De gemeenteraad verdaagt de bespreking van dit agendapunt naar de volgende gemeenteraadszitting.
Artikel 31.
Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarover de gemeenteraad beslissings- bevoegdheid heeft en de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, oordeelt dat de omgevingsvergunning kan worden verleend, neemt de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen voor de bevoegde overheid een beslissing neemt over de aanvraag.
(...)
Artikel 31/1.
Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of op- heffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53.
De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.
(…)
Artikel 32 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:
De bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, neemt een beslissing over een vergunningsaanvraag binnen een termijn van:
(…)
2° honderdtwintig dagen als een advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.
§2. De termijnen, vermeld in paragraaf 1, worden van rechtswege eenmalig met zestig dagen verlengd in de volgende gevallen:
(...)
3° als de vergunningsaanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft.
Artikel 47 Besluit van de Vlaamse regering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning:
Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.
Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, in het bijzonder artikel 12, §2 en artikel 4 waarin een algemeen toetsingskader wordt aangehaald gebaseerd op de onderstaande principes:
wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang, een wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd,
de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen, wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. De bevoegdheid om het project ten aanzien van de ruimtelijke ordening te beoordelen, is uitsluitend toegewezen aan het college van burgemeester en schepenen, voor wat betreft de wegenis ligt de bevoegdheid bij de gemeenteraad. De gemeenteraad is met uitsluiting van andere bestuursorganen of niveaus bevoegd, in aanvulling van het bovenvermelde algemeen toetsingskader, om (op basis van de vaste rechtspraak)-
te oordelen over de aanleg van nieuwe wegen, de tracéwijziging en de verbreding of opheffing van bestaande gemeentelijke wegen en moet het onvoorwaardelijk doen;
in dat oordeel niet alleen een aangepaste infrastructuur binnen de verkaveling zelf te betrekken, met nutsvoorzieningen zoals bv. wegen en de eigenlijke uitrusting ervan met o.m as verschuivingen, verkeersdrempels e.d., voet- en fietspaden, aanplantingen, elektriciteit, gas, waterleiding, telefoon, tv-distributie, riolering en afwatering, maar eveneens een in die beoordeling aangepaste verkeerssituatie in de omgeving betrekt met, zo noodzakelijk, bijkomende aangepaste verkeersreglementen en gemeenschapsinfrastructuur;
kwesties als groenbehoud, verkeersinfrastructuur, verkeersveiligheid, riool- en afvalvoorzieningen, elektriciteitsnetwerken, maatschappelijke infrastructuur enz. in rekening te nemen met betrekking tot de zaak van de wegen.
Artikel 12, §2 stelt dat in afwijking van artikel 11, de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning kan opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor steden- bouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.
Het college van burgemeester en schepenen bracht op 4 augustus 2025 een ongunstig advies uit over de omgevingsvergunningsaanvraag om stedenbouwkundige redenen (ontbreken inrichtingsvisie, gebrek aan integratie met RUP, onzekerheid over nutsvoorzieningen en ontsluiting).
Bij onderstaande adviesinstanties werden, in het kader van de vergunningsprocedure, adviezen ingewonnen vanuit de gemeente Grimbergen als vergunningverlenende overheid:
Volgens artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 neemt de gemeenteraad een beslissing over de zaak der wegen – horende bij een aanvraag tot omgevingsvergunning die wegenwerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft – nadat de bevoegde overheid oordeelt dat de omgevingsvergunning kan worden verleend en voordat de bevoegde overheid een beslissing neemt over de aanvraag.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de voorgestelde gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden die de bevoegde overheid in de uiteindelijke omgevingsvergunning opneemt.
Volgens artikel 47 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning neemt de gemeenteraad bij deze beslissing kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Op 9 mei 2025 werd door mevrouw Martine VANHIE, wonende te Grote Heirbaan 21, 1852 Grimbergen, een aanvraag tot omgevingsvergunning (ref.: OMV_2025058060 – VA/953/25) ingediend bij de gemeente Grimbergen, met het oog op het verkavelen van een perceel in 1 lot voor open bebouwing, gelegen Ten Doorn in 1852 Grimbergen, kadastraal gekend als afdeling 5, sectie A, nummers 138D en 138B.
Binnen het perceel Lot 1 wordt langs de rechterzijde van het perceel (langs de percelen 149r en 141 b) een nieuwe openbare voetweg aangelegd, die zal worden afgestaan aan de gemeente.
De voetweg bevindt zich langs de zijde van het perceel die grenst aan de bestaande weg Ten Doorn en loopt tot aan het achterliggende perceel 138e.
De voetweg zal een (constante) breedte van 2,00 meter hebben en een lengte van 29,57 meter, dit komt neer op een oppervlakte van 59 m².
De voetweg ligt volledig binnen het huidige perceel Lot 1 en zal in zijn geheel worden overgedragen aan het openbaar domein.
Door de aanleg van de voetweg wordt de bestaande rooilijn 2,00 meter opgeschoven richting de binnenzijde van het perceel. De nieuwe rooilijn volgt voortaan de binnenrand van de voetweg, waarmee ook de grens van de bouwzone wordt aangepast.
De voetweg voorziet nog geen rechtstreekse verbinding.
De strook bestemd voor inlijving in het openbaar domein is aangeduid op het rooilijnplan dat als bijlage bij de aanvraag werd gevoegd. Deze strook dient op eigen initiatief en/of op het eerste verzoek van de gemeente gratis aan de gemeente over gedragen te worden en dit vrij en onbelast en zonder kosten (o.a. notariskosten,…) voor de gemeente.
Tijdens het openbaar onderzoek, georganiseerd van 13 juni 2025 tot en met 12 juli 2025, werden in totaal acht bezwaarschriften ingediend, waarvan één schriftelijk en zeven digitaal. Eén van deze bezwaren had specifiek betrekking op de ‘zaak der wegen’. Het bezwaar stelt dat de voorgestelde verkaveling de ontsluiting en verdere ontwikkeling van aanpalende percelen mogelijk verhindert. Het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) voorziet de aanleg van trage wegen en een autoluwe zone, maar laat niet toe dat hierdoor percelen onbereikbaar worden. Volgens de bezwaarindiener ontbreekt in de plannen een gemeenschappelijke ontsluitingsoplossing en een gebiedsdekkende inrichtingsvisie, wat een reële impact heeft op de bereikbaarheid van omliggende gronden.
De ingediende bezwaren op ruimtelijk vlak, worden opgenomen in een latere fase bij de beoordeling van de omgevingsvergunning.
Het college van burgemeester en schepenen bracht op 22 juli 2025 een ongunstig advies uit over de aanvraag, voornamelijk om stedenbouwkundige redenen (o.a. het ontbreken van een inrichtingsvisie, beperkte integratie in het RUP Beigem Centrum, onzekerheid over ontsluiting en nutsvoorzieningen).
Dit is geen definitieve beslissing. In deze fase verzamelt het college van burgemeester en schepenen de nodige adviezen over het dossier.
Op basis van deze adviezen formuleert het college van burgemeester en schepenen een voorlopig standpunt over de aanvraag.
De "zaak der wegen" en de verkavelingsvergunning zijn gekoppeld, maar formeel twee aparte beslissingen.
In deze zitting wordt de zaak ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. De gemeenteraad beslist of de voorgestelde wegenis aanvaard of verworpen wordt.
De gemeenteraad heeft hierbij de keuze om:
Een negatief advies van het college van burgemeester en schepenen betekent niet automatisch dat de gemeenteraad moet weigeren.
Na de beslissing van de gemeenteraad over de wegenis wordt het dossier opnieuw aan het college van burgemeester en schepenen bezorgd. Het college van burgemeester en schepenen neemt vervolgens de definitieve beslissing over de verkavelingsvergunning zelf. Pas nadat de gemeenteraad zich heeft uitgesproken over de wegenis, kan de vergunning verleend of geweigerd worden.
/
Enig artikel.
De bespreking van dit punt te verdagen naar de volgende gemeenteraadszitting.