Artikel 37:
§ 1. De raad richt de volgende zeven commissies op die zijn samengesteld uit gemeenteraadsleden:
1° personeel en organisatie;
2° financiën;
3° infrastructuur;
4° omgeving;
5° mobiliteit;
6° een commissie die waakt over de afstemming van het gemeentelijk beleid op het beleid van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden;
7° verenigde commissie.
Deze commissies hebben als taak het voorbereiden van de besprekingen in de gemeenteraadszittingen, het verlenen van advies en het formuleren van voorstellen over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht. De commissies kunnen steeds deskundigen en belanghebbenden horen.
§ 2. De verenigde gemeenteraadscommissie is samengesteld uit alle leden van de gemeenteraad. Alle andere commissies zijn samengesteld uit 13 stemgerechtigde raadsleden. De voorzitter kan worden aangewezen onder de raadsleden die geen lid zijn van de commissie. In dat geval heeft de voorzitter geen stemrecht.
(...)
§ 7. Elke commissie wordt voorgezeten door een gemeenteraadslid. De leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen voorzitter zijn van een commissie. De gemeenteraad duidt de voorzitters van de commissies aan.
§ 8. De gemeenteraadscommissies worden bijeengeroepen door de voorzitters van de commissies en dit op vraag van het college van burgemeester en schepenen. Behalve in spoedeisende gevallen, geschiedt de bijeenroeping via e-notulen aan alle leden van de gemeenteraadscommissie (effectieve leden en leden die als waarnemer kunnen zitting hebben), ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering. De oproeping vermeldt de agenda, dag, uur en plaats van de vergadering. Deze informatie wordt eveneens bekendgemaakt aan het publiek door publicatie op de gemeentelijke website.
§ 9. De gemeenteraadscommissies kunnen geldig vergaderen, ongeacht het aantal aanwezige leden. Commissieleden kunnen zich tijdens een vergadering laten vervangen door raadsleden van dezelfde fractie.
§ 10. De gemeenteraadscommissievergaderingen zijn in principe openbaar onder dezelfde voorwaarden als voor de gemeenteraad (zie art. 4 tem. 6 van dit reglement). De raadsleden kunnen, zonder stemrecht, de vergaderingen van de commissies waarvan zij geen deel uitmaken, bijwonen. De leden van het college en de algemeen directeur kunnen als waarnemend lid de gemeenteraadscommissievergaderingen bijwonen.
§ 11. Vooraleer aan vergaderingen deel te nemen, tekenen de leden van elke gemeenteraadscommissie een aanwezigheidslijst, die aan de algemeen directeur wordt bezorgd.
Artikel 38.
Alle leden van de gemeenteraadscommissie zijn stemgerechtigd, met uitsluiting van de waarnemende leden, de krachtens art. 37, §2 aangestelde voorzitter, de deskundigen en de eventuele belanghebbenden. De leden van de commissies stemmen, zoals in de gemeenteraad, nooit geheim, behalve in de gevallen zoals in art. 27, §4 van dit reglement.
Artikel 39.
Het ambt van secretaris van elke raadscommissie wordt waargenomen door één of meer personeelsleden van de gemeente, op voorstel van de algemeen directeur, aangewezen door het college van burgemeester en schepenen. Een afschrift van het verslag wordt via e-notulen verzonden aan ieder commissielid en aan elke fractieleider.
II. REGELGEVING
Waterbeleidsnota 2020-2025
Stroomgebiedbeheerplannen 2016-2021
Ruimtelijk Structuurplan en Beleidsplan Ruimte Vlaanderen
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)
Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV)
Vlaams klimaatadaptatieplan 2013-2020
Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021-2030 en Vlaamse Klimaatstrategie 2050
Wet op de onbevaarbare waterlopen
VLAREM II
Blue Deal
Lokaal Energie- en Klimaatpact
Code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen (CVGP) en ‘Leidraad bronmaatregelen’
Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater (GSV)
Watertertoets
Signaalgebieden – Watergevoelig openruimtegebied
III. VOORGAANDE BESLISSINGEN
Tegen eind 2024 moeten Vlaamse gemeenten over een hemelwater- en droogteplan (HWDP) beschikken wanneer ze een beroep willen doen op watergerelateerde subsidies.
Aquafin is de partner bij de ontwikkeling van een langetermijnvisie over de regenwaterinfrastructuur en de bronmaatregelen die nodig zijn om het regenwater vast te houden, te hergebruiken en te infiltreren.
Via de opmaak van een hemelwater- en droogteplan wordt er vorm gegeven aan de integrale, gedragen en gebiedsdekkende visie op het hele watersysteem in de gemeente. Enkel door het watersysteem in zijn totaliteit te bekijken (grondwater, oppervlaktewater en hemelwater) en dit met alle betrokken partners, zal immers op een doordachte manier wateroverlast en waterschaarste kunnen aangepakt worden. Met een gebiedsdekkende visie bekomt men een gebiedsdekkende blik op de gemeente. De vertaling van de visie in maatregelen op het terrein zal leiden tot het finaal en belangrijkste doel: het uitbouwen van een watersysteem dat weerbaar is tegen de gevolgen van de klimaatverandering en zo bijdraagt aan een klimaatrobuuste en leefbare omgeving.
Het college van burgemeester en schepenen wenst het ontwerp hemelwater en droogteplan voor te stellen aan de leden van de commissie. Schepen Kirsten HOEFS licht toe waarom het het hemelwater- en droogteplan nog dit jaar moet worden goedgekeurd door de gemeenteraad. Om verder recht te hebben op subsidies voor rioleringsprojecten is het noodzakelijk dat het gemeentebestuur voor eind 2024 over een goedgekeurd hemelwater- en droogteplan beschikt.
Het ontwerp hemelwater- en droogteplan wordt aan de hand van een powerpointpresentatie toegelicht door Peter BROSENS, studieverantwoordelijke Hemelwaterplannen bij AQUAFIN nv.
Het HWDP biedt kapstokken die worden aangereikt bij ontwerp van wegenis- of omgevingswerken.
Voor de opmaak van dit plan is er een omgevingsanalyse uitgevoerd. Hierbij wordt vastgesteld dat de meeste waterlopen in de eigen gemeente ontspringen. Door het redelijke reliëf zijn er ook veel percelen sterk erosiegevoelig. Er wordt ook gesteld dat er een redelijke goede infiltreerbaarheid is. Het hoger gelegen zuidelijke deel van de gemeente heeft voornamelijk een leembodem en het lager gelegen noordelijk is eerder voorzien van een zandleembodem. Beide bodems zijn echter ook wel redelijk gevoelig voor droogte.
De overstromingsgevoeligheid van de gemeente is voornamelijk te wijten aan pluviale overstromingen, dus eerder door intense regenval op korte tijd.
Het plan is opgemaakt volgens de principes van de ladder van Lansink. Hierbij wordt er ook gesteld dat buien die jaarlijks één of tweemaal voorkomen volledig moeten kunnen infiltreren ter plaatse. Buien met een terugkeerperiode van 20 jaar moeten volledig verwerkt kunnen worden door infiltratie, buffering en afvoer. Buien met een langere terugkeerperiode moeten kunnen opgevangen worden door specifieke plaatsen gecontroleerd te laten overstromen. Dit laatste kan op verschillende plaatsen: van de straat (tussen de boordstenen) tot een berm of een weiland.
Het plan bevat enkele generieke maatregelen voor het volledige grondgebied, maar ook een detailvisie per afstroomgebied. Hierbij wordt telkens rekening gehouden met het infiltratiepotentieel en worden typestraten voorgesteld: dit kan gaan van een infiltratiestraat naar een retentiestraat tot een watervoerende straat. Hier wordt gebruik gemaakt van de watersysteemkaart die voornamelijk reliëfgebaseerd is.
Met de uitrol van dit plan streven we er naar om afstroom van water ten allen tijde te vermijden. Waar het kan en wanneer het kan moet het hemelwater zoveel mogelijk lokaal gehouden worden. Hierdoor wordt er getracht om wateroverlast te vermijden, de grondwatertafel te voeden als duurzame buffer tegen droogte, bodemerosie tegen te gaan en waterreserves uit te bouwen voor gebruik in landbouwsector of gemeentediensten.
De deelgebieden van de Kelkebeek en Tangebeek worden meer in detail toegelicht ter illustratie. De overige deelgebieden zijn gelijkaardig opgebouwd.
Er is nog een actielijst alsook een niet-technische samenvatting in opmaak. Op de actielijst moet nog wel een prioritering toegepast worden. Op 28 november '24 zal dit plan ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
Burgemeester Bart LAEREMANS vraagt naar de ligging en de aansluiting van de voorgestelde nieuwe buffergrachten, onder andere te hoogte van het bedrijventerrein ter hoogte van de Oude Baan. De heer Peter BROSENS antwoordt dat grachten bij voorkeur dienen om water tijdelijk te bufferen en langzaam te laten infiltreren in de bodem. Sporadisch kunnen er wel aansluitingen met beken gemaakt worden om afvoer te verzekeren indien noodzakelijk.
Raadslid Eddie BOELENS vraagt of de prioritering van de actielijst ook wordt voorgelegd op de gemeenteraad van november en stelt dat voorstellen eerst moeten afgetoetst worden bij de bevolking. De actielijst wordt pas in de loop van deze week overgemaakt aan het bestuur en moet als richtinggevend aanschouwd worden. Deze actielijst is ook niet bindend en zal niet op straatniveau inzoomen. Zodra de lijst klaar is zal deze ook gedeeld worden met de stakeholders.
Raadslid Eddie BOELENS stelt dat Strombeek sterk verhard is en vraagt hoe men de resterende onverharde stukken zal vrijwaren. Schepen Kirsten HOEFS antwoordt dat de stedenbouwkundige verordening hier al op inspeelt, maar ook aan een update toe is die misschien nog wat strenger wordt. Deze verordening is ook gekoppeld aan vergunningsplichtige projecten en er wordt vastgesteld dat er veel wordt gebouwd of verhard zonder dat er vergunningen worden aangevraagd. Bijkomstig wordt er nog gesteld dat de gemeente hier ook wel een voorbeeldfunctie heeft en dat er ook nog veel moet gesensibiliseerd worden naar de bevolking. Er zijn met dit plan ook veel raakvlakken naar de onthardingsstudie. De uitdaging zal er in bestaan om alle verschillende plannen (klimaat, mobiliteit, ontharding, hemelwater, etc) over elkaar te leggen.
Raadslid Gilbert GOOSSENS vraagt naar het prijskaartje om al deze maatregelen te realiseren. De heer Peter BROSENS antwoordt dat dit een visie betreft op lange termijn. Er moet gezocht worden naar koppelkansen. Als er werken uitgevoerd worden kan er wel een bepaald deeltje van dit plan meegenomen worden om verder uit te werken. Het is ook niet gezegd dat elke maatregel veel moet kosten. Een kiezelberm 10 cm afgraven en vergroenen kan een grote impact hebben en is geen dure ingreep.
Raadslid Gilbert GOOSSENS stelt dat veel zaken dan moeten terug geschroefd worden in de tijd. Langsheen de velden en de akkers waren er vroeger veel grachtjes en beekjes. Wil je die dan allemaal terug opzoeken en openen? De heer Peter BROSENS antwoordt dat dit inderdaad een goede zaak zou zijn.
Raadslid Gilbert GOOSSENS stelt ook dat de voorgestelde grachtconstructies met knijpopening nood hebben aan onderhoud. De heer Peter BROSENS bevestigd dat onderhoud inderdaad noodzakelijk is.
Raadslid Gilbert GOOSSENS stelt dat er vroeger in een waterziek gebied werd toegelaten dat er gebouwd werd en dat hier nu een overstromingsproblematiek gekend is. Schepen Kirsten HOEFS repliceert dat ten tijde van de opmaak van het gewestplan in de jaren zeventig nog niet hetzelfde bewustzijn was zoals nu. Niets doen zal ook onbetaalbaar zijn wegens de grote schade. Het feit dat we nu geld moeten spenderen om oplossingen te zoeken hebben we aan onszelf te danken.
Burgemeester Bart LAEREMANS vraagt of er voorbeelden gekend zijn van landbouwers die zelf grachtjes aanleggen of dat er subsidies voor toegekend zijn. De heer Peter BROSENS antwoordt dat er wel wat zaken kunnen aangelegd worden in het kader van erosiebestrijding, waar dan wel subsidies voor kunnen toegekend worden.
Raadslid Gilbert GOOSSENS stelt dat hij veel terreinen heeft zien ophogen en grachtjes heeft zien verdwijnen. De heer Peter BROSENS stelt dat terreinverhogingen in principe niet toegelaten zijn.
Raadslid Koen DEHAENE meldt dat een aantal locaties in Grimbergen gekend zijn als 'makkelijk overstroombaar' en stelt de vraag of dit de gebieden zijn waar prioriteit zal gegeven worden aan versneld afvoeren van water of zullen er eerst maatregelen getroffen worden in hoger gelegen gebied. De heer Peter BROSENS antwoordt dat vooral ingezet wordt op bronmaatregelen. Altijd best te beginnen bij de bron. Indien de bron over de gemeentegrens zit, zoals bij de Maalbeekvallei, kan best ook met de buurgemeente(n) overleg gepleegd worden.
Raadslid Eddie BOELENS geeft aan dat dit al vaak gebeurd is voor de Maalbeekvallei. Er is een goede samenwerking van bron tot kanaal. Er is nog wel veel werk te doen, zeker wat betreft infiltratie en erosie. De heer Peter BROSENS repliceert dat de prioritaire zones zo hoog mogelijk stroomopwaarts liggen.
Raadslid Gilbert GOOSSENS stelt nog dat warmtepompen veel water oppompen uit diep gelegen waterlagen. Raadslid Eddie BOELENS reageert dat er geen water maar warmte onttrokken wordt uit die waterlagen.
De voorzitter dankt Aquafin voor de toelichting en sluit de vergadering.
Artikel 1.
Kennis te nemen van het ontwerp inzake hemelwater-en droogteplan, als bijlage gevoegd, en verwijst voor de bespreking ervan naar de inhoudelijk verantwoording.
Art. 2.
Kennis te nemen dat het plan geagendeerd zal worden op de gemeenteraad.
Peter BROSENS, studieverantwoordelijke hemelwaterplannen Aquafin en Aki JUNGBLUTH, studieverantwoordelijke hemelwaterplannen Aquafin zijn aanwezig voor technische toelichting op deze commissie.
De voorzitter sluit de zitting op 21/10/2024 om 21:10.
Namens GEMEENTERAADSCOMMISSIE INFRASTRUCTUUR,
Mark BIESEMAN
waarnemend secretaris gemeenteraadscommissie infrastructuur
Katleen ORINX
voorzitter gemeenteraadscommissie infrastructuur