De gemeenteraad stelt een verantwoordelijke van het psychosociaal hulpverleningsnetwerk en een plaatsvervanger aan.
Artikel 8 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid.
OCMW-decreet van 19 december 2008.
Artikel 10 KB Noodplanning:
§ 1. Discipline 2 heeft betrekking op de medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening.
§ 2. De opdrachten betreffende de medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening omvatten onder meer volgende taken:
1° de medische keten oprichten;
2° geneeskundige en psychosociale zorgen aan de getroffenen toedienen;
3° de getroffenen vervoeren;
4° de noodzakelijke maatregelen nemen ter bescherming van de volksgezondheid;
5° de nodige infrastructuur opzetten en beheren, waaronder het onthaal- en huisvestingscentrum voor de getroffenen, het telefoon informatiecentrum, het centraal informatiepunt en de vooruitgeschoven medische post (VMP) gevalideerd door de directeur medische hulpverlening bedoeld in § 4 van dit artikel, zoals voorgeschreven door het koninklijk besluit van 2 februari 2007 tot bepaling van de functie van directeur medische hulpverlening en het toepassingsgebied ervan, in overleg met de directeur van de Commandopost Operaties;
6° de lijsten van getroffenen opstellen.
§ 3. De taken van discipline 2 worden uitgevoerd door die diensten die deelnemen aan de uitvoering van de dringende geneeskundige hulpverlening, alsook door de diensten opgenomen in het monodisciplinair interventieplan, waaronder het medisch interventieplan en het psychosociaal interventieplan.
(...)
Omzendbrief DGH/2017/D2/Psychosociaal interventieplan van 25 juli 2017 ('PSIP' toegevoegd in bijlage):
(...)
Elke stad of gemeente duidt minimum één persoon aan als verantwoordelijke psychosociale hulpverlening (V-PSH). Idealiter is dit iemand uit de sociale dienst of een andere dienst van de gemeente. Liefst is dit niet de ambtenaar noodplanning, aangezien deze tijdens een noodsituatie andere opdrachten heeft.
Er dient ook gedacht te worden aan een vervanger voor deze persoon en afspraken omtrent een permanentiesysteem zodat er steeds iemand met kennis van zaken bereikbaar is in het geval van een noodsituatie.
De PSM/GI dient steeds snel geïnformeerd te worden van de modaliteiten of eventuele wijzigingen om de alarmeringsketen te kunnen garanderen.
Het is aan te raden om de functie van V-PSH te laten bekrachtigen door de bestuurlijke overheid. Op die manier krijgt deze persoon een duidelijk mandaat om in het geval van een noodsituatie het lokale PSH aan te sturen, maar ook om ervoor te zorgen dat men van de bevoegde overheid de tijd en de middelen krijgt om de toevertrouwde opdracht te vervullen.
2.6. Psychosociale opvang van getroffenen in de gemeente
De organisatie van de eerste opvang van getroffenen na een noodsituatie is een verantwoordelijkheid van de gemeente. Overeenkomstig de omzendbrief betreffende het PSIP, moet de gemeente:
- een psychosociaal luik toevoegen aan het ANIP door een lokaal psychosociaal interventieplan (lokaal PSIP) op te stellen, op basis van de aanbevelingen van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, dat onder meer het volgende omvat:
- een psychosociaal hulpverleningsnetwerk oprichten en daarvoor een verantwoordelijke: (de verantwoordelijke psychosociaal hulpverleningsnetwerk, zie punt 2.6.1.) aanduiden.
2.6.1. Verantwoordelijke van het psychosociaal hulpverleningsnetwerk
2.6.1.1. Functiebeschrijving en takenpakket
Elke gemeente benoemt minstens één verantwoordelijke psychosociaal hulpverleningsnetwerk (V-PSH) en een plaatsvervanger. Deze persoon komt uit de lokale administratie en kan niet tegelijkertijd de noodplanningscoördinator zijn.
De taken van de V-PSH inzake noodplanning omvatten volgende aspecten:
- het opstellen van het lokaal PSIP20 op basis van federale aanbevelingen;
- het ontwikkelen van het lokale psychosociaal hulpverleningsnetwerk, bestaande uit getrainde lokale psychosociale hulpverleners (PSH-netwerk);
- ervoor zorgen dat alle lokale psychosociale hulpverleners worden opgeleid. Het voorziet lokale psychosociale hulpverleners van de informatie die ze nodig hebben om hun taken uit te voeren;
- deelnemen aan oefeningen en opleidingssessies.
In een noodsituatie voert de lokale verantwoordelijke psychosociaal hulpverleningsnetwerk de taken uit die hem zijn toegewezen door het psychosociale interventieplan.
2.6.1.2. Profiel van de verantwoordelijke psychosociaal hulpverleningsnetwerk
Het is de verantwoordelijkheid van elke bevoegde overheid om een functiebeschrijving op te stellen die is afgestemd op haar specifieke behoeften, waarbij in de mate van het mogelijke rekening wordt gehouden met onderstaande aanbevelingen. Gezien de vele taken die de V-PSH als onderdeel van zijn of haar rol heeft, wordt aanbevolen dat de aangewezen verantwoordelijke psychosociaal hulpverleningsnetwerk speciale werktijd kan reserveren voor de voorbereiding en uitvoering van het PSIP.
Het is ook belangrijk dat er een vertrouwensrelatie ontstaat tussen de bevoegde overheid, de noodplanningscoördinator en de verantwoordelijke psychosociaal hulp- verleningsnetwerk.
De verantwoordelijke psychosociaal hulpverleningsnetwerk heeft minstens een basiskennis van:
- noodplanning;
- de principes van acute psychosociale interventie in noodsituaties;
- de werking van de disciplines;
- de lokale context en de werking van de lokale besturen, de instellingen en het lokaal sociaal weefsel.
De verantwoordelijke psychosociaal hulpverleningsnetwerk staat in voor een multidisciplinaire manier van werken in onderling overleg. Bij het ondersteunen en adviseren van de bevoegde overheid moet de verantwoordelijke psychosociaal hulpverleningsnetwerk rekening houden met de belangen, behoeften en manieren van werken van het PSH-netwerk.
2.6.1.3. Opleiding
Net als het geval is voor de noodplanningscoördinator en de informatieambtenaar, is het raadzaam om de verantwoordelijke psychosociaal hulpverleningsnetwerk regelmatig de gelegenheid te geven om deel te nemen aan opleidingen, waaronder trainingen die focussen op praktische vaardigheden, seminaries, studiedagen, workshops, enz. Het is ook essentieel om ervaring op te doen door actief deel te nemen aan oefeningen (mono of multidisciplinair).
Bij een monodisciplinaire oefening kan de nadruk liggen op een of meer aspecten van het PSIP (bv. alarmering, het openen van een opvangcentrum, eerste registratie, .... ). Het is belangrijk om oefendoelstellingen vast te leggen die realistisch zijn en aangepast aan de evolutie van het PSIP.
2.6.1.4. Continuïteit van de dienstverlening
De bevoegde overheid zorgt ervoor dat de functie van verantwoordelijke psychosociaal hulpverleningsnetwerk permanent kan worden gewaarborgd.
2.6.1.5. Samenwerking
De gemeenten kunnen samenwerken voor wat het lokaal PSIP betreft. Ze organiseren zich via samenwerkingsovereenkomsten: een definitieve tekst die goedgekeurd wordt door de betrokken gemeenten en die de samenwerking inzake de PSH-netwerken vastlegt om de middelen te bundelen. Het is echter essentieel in elke gemeente over een V-PSH en een plaatsvervanger te beschikken om redenen van continuïteit van de dienstverlening zoals vermeld in punt 2.6.1.4.
SPECIFIEK
/
De burgemeester is belast met het opstellen van een algemeen nood- en interventieplan (ANIP) dat ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de gouverneur. De gouverneur keurt het ANIP goed o.b.v. een aantal criteria, zoals eventueel de uitvoering van een lokaal psychosociaal interventieplan.
Het psychosociaal interventieplan is bedoeld om de taken te verdelen in geval van een noodsituatie, zoals:
Het lokaal psychosociaal interventieplan wordt opgesteld door de verantwoordelijke(n) van het psychosociaal hulpverleningsnetwerk i.s.m. de noodplanningscoördinator (NPC), onder leiding van de burgemeester en de gemeentelijke veiligheidscel. Dit steunt op het bestaan, in elke gemeente, van een netwerk van psychosociale hulpverleners die moeten beschikken over:
zonder noodzakelijk beroepshalve tot het crisisbeheer of de psychosociale hulpverlening te behoren.
Rekening houdend met de Omzendbrief DGH/2017/D2/Psychosociaal interventieplan van 25 juli 2017 en de Ministeriële omzendbrief van 14 mei 2024 betreffende KB Noodplanning moet het bestuur:
Deze persoon komt uit de lokale administratie en kan niet tegelijkertijd de NPC zijn.
Aangezien Els METS en Ingrid HANSSENS in de praktijk reeds ruime tijd de taken van V-PSH afwisselend uitvoeren en in dit kader ook de nodige permanentie verzorgen, werd aan het college van burgemeester en schepenen gevraagd om hen formeel aan te stellen.
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.
Geheime stemming
Gaat over tot een eerste geheime stemming voor de aanstelling van een verantwoordelijke van het psychosociaal hulpverleningsnetwerk, waaruit blijkt dat:
Gaat over tot een tweede geheime stemming voor de aanstelling van een verantwoordelijke van het psychosociaal hulpverleningsnetwerk, waaruit blijkt dat:
/
Artikel 1.
Mevrouw Ingrid HANSSENS, diensthoofd sociale werking LDC en GAW Ter Borre, aan te stellen als verantwoordelijke van het psychosociaal hulpverleningsnetwerk.
Art. 2.
Mevrouw Els METS, deskundige Vrije Tijd, aan te stellen als plaatsvervangend verantwoordelijke van het psychosociaal hulpverleningsnetwerk.
Art. 3.
Dit besluit ter kennisname over te maken aan: