De gemeenteraad keurt het retributiereglement op de exploitatie van standplaatstaxi's voor de periode 1 januari 2026 tem. 31 december 2031 goed.
Artikels 40, §3 en 41, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
Besluit van de gemeenteraad van 16 december 2020 aangaande de vaststelling van een gemeentelijk retributiereglement op de exploitatie van standplaatstaxi's, periode 2021-2025 (dossierstuk 1).
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 4 augustus 2025 inzake de principiële goedkeuring van het gemeentelijk retributiereglement op de exploitatie van standplaatstaxi's voor de periode 1 januari 2026 t.e.m. 31 december 2031 (dossierstuk 2).
/
Overeenkomstig artikel 8, §1 van het decreet van 29 maart 2019 betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer geven de vergunningen, uitgereikt voor de exploitatie van een dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer, aanleiding tot een jaarlijkse gemeenteretributie ten laste van de natuurlijke persoon of rechtspersoon die houder is van de vergunning.
Gemeenten hoeven geen afzonderlijk retributiereglementen op te maken voor de invordering van een retributie voor vergunde diensten van individueel bezoldigd personenvervoer. Het decreet van 29 maart 2019 en het BVR van 8 november 2019 vormen een voldoende juridische basis om de decretaal opgelegde retributies door de gemeente te laten innen.
Dit betekent dat de gemeente sowieso verplicht is om de decretale retributies te innen.
Standplaatstaxi's hebben bovenop hun vergunning voor individueel bezoldigd personenvervoer echter een bijkomende standplaatsmachtiging nodig van de gemeente. De gemeente kan hiervoor een retributie vragen.
Voor de inning van deze retributie moet wel een afzonderlijke gemeentelijk retributiereglement goedgekeurd worden.
In het retributiereglement voor de periode 2021-2025 werd reeds een indexering van de tarieven voorzien.
Voor 2025 bedraagt het geïndexeerde bedrag 673,58 euro. Er wordt voorgesteld om het nieuwe basisbedrag af te ronden naar 700,00 euro om nadien opnieuw jaarlijks de indexering toe te passen.
/
Artikel 1.
Onderstaand reglement goed te keuren:
Retributiereglement op de exploitatie van standplaatstaxi's, periode 1 januari 2026 t.e.m. 31 december 2031
Artikel 1.Met ingang van 1 januari 2026 voor een termijn eindigend op 31 december 2031 wordt een jaarlijkse retributie gevestigd voor machtigingen verleend door het college van burgemeester en schepenen vanaf 1 januari 2026 voor het exploiteren van standplaatstaxi's op het grondgebied van de gemeente Grimbergen.
Art. 2 – tarief
De niet-geïndexeerde retributie is per standplaats vastgesteld op 700,00 euro per jaar en per in de machtiging vermeld voertuig.
Het hierboven vermelde bedrag wordt aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het retributiejaar te delen door het indexcijfer van de maand december van het jaar 2025.
Art. 3.
De retributie is verschuldigd door de exploitant die de machtiging voor de taxistandplaats op de openbare weg uitgereikt krijgt door de gemeente Grimbergen.
De retributie is verschuldigd voor het ganse jaar, onafhankelijk van het moment waarop de machtiging wordt afgegeven.
De machtiginghouder is de eerste jaarlijkse retributie verschuldigd op het ogenblik van de afgifte van de machtiging en nadien telkens op 1 januari van het kalenderjaar.
Art. 4.
Volgende situaties geven geen aanleiding tot een aanpassing van het bedrag van de retributie, noch tot een retributieteruggave, zoals vastgesteld onder artikel 2:
- een vermindering van het aantal voertuigen tijdens het jaar, om welke reden dan ook;
- de opschorting of intrekking van de vergunning tijdens het jaar, om welke reden dan ook;
- het buiten werking stellen van één of meer voertuigen tijdens het jaar, om welke reden dan ook.
Met eventuele wijzigingen in de machtiging wordt rekening gehouden vanaf het kalenderjaar dat volgt op het jaar waarin de wijziging plaatsvond.
Art. 5. – wijze van invordering
De retributie wordt ingevorderd door middel van een factuur.
Bij gebrek aan betaling in der minne zal de retributie ingevorderd worden overeenkomstig de bepalingen van artikel 177, 2° DLB.
Art. 2.
Dit besluit bekend te maken overeenkomstig de bepalingen van “Afdeling 2. Bekendmaking en inwerkingtreding, Hoofdstuk 1. Akten van het lokaal bestuur, Titel 5. De werking van het lokaal bestuur" DLB.