of een vaste fossiele brandstof in een sfeerverwarmer;
6° het verbranden van dierlijk afval, in overeenstemming met de bepalingen uit artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende dierlijke bijproducten en afgewerkte producten. Deze activiteit mag slechts plaatsvinden mits schriftelijke toelating van de toezichthouder;
7° het verbranden van droog onbehandeld hout en onversierde kerstbomen in het kader van folkloristische evenementen. Deze activiteit mag slechts plaatsvinden mits schriftelijke toelating van de gemeentelijke overheid, en mits de activiteit plaatsvindt op een afstand van meer dan 100 meter van bewoning;
8° het verbranden van droog onbehandeld hout of een vaste fossiele brandstof voor het gebruik van een barbecuetoestel, zoals opgenomen in Vlarem II.
SPECIFIEK
Besluiten van het college van burgemeester en schepenen van 2025 van:
13 januari "Voodoo Village 2025 - Principiële toelating";
3 februari "Advies passende beoordeling Voodoo Village festival editie 2025 van Agentschap Natuur en Bos - Kennisname";
28 april "Voodoo Village 2025: aanvraag inrichten van een gelegenheidscamping voor de medewerkers - Goedkeuring";
19 mei "Voodoo Village: buren apéro op donderdag 11 september 2025 - Principiële toelating";
16 juni "Voodoo Village 2025: verslag multidisciplinaire coördinatievergadering van 22 april 2025: veiligheidsdossier - Kennisname";
14 juli "Besluit van de burgemeester van 8 juli 2025 inzake goedkeuring afsluiten Lourdesgrot tijdens festival Voodoo Village van 11 tem. 15 september 2025 - Bekrachtiging";
28 juli:
"Politieverordening inzake het afsluiten van het jaagpad aan de Oostvaartdijk in het kader van verkeersveiligheid tijdens het festival Voodoo Village 2025 - Aanvraag aan de De Vlaamse Waterweg nv - Goedkeuring";
"Voodoo Village 2025: verslag multidisciplinaire coördinatievergadering van 26 juni 2025: risicoanalyse en mobiliteitsplan - Kennisname" en
4 augustus "Toelating maximaal geluidsniveau muziek - aanvraag vanwege VOODOO VILLAGE voor het organiseren van het festival VOODOO VILLAGE 2025 op vrijdag 12 september 2025 van 16 tot 00.30 uur, op zaterdag 13 september 2025 van 14 tot 1.30 uur en op zondag 14 september 2025 van 14 tot 00.30 uur, Warandestraat 100 te 1851 Grimbergen met voorwaarden conform het advies van ANB – Goedkeuring".
Besluiten van de burgemeester van 2025 van:
24 juni "Politieverordening: veiligheidscontroles voor de medewerkers van het festival Voodoo Village 2025 - Goedkeuring";
16 juli "Afsluiten Lourdesgrot tijdens festival Voodoo Village van 11 tem. 15 september 2025 - Goedkeuring";
22 juli "Voodoo Village 2025: advies D2 - PRIMA - Kennisname en
12 augustus "Drankvergunning voor Voodoo Village BV op vrijdag 12 september, zaterdag 13 september en zondag 14 september 2025 - Goedkeuring".
Adviezen geformuleerd tijdens de multidisciplinaire coördinatievergaderingen / veiligheidscellen op:
22 april en
26 juni.
I. Algemeen
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke reglementen van inwendig bestuur en de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis NGW.
In diverse natuur- en bosgebieden in Vlaanderen ontwikkelen zich momenteel situaties van droogte die zeer snel een acuut risico op brandgevaar met zich brengen. Elk bijkomend risico op brand als gevolg van het maken van vuur of roken in natuur- en bosgebieden moet dan ook dringend vermeden worden.
Een bos- of natuurbrand leidt geregeld tot of kan leiden tot de vernietiging van tientallen, soms honderden hectares aan waardevolle natuur. Dit heeft een ernstige impact op het voortbestaan van de aanwezige, vaak ook beschermde habitats en soorten waaronder Europees te beschermen habitats en soorten. Bovendien is het ook erg nadelig voor de andere functies van de natuur- en bosgebieden, waaronder de sociale functie.
II. Voodoo Village 2025
De veiligheid van medewerkers en de bezoekers van dit festival noodzaakt de bestuurlijke overheden om de passende maatregelen te nemen, daarom is het noodzakelijk een verbod op het maken van vuur in te stellen tijdens het festival Voodoo Village, Gravenkasteel gelegen Warandestraat 100 te 1851 Humbeek, op vrijdag 12, zaterdag 13 en zondag 14 september 2025.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de politieverordening inzake het verbod op het maken van vuur tijdens het festival Voodoo Village 2025, behalve na goedkeuring van de Hulpverleningszone Vlaams-Brabant West, goed te keuren.
/
Artikel 1.
Een verbod op het maken van vuur op te leggen gedurende het evenement Voodoo Village, Gravenkasteel gelegen Warandestraat 100 te 1851 Humbeek, op vrijdag 12, zaterdag 13 en zondag 14 september 2025.
Art. 2.
Het maken van vuur kan enkel toegelaten worden na goedkeuring van de Hulpverleningszone Vlaams-Brabant West.
Art. 3.
Dit besluit treedt in werking op vrijdag 12 september 2025 om 11 uur en eindigt op maandag 15 september 2025 om 2.00 uur.
Art. 4.
Inbreuken op deze verordening kunnen in samenlezing met artikels 5 en 391 APR worden bestraft met een gemeentelijke administratieve sanctie zoals bepaald in de artikels 381 en 382 APR.
Art. 5.
Dit besluit bekend te maken zoals voorzien in de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur.
Art. 6.
Dit besluit ter kennisgeving te bezorgen aan:
de organisatie van het evenement Voodoo Village;
de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant;
de griffie van de bevoegde rechtbank van eerste aanleg,
de griffie van de bevoegde politierechtbank en
de lokale politie Grimbergen.
Op donderdag 11 september van 8 uur tem. maandag 15 september 2025 om 2.00 uur is het op het openbaar domein en in openlucht op privéterrein verboden om:
Dit verbod geldt niet voor het uitbaten van een drankstand door Walco Horse Riding Club waarvoor een aanvraag werd ingediend op 9 augustus 2025 die ter goedkeuring werd voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen in zitting van 25 augustus 2025.
Dit besluit treedt in werking op donderdag 11 september om 8 uur en eindigt op maandag 15 september 2025 om 10.00 uur.
Inbreuken op deze verordening kunnen in samenlezing met artikels 5 en 391 APR worden bestraft met een gemeentelijke administratieve sanctie zoals bepaald in de artikels 381 en 382 APR.
De leden van de lokale en federale politie worden belast met de uitvoering van dit besluit. Na vaststelling van de inbreuk door de lokale of federale politie of op beslissing van de burgemeester kunnen volgende maatregelen genomen worden:
verwijdering op kosten van de overtreder en
inbeslagname.
Dit besluit wordt ter kennisgeving bezorgd aan:
de organisatie van het evenement Voodoo Village;
de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant;
de griffie van de bevoegde rechtbank van eerste aanleg,
de griffie van de bevoegde politierechtbank en
de lokale politie Grimbergen.
De organisatie van het evenement Voodoo Village moet dit verbod bekendmaken alsook uithangen.
Artikel 119 Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988 (NGW):
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke reglementen van inwendig bestuur en de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.
Deze reglementen en verordeningen mogen niet in strijd zijn met de wetten, de decreten, de ordonnanties, de reglementen en de besluiten van de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de Gemeenschapscommissies, de provincieraad en de bestendige deputatie van de provincieraad.
De raad zendt hiervan achtenveertig uren een afschrift aan de bestendige deputatie van de provincieraad.
Artikel 135, §2 NGW:
De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.
Meer bepaald, en voor zover de aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is gehouden, worden de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd :
(...)
5° het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden;
(...)
7° het nemen van de nodige maatregelen, inclusief politieverordeningen, voor het tegengaan van alle vormen van openbare overlast.
ALGEMEEN
DLB.
Artikels 119 en 135, §2 NGW.
Koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de lokale noodplanning.
Wet van 13 mei 1999 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties.
Wet tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming en de nieuwe gemeentewet.
Wet van 14 juli 1971 betreffende de handelspraktijken, de wet van 13 augustus 1986 betreffende de ambulante handel.
Artikel 2 van het Koninklijk Besluit van 11 augustus 1987 betreffende goederen die niet op de openbare weg mogen verkocht worden.
Koninklijk Besluit van 5 december 2004 houdende vaststelling van de minimumvoorwaarden waaraan de gemeenteambtenaren moeten voldoen, zoals bepaald in artikel 119bis, §6, tweede lid, 1° van de nieuwe gemeentewet.
Ministeriële omzendbrief betreffende het koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen.
Omzendbrief OOP 30 bis aangaande de uitvoering van de wetten van 13 mei 1999 tot invoering van de gemeentelijke administratieve sancties, van 7 mei 2004 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming en de nieuwe gemeentewet en van 17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet.
Het provincieraadsbesluit van 19 juni 2007 waarbij Johan GUILLEMYN en Greet VAN EYGEN voor onbepaalde duur werden aangesteld als provinciale ambtenaren voor het opleggen van gemeentelijke administratieve geldboetes.
Eke regelgeving en omzendbrief die voormelde regelgeving of omzendbrieven aanvult en/of verbetert en/of verklaart na de publicatie ervan.
GEMEENTELIJKE REGELGEVING
Algemeen politiereglement, goedgekeurd bij beslissing van de gemeenteraad van 28 januari 2021 en latere wijzigingen (APR), in het bijzonder:
Art. 116.
Behoudens vergunning is het verboden op het hele grondgebied van de gemeente en op iedere plaats van de openbare ruimte langer dan 24 uur ononderbroken te verblijven of te slapen in een tent, wagen, een caravan of een daartoe ingericht voertuig, of er te kamperen.
Het is eveneens verboden meer dan 24 uur ononderbroken op een privéterrein te verblijven in een mobiel onderkomen zoals een woon- en aanhangwagen, een caravan of een mobilhome, behoudens vergunning van de burgemeester of het college van burgemeester en schepenen.
Het college van burgemeester en schepenen kan de administratieve schorsing of de administratieve intrekking van de administratieve vergunning uitspreken als de houder de daaraan verbonden voorwaarden niet naleeft of als hij een bepaling van dit artikel schendt.
Indien de overtreder van deze bepalingen geen vergunning heeft, kan de overtreder bestraft worden met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 381.
Art. 136.
Het is verboden zonder toelating van de burgemeester reclame te maken, drukwerken of om het even welke tekeningen uit te delen in openbare plaatsen of er een bedrijf of beroep uit te oefenen.
(...)
Het is verboden voor omroepers, verkopers of verdelers van kranten, documenten, drukwerken of reclame:
1° reclame of drukwerk op geparkeerde voertuigen achter te laten;
2° voorbijgangers aan te klampen, te volgen of lastig te vallen;
(...)
Indien de overtreder van deze bepalingen geen toelating heeft, moet hij de zaken onmiddellijk reinigen of wegnemen, zo niet kan de gemeente dit doen op kosten en op risico van de overtreder. Indien de gegevens van de bedeler niet gekend zijn, dan zal de verantwoordelijke uitgever aansprakelijk worden weerhouden. Is er geen verantwoordelijke uitgever vermeld, dan is het bedrijf waarvoor reclame wordt gemaakt of de organisator van de activiteit waarvoor reclame wordt gemaakt, aansprakelijk.
(...)
Art. 282.
Het is verboden in groene ruimten te kamperen in een tent, enig voertuig, caravan of mobilhome te verblijven, te slapen, behoudens vergunning afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 351.
Overeenkomstig artikel 6 van het KB van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten (BS 29/09/2006), is het verboden om zonder voorafgaande toestemming van de burgemeester of zijn afgevaardigde een manifestatie in te richten waarbij particulieren hun goederen kunnen verkopen, zelfs wanneer dit gebeurt op privéterrein.
Art. 352.
Het is verboden kaarten of andere voorwerpen te koop aan te bieden zonder schriftelijke toestemming van de bevoegde overheid, behoudens de gevallen waarvoor geen vergunning vereist is.
Art. 353.
Het is verboden om een bedrijfs- of beroepsbezigheid uit te oefenen, koopwaren uit te stallen of te verkopen, reclame te maken, drukwerk of om het even wat uit te delen zonder schriftelijke toelating van de burgemeester.
SPECIFIEK
Besluiten van het college van burgemeester en schepenen van 2025 van:
Besluiten van de burgemeester van 2025 van:
24 juni "Politieverordening: veiligheidscontroles voor de medewerkers van het festival Voodoo Village 2025 - Goedkeuring";
16 juli "afsluiten Lourdesgrot tijdens festival Voodoo Village van 11 tem. 15 september 2025 - Goedkeuring";
22 juli "Voodoo Village 2025: advies D2 - PRIMA - Kennisname en
12 augustus "Drankvergunning voor Voodoo Village BV op vrijdag 12 september, zaterdag 13 september en zondag 14 september 2025 - Goedkeuring".
Verslagen van de coördinatievergadering van 22 april en 26 juni 2025.
Adviezen geformuleerd tijdens de multidisciplinaire coördinatievergaderingen / veiligheidscellen op:
22 april en
26 juni.
Het is nodig om politiemaatregelen te nemen om het goede verloop van het Voodoo Festival op 12, 13 en 14 september 2025 op de locatie Gravenkasteel, gelegen Warandestraat 100 te 1851 Humbeek, enerzijds en de openbare orde, rust en veiligheid van de bevolking anderzijds, te verzekeren.
Er is o.a. nood aan een verbod op wild kamperen en een verbod tot het inrichten van gelegenheidscampings tijdens het festival in de evenementenzone.
Tijdens de editie van 2023 bleek dat er een 300-tal mobilhomes, kampeerwagens en dergelijke op de parking stonden en werd de parking de facto als camping gebruikt. De organisatie heeft op vraag van de CP-Event toen een brandploeg ter plaatse gezet omdat deze wagens niet meer verwijderd konden worden.
Tijdens het multidisciplinair overleg werd de organisatie aangemaand om het verbod op kamperen duidelijk te maken via hun sociale media, website en op de parkingtickets.
Er werd daarbij verduidelijkt dat het verbod niet alleen geldt voor kampeerwagens/mobilhomes/campers en caravans maar ook voor campervans/camperbusjes, personenwagens met of zonder daktenten, al dan niet omgebouwde bestelwagens en uiteraard ook tenten in het algemeen.
Het zal m.a.w. verboden zijn om te kamperen, te verblijven, te slapen in een tent, enig voertuig, campervan/busje, caravan of kampeerwagen/mobilhome in de evenementenzone. Buiten deze zone geldt het verbod zoals voorzien in artikel 116 APR.
Dit verbod geldt niet voor de gelegenheidscamping die wordt ingericht voor de medewerkers van het festival, waarvoor toelating werd verkregen door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 28 april 2025.
Voorts werd in zitting van heden een verbod op open vuur door de gemeenteraad goedgekeurd.
Een daadwerkelijk gemeentelijk handhavingsbeleid kan de gemeente meer armslag bieden bij het afdwingbaar maken van plaatselijke politiereglementen en verordeningen. De handhaving van administratief strafbaar gestelde overtredingen geeft de gemeente de mogelijkheid om sneller te reageren op problemen van lokale aard.
Dit reglement legt de wettelijke verplichtingen en administratieve straffen vast m.b.t. de overtredingen die in het APR strafbaar werden gesteld.
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de politieverordening inzake administratieve politie m.b.t. bijkomende maatregelen tijdens het festival Voodoo Village goed te keuren.
/
Artikel 1.
§1. Op donderdag 11 september van 8 uur tem. maandag 15 september 2025 om 2.00 uur is het op het openbaar domein en in openlucht op privéterrein verboden om:
zonder toelating een verkoopstand op te stellen, welke ook de aard van de te verkopen zaken is;
gebruik te maken van radio’s, Cd-spelers, DVD’s, geluidsversterkers of andere geluidsinstallaties;
gadgets, flyers of folders uit te delen zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester;
reclamepanelen en affiches kunnen alleen op de door de organisatie voorziene ruimte, andere reclame en affiches zijn verboden, alsook het uitdelen van gratis publicaties;
drones te bezitten of gebruiken (zowel toestellen als besturingsapparaten) m.u.v. degene die toebehoren aan de organisatie,
in een perimeter van 500m rondom de evenementenzone van Voodoo Village, toegevoegd als bijlage bij dit besluit.
Dit verbod geldt niet voor het uitbaten van een drankstand door Walco Horse Riding Club waarvoor een aanvraag werd ingediend op 9 augustus 2025 en die ter goedkeuring werd voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen in zitting van 25 augustus 2025.
§2. Op donderdag 11 september van 8 uur tem. maandag 15 september 2025 om 10.00 uur geldt in de evenementenzone en in een perimeter van 500m rondom de evenementenzone een verbod tot wild kamperen en het oprichten van gelegenheidscampings. Het is er aldus verboden om te kamperen, te verblijven, te slapen in een tent, enig voertuig met of zonder een daktent, een al dan niet omgebouwde bestelwagen, een campervan/bus, een caravan of een kampeerwagen/mobilhome/camper.
Dit verbod geldt niet voor de gelegenheidscamping die wordt ingericht voor de medewerkers van het festival, waarvoor toelating werd verkregen door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 28 april 2025.
Art. 2.
Dit besluit treedt in werking op donderdag 11 september om 8 uur en eindigt op maandag 15 september 2025 om 10.00 uur.
Art. 3.
Inbreuken op deze verordening kunnen in samenlezing met artikels 5 en 391 APR worden bestraft met een gemeentelijke administratieve sanctie zoals bepaald in de artikels 381 en 382 APR.
Art. 4.
De leden van de lokale en federale politie te belasten met de uitvoering van dit besluit. Na vaststelling van de inbreuk door de lokale of federale politie of op beslissing van de burgemeester kunnen volgende maatregelen genomen worden:
verwijdering op kosten van de overtreder en
inbeslagname.
Art. 5.
Dit besluit bekend te maken zoals voorzien in de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur.
Art. 6.
Dit besluit ter kennisgeving te bezorgen aan:
de organisatie van het evenement Voodoo Village;
de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant;
de griffie van de bevoegde rechtbank van eerste aanleg,
de griffie van de bevoegde politierechtbank en
de lokale politie Grimbergen.
Art. 7.
De organisatie van het evenement Voodoo Village te melden dat zij dit verbod moeten bekendmaken alsook uithangen.
De gemeenteraad nam kennis van het toegevoegd punt "Actiecomité Mobiliteit Strombeek" ingediend door raadslid Dieter GOOVAERTS, als bijlage bij het besluit gevoegd, en verwijst voor de bespreking ervan naar het zittingsverslag, te vinden op de gemeentelijke website.
§ 1. Onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2.
§ 2. De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.
§ 3. De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.
Een afschrift van elk reglement waarin een strafbepaling of een administratieve sanctie wordt opgenomen, wordt dadelijk verzonden aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank.
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
1° de aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden, vermeld in afdeling 1 en 2 van dit hoofdstuk.
Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda toevoegen. De gemeenteraadsleden bezorgen daarvoor hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de gemeenteraad.
Een lid van het college van burgemeester en schepenen kan niet gebruikmaken van de mogelijkheid, vermeld in het eerste lid.
De algemeen directeur deelt de aanvullende agendapunten zoals vastgesteld door de voorzitter van de gemeenteraad onmiddellijk mee aan de gemeenteraadsleden, samen met de bijbehorende toegelichte voorstellen.
(...)
De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden. De gemeenteraad kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.
Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 28 in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.
(...)
/
Gemeenteraadsleden kunnen punten toevoegen aan de agenda van de gemeenteraad.
Indien er geen agendapunten ter stemming worden voorgelegd, neemt de gemeenteraad louter kennis van deze punten en verwijst men voor het overige naar het zittingsverslag, die men kan terugvinden op de gemeentelijke website.
/
Enig artikel.
Kennis te nemen van het toegevoegd punt "Actiecomité Mobiliteit Strombeek" ingediend door raadslid Dieter GOOVAERTS, als bijlage bij dit besluit gevoegd, en voor de bespreking ervan te verwijzen naar het zittingsverslag, te vinden op de gemeentelijke website.
De gemeenteraad nam kennis van het toegevoegd punt "Trek de rode lijn -actie voor Gaza tijdens de jaarmarkt", ingediend door raadslid Katrien LE ROY, als bijlage bij het besluit gevoegd, en verwijst voor de bespreking en beraadslaging ervan naar het zittingsverslag, te vinden op de gemeentelijke website.
§ 1. Onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2.
§ 2. De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.
§ 3. De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.
Een afschrift van elk reglement waarin een strafbepaling of een administratieve sanctie wordt opgenomen, wordt dadelijk verzonden aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank.
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
1° de aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden, vermeld in afdeling 1 en 2 van dit hoofdstuk.
Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda toevoegen. De gemeenteraadsleden bezorgen daarvoor hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de gemeenteraad.
Een lid van het college van burgemeester en schepenen kan niet gebruikmaken van de mogelijkheid, vermeld in het eerste lid.
De algemeen directeur deelt de aanvullende agendapunten zoals vastgesteld door de voorzitter van de gemeenteraad onmiddellijk mee aan de gemeenteraadsleden, samen met de bijbehorende toegelichte voorstellen.
De notulen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat is gegeven aan de punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen. Ze maken melding van alle beslissingen en het resultaat van de stemmingen. Behalve bij geheime stemming, vermelden de notulen hoe elk lid gestemd heeft. Van die laatste verplichting kan worden afgeweken voor beslissingen die genomen zijn met unanimiteit.
De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden. De gemeenteraad kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.
Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 28 in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.
(...)
/
Gemeenteraadsleden kunnen punten toevoegen aan de agenda van de gemeenteraad en daarbij moties of voorstellen indienen die men ter stemming wil voor leggen.
De bespreking en beraadslaging van de ingediende motie of voorstel wordt opgenomen in het zittingsverslag, te vinden op de gemeentelijke website.
De uitslag van de stemming wordt opgenomen in de notulen van deze zitting.
Voorzitter Daan VERTONGEN schorst de zitting van vergadering voor de duurtijd van het overleg over het persbericht aangaande de motie die hier straks voorligt.
Voorzitter Daan VERTONGEN heropent de zitting om 21.38 uur en geeft het woord aan raadslid Katrien LE ROY.
De bespreking en beraadslaging van de ingediende motie of voorstel wordt opgenomen in het zittingsverslag, te vinden op de gemeentelijke website.
Na de toelichting van raadslid LE ROY concludeert voorzitter Daan VERTONGEN dat dit punt niet ter stemming wordt voorgelegd.
/
Enig artikel.
Kennis te nemen van het toegevoegd punt "Trek de rode lijn -actie voor Gaza tijdens de jaarmarkt", ingediend door raadslid Katrien LE ROY, als bijlage bij dit besluit gevoegd en voor de bespreking en beraadslaging ervan te verwijzen naar het zittingsverslag, te vinden op de gemeentelijke website.
De gemeenteraad keurt de motie en brief van de gemeenteraad Grimbergen inzake de dramatische situatie in Gaza, goed. De brief wordt samen met de motie verzonden naar de Voorzitters van het Vlaams en Federaal parlement, de Vlaamse minister-president en de premier van de federale regering.
De gemeenteraad van Grimbergen is ten zeerste begaan met de dramatische humanitaire toestand in het Midden-Oosten, meer bepaald in Gaza.
De gemeenteraad spreekt zich uit tegen alle geweld op burgers, hulpverleners en verslaggevers, tegen het ontzeggen van voedsel en medische hulp en roept op tot naleving van het internationaal recht en de fundamentele mensenrechten in alle conflicten wereldwijd en in het bijzonder in Gaza.
De gemeenteraad vraagt de Vlaamse en federale overheid om zich sterker en eensgezind in te zetten voor:
De gemeente Grimbergen hangt de VN-vredesvlag uit van 1 tem. 30 september 2025, als lokaal symbool van hoop en verbondenheid met alle slachtoffers van oorlog en conflict in de wereld.
Artikel 40 Decreet Lokaal Bestuur 22 december 2017.
/
De gemeenteraad neemt kennis van de vraag van Groen–Vooruit om de actie “Trek de rode lijn voor Gaza” te steunen vanuit het gemeentebestuur.
Voor de meerderheid is dit geen evident vraagstuk. Ook de partijen van de meerderheid zijn gevoelig voor de menselijke drama’s die zich momenteel in Gaza afspelen. De beelden die we dagelijks voor ogen krijgen zijn weerzinwekkend. Dat honger als wapen wordt gebruikt tegen burgers, vanuit verschillende hoeken, tart elke verbeelding.
Zulke bovenlokale, internationale situatie behoort uiteraard niet tot de bevoegdheid van een gemeenteraad. De Vlaamse en federale overheid en de Europese instellingen hebben daar wél een verantwoordelijkheid. Dat mag echter geen excuus zijn om ieder standpunt achterwege te laten. Maatschappelijk is er terecht veel aandacht voor oorlogen. Zeker ook voor het conflict in het Midden-Oosten.
We zien en erkennen dat de beelden uit de verschillende conflictgebieden ook vele Grimbergenaren diep raken. Ook in Grimbergen wonen er inwoners met familie of vrienden die lijden onder die oorlogen. Of zijn er mensen die vanuit een oprechte overtuiging mee hun stem laten horen. We zien dat de Gemeentelijke Raad voor Internationale Solidariteit en verschillende lokale verenigingen op de jaarmarkt de Rode Lijn-actie zullen steunen. Dit toont betrokkenheid en engagement.
Als gemeenteraad willen we daar niet doof voor blijven en de politieke verantwoordelijke niveaus onze gedeelde bezorgdheid overmaken. Daarnaast is en blijft iedereen vrij om deel te nemen aan symbolische of sensibiliserende acties.
Het is ook niet wenselijk dat er op de gemeenteraadszittingen uitgebreide debatten plaatsvinden over internationale problematieken, want dit is niet het juiste forum hiervoor. Het is sterker wanneer we unaniem een signaal geven dat verder gaat dan enkel wat woorden of symbolische acties.
Daarom stellen wij voor om:
Zo ondernemen we concrete actie en koppelen we dat aan een bredere roep om vrede, die iedereen in deze raad kan onderschrijven. We kunnen daarmee als Grimbergen ook een pionier zijn.
/
Artikel 1.
De gemeenteraad van Grimbergen is ten zeerste begaan met de dramatische humanitaire toestand in het Midden-Oosten, meer bepaald in Gaza.
Art. 2.
De gemeenteraad spreekt zich uit tegen alle geweld op burgers, hulpverleners en verslaggevers, tegen het ontzeggen van voedsel en medische hulp en roept op tot naleving van het internationaal recht en de fundamentele mensenrechten in alle conflicten wereldwijd en in het bijzonder in Gaza.
Art. 3.
De gemeenteraad vraagt de Vlaamse en federale overheid om zich sterker en eensgezind in te zetten voor:
Art. 4.
De gemeente Grimbergen hangt de VN-vredesvlag uit van 1 tem. 30 september 2025, als lokaal symbool van hoop en verbondenheid met alle slachtoffers van oorlog en conflict in de wereld.
Art. 5.
Deze brief wordt samen met de motie verzonden naar de Voorzitters van het Vlaams en Federaal parlement, naar de Vlaamse minister-president en naar de premier van de federale regering.
Aan de Vlaamse Regering en de Federale Regering,
Via deze weg wil de gemeenteraad van Grimbergen u laten weten dat wij ten zeerste begaan zijn met de dramatische humanitaire toestand in het Midden-Oosten, meer bepaald in Gaza.
Wij zijn ons ervan bewust dat het niet de rol is van een gemeenteraad om standpunten in te nemen over complexe internationale conflicten. Dat behoort tot de bevoegdheid van hogere overheden. Tegelijk voelen we dat de oorlog in Gaza, maar ook de conflicten in Oekraïne, Oost-Congo, Soedan en elders, ook in onze gemeente diepe sporen nalaten. Burgers met familie of vrienden in die gebieden lijden mee. Lokale verenigingen en de Gemeentelijke Raad voor Internationale Solidariteit in Grimbergen nemen daarover terecht initiatieven.
Daarom heeft de gemeenteraad beslist om een signaal te geven dat boven partijpolitiek en symboliek uitstijgt. Wij veroordelen alle geweld tegen burgers en vragen u als hogere overheden om duidelijke en concrete stappen te zetten:
- concrete humanitaire hulp te verschaffen;
- diplomatieke initiatieven te ondernemen en te steunen die leiden tot een snelle beëindiging van het conflict en een duurzame vrede;
- actief te ijveren voor een tweestatenoplossing in het Midden-Oosten, gebaseerd op veiligheid, wederzijdse erkenning en zelfbeschikking voor zowel Palestijnen als Israëli’s;
- internationaal samen te werken om terreur te bestrijden, gewapende groeperingen te ontwapenen, gijzelaars met onmiddellijke ingang vrij te krijgen en schendingen van mensenrechten effectief te sanctioneren.
Daarnaast willen wij ook lokaal een signaal geven. Daarom hangt de gemeente Grimbergen de VN-vredesvlag uit in september 2025, als symbool van hoop, solidariteit en verbondenheid met alle slachtoffers van oorlog.
Wij hopen dat u onze oproep ernstig neemt en ernaar handelt, zodat België zich duidelijk positioneert voor vrede en respect voor mensenrechten.
Met de meeste hoogachting,
De raadsleden van de gemeenteraad van Grimbergen,
De gemeenteraad nam kennis van de mondelinge vragen door de raadsleden op de zitting gesteld en verwijst voor het overige naar het zittingsverslag, oftewel de audio-opname, te vinden op de gemeentelijke website.
§ 1. Onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2.
§ 2. De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.
§ 3. De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.
Een afschrift van elk reglement waarin een strafbepaling of een administratieve sanctie wordt opgenomen, wordt dadelijk verzonden aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank.
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
1° de aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden, vermeld in afdeling 1 en 2 van dit hoofdstuk.
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.
(...)
De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden. De gemeenteraad kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.
Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 28 in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.
(...)
/
Raadslid Tom GAUDAEN:
Raadslid Ann DAAMEN:
Raadslid Dieter GOOVAERTS: ik had ook een vraagje in verband met, ik denk, dierenwelzijn als ik mij niet vergis. Begin deze maand, begin augustus, zouden er twee vrij tot zeer grote honden ontsnapt zijn geweest in het centrum van Grimbergen. Die hebben een mooie wandeling gemaakt door onze gemeenten om dan in de Mierendonk, als ik mij niet vergis, uit te komen en daar verschillende schapen, vier te hebben aangevallen waarvan er eentje het leven heeft gelaten. Die honden zijn uiteindelijk terug geraakt bij de eigenaar, maar het lijkt mij vooral vanuit de gemeente zeer belangrijk dat we die situatie toch opvolgen. In de zin van: als die honden nu om 9.00 uur ’s ochtends op een maandag tijdens de school waren ontsnapt, wie weet welke schade die honden aan kinderen, schoolgaande jeugd hadden toegetakeld. Dus vandaar mijn vraag. Ik heb gehoord dat er een overleg is geweest met de burgemeester, als ik mij niet vergis. En ik zou graag willen weten welke opvolging daarvan of omtrent gaat gebeuren.
Raadslid Manon BAS: Ik heb gelezen in het college van 16 juni dat het bestuur het JOC wil en zal verkopen waarschijnlijk. Ik vroeg me af waarom? Is er eerst nagedacht over alternatieven, zoals bijvoorbeeld herbestemming of zo? Want ik weet dat dat wel een waardevolle plek is, momenteel ook nog voor studenten. Natuurlijk is dat niet heel het jaar door, maar ik denk wel dat die dat heel jammer gaan vinden. En als de verkoop toch zal doorgaan: is er al nadacht wat er gaat gebeuren met die opbrengst? Het zou jammer zijn, moest hij niet terug naar de jeugd gaan. Dus, voilà.
Ze vraagt aan schepen DE WILDE tot slot of het schepencollege al heeft nagedacht wat er gaat gebeuren met de opbrengst van de verkoop?
Raadslid Katrien LE ROY: ik heb enkele vragen. Het is ook een lange zomer geweest, er is veel gebeurd.
Raadslid Britt JOHN: we hebben een vraagje over het illegale fietsparcours dat werd ontdekt in het Lintbos. Dat parcours toont aan dat er duidelijk nood is aan een plek waar jongeren kunnen ravotten. We waren dan ook verheugd om te lezen dat er bekeken zal worden hoe hierop geanticipeerd kan worden. Wij vragen ons af of er al concrete stappen zijn, die genomen zullen worden om hierop in te spelen. Dank u.
Raadslid Eddie BOELENS: ik heb een aantal vragen.
Raadslid Laurent VANBINST: ik wil nog eventjes terugkomen schepen DE WILDE op het voorval in het Lintbos. Ook ik vond de communicatie daaromtrent echt spijtig, ook vooral omdat ik denk dat dat juist het draagvlak verkleint bij uw bevolking. Het draagvlak voor de natuurverenigingen, in dit geval het agentschap Natuur en Bos, die naar mijns inziens nogal een streng en vreemd standpunt inneemt. Daar kunnen wij niets aan doen natuurlijk, zij communiceren hoe ze willen. Maar wat ik vreemd vind, is dat wij het standpunt delen en vooral dat wij ook zeggen dat onze dienst handhaving de controles in het Lintbos zal opdrijven op het gebruik van de paden. Blijkbaar dus, mogen wij enkel wandelen op de paden en enkel fietsen op de paden. Nu, als je gaat kijken naar de erfpachtakte, want het Limbos is in erfpacht gegeven, dan gaat dat toch wel echt in tegen de geest van die overeenkomst, want er wordt uitdrukkelijk bepaald dat het gehele bos openbaar moet blijven. Wel, als ik niet mag wandelen op de gedeelten die niet pad zijn, dan betekent dat de facto dat die gedeelten niet openbaar zijn. Dus dat strookt geheel niet met die erfpachtakte. Nu, ik dacht eerst dat het ging om een beheersovereenkomst, ik had die ook opgevraagd. Ik heb een heel aantal stukken en een uitleg gekregen, maar er is geen beheersovereenkomst omdat er dus een erfpachtakte is. Nu, er staat ook in dat het beheer van het bos zou worden gedaan in samenspraak met een vzw. Een vzw die ondertussen al niet meer bestaat, die ontbonden is. Enfin, long story short: ik kan niet afleiden wat het reglement nu is, wie het reglement nu opstelt, uit welk artikel zou blijken dat wij daar niet mogen wandelen, niet mogen fietsen. Dus graag had ik alle informatie gehad om dat te begrijpen. En als effectief blijkt dat er een reglement is die dat stelt, waar ik van uitga, want jullie hebben dat waarschijnlijk bekeken, dus ik ga ervan uit dat er wel een reglement zal zijn die dat stelt… Kan ik alleen maar vaststellen dat in de erfpacht te lezen staat dat de gemeente, de gemeentelijke structuren, de vzw Limbos en de provincie Vlaams-Brabant in een partnerschap bepalen wat er daar gebeurt. En dat de gemeente dus ook zou kunnen zeggen: jongens dat bos is wel openbaar. Als onze kinderen al niet meer mogen spelen in het bos, dan moeten we misschien het reglement aanpassen. Maar wat we zeker toch niet mogen doen, naar mijn gevoel, maar misschien is dat een politiek verschil, is zeggen dat wij gaan extra handhaven. Ons personeel, dat al overwerkt is, gaan inzetten om te gaan kijken in het bos dat er niemand… Begrijp mij niet verkeerd, als het zou gaan om motorcrossers of quadrijders, dat is een heel andere zaak. Maar als dat gaat over mensen die fietsen in het bos, met wat zijn we dan bezig? Als wij als gemeente daarvoor ons schaars handhavingspersoneel gaan inzetten? Dus mijn vraag concreet is: klopt dat? Is daar een reglement dat dat zegt? Kunnen die documenten navolgend ook worden overgemaakt? Klopt het dat wij onze eigen diensten gaan extra inzetten op handhaving, daar in het bos? Dus dat zijn zowat de vragen. Mocht er daar nog geen eensgezind standpunt zijn, begrijp ik uiteraard. Dan zullen we het horen volgende gemeenteraad.
/
Enig artikel.
Kennis te nemen van de mondelinge vragen door de raadsleden ter zitting gesteld en voor het overige te verwijzen naar het zittingsverslag, zijnde de audio-opname, te vinden op de gemeentelijke website.
De gemeenteraad actualiseert de vervangingsregeling van de algemeen en de financieel directeur.
Met behoud van de toepassing van artikel 175 regelt de gemeenteraad de vervanging van de algemeen directeur en de financieel directeur bij hun afwezigheid of verhindering.
Er wordt in elk geval in een waarneming van het ambt van algemeen directeur of financieel directeur voorzien als de afwezigheid of verhindering van de algemeen directeur of financieel directeur langer dan honderdtwintig dagen duurt of als het ambt vacant werd verklaard.
De waarnemend algemeen directeur en de waarnemend financieel directeur oefenen alle bevoegdheden uit die aan het ambt verbonden zijn.
De gemeenteraad kan de aanstelling van een waarnemend algemeen directeur of financieel directeur toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen en aan de functiehouder van het ambt.
Positieve adviezen van de algemeen directeur en de financieel directeur.
Artikel 166 DLB bepaalt het volgende i.v.m. de vervanging van de algemeen en de financieel directeur:
Met behoud van de toepassing van artikel 175 regelt de gemeenteraad de vervanging van de algemeen directeur en de financieel directeur bij hun afwezigheid of verhindering.
Er wordt in elk geval in een waarneming van het ambt van algemeen directeur of financieel directeur voorzien als de afwezigheid of verhindering van de algemeen directeur of financieel directeur langer dan honderdtwintig dagen duurt of als het ambt vacant werd verklaard.
De waarnemend algemeen directeur en de waarnemend financieel directeur oefenen alle bevoegdheden uit die aan het ambt verbonden zijn.
De gemeenteraad kan de aanstelling van een waarnemend algemeen directeur of financieel directeur toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen en aan de functiehouder van het ambt.
Bij besluit van de gemeenteraad van 27 juni 2018 werden de volgende personeelsleden erkend als waarnemers die de algemeen directeur bij afwezigheid of verhindering kunnen vervangen:
Goedele DE VOCHT, afdelingshoofd interne organisatie (A4a-A4b);
Steffie VAN DER AUWERA, diensthoofd politiek-administratieve ondersteuning (A1a-A3a).
De algemeen directeur werd gemachtigd om de erkende waarnemers voor een periode van maximaal zestig dagen, die eenmaal kan worden verlengd met een periode van maximaal zestig dagen, aan te stellen als waarnemend algemeen directeur.
De waarnemend algemeen directeur oefent alle bevoegdheden van de algemeen directeur uit.
Bij besluit van de gemeenteraad van 27 juni 2018 werden de volgende personeelsleden erkend als waarnemers die de financieel directeur bij afwezigheid of verhindering kunnen vervangen:
Vera HERMANS, adjunct-financieel directeur;
Liesbeth DE BRUYN, diensthoofd financiën (A4a-A4b).
De financieel directeur werd hierbij gemachtigd om:
Vera HERMANS, in eerste orde en, voor zover het ambt niet vacant wordt, zonder beperking in de tijd, aan te stellen als waarnemend financieel directeur;
Liesbeth DE BRUYN, in tweede orde, voor een periode van maximaal zestig dagen, die eenmaal kan worden verlengd met een periode van maximaal zestig dagen, aan te stellen als waarnemend financieel directeur.
Bij besluit van de gemeenteraad van 23 september 2021 werd een bijkomend personeelslid aangesteld als waarnemend algemeen directeur. Dit personeelslid is ondertussen uit dienst getreden.
Bij besluit van de gemeenteraad van 26 juni 2025 werd aan Vera HERMANS, voltijds adjunct-financieel directeur (DG) in statutair dienstverband, met ingang van 1 oktober 2025 ontslag verleend met het oog op haar oppensioenstelling.
Gelet op de actualisatie van de beheersovereenkomst tussen gemeente en OCMW en de pensionering van de adjunct-financieel directeur met ingang van 1 oktober 2025, wordt voorgesteld de vervangingsregeling voor de algemeen directeur en de financieel directeur te vernieuwen.
Gelet op het voorstel van de algemeen directeur, dat ondersteund wordt door het college van burgemeester en schepenen, om de volgende personeelsleden verder te erkennen als waarnemers bij afwezigheid of verhindering van de algemeen directeur:
Goedele DE VOCHT, geboren te Leuven op 27 mei 1981;
Steffie VAN DER AUWERA, geboren te Mechelen op 03 januari 1987.
Gelet op het voorstel van de financieel directeur, dat ondersteund wordt door het college van burgemeester en schepenen, om het volgende personeelslid verder te erkennen als waarnemer bij afwezigheid of verhindering van de financieel directeur:
Liesbeth DE BRUYN, geboren te Asse op 16 juni 1985;
Gelet op het voorstel van de financieel directeur, dat ondersteund wordt door het college van burgemeester en schepenen, om het volgende personeelslid bijkomend te erkennen als waarnemer bij afwezigheid of verhindering van de financieel directeur:
De adjunct-financieel-directeur blijft - overeenkomstig artikel 589, §2 DLB - van rechtswege de eerste vervanger van de financieel directeur tem. 30 september 2025.
Geheime stemming
Gaat over tot een eerste geheime stemming betreffende de verdere erkenning van Steffie VAN DER AUWERA als waarnemer die de algemeen directeur bij afwezigheid of verhindering kan vervangen waaruit blijkt dat:
Gaat over tot een tweede geheime stemming betreffende de verdere erkenning van Goedele DE VOCHT als waarnemer die de algemeen directeur bij afwezigheid of verhindering kan vervangen waaruit blijkt dat:
Gaat over tot een derde geheime stemming betreffende de verdere erkenning van Liesbeth DE BRUYN als waarnemer die de financieel directeur bij afwezigheid of verhindering kan vervangen waaruit blijkt dat:
Gaat over tot een vierde geheime stemming betreffende de bijkomende erkenning van Valerie TETTELIN als waarnemer die de financieel directeur bij afwezigheid of verhindering kan vervangen waaruit blijkt dat:
/
Artikel 1.
§ 1. De volgende personeelsleden te erkennen als waarnemers die de algemeen directeur bij afwezigheid of verhindering kunnen vervangen:
§ 2. De algemeen directeur is gemachtigd om de erkende waarnemers voor een periode van maximaal zestig dagen, die eenmaal kan worden verlengd met een periode van maximaal zestig dagen, aan te stellen als waarnemend algemeen directeur. De waarnemend algemeen directeur oefent alle bevoegdheden van de algemeen directeur uit.
Art. 2.
§ 1. Vera HERMANS, adjunct-financieel directeur, te erkennen als waarnemer die de financieel directeur bij afwezigheid of verhindering kan vervangen, en dit tem. 30 september 2025 gelet op de uitdiensttreding omwille van pensionering met ingang van 1 oktober 2025. De financieel directeur wordt gemachtigd om haar in eerste orde en, voor zover het ambt niet vacant wordt, zonder beperking in de tijd, aan te stellen als waarnemend financieel directeur.
§2. De volgende personeelsleden te erkennen als waarnemers die de financieel directeur bij afwezigheid of verhindering kunnen vervangen:
§3. De financieel directeur is gemachtigd om de erkende waarnemers voor een periode van maximaal zestig dagen, die eenmaal kan worden verlengd met een periode van maximaal zestig dagen, aan te stellen als waarnemend financieel directeur. De waarnemend financieel directeur oefent alle bevoegdheden van de financieel directeur uit.
Art. 3.
De besluiten van de gemeenteraad van 27 juni 2018 en 23 september 2021 op te heffen.
De gemeenteraad keurt de dading, toegevoegd als bijlage bij het besluit, goed.
Artikel 41, tweede lid, 17° van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (DLB):
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
17° het aangaan van andere dadingen dan dadingen met personeelsleden naar aanleiding van een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben.
ALGEMEEN
Artikel 135, §2 Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988:
De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.
Meer bepaald, en voor zover de aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is gehouden, worden de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd :
1° alles wat verband houdt met een veilig en vlot verkeer op openbare wegen, straten, kaden en pleinen, hetgeen omvat de reiniging, de verlichting, de opruiming van hindernissen, het slopen of herstellen van bouwvallige gebouwen, het verbod om aan ramen of andere delen van gebouwen enig voorwerp te plaatsen dat door zijn val schade kan berokkenen, of om wat dan ook te werpen dat voorbijgangers verwondingen of schade kan toebrengen of dat schadelijke uitwasemingen kan veroorzaken; voor zover de politie over het wegverkeer betrekking heeft op blijvende of periodieke toestanden, valt zij niet onder de toepassing van dit artikel;
2° het tegengaan van inbreuken op de openbare rust, zoals vechtpartijen en twisten met volksoploop op straat, tumult verwekt in plaatsen van openbare vergadering, nachtgerucht en nachtelijke samenscholingen die de rust van de inwoners verstoren;
3° het handhaven van de orde op plaatsen waar veel mensen samenkomen, zoals op jaarmarkten en markten, bij openbare vermakelijkheden en plechtigheden, vertoningen en spelen, in drankgelegenheden, kerken en andere openbare plaatsen;
4° het toezicht op een juiste toemeting bij het slijten van waren (waarvoor meeteenheden of meetwerktuigen gebruikt worden) en op de hygiëne van openbaar te koop gestelde eetwaren;
5° het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden;
6° het verhelpen van hinderlijke voorvallen waartoe rondzwervende kwaadaardige of woeste dieren aanleiding kunnen geven. (verv. W. 27 mei 1989, art. 2, I: 1 juni 1989)]
[7° het nemen van de nodige maatregelen, inclusief politieverordeningen, voor het tegengaan van alle vormen van openbare overlast. (ing. W. 13 mei 1999, art. 7, I: 20 juni 1999)]
Artikel 1384 lid 1 BW:
Men is aansprakelijk niet alleen voor de schade welke men veroorzaakt door zijn eigen daad maar ook voor die welke veroorzaakt wordt door de daad van personen voor wie men moet instaan, of van zaken die men onder zijn bewaring heeft.
Artikels 1382 en 1383 BW:
Elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden.
Ieder is aansprakelijk niet alleen voor de schade welke hij door zijn daad, maar ook voor die welke hij door zijn nalatigheid of door zijn onvoorzichtigheid heeft veroorzaakt.
Artikel 297 DLB:
§ 1. Het college van burgemeester en schepenen vertegenwoordigt de gemeente in gerechtelijke en buitengerechtelijke gevallen en beslist om op te treden in rechte namens de gemeente.
De gemeenteraad kan beslissen om de bevoegdheden, vermeld in het eerste lid, in de plaats van het college uit te oefenen. Als een lid van het college zich bevindt in een situatie als vermeld in artikel 27, § 1, eerste lid, 1°, oefent de gemeenteraad de bevoegdheden, vermeld in het eerste lid, uit.
§ 2. Het vast bureau vertegenwoordigt het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in gerechtelijke en buitengerechtelijke gevallen en beslist om op te treden in rechte namens het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
De raad voor maatschappelijk welzijn kan beslissen om de bevoegdheden, vermeld in het eerste lid, in de plaats van het vast bureau uit te oefenen. Wanneer een lid van het vast bureau zich bevindt in een situatie als vermeld in artikel 27, § 1, eerste lid, 1°, juncto 74, oefent de raad voor maatschappelijk welzijn de bevoegdheden, vermeld in het eerste lid, uit.
Artikel 298 DLB:
Het college of, in voorkomend geval, de gemeenteraad kan hetzij een lid van het college, hetzij een personeelslid, hetzij een advocaat aanwijzen om namens de gemeente te verschijnen in rechte.
Het vast bureau of, in voorkomend geval de raad voor maatschappelijk welzijn kan hetzij een lid van het vast bureau, hetzij een personeelslid, hetzij een personeelslid van een samenwerkingsverband van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of van openbare centra voor maatschappelijk welzijn, hetzij een personeelslid van een ander openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn op basis van een samenwerking van openbare centra voor maatschappelijk welzijn, hetzij een advocaat aanwijzen om namens het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn te verschijnen in rechte, alsook het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn te vertegenwoordigen in dossiers collectieve schuldenregeling.
SPECIFIEK
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 4 december 2023: Dagvaarding - Kennisname - optreden in rechte en mandatering advocaat - Goedkeuring.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 6 mei 2024: BA29-2020: Voorstel minnelijke schikking tegenpartij - Standpuntbepaling.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 29 september 2024: BA29-2020: Laatste voorstel minnelijke schikking tegenpartij - Standpuntbepaling.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 9 december 2024: Nieuw laatste voorstel minnelijke schikking tegenpartij - Standpuntbepaling.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 3 juni 2025: BA29-2020: Schaderegeling tussen aannemer en schadelijder, openstaande factuur blijft betwist - Kennisname en standpuntbepaling.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 23 juni 2026: BA29-2020: schaderegeling aan de hand van dading - Principieel akkoord - Voorleggen aan de gemeenteraad - Goedkeuring.
Dagvaarding in bijlage, betekend op 16 november 2023 om te verschijnen voor het Vredegerecht van het Kanton Meise op dinsdag 12 december 2023.
/
Dagvaarding
In de straat Verlande Vijvers werd in opdracht van de gemeente Grimbergen een gescheiden rioleringsstelsel aangelegd, waardoor afvalwater en regenwater konden gescheiden worden. Voor de afkoppelingswerken op privédomein konden de bewoners een beroep doen op de firma RENOTEC NV, die door de gemeente aangesteld werd via een overheidsopdracht. Studiebureau SWBO stond in voor de opmaak van een afkoppelingsdossier per woning.
De eigenaar van de woning gelegen in Verlande Vijvers 7 te 1850 Grimbergen beweert schade te hebben opgelopen door de afkoppelingswerken die door de firma RENOTEC NV werden uitgevoerd in 2018.
De schadelijder stelde vast dat de werken niet volgens de regels van de kunst werden uitgevoerd waardoor gevolgschade aan de oprit en tuin ontstond. Na onderzoek bleek dat de afvoerleiding van de keuken niet was aangepast en dus moest de oprit voor een tweede keer opengelegd worden door de firma RENOTEC NV. Deze leiding zou niet in het afkoppelingsdossier vermeld staan.
Op 16 november 2023 ontving het gemeentebestuur een dagvaarding in dit dossier (zie bijlage).
De schadevergoeding bedraagt € 3.500,00 excl. btw en € 4.235,00 incl. btw.
De gemeente stuurde een factuur van € 3.717,82 incl. btw aan eigenaar van de woning voor de afkoppelingswerken op privédomein (conform het toenmalige lastenboek). Deze factuur zou tot op heden niet voldaan zijn.
De schadelijder vraagt de rechtbank om het bestuur te veroordelen tot het crediteren van factuur G/VK1/W&W/2021/75.
De gemeente Grimbergen en de firma RENOTEC NV zijn volgens de eiser solidair gebonden de schade te vergoeden.
Aangifte via polis burgerlijke aansprakelijkheid
Dit dossier werd aangegeven bij de verzekeringsmaatschappij Ethias die de burgerlijke aansprakelijkheid van het bestuur dekt:
Polis burgerlijke aansprakelijkheid, polisnummer: 45.431.418;
Referentie Ethias >SD1042287520<;
Aangestelde advocaat door Ethias: CAEYMAN SOMERS Advocaten.
Ter kennisgeving
De dagvaarding werd op 27 november 2023 overgemaakt aan onze verzekeraar Ethias.
De openingszitting voor het vredegerecht van het kanton Meise vond plaats op 12 december 2023.
Beslissing tot optrede in rechte
Ingevolge artikel 297 DLB kan alleen het college het bestuur vertegenwoordigen in gerechtelijke en buitengerechtelijke gevallen, en beslissen om op te treden in rechte namens de gemeente. Het college kan hetzij een lid van het college, hetzij een personeelslid, hetzij een advocaat aanwijzen om namens de gemeente te verschijnen in rechte.
Ethias heeft in het kader van onze polis BA en Rechtsbijstand advocatenkantoor CAEYMAN-SOMERS, Parklaan 32, te 1930 Zaventem aangesteld. Het schepencollege besliste tot het optreden in rechte namens de gemeente.
Poging tot minnelijke regeling
Op de openingszitting bij het vredegerecht bleek dat de firma RENOTEC bereid zou zijn om minnelijk te regelen. De schadelijder eist wel dat de door de gemeente opgestelde factuur volledig gecrediteerd wordt.
De cel Verzekeringen overlegde dit met de dienst Wegen en water en met de dienst Financiën. Alle diensten waren van mening dat de factuur niet kan gecrediteerd worden en dus volledig moet betaald worden. De gemeente betaalde de firma RENOTEC voor de uitgevoerde werken.
Bovendien merkte de dienst Financiën op dat de woning intussen verkocht wordt.
De dienst Financiën diende bij de notaris die instaat voor de verkoop van de woning een vordering in om het bedrag van de factuur alsnog te kunnen innen.
Op 25 april 2024 stuurde advocaat SOMERS onderstaande e-mail:
Geachte Mevrouw, Mijnheer,
Betreft : G23/12038 E - GEM. GRIMBERGEN / DE MAEYER
Mijn tegenstrever meldt mij dat een minnelijke regeling met SECER-TEC werd bereikt.
Wat de factuur van de Gemeente Grimbergen ten belope van € 3.717,82 betreft, zou tegenpartij bereid zijn om 40% van de openstaande factuur te betalen, waarbij er een KN zou worden opgesteld voor de overige 60% (€ 2.230,69).
Graag ontvang ik uw standpunt, het is natuurlijk mogelijk om een tegenvoorstel te doen.
Met vriendelijke groeten,
E. SOMERS"
Laatste voorstel minnelijke regeling door de tegenpartij
Advocaat SOMERS liet op 7 mei 2024 aan de tegenpartij weten dat het bestuur niet akkoord ging met het voorstel om de factuur voor 60% te crediteren.
Op 10 september 2024 liet advocaat SOMERS weten dat er een laatste voorstel van de tegenpartij is:
"De raadsman van de tegenpartij doet een laatste tegenvoorstel waarbij hij 50% van de factuur ten laste zou nemen. Hij argumenteert dat het aan de Gemeente te wijten is dat de aannemer, die de werken gebrekkig uitvoerde, in kwestie werd aangesteld (!). Ook het feit dat het dossier jaren aansleepte verwijt hij de gemeente, en hij stelt ook dat de gemeente de facturen -gedeeltelijk- kan betwisten."
Concreet waren er 2 mogelijkheden:
De cel Verzekeringen vroeg advies aan de diensten Wegen en water en Financiën. Beide diensten zijn van mening dat de oorspronkelijke factuur in zijn totaliteit moet betaald worden.
De cel Verzekeringen is van mening dat het toch het overwegen waard is om akkoord te gaan met dit laatste voorstel. Zo is er zekerheid dat een deel van de som alsnog betaald wordt. De blijvende opvolging van dit dossier kost uiteindelijk ook geld.
Wanneer de rechter moet oordelen bestaat het risico dat deze zaak het bestuur nog bijkomend geld gaat kosten (ook al is de openstaande factuur wel volledig correct en gegrond).
Nieuw laatste voorstel minnelijke regeling door de tegenpartij
Meester SOMERS maakt per e-mail van 28 oktober 2024 een bericht van de tegenpartij met opnieuw een laatste voorstel, over:
- Tot mijn teleurstelling, dien ik vast te stellen dat de gemeente Grimbergen voor de tweede keer het voorstel van mijn cliënt op ongemotiveerde wijze naast zich neerlegt.
Wenst uw cliënte effectief de juridische procedure verder te zetten voor een factuur van circa 3.000,00 EUR die geconsigneerd is bij de notaris en dus niet eens intresten kan opbrengen?
Mijn cliënt beschikt wel degelijk over argumenten om de factuur van uw cliënte niet te moeten betalen.
Ik wens eveneens te verduidelijken dat de procedure gedekt is door zijn verzekeraar rechtsbijstand.
- Desalniettemin wenst mijn cliënt dat dit dossier gewoon stopt.
Gelieve aan uw cliënt voor te stellen dat mijn cliënte een tegemoetkoming ontvangt ten bedrage van 750,00 EUR. Het saldo van het geconsigneerde bedrag komt desgevallend aan uw cliënte toe en het dossier kan worden afgesloten na doorhaling van de rol.
Dit voorstel is het allerlaatste voorstel in hoofde van mijn cliënt. Bij gebreke aan positieve reactie, zal mijn cliënte niet meer reageren en verdere stappen afwachten.
Vanzelfsprekend hoopt mijn cliënt dat uw cliënte eindelijk een verzoenende houding zal aannemen.
Dit voorstel wordt u gedaan onder voorbehoud en zonder enige nadelige erkenning. Enkel een door alle partijen ondertekende dading, dan wel een wederzijdse officiële brief kan de partijen binden.
De cel Verzekeringen deed navraag bij meester SOMERS of de argumentatie voor niet aanvaarding van het laatste minnelijk voorstel vorige keer aan de tegenpartij doorgegeven werd. De argumentatie werd niet mee doorgegeven maar zou als basis dienen om de eerste besluiten op te maken aangezien verwacht werd dat de gerechtelijke procedure zou verdergezet worden.
De cel verzekeringen stelde voor om het standpunt te handhaven en NIET in te gaan op het nieuwe laatste minnelijk voorstel van de tegenpartij.
In de documenten van de afkoppelingsstudie die de eigenaar ondertekende, staat duidelijk vermeld dat het de verantwoordelijkheid is van de eigenaar om correcte informatie aan te leveren over de riolering op privédomein. Dat is duidelijk niet gebeurd.
De schade die geclaimd wordt ligt buiten de verantwoordelijkheid van de gemeente.
Schade vergoed door aannemer, openstaande factuur van de gemeente niet geregeld.
Op 4 april 2025 reageerde Ethias op een communicatie van advocaat CAEYMAN-SOMERS (zie bijlage).
"Wij noteren dat xxx volledig werd vergoed. Hierbij kan het luik burgerlijke aansprakelijkheid worden afgesloten. Voor de invordering van de factuur van de gemeente Grimbergen kunnen wij geen tussenkomst verlenen binnen de waarborgen van de BA-polis." (contractueel geschil is niet gedekt)
Er werd dus een akkoord bereikt tussen de aannemer en de schadelijder over de schadevergoeding. De openstaande factuur werd tot op heden niet betaald, er werd ook geen akkoord over bereikt. De gelden staan nog steeds geconsigneerd bij de Notaris. Er is een akkoord tussen beide partijen of een vonnis nodig om de gelden vrij te laten geven.
De cel Verzekeringen vroeg op 23 mei 2025 via e-mail aan de advocaat van de tegenpartij of zijn cliënt bereid is om de volledige factuur te betalen nu de schade geregeld werd.
Op 26 mei 2025 antwoordde de advocaat dat zijn cliënt niet bereid is, en herhaalde het laatste minnelijke voorstel, zijnde een toegeving ten bedrage van € 750,00 in hoofde van de Gemeente Grimbergen (zie bijlage).
De dienst Financiën zou de vordering van de factuur via incasso/gerechtsdeurwaarden kunnen laten lopen. Daarvoor heeft het bestuur bewijs nodig dat de eigenaar van de woning nogmaals schriftelijk op de hoogte gebracht werd dat de volledige factuur moet betaald worden.
Aangezien de communicatie tussen advocaten in de lopende procedure voor het vredegerecht vertrouwelijk is, kan dat bewijs niet geleverd worden.
Advocaat CAEYMAN-SOMERS raadt af om de factuur via incasso te vorderen, omdat de procedure voor het vredegerecht nog loopt.
De tegenpartij zal geen initiatief nemen om de procedure af te sluiten (werd naar de rol verwezen).
Om de factuur alsnog volledig te vorderen moet de gemeente bij het vredegerecht een tegenvordering indienen.
Mogelijke opties voor verder verloop:
Optie 1:
Alsnog akkoord gaan met het laatste minnelijke voorstel van de tegenpartij (Creditnota van € 750,00). Zo recupereert het bestuur € 2.967,82 van het totale factuurbedrag (€ 3.717,82).
Optie 2:
Tegenvordering indienen via advocaat CAEYMAN-SOMERS. Het bestuur draait dan zelf op voor de kosten van de advocaat. De rechter zal dan uitmaken of de openstaande factuur al dan niet volledig moet betaald worden.
De cel Verzekeringen heeft dit dossier met de dienst Wegen en water besproken en stelt voor om te kiezen voor de meest economische oplossing (optie 1), en alsnog akkoord te gaan met het minnelijke voorstel van de tegenpartij (CN van € 750,00). Zo is het bestuur zeker dat het grootste deel van de factuur toch zal betaald worden en kan het dossier eindelijk afgesloten worden.
In dat geval moet een dading opgemaakt worden door de advocaat van de tegenpartij die aan de gemeenteraad ter goedkeuring zal voorgelegd worden.
Het schepencollege ging hiermee akkoord.
Dading
Op 16 juni 2025 ontving het bestuur de door de schadelijder ondertekende dadingsovereenkomst (in bijlage).
/
/
Artikel 1.
De dading, toegevoegd als bijlage bij dit besluit, goed te keuren.
Art. 2.
De gemeenteraadsvoorzitter en de algemeen directeur, of hun gemachtigde vervangersn, aan te stellen voor de ondertekening van deze dading.
De voorzitter sluit de zitting op 28/08/2025 om 23:17.
Namens GEMEENTERAAD,
Muriel VAN SCHEL
algemeen directeur
Daan VERTONGEN
voorzitter gemeenteraad