De gemeenteraad keurt de geloofsbrieven van de heer Wim MISSOTTEN goed en neemt akte van de eedaflegging in handen van de voorzitter van de gemeenteraad, waardoor hij wordt geïnstalleerd als gemeenteraadslid.
De heer Wim MISSOTTEN wordt bijgevolg ook van rechtswege als geïnstalleerd beschouwd als lid van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2019 (DLB).
ALGEMEEN:
Art. 6, §3 DLB:
De gemeenteraad onderzoekt de geloofsbrieven van de verkozen gemeenteraadsleden.
De verkozen gemeenteraadsleden van wie de geloofsbrieven zijn goedgekeurd, leggen, voor ze hun mandaat aanvaarden, in openbare vergadering de volgende eed af in handen van de voorzitter van de installatievergadering: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen."
Artikel 13 DLB:
Het gemeenteraadslid dat ontslag wil nemen, deelt dat schriftelijk mee aan de voorzitter van de gemeenteraad. Het ontslag is definitief zodra de voorzitter van de gemeenteraad de kennisgeving ontvangt.
Het gemeenteraadslid dat afstand doet van zijn mandaat, dat van zijn mandaat vervallen wordt verklaard, dat als verhinderd wordt beschouwd, dat ontslag genomen heeft, of dat overleden is, wordt vervangen door zijn opvolger, die wordt aangewezen overeenkomstig artikel 169 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011.
De geloofsbrieven worden onderzocht overeenkomstig artikel 6, § 3. De vervanger legt de eed af in openbare vergadering in de handen van de voorzitter van de gemeenteraad.
Het gemeenteraadslid dat als verhinderd wordt beschouwd, wordt vervangen zolang de toestand van verhindering duurt. De gemeenteraad neemt akte van de beëindiging van de periode van verhindering.
Art. 14 DLB:
Het gemeenteraadslid dat afstand doet van zijn mandaat, dat van zijn mandaat vervallen wordt verklaard, dat als verhinderd wordt beschouwd, dat ontslag genomen heeft, of dat overleden is, wordt vervangen door zijn opvolger, die wordt aangewezen overeenkomstig artikel 169 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011.
De geloofsbrieven worden onderzocht overeenkomstig artikel 6, § 3. De vervanger legt de eed af in openbare vergadering in de handen van de voorzitter van de gemeenteraad.
Het gemeenteraadslid dat als verhinderd wordt beschouwd, wordt vervangen zolang de toestand van verhindering duurt. De gemeenteraad neemt akte van de beëindiging van de periode van verhindering.
Art. 68, §1 DLB:
Behalve in geval van toepassing van paragraaf 2, tweede lid, bestaat de raad voor maatschappelijk welzijn uit dezelfde leden als de gemeenteraad. Door het onderzoek van de geloofsbrieven en de erop volgende eedaflegging van de gemeenteraadsleden, vermeld in artikel 6, §3, en artikel 14, worden de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn van rechtswege als geïnstalleerd beschouwd.
De rang die de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn innemen is dezelfde als de rang die ze als gemeenteraadslid innemen overeenkomstig artikel 6, §7.
Het gemeenteraadslid dat afstand doet van zijn mandaat, dat van zijn mandaat vervallen wordt verklaard, dat als verhinderd wordt beschouwd, dat ontslag genomen heeft, of dat overleden is, wordt vervangen door zijn opvolger, die wordt aangewezen overeenkomstig artikel 169 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011.
Art. 70 DLB:
De verhindering, het ontslag en het verval van het mandaat van gemeenteraadslid houden van rechtswege de verhindering, het ontslag en het verval van het mandaat van lid van de raad voor maatschappelijk welzijn in. Als het gemeenteraadslid zelf voorzitter van de gemeenteraad is, deelt hij zijn ontslag schriftelijk mee aan de persoon die hem vervangt met toepassing van artikel 7, § 5, tweede lid. Het ontslag is definitief zodra zijn vervanger de kennisgeving ontvangt.
Het lid van de gemeenteraad blijft zijn mandaat uitoefenen tot zijn opvolger is geïnstalleerd, behalve als het ontslag het gevolg is van een onverenigbaarheid.
Het decreet van 8 juli 2011 houdende de organisatie van de lokale en provinciale verkiezingen en houdende wijziging van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (hierna genoemd: het lokaal en provinciaal kiesdecreet):
Om gemeenteraadskiezer te zijn, moet men:
1° Belg zijn;
2° de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt;
3° in de bevolkingsregisters van de gemeente ingeschreven zijn;
4° zich niet bevinden in één van de gevallen van uitsluiting of schorsing, vermeld in hoofdstuk 4 van deze titel.
Art. 11:
Overeenkomstig artikel 1bis, § 1, eerste lid, en artikel 86 van de Gemeentekieswet kunnen onderdanen van de andere lidstaten van de Europese Unie eveneens de hoedanigheid van gemeenteraadskiezer en stadsdistrictsraadskiezer verwerven als zij voldoen aan de kiesvoorwaarden, vermeld in artikel 8, 2° tot en met 4°, en als zij, overeenkomstig artikel 12, voor 1 augustus van het jaar waarin de gewone verkiezing van de gemeenteraden en de stadsdistrictsraden plaats heeft hun wil te kennen hebben gegeven om dat stemrecht in België uit te oefenen.
Art. 58:
Om tot gemeenteraadslid of stadsdistrictsraadslid verkozen te kunnen worden en blijven, moet men kiezer zijn en moet men de kiesvoorwaarden, vermeld in artikel 8 of 11, behouden en mag men zich niet in een geval van schorsing of uitsluiting, als vermeld in artikel 15, § 1 en § 2, bevinden.
De volgende personen zijn niet verkiesbaar:
1° overeenkomstig artikel 65, tweede lid, 2°, en artikel 113 van de Gemeentekieswet, de onderdanen van de andere lidstaten van de Europese Unie die, ten gevolge van een individuele burgerrechtelijke of een strafrechtelijke beslissing in hun lidstaat van herkomst ontheven zijn van het recht om gekozen te worden krachtens het recht van die lidstaat;
2° personen die, onverminderd de toepassing van punt 1°, veroordeeld zijn, zelfs met uitstel, wegens één van de misdrijven, vermeld in artikel 240, 241, 243, en 245 tot en met 248 van het Strafwetboek, gepleegd tijdens de uitoefening van een gemeenteambt. Die onverkiesbaarheid eindigt twaalf jaar na de veroordeling.
Art. 169:
§ 1. Als het aantal kandidaten van een lijst groter is dan het aantal zetels dat aan die lijst toekomt, worden de verkozenen door het gemeentelijk hoofdbureau aangewezen op basis van de naamstemmen en een overdracht van de lijststemmen.
§ 2. De aanwijzing van de verkozenen en hun opvolgers gebeurt op de volgende manier:
1° per lijst wordt het verkiesbaarheidscijfer op de volgende manier berekend:

De eventuele decimalen van het quotiënt dat verkregen wordt, worden afgerond naar de hogere eenheid, ongeacht of ze 0,5 bereiken;
2° het aantal over te dragen stemmen wordt op de volgende manier berekend:

De eventuele decimalen van het quotiënt dat verkregen wordt, worden afgerond naar de hogere eenheid, ongeacht of ze 0,5 bereiken;
3° het aantal stemmen vermeld in 2° wordt als volgt overgedragen : de toe te kennen stembiljetten worden toegevoegd aan de naamstemmen die de eerste kandidaat van de lijst heeft behaald, om het verkiesbaarheidscijfer van die lijst vermeld in 1°, te bereiken. Als er een overschot is, wordt dat op vergelijkbare wijze toegekend aan de tweede kandidaat, vervolgens aan de derde enzovoort, tot het aantal over te dragen stemmen, vermeld in 2°, uitgeput is;
4° de zetels worden toegekend aan de kandidaten in afnemende grootte van het aantal stemmen dat zij hebben behaald, na de overdracht van de stemmen, vermeld in 3°. Bij gelijk stemmenaantal is de volgorde van voordracht op de lijst beslissend;
5° de niet-verkozen kandidaten worden eerste, tweede, derde enzovoort opvolger verklaard in afnemende grootte van het aantal stemmen dat zij hebben bekomen, na een nieuwe overdracht van de stemmen vermeld in 3°, te beginnen bij de eerste niet-effectief verkozen kandidaat. Bij gelijk stemmenaantal is de volgorde van voordracht op de lijst beslissend.
SPECIFIEK:
PV van de resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober 2024.
Besluit van de gemeenteraad van 5 december 2024 houdende kennisname van de geldigverklaring van de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober 2024.
Besluit van de gemeenteraad van 5 december 2024 betreffende de installatie van de gemeenteraadsleden, onderzoek geloofsbrieven, eedaflegging en vaststelling van hun rangorde.
Besluit van de gemeenteraad van heden waarbij akte werd genomen van het ontslag van raadslid Patricia SEGERS.
E-mail van 9 september 2025 waarin de eerstvolgende opvolger op de lijst nr. 9 (Vernieuwing), zijnde de heer Johan GELDHOF, afstand doet van zijn mandaat als gemeenteraadslid.
E-mail van 9 september 2025 waarin de volgende opvolger op de lijst nr. 9 (Vernieuwing), zijnde de heer Wim MISSOTTEN, wordt gevraagd of hij zijn mandaat als gemeenteraadslid zal opnemen.
De geloofsbrieven die de heer Wim MISSOTTEN in het kader van de installatie als raadslid (zie bijlagen) indiende:
een recent uittreksel uit het bevolkings- of rijksregister;
een recent uittreksel uit het strafregister en
een verklaring op eer dat hij zich niet bevindt in één van de gevallen van onverenigbaarheid zoals voorzien in artikel 10 DLB.
/
De gemeenteraad nam in zitting van heden kennis van het vrijwillig ontslag van raadslid Patricia SEGERS.
Onderzoek geloofsbrieven
De eerste in aanmerking komende opvolger van de lijst nr. 9 (Vernieuwing), de heer Johan GELDHOF, heeft afstand van zijn mandaat gedaan waardoor de heer Wim MISSOTTEN, geboren te Brussel op 26 oktober 1991 en wonende Vaartstraat 121 te 1850 Grimbergen (missotten.wim@hotmail.com) de eerstvolgende opvolger is.
De heer Wim MISSOTTEN diende op 10 september 2025 de geloofsbrieven in in het kader van de installatie als opvolgend raadslid:
Uit onderzoek van de ingediende geloofsbrieven blijkt dat betrokkene voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden.
Er zijn verder geen elementen waaruit zou blijken dat betrokkene zich in een situatie van onverenigbaarheid bevindt.
Eedaflegging
De heer Wim MISSOTTEN legt in handen van de voorzitter van de gemeenteraad de in artikel 6, §3 DLB voorgeschreven eed af:
“Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen.”
Van deze eedaflegging wordt een afzonderlijke akte opgemaakt.
/
Artikel 1.
De geloofsbrieven van de heer Wim MISSOTTEN, wonende Vaartstraat 121 te 1850 Grimbergen, goed te keuren.
Art. 2.
Akte te nemen van de eedaflegging van de heer Wim MISSOTTEN in handen van de voorzitter van de gemeenteraad waardoor hij wordt geïnstalleerd als gemeenteraadslid. Van deze eedaflegging werd een afzonderlijke akte opgesteld.
Art. 3.
Akte te nemen dat de heer Wim MISSOTTEN, overeenkomstig artikel 68, §1 DLB door het onderzoek van de geloofsbrieven en de erop volgende eedaflegging als gemeenteraadslid van rechtswege als geïnstalleerd wordt beschouwd als lid van de raad voor maatschappelijk welzijn.