Op 23 februari 2024 keurde de Vlaamse Regering het besluit over de invulling van de gemeentelijke saneringsverplichting goed. Dit nieuwe besluit vormt een stevige basis voor de saneringsplicht in Vlaanderen. Het besluit legt heel wat verantwoordelijkheden en doelstellingen vast via openbare dienstverplichtingen voor de rioolbeheerders op het gemeentelijk niveau.
De uitvoering van de gemeentelijke saneringsplicht is in principe de taak van het waterbedrijf, in het geval van onze gemeente is dat De Watergroep. Het waterbedrijf kan die plicht overlaten aan een andere partij. Hiervoor moeten beide partijen een overeenkomst afsluiten.
De gemeente heeft hiervoor in het verleden (2005) zo’n overeenkomst afgesloten met De Watergroep. Hierdoor is de gemeente het aanspreekpunt voor de bevoegde entiteit en draagt de gemeente de eindverantwoordelijkheid voor het naleven van de saneringsverplichtingen.
De bestaande overeenkomst met De Watergroep voor het uitoefenen van de gemeentelijke saneringsplicht moet ten laatste tegen 11 september 2025 in overeenstemming gebracht worden met een nieuwe modelovereenkomst.
De gemeenteraad keurt de nieuwe overeenkomst goed.
Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur 22 december 2017.
Artikels 2.3.5, §3, 2.6.1.3.3, §3, en 4.3.1.2.1 van Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.
Besluit van 23 februari 2024 van de Vlaamse Regering over de invulling van de gemeentelijke saneringsverplichting, van - Vlaams Min. van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme - Vlaamse Regering Zuhal DEMIR
Art. 2.3.5, §1 van het Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (hierna: “Decreet”) bepaalt dat elke exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk belast is met de sanering van het door de exploitant aan haar abonnees geleverde water. Deze saneringsplicht wordt opgelegd met het oog op het behoud van de kwaliteit van het geleverde water.
Artikel 2.3.5, §2 van het Decreet stelt dat de exploitant, om aan zijn saneringsverplichting te voldoen, de sanering hetzij zelf kan organiseren, hetzij hiervoor beroep kan doen op een derde, zoals voorzien in artikel 2.6.1.3.3,§1 van het Decreet.
Artikel 2.6.1.3.3, §2, eerste lid van het Decreet bepaalt dat de exploitant aan de uitvoering van de gemeentelijke saneringsverplichting voldoet door een overeenkomst te sluiten met de gemeente, gemeentebedrijf, intercommunale of intergemeentelijk samenwerkingsverband of een door de gemeente na een publieke marktbevraging aangestelde entiteit.
Het voorwerp van de onderhavige overeenkomst betreft het beroep van de exploitant op een derde zoals bedoeld in artikel 2.6.1.3.3, §1 van het Decreet.
Artikel 4, § 1 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2024 over de invulling van de gemeentelijke saneringsverplichting (hierna: “Besluit”) bepaalt welke activiteiten de gemeentelijke saneringsverplichting omvat.
Artikel 4, § 2 van het Besluit bepaalt dat er per gemeente maar één instantie verantwoordelijk kan zijn om de gemeentelijke saneringsverplichting in te vullen.
Dit zal overeenkomstig artikel 2.6.1.3.3, § 1 van het Decreet in principe de exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk zijn. In dat geval kiest de exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk om de saneringsverplichting zelf te organiseren. Deze kan op haar beurt beroep doen op een onderaannemer om de gemeentelijke saneringsverplichting geheel of gedeeltelijk uit te voeren (artikel 4, § 2, lid 2 van het Besluit). De exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk blijft in dat geval te allen tijde het aanspreekpunt voor de bevoegde entiteit en blijft de eindverantwoordelijkheid dragen voor de invulling van de gemeentelijke saneringsverplichting en de verplichtingen bedoeld in hoofdstuk 3, 4 en 5 van het Besluit.
De exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk kan evenwel ook de gemeente, het gemeentebedrijf, de intercommunale of het intergemeentelijk samenwerkingsverband of de entiteit die de gemeente na een marktbevraging heeft aangesteld, aanwijzen die zal instaan voor de uitvoering van de gemeentelijke saneringsverplichting. De exploitant zal in dat geval de gemeentelijke saneringsverplichting in haar geheel overdragen. De gemeente, het gemeentebedrijf, de intercommunale of het intergemeentelijk samenwerkingsverband of de entiteit die de gemeente na een marktbevraging heeft aangesteld kan op haar beurt beroep doen op een onderaannemer om de gemeentelijke saneringsverplichting geheel of gedeeltelijk uit te voeren. De gemeente, het gemeentebedrijf, de intercommunale of het intergemeentelijk samenwerkingsverband of de entiteit die de gemeente na een marktbevraging heeft aangesteld, blijft in dat geval te allen tijde het aanspreekpunt voor de bevoegde entiteit en blijft de eindverantwoordelijkheid dragen voor de invulling van de gemeentelijke saneringsverplichting en de verplichtingen bedoeld in hoofdstuk 3, 4 en 5 van het Besluit (artikel 6 van het Besluit).
Besluit van de gemeenteraad van 24 februari 2006 inzake overeenkomst met de Intercommunale voor Waterbedeling Vlaams-Brabant m.b.t. sanering van het door de IWVB aan haar abonnees geleverde water in de zin van artikel 6 §3 van het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending.
Besluit van de gemeenteraad van 29 september 2022 inzake kennisname en goedkeuring van de geactualiseerde bijlage aan de overeenkomst Riopact, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 24 juni 2016.
Besluit van de gemeenteraad van 27 februari 2025 inzake kennisname en goedkeuring van de tarieven gemeentelijke saneringsbijdrage.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 14 juli 2025 "Nieuwe overeenkomst met De Watergroep inzake overdracht gemeentelijke saneringsplicht vanaf 1 september 2025 - Voorleggen aan de gemeenteraad - Principiële goedkeuring".
/
HISTORIEK
I. Overeenkomst gemeente/VMW inzake transport van afvalwater van 28 december 2005
De gemeenteraad sloot op 24 februari 2006 een overeenkomst (getekend op 28 december 2005) mbt sanering van het door de IWVB aan haar abonnees geleverde water in de zin van artikel 6 §3 van het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending. De VMW verleent aan de Gemeente, die aanvaardt, de opdracht het afvalwater op te vangen en te transporteren naar de collectoren van Aquafin NV.
De Gemeente verklaart en waarborgt dat zij tijdens de contractsduur (= onbepaalde duur vanaf 1 juli 2005) deze activiteit zal verrichten volgens de bepalingen van het Decreet, de besluiten die in voorkomend geval in uitvoering van dit Decreet door de Vlaamse Regering worden genomen en de onderrichtingen - van welke aard ook - die door de bevoegde overheid worden uitgevaardigd.
De Gemeente verklaart en waarborgt dat zij deze activiteit op zodanige wijze zal verrichten dat de VMW op ieder ogenblik tijdens de contractsduur kan voldoen aan haar saneringsverplichting.
II. Overeenkomst RIOPACT gemeente/Aquafin en De Watergroep 2016, zoals aangepast in 2022
De gemeenteraad sloot op 24 juni 2016 een overeenkomst “Riopact“ met Aquafin/De Watergroep voor een minimale periode van 10 jaar (zie dossierstuk). In dezelfde beslissing werd 3 modules toegewezen (inventarisatie riolen, digitale riolendatabank, KLIP), op basis van een de takenlijst die als bijlage werd gevoegd aan de goedgekeurde overeenkomst.
Op 29 september 2022 werd de geactualiseerde bijlage aan de overeenkomst van 24 juni 2016 met Riopact, goedgekeurd.
De concrete toewijzing van de individuele taken zal geschieden door het college van burgemeester en schepenen op basis van artikel 56, §3, 4° en 5° i.f.v. de wettelijke verplichtingen en binnen de vooropgestelde MJP.
III. Besluit van 23 februari 2024 van de Vlaamse Regering over de invulling van de gemeentelijke saneringsverplichting
Met dit besluit worden openbare dienstverplichtingen voor de rioolbeheerders vastgelegd voor wat betreft de invulling van de saneringsverplichting op het gemeentelijk niveau. Deze hebben betrekking op de noodzakelijke verdere uitbouw en optimalisatie van het gemeentelijke rioleringsnet en het goede beheer ervan.
De verplichtingen inzake de uitbouw richten zich naar de doelstellingen vastgelegd in de 3de stroomgebiedbeheerplannen. Wat betreft beheer worden taken toegewezen op vlak van asset management en het structureel aanpakken van de problematiek van overstorten.
De opmaak van een meerjarenplan gekoppeld aan de cyclus voor de opmaak van de gemeentelijke begroting staat centraal en moet enerzijds de rioolbeheerder voldoende flexibiliteit geven en anderzijds de Vlaamse overheid via een efficiënte resultaatgerichte aansturing meer garantie geven voor een verhoogde dynamiek op het terrein.
De gemeentelijke saneringsverplichting omvat al de volgende activiteiten:
1° het uitbouwen, duurzaam beheren en optimaliseren van de infrastructuur die wordt aangewend voor het opvangen en transporteren en in voorkomend geval decentraal of individueel zuiveren tot aan het overnamepunt met de bovengemeentelijke infrastructuur van het volgende water:
huishoudelijk afvalwater dat afkomstig is van het gebruik van het water dat de exploitant levert;
huishoudelijk afvalwater dat afkomstig is van het gebruik van water uit een private waterwinning;
ander water dan het water, vermeld in punt a) en b), waarvoor een lozing op de afvalwaterriolering wettelijk is toegelaten;
2° het uitbouwen, duurzaam beheren en optimaliseren van de openbare infrastructuur die wordt aangewend in het kader van de activiteiten, vermeld in punt 1°, hetzij voor het inzamelen, infiltreren, bufferen en afvoeren van hemelwater, hetzij ander water waarvoor een afvoer via die infrastructuur wettelijk is toegelaten waarbij maximaal ingezet wordt tot het infiltreren en bufferen via natuurlijke weg of via groen – blauwe infrastructuur en tot het gebruik van hemelwater;
3° het maximaal aanzetten tot het infiltreren en bufferen via natuurlijke weg of via groen – blauwe infrastructuur en tot het gebruik van hemelwater;
4° het nakomen van de verplichtingen die worden bepaald bij dit besluit.
NIEUWE OVEREENKOMST
Overeenkomstig artikel 2.6.1.3.3, § 2 eerste lid van het Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid wordt in hoofde van de exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk aan de uitvoering van de gemeentelijke saneringsverplichting voldaan door een overeenkomst te sluiten met de gemeente, gemeentebedrijf, intercommunale of intergemeentelijk samenwerkingsverband of een door de gemeente na een publieke marktbevraging aangestelde entiteit.
De voorliggende overeenkomst kadert in voormelde verplichting van de exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk om een overeenkomst af te sluiten met de derde partij zoals bedoeld in artikel 2.6.1.3.3, §2, eerste lid van het Decreet voor de uitvoering van de gemeentelijke saneringsverplichting. Hierdoor is de gemeente het aanspreekpunt voor de bevoegde entiteit en draagt de gemeente de eindverantwoordelijkheid voor het naleven van de saneringsverplichtingen.
De overeenkomst wordt aangegaan voor een onbepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 september 2025.
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.
Waterzuivering: wie doet wat?
Voor de zuivering van het huishoudelijk afvalwater zijn het Vlaamse Gewest, de gemeenten én de waterverbruikers samen verantwoordelijk.
A Eigenaar van het gebouw/waterverbruiker: is verplicht om op eigen kosten:
B Het is de gemeente zelf ofwel een intercommunale of waterbedrijf die instaat voor het gemeentelijk rioolbeheer:
C Vlaams Gewest / Aquafin
De gemeentelijke rioleringen monden uit in grote collectoren. Die voeren grote hoeveelheden afvalwater af naar een rioolwaterzuiveringsstation. In de zuiveringsstations wordt het afvalwater in verschillende stappen biologisch gezuiverd totdat de kwaliteit voldoende is om het te lozen in een waterloop.
De nv Aquafin bouwt en beheert in opdracht van het Vlaamse Gewest de bovengemeentelijke zuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen.
Artikel 1.
§1. Kennis te nemen dat de uitvoering van de gemeentelijke saneringsplicht in principe de taak van het waterbedrijf (in casu De Watergroep) is, waarbij dit bedrijf deze plicht heeft overgelaten aan de gemeente via een overeenkomst van 28 december 2005, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 24 februari 2006.
§2. Kennis te nemen dat deze overeenkomst voor het uitoefenen van de gemeentelijke saneringsplicht ten laatste tegen 11 september 2025 in overeenstemming moet gebracht worden met een nieuwe modelovereenkomst die voldoet aan de nieuwe regelgeving.
Art. 2.
De overeenkomst m.b.t. de overdracht van de gemeentelijke saneringsverplichting tussen de CV Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening/De Watergroep, met zetel te 1030 Brussel, Vooruitgangstraat 189, vertegenwoordigd door Hans GOOSSENS, directeur-generaal, ingeschreven in het KBO met nummer 0224.771.467 (“De Watergroep / Overdrager”) en de gemeente Grimbergen vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, voor wie optreden de burgemeester Bart LAEREMANS en de algemeen directeur Muriel VAN SCHEL, toegevoegd als bijlage, goed te keuren.
Art. 3.
De overeenkomst van 28 december 2005 m.b.t. sanering van het door de IWVB aan haar abonnees geleverde water in de zin van artikel 6, §3 van het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 24 februari 2006, op te heffen.
Art. 4.
Dit besluit te bezorgen aan De Watergroep.