De gemeenteraad legt de delegaties i.v.m. personeelsbevoegdheden vast.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB), specifiek:
1) De bevoegdheden van de gemeenteraad (op vlak van personeel), en delegatiemogelijkheden
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
1° (...)
2° het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen;
(...)
6° het aanstellen en ontslaan van de algemeen directeur, de adjunct-algemeen directeur, de financieel directeur en de ombudsman, alsook de sanctie- en tuchtbevoegdheid ten aanzien van die personeelsleden;
(...)
17° het aangaan van andere dadingen dan dadingen met personeelsleden naar aanleiding van een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben;
(...)
2) De bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen (op vlak van personeel), en delegatiemogelijkheden
Artikel 56.
(...)
§ 2. Het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen.
§ 3. Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor:
(...)
2° het aanstellen en het ontslaan van het personeel, alsook de sanctie- en tuchtbevoegdheid ten aanzien van het personeel, met behoud van de toepassing van de bevoegdheid van de gemeenteraad, vermeld in artikel 41, tweede lid, 6°, van dit decreet en de gevallen waarin die bevoegdheid door of krachtens de wet of het decreet aan de gemeenteraad is opgedragen;
(...)
Met behoud van de toepassing van deel 2, titel 3, en behalve in geval van uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan het college van burgemeester en schepenen, kan het college van burgemeester en schepenen bij reglement de uitoefening van bepaalde bevoegdheden aan de algemeen directeur toevertrouwen.
De bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen, vermeld in artikel 56, § 1, eerste lid, en § 4, en de op basis van artikel 56, § 2, gedelegeerde bevoegdheden van de gemeenteraad voor het vaststellen van de rechtspositieregeling, het vaststellen van wat onder het begrip `dagelijks personeelsbeheer' moet worden verstaan, het aangaan van dadingen met personeelsleden naar aanleiding van een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben, en de bevoegdheden, vermeld in artikel 56, § 3, 7°, 8°, b), 9°, 10°, 11° en 13°, kunnen evenwel niet aan de algemeen directeur worden toevertrouwd. Hetzelfde geldt voor de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen in het kader van het financiële beheer, vermeld in artikel 258, 267, 269, 271 en 272, § 2.
De algemeen directeur oefent de bevoegdheden die hem met toepassing van het eerste lid zijn toevertrouwd persoonlijk uit. Met uitzondering van de bevoegdheid tot het vaststellen van het organogram en de bevoegdheid tot het aanstellen van een waarnemend algemeen directeur bij toepassing van artikel 166, vierde lid, kan de algemeen directeur die bevoegdheden toevertrouwen aan andere personeelsleden van de gemeente.
3) De bevoegdheden van de algemeen directeur (op vlak van personeel) en delegatiemogelijkheden
Artikel 170.
De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
Hij staat aan het hoofd van het personeel van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en hij is bevoegd voor het dagelijkse personeelsbeheer. De algemeen directeur kan de uitoefening van het dagelijkse personeelsbeheer toevertrouwen aan andere personeelsleden.
De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Artikel 220.
Met behoud van de toepassing van artikel 57, 85 en 196 kan de algemeen directeur, binnen de grenzen van het organisatiebeheersingssysteem, zijn bevoegdheden toevertrouwen aan andere personeelsleden van de gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Ook de financieel directeur kan zijn bevoegdheden toevertrouwen aan andere personeelsleden van de gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. In beide gevallen gebeurt dat schriftelijk en met een ondubbelzinnige omschrijving van de toegekende bevoegdheden en de daaraan verbonden opdrachten, middelen en rapporteringsverplichtingen.
De toepassing van het eerste lid ontslaat de algemeen directeur of de financieel directeur nooit van zijn verantwoordelijkheid.
Decreet lokaal bestuur (DLB).
Besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen (BVR RPR).
Besluit van de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn van 24 januari 2019 - Vaststelling beheersovereenkomst tussen gemeente en OCMW Grimbergen in uitvoering van het decreet lokaal bestuur.
Besluit van de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn van 20 februari 2020 - Overdracht van bepaalde bevoegdheden betreffende personeelsaangelegenheden aan het college van burgemeester en schepenen in uitvoering van het Decreet Lokaal Bestuur.
Besluit van de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn van 28 augustus 2025 - Beheersovereenkomst tussen gemeente en OCMW Grimbergen in uitvoering van het decreet lokaal bestuur - Actualisatie - Goedkeuring.
Besluit van de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn van 28 augustus 2025 - Vervangingsregeling algemeen directeur en financieel directeur - Actualisatie - Goedkeuring.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen / vast bureau van 30 juni 2025 - personeelsbevoegdheden - Aanstellingsbevoegdheid - Vaststelling begrip dagelijks personeelsbeheer - Reglement dagelijks personeelsbeheer gemeente- en OCMW-personeel - Principiële goedkeuring
WETTELIJKE BASIS - ALGEMEEN
Artikelen 40 / 77 DLB bepalen dat de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn over de volheid van bevoegdheid beschikken t.a.v. de in artikel 2 DLB vermelde aangelegenheden.
De gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn bepalen het beleid van de gemeente / het OCMW en zij stellen de gemeentelijke reglementen vast.
Artikelen 41 / 78 DLB bepalen dat de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn bij reglement bepaalde bevoegdheden kunnen toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen / vast bureau (behalve bij uitdrukkelijke toewijzing).
Hierop zijn een aantal uitzonderingen (1), namelijk bevoegdheden die NIET kunnen gedelegeerd worden naar het schepencollege / vast bureau.
(1) Bevoegdheden personeel van de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn die NIET kunnen gedelegeerd worden naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau (art. 41/78 DLB):
Aanstellen en ontslaan van de algemeen directeur, de adjunct-algemeen directeur, de financieel directeur en de ombudsman, alsook de sanctie- en tuchtbevoegdheid ten aanzien van die personeelsleden.
Vervolgens bepalen artikel 57 (resp. 85) DLB dat het college van burgemeester en schepenen / vast bureau de uitoefening van bepaalde bevoegdheden bij reglement aan de algemeen directeur kunnen toevertrouwen. Ook hierop zijn een aantal uitzonderingen (2), namelijk bevoegdheden die NIET kunnen gedelegeerd worden naar de algemeen directeur.
(2) Bevoegdheden personeel van het college van burgemeester en schepenen / vast bureau die NIET kunnen gedelegeerd worden naar de algemeen directeur (art. 57/85 DLB):
Vaststellen rechtspositieregeling;
Vaststellen van wat onder het begrip "dagelijks personeelsbeheer" moet worden verstaan;
Het aangaan van dadingen met personeelsleden n.a.v. een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben.
Vervolgens bepalen artikel 57 (resp. 85) DLB dat de algemeen directeur deze gedelegeerde bevoegdheden kan toevertrouwen aan andere personeelsleden. Ook hierop zijn een aantal uitzonderingen (3), namelijk bevoegdheden die NIET kunnen gedelegeerd worden naar andere personeelsleden.
(3) Bevoegdheden personeel van de algemeen directeur die NIET kunnen gedelegeerd worden naar andere personeelsleden van de gemeente / het OCMW (art. 57/85 DLB):
Vaststellen van het organogram;
Aanstellen van een waarnemend algemeen directeur bij toepassing van artikel 166 DLB.
Hieronder wordt voor de verschillende personeelsaangelegenheden opgelijst hoe de delegatiemogelijkheden zijn (zoals voorzien in het DLB).
Zie ook overzicht van VVSG als BIJLAGE 01.
WETTELIJKE BASIS - HR-reglementen en Personeelsbeleid
A - ORGANOGRAM
Artikel 161 DLB bepaalt dat de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn het gezamenlijk organogram van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vaststellen.
Het organogram geeft de organisatiestructuur van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn weer, duidt de gezagsverhoudingen en de functies aan waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden.
Artikel 171, §4 DLB bepaalt dat de algemeen directeur - in overleg met het managementteam - zorgt voor de opmaak van het voorontwerp van het organogram.
De bevoegdheid tot het vaststellen van het organogram wordt niet vermeld bij de niet-delegeerbare bevoegdheden van de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn (artikel 41 / 78 DLB), waardoor deze bevoegdheid dus kan gedelegeerd worden naar schepencollege / vast bureau.
De bevoegdheid tot het vaststellen van het organogram wordt ook niet vermeld bij de niet-delegeerbare bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen / vast bureau (artikel 57 / 85 DLB), waardoor deze bevoegdheid dus kan gedelegeerd worden naar de algemeen directeur.
De bevoegdheid tot het vaststellen van het organogram wordt WEL vermeld bij de niet-delegeerbare bevoegdheden van de algemeen directeur (artikel 57 / 85 DLB), waardoor de vaststelling van het organogram dus NIET gedelegeerd kan worden naar andere personeelsleden van de gemeente / OCMW.
|
GR / RMW |
CBS / VB (Bij delegatie door GR / RMW) |
AD (Bij delegatie door CBS / VB) |
Ander personeelslid (Bij delegatie door AD) |
Organogram |
JA |
JA |
JA |
NEEN |
B - PERSONEELSREGLEMENTEN
Op basis van artikel 41, eerste lid DLB (gemeente) en artikel 78, eerste lid DLB (OCMW) DLB kunnen de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen / vast bureau (behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing).
Specifiek i.v.m. personeelsreglementen wordt het volgende bepaald in het DLB:
Artikel 193 (deontologische code)
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stellen een gezamenlijke deontologische code vast voor het personeel. Die concretiseert de bepalingen van deze afdeling en kan bijkomende deontologische rechten en verplichtingen opnemen, overeenkomstig het organisatiebeheersingssysteem, vermeld in artikel 217 tot en met 220.
Op basis van artikel 41, tweede lid, 2° DLB (gemeente) en artikel 78, tweede lid, 2° (OCMW) DLB kunnen reglementen over personeelsaangelegenheden gedelegeerd worden van de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau.
Het gaat o.a. over:
Rechtspositieregeling;
Arbeidsreglement en bijlagen (bv. telewerkreglement, Gebruik telefonie, ICT, fietspolicy, ...);
Deontologische code;
Vormingsreglement;
Re-integratiebeleid;
Andere regelingen i.v.m. HR-beleidsthema's (bv. werving en selectie, aanwezigheidsbeleid, ...)
Artikel 171, §4 DLB bepaalt dat de algemeen directeur - in overleg met het managementteam - zorgt voor het voorontwerp van de rechtspositieregeling van het personeel.
Op 23 december 2024 bezorgde VVSG volgend advies i.v.m. de personeelsreglementen:
Het woord 'rechtspositieregeling' moet hier volgens mij in de brede zin van het woord gelezen worden, en omvat alle reglementen waarin rechten en plichten van de medewerkers staan. Het gaat immers om wat vaak ook als 'bijlagen' aan de rechtspositieregeling worden toegevoegd. Bovendien zijn rechtspositieregeling en arbeidsreglement inhoudelijk heel vaak inwisselbaar. Het zou raar zijn dat de rechtspositieregeling in de strikte zin van het woord niet delegeerbaar is naar de administratie, en het arbeidsreglement wel. (...)
Kortom, al deze elementen doen mij concluderen dat ook het arbeidsreglement, de deontologische code, het vormingsreglement, het re-integratiebeleid en andere personeelsreglementen enkel delegeerbaar zijn naar het uitvoerend orgaan, maar niet verder.
GR / RMW | CBS / VB (Bij delegatie door GR / RMW) |
AD (Bij delegatie door CBS / VB) |
Ander personeelslid (Bij delegatie door AD) |
|
Rechtspositieregeling | JA | JA | NEEN | NEEN |
Arbeidsreglement en bijlagen | JA | JA | NEEN | NEEN |
Deontologische code | JA | JA | NEEN | NEEN |
Andere HR-reglementen | JA | JA | NEEN | NEEN |
WETTELIJKE BASIS - aanstellingsbevoegdheid
A - DECRETALE GRADEN
Op basis van artikel 41, tweede lid, 6°, kan de volgende aanstellingsbevoegdheid NIET gedelegeerd worden naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau:
GR / RMW | CBS / VB (Bij delegatie door GR / RMW) |
AD (Bij delegatie door CBS / VB) |
Ander personeelslid (Bij delegatie door AD) |
|
|
JA | NEEN | NEEN | NEEN |
B - ALGEMENE AANSTELLINGSBEVOEGDHEID
Op basis van artikel 56, §3,2° DLB (gemeente) en artikel 84, §3, 2° DLB (OCMW) zijn het college van burgemeester en schepenen / vast bureau bevoegd voor het aanstellen en ontslaan van de personeelsleden, alsook de sanctie- en tuchtbevoegdheid.
De aanstellingsbevoegdheid wordt NIET vermeld bij de niet-delegeerbare bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen / vast bureau (artikel 57 / 85 DLB), waardoor deze bevoegdheid dus kan gedelegeerd worden naar de algemeen directeur.
De aanstellingsbevoegdheid wordt ook NIET vermeld bij de niet-delegeerbare bevoegdheden van de algemeen directeur (artikel 57 / 85 DLB), waardoor deze bevoegdheid dus kan gedelegeerd worden naar andere personeelsleden van de gemeente / OCMW.
GR / RMW | CBS / VB (Bij delegatie door GR / RMW) |
AD (Bij delegatie door CBS / VB) |
Ander personeelslid (Bij delegatie door AD) |
|
|
JA | JA | JA |
Op basis van het BVR RPR van 20 januari 2023 komen een aantal bevoegdheden toe aan de aanstellende overheid:
C - VERVANGINGSREGELING ALGEMEEN EN FINANCIEEL DIRECTEUR
D - EFFECTIEVE AANSTELLING WAARNEMEND ALGEMEEN / FINANCIEEL DIRECTEUR
Met behoud van de toepassing van artikel 175 regelt de gemeenteraad de vervanging van de algemeen directeur en de financieel directeur bij hun afwezigheid of verhindering.
Er wordt in elk geval in een waarneming van het ambt van algemeen directeur of financieel directeur voorzien als de afwezigheid of verhindering van de algemeen directeur of financieel directeur langer dan honderdtwintig dagen duurt of als het ambt vacant werd verklaard.
De waarnemend algemeen directeur en de waarnemend financieel directeur oefenen alle bevoegdheden uit die aan het ambt verbonden zijn.
De gemeenteraad kan de aanstelling van een waarnemend algemeen directeur of financieel directeur toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen en aan de functiehouder van het ambt.
GR / RMW | CBS / VB (Bij delegatie door GR / RMW) |
AD (Bij delegatie door CBS / VB) |
Ander personeelslid (Bij delegatie door AD) |
|
Vervangingsregeling AD en FD | JA (GR) | JA (CBS) | NEEN | NEEN |
Effectieve aanstelling waarnemend AD en FD | JA (GR) | JA (CBS) | JA (voor de eigen vervanging) |
JA (enkel FD voor de eigen vervanging) |
E. DADINGEN PERSONEEL
Artikel 41, tweede lid, 17° DLB (gemeente) en artikel 78, tweede lid, 15° DLB (OCMW) bepalen dat de volgende bevoegdheid kan gedelegeerd worden naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau:
Vervolgens bepalen artikel 57 DLB (gemeente) en artikel 85 DLB (OCMW) dat de volgende bevoegdheid NIET kan gedelegeerd worden naar de algemeen directeur:
GR / RMW | CBS / VB (Bij delegatie door GR / RMW) |
AD (Bij delegatie door CBS / VB) |
Ander personeelslid (Bij delegatie door AD) |
|
|
JA | JA | NEEN | NEEN |
WETTELIJKE BASIS - dagelijks personeelsbeheer
Artikel 170 DLB bepaalt dat de algemeen directeur bevoegd is voor het dagelijkse personeelsbeheer. Deze bevoegdheid kan worden gedelegeerd aan andere personeelsleden.
De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
Hij staat aan het hoofd van het personeel van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en hij is bevoegd voor het dagelijkse personeelsbeheer. De algemeen directeur kan de uitoefening van het dagelijkse personeelsbeheer toevertrouwen aan andere personeelsleden.
De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Artikel 57 DLB (gemeente) en artikel 85 DLB (OCMW) bepalen dat de volgende bevoegdheid NIET aan de algemeen directeur kunnen worden toevertrouwd:
het vaststellen van wat onder het begrip `dagelijks personeelsbeheer' moet worden verstaan
Dit betekent dat de gemeente- en OCMW-raad dienen te omschrijven wat er onder het begrip "dagelijks personeelsbeheer" valt (tenzij deze bevoegdheid is gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen / vast bureau).
Verder bepaalt artikel 220 DLB het volgende in verband met het delegeren van de bevoegdheden van de algemeen directeur aan andere personeelsleden van de gemeente of het OCMW.
Met behoud van de toepassing van artikel 57, 85 en 196 kan de algemeen directeur, binnen de grenzen van het organisatiebeheersingssysteem, zijn bevoegdheden toevertrouwen aan andere personeelsleden van de gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Ook de financieel directeur kan zijn bevoegdheden toevertrouwen aan andere personeelsleden van de gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. In beide gevallen gebeurt dat schriftelijk en met een ondubbelzinnige omschrijving van de toegekende bevoegdheden en de daaraan verbonden opdrachten, middelen en rapporteringsverplichtingen.
De toepassing van het eerste lid ontslaat de algemeen directeur of de financieel directeur nooit van zijn verantwoordelijkheid.
Deze delegatie gebeurt schriftelijk en met een ondubbelzinnige omschrijving van de toegekende bevoegdheden en de daaraan verbonden opdrachten, middelen en rapporteringsverplichtingen.
De toepassing van het eerste lid ontslaat de algemeen directeur of de financieel directeur nooit van zijn verantwoordelijkheid.
§ 2. Tussen de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient kunnen beheersovereenkomsten worden gesloten over het gemeenschappelijk gebruik van elkaars diensten.
In de beheersovereenkomst kan worden opgenomen dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voor bepaalde functies een beroep kunnen doen op elkaars personeelsleden. Tegelijk kan worden bepaald dat de bevoegde organen hun beslissings- en ondertekeningsbevoegdheid kunnen toevertrouwen aan de personeelsleden van het andere bestuur binnen de grenzen vastgesteld in dit decreet.
|
GR / RMW |
CBS / VB (Bij delegatie door GR / RMW) |
AD (Bij delegatie door CBS / VB) |
Ander personeelslid (Bij delegatie door AD) |
Omschrijving begrip "dagelijks personeelsbeheer"
|
JA |
JA |
NEEN |
NEEN |
Uitoefening dagelijks personeelsbeheer
|
|
|
JA |
JA |
Dagelijks personeelsbeheer omvat verschillende zaken:
Individueel personeelsbeheer, bijvoorbeeld (niet limitatief):
Opmaken functiebeschrijvingen
Opdrachthouderschap
Permanentieplicht
Toestemming dienstreizen en meest geschikte vervoermiddel
Individuele verlofaanvragen (m.u.v. het onderwijzend personeel)
Loopbaanonderbreking, zorgkrediet en andere tijdelijke loopbaanmaatregelen (m.u.v. het onderwijzend personeel)
...
Individuele toepassing van de bepalingen i.v.m. vorming en evaluatie:
Individuele opvolging van evaluatieprocedures
Vormingsaanvragen
...
Toepassing van de lokale RPR
Diverse zaken toegewezen in de lokale rechtspositieregeling
Collectief personeelsbeheer:
Dienstroosters opmaken en prestaties noteren
...
Beslissingen die te maken hebben met werkgeversgezag:
Maatregelen van inwendige orde
...
Rapporteringsverplichtingen
De algemeen directeur moet rapporteren aan het college van burgemeester en schepenen en aan het vast bureau over het dagelijks personeelsbeheer (artikel 170 DLB).
Financiële engagementen en visumplicht
De bevoegdheid om financiële engagementen aan te gaan blijft in ieder geval te allen tijde onderworpen aan de voorwaarde dat er in het meerjarenplan voldoende kredieten voorzien werden.
Visumplicht blijft gelden, ongeacht wie de financiële verbintenis aangaat. Zo is er een visumverplichting bij de concrete beslissing tot aanstelling en bij de concrete individuele weddevaststelling.
Syndicaal statuut
Het is mogelijk dat een besluit in kader van dagelijks personeelsbeheer onderworpen is aan onderhandeling of overleg met de vakorganisaties.
Bestuurlijk toezicht
De beslissingen die de algemeen directeur neemt i.k.v. dagelijks personeelsbeheer moeten niet bekend gemaakt worden, ook niet via besluitenlijst.
De beslissingen van de algemeen directeur kunnen wel vernietigd worden na klacht.
Advies MAT van 10 juni 2025.
I. PERSONEELSAANGELEGENHEDEN - BEVOEGDHEDEN EN DELEGATIEMOGELIJKHEDEN
Het DLB biedt flexibele mogelijkheden voor delegatie in personeelsbeleid.
Bepaalde personeelsbevoegdheden kunnen van de raad naar het uitvoerend orgaan (college van burgemeester en schepenen en vast bureau) gedelegeerd worden, en van het uitvoerend orgaan naar de algemeen directeur (en soms verder).
Het systeem van delegaties biedt mogelijkheden om efficiënter en effectiever werken.
Verder is de algemeen directeur bevoegd voor het dagelijks personeelsbeheer. Deze bevoegdheid kan worden gedelegeerd, bijvoorbeeld naar een leidinggevende of naar iemand van de personeelsdienst.
Wat precies onder dagelijks personeelsbeheer valt, kan verschillen per bestuur. De gemeente- en OCMW-raad omschrijven dit begrip, maar kunnen het ook aan het uitvoerend orgaan overlaten om een concrete invulling te geven.
Wettelijke basis: zie boven.
Schema VVSG: zie BIJLAGE 01.
Het is noodzakelijk dat de raad de toepassing van deze delegaties vastlegt.
Er wordt voorgesteld om de toepassing van deze delegaties, die nu geregeld wordt via verschillende beleidsteksten, te centraliseren in één besluit.
II. TOEPASSING BIJ LOKAAL BESTUUR GRIMBERGEN
De toepassing van de delegaties op vlak van personeelsbevoegdheden is nu geregeld via verschillende besluiten en beleidsteksten.
Er wordt voorgesteld om met dit besluit deze delegaties te centraliseren.
II.1 HR-reglementen en Personeelsbeleid
A - ORGANOGRAM
Artikel 161 DLB bepaalt dat de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn het gezamenlijk organogram van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vaststellen.
De bevoegdheid tot het vaststellen van het organogram wordt niet vermeld bij de niet-delegeerbare bevoegdheden van de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn (artikel 41 / 78 DLB), waardoor deze bevoegdheid dus kan gedelegeerd worden naar schepencollege / vast bureau.
De bevoegdheid tot het vaststellen van het organogram wordt ook niet vermeld bij de niet-delegeerbare bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen / vast bureau (artikel 57 / 85 DLB), waardoor deze bevoegdheid dus kan gedelegeerd worden naar de algemeen directeur.
De bevoegdheid tot het vaststellen van het organogram wordt WEL vermeld bij de niet-delegeerbare bevoegdheden van de algemeen directeur (artikel 57 / 85 DLB), waardoor de vaststelling van het organogram dus NIET gedelegeerd kan worden naar andere personeelsleden van de gemeente / OCMW.
Er wordt voorgesteld om - in uitvoering van de artikelen 41 / 78 en 57 / 85 DLB:
De volgende bevoegdheid NIET te delegeren naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau:
Vaststellen van het organogram;
B - PERSONEELSREGLEMENTEN
Op basis de artikelen 41 / 78 DLB kunnen de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen / vast bureau.
Op basis van artikel 41, tweede lid, 2° DLB (gemeente) en artikel 78, tweede lid, 2° (OCMW) DLB kunnen reglementen over personeelsaangelegenheden gedelegeerd worden van de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau.
Artikel 57, eerste lid DLB (gemeente) en artikel 85, eerste lid (OCMW) DLB bepalen dat het volgende NIET kan toevertrouwd worden aan de algemeen directeur:
Er wordt voorgesteld om - in uitvoering van de artikelen 41 / 78 en 57 / 85 :
De volgende bevoegdheden NIET te delegeren naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau:
Vaststellen rechtspositieregeling;
Vaststellen arbeidsreglement;
Vaststellen deontologische code
De volgende bevoegdheden WEL te delegeren naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau:
Het uitwerken van kaderteksten per HR-beleidsthema zonder wijzigingen aan te brengen aan hetgeen bepaald wordt in de RPR of het AR (bv. vormingsreglement, aanwezigheidsbeleid, ...).
II.2 Aanstellingsbevoegdheid
A - DECRETALE GRADEN
De aanstelling van de decretale graden kan op basis van artikel 41, tweede lid, 6° DLB, NIET gedelegeerd worden naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau.
B - ALGEMENE AANSTELLINGSBEVOEGDHEID
Op basis van artikel 56, §3,2° DLB (gemeente) en artikel 84, §3, 2° DLB (OCMW) zijn het college van burgemeester en schepenen / vast bureau bevoegd voor het aanstellen en ontslaan van de personeelsleden, alsook de sanctie- en tuchtbevoegdheid.
De aanstellingsbevoegdheid wordt NIET vermeld bij de niet-delegeerbare bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen / vast bureau (artikel 57 / 85 DLB), waardoor deze bevoegdheid dus kan gedelegeerd worden naar de algemeen directeur.
De aanstellingsbevoegdheid wordt ook NIET vermeld bij de niet-delegeerbare bevoegdheden van de algemeen directeur (artikel 57 / 85 DLB), waardoor deze bevoegdheid dus kan gedelegeerd worden naar andere personeelsleden van de gemeente / OCMW.
Op basis van het BVR RPR van 20 januari 2023 komen een aantal bevoegdheden toe aan de aanstellende overheid:
Op basis van de artikelen 56 / 84 en 57 / 85 DLB wordt voorgesteld:
De volgende bevoegdheden NIET te delegeren naar de algemeen directeur:
De aanstelling van statutaire personeelsleden
De aanstelling van contractuele personeelsleden, zowel arbeidsovereenkomsten bepaalde als onbepaalde tijd, en vervangingsovereenkomsten.
De aanstelling i.k.v. tewerkstelling in toepassing van artikel 60, §7.
De aanstelling van eventwerkers.
De aanstelling van monitoren.
De aanstelling van jobstudenten (met uitzondering van de jobstudenten voor het WZC Ter Biest)
De volgende bevoegdheden WEL te delegeren naar de algemeen directeur:
C. VERVANGINGSREGELING ALGEMEEN EN FINANCIEEL DIRECTEUR
D. EFFECTIEVE AANSTELLING WAARNEMEND ALGEMEEN / FINANCIEEL DIRECTEUR
De gemeenteraad kan de aanstelling van een waarnemend algemeen directeur of financieel directeur toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen en aan de functiehouder van het ambt.
De vervangingsregeling voor de algemeen en financieel directeur werd geactualiseerd in zitting van heden.
Hierbij werden de waarnemers aangeduid die de algemeen / financieel directeur bij afwezigheid of verhindering kunnen vervangen.
De algemeen en financieel directeur werden hierbij gemachtigd om de erkende waarnemers voor een periode van maximaal zestig dagen, die eenmaal kan worden verlengd met een periode van maximaal zestig dagen, aan te stellen.
E. DADINGEN PERSONEEL
De bevoegdheid tot het aangaan van dadingen met personeelsleden naar aanleiding van een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben, kan overeenkomstig artikel 41 / 78 DLB gedelegeerd worden naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau.
Deze bevoegdheid kan op basis van artikel 57 / 85 DLB NIET gedelegeerd worden naar de algemeen directeur.
Er wordt voorgesteld om deze bevoegdheid WEL te delegeren naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau:
Het aangaan van dadingen met personeelsleden n.a.v. een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben.
En dit om efficiëntieredenen, namelijk flexibel en accuraat kunnen handelen.
II. 3 Dagelijks personeelsbeheer
A. BEGRIP "DAGELIJKS PERSONEELSBEHEER"
Op basis de artikelen 41 / 78 DLB kunnen de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen / vast bureau.
Verder bepalen artikels 57 / 85 DLB dat het college van burgemeester en schepenen / vast bureau bij reglement de uitoefening van bepaalde bevoegdheden kunnen toevertrouwen aan de algemeen directeur.
Op basis van artikel 57 / 85 (tweede lid) kan echter de bevoegdheid tot het vaststellen van wat onder het begrip `dagelijks personeelsbeheer' moet worden verstaan, NIET gedelegeerd worden naar de algemeen directeur.
Op basis van de artikels 47 / 78 en en 57 / 85 DLB wordt voorgesteld de volgende bevoegdheid NIET te delegeren naar het college van burgemeester en schepenen:
Een overzicht van deze gedelegeerde bevoegdheden binnen lokaal bestuur Grimbergen bevindt zich in BIJLAGE 02.
B. UITOEFENING DAGELIJKS PERSONEELSBEHEER
Artikel 170 DLB bepaalt dat de algemeen directeur bevoegd is voor het dagelijkse personeelsbeheer. Deze bevoegdheid kan worden gedelegeerd aan andere personeelsleden.
De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
Hij staat aan het hoofd van het personeel van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en hij is bevoegd voor het dagelijkse personeelsbeheer. De algemeen directeur kan de uitoefening van het dagelijkse personeelsbeheer toevertrouwen aan andere personeelsleden.
De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Verder bepaalt artikel 220 DLB het volgende in verband met het delegeren van de bevoegdheden van de algemeen directeur aan andere personeelsleden van de gemeente of het OCMW.
Met behoud van de toepassing van artikel 57, 85 en 196 kan de algemeen directeur, binnen de grenzen van het organisatiebeheersingssysteem, zijn bevoegdheden toevertrouwen aan andere personeelsleden van de gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Ook de financieel directeur kan zijn bevoegdheden toevertrouwen aan andere personeelsleden van de gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. In beide gevallen gebeurt dat schriftelijk en met een ondubbelzinnige omschrijving van de toegekende bevoegdheden en de daaraan verbonden opdrachten, middelen en rapporteringsverplichtingen.
De toepassing van het eerste lid ontslaat de algemeen directeur of de financieel directeur nooit van zijn verantwoordelijkheid.
Deze delegatie gebeurt schriftelijk en met een ondubbelzinnige omschrijving van de toegekende bevoegdheden en de daaraan verbonden opdrachten, middelen en rapporteringsverplichtingen.
De toepassing van het eerste lid ontslaat de algemeen directeur of de financieel directeur nooit van zijn verantwoordelijkheid.
In BIJLAGE 03 bevindt zich een overzicht van de uitoefening van het dagelijks personeelsbeheer en welke taken aan wie worden gedelegeerd.
Er wordt tevens aangegeven:
op welke wijze de rapportering wordt voorzien
of er een visumplicht is en
of er onderhandeling / advies van de vakorganisaties nodig is.
/
Artikel 1.
De personeelsbevoegdheden te organiseren als volgt binnen lokaal bestuur Grimbergen (overzichtstabel als BIJLAGE 02):
A - ORGANOGRAM
De bevoegdheden tot het vaststellen van het organogram en de personeelsformatie worden NIET gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen / vast bureau.
B - PERSONEELSREGLEMENTEN
De volgende bevoegdheden worden NIET gedelegeerd naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau:
vaststellen rechtspositieregeling;
vaststellen arbeidsreglement en
vaststellen deontologische code.
De volgende bevoegdheden worden WEL gedelegeerd naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau:
het uitwerken van kaderteksten per HR-beleidsthema zonder wijzigingen aan te brengen aan hetgeen bepaald wordt in de RPR of het AR (bv. vormingsreglement, aanwezigheidsbeleid, ...).
Art. 2.
De aanstellingsbevoegdheid te organiseren als volgt:
A - AANSTELLING DECRETALE GRADEN
De aanstelling van de decretale graden kan decretaal NIET gedelegeerd worden naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau.
B - ALGEMENE AANSTELLINGSBEVOEGDHEID
De algemene aanstellingsbevoegdheid wordt NIET gedelegeerd naar de algemeen directeur.
Het gaat over:
De volgende bevoegdheden worden WEL gedelegeerd naar de algemeen directeur:
de aanstelling van:
C. VERVANGINGSREGELING ALGEMEEN EN FINANCIEEL DIRECTEUR
D. EFFECTIEVE AANSTELLING WAARNEMEND ALGEMEEN / FINANCIEEL DIRECTEUR
De aanstelling van een waarnemend algemeen directeur of financieel directeur wordt NIET gedelegeerd het college van burgemeester en schepenen of aan de functiehouder van het ambt.
De vervangingsregeling voor de algemeen en financieel directeur werd geactualiseerd bij besluit van de gemeenteraad van heden.
Hierbij werden de waarnemers aangeduid die de algemeen / financieel directeur bij afwezigheid of verhindering kunnen vervangen.
De algemeen en financieel directeur werden hierbij gemachtigd om de erkende waarnemers voor een periode van maximaal zestig dagen, die eenmaal kan worden verlengd met een periode van maximaal zestig dagen, aan te stellen.
E. DADINGEN PERSONEEL
De volgende bevoegdheid wordt WEL gedelegeerd naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau:
Het aangaan van dadingen met personeelsleden n.a.v. een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben.
Art. 3.
Het dagelijks personeelsbeheer te organiseren als volgt:
A. BEGRIP "DAGELIJKS PERSONEELSBEHEER"
De volgende bevoegdheid wordt NIET gedelegeerd naar het college van burgemeester en schepenen:
De volgende zaken worden beschouwd als dagelijks personeelsbeheer:
B. UITOEFENING DAGELIJKS PERSONEELSBEHEER
De algemeen directeur is bevoegd voor het dagelijkse personeelsbeheer.
De algemeen directeur kan deze bevoegdheid delegeren aan andere personeelsleden.
De algemeen directeur of het gesubdelegeerd personeelslid zal aan college van burgemeester en schepenen rapporteren zoals bepaald in de tabel.
De algemeen directeur en de gesubdelegeerde personeelsleden dienen i.k.v. de gedelegeerde bevoegdheden de geldende wetgeving te respecteren, bv. visumplicht, wet uitdrukkelijke motivering van individuele bestuurshandelingen, syndicaal statuut, lokale rechtspositieregeling en arbeidsreglement,...).
Art. 4.
Het besluit van de gemeenteraad van 20 februari 2020 op te heffen.