Terug
Gepubliceerd op 24/11/2023

Besluit  GEMEENTERAAD

do 26/10/2023 - 19:00

Schadeclaim ingevolge van COVID-19 voor de afkoppelingswerken in Strombeek fase: dading - Goedkeuring

Aanwezig: Peter PLESSERS, voorzitter gemeenteraad
Bart LAEREMANS, burgemeester
Jelle DE WILDE, Kirsten HOEFS, Chantal LAUWERS, Trui OLBRECHTS, Philip ROOSEN, Karlijne VAN BREE, Jean-Paul WINDELEN, schepenen
Manon BAS, Eddie BOELENS, William DE BOECK, Caroline DENIL, Linda DE PREE, Jean DEWIT, Isabel GAISBAUER, Tom GAUDAEN, Gilbert GOOSSENS, Brigitte JANSSENS, Katleen ORINX, Luk RAEKELBOOM, Patricia SEGERS, Chris SELLESLAGH, Vincent VAN ACHTER, Gerlant VAN BERLAER, Rudi VAN HOVE, Yves VERBERCK, Karin VERTONGEN, Patrick VERTONGEN, Elke WOUTERS, gemeenteraadsleden
Muriel VAN SCHEL, algemeen directeur
Verontschuldigd: Katrien LE ROY, Karima MOKHTAR, Bart VAN HUMBEECK, gemeenteraadsleden

De gemeenteraad keurt een dading goed.

De volgende bepalingen zijn van toepassing inzake de bevoegdheid:

Artikel 41, tweede lid, 17° van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (DLB):

De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:

17° het aangaan van andere dadingen dan dadingen met personeelsleden naar aanleiding van een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben.

De beslissing wordt genomen op grond van:

Algemeen:

Artikel 2 van het Ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

 

M.b.t. de procedure:

  • Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 14 april 2020 waarin kennis genomen werd van de brieven die het bestuur ontving van verschillende firma's in verband met de impact op de werven door de Covid 19 pandemie (dossierstuk 1).

  • Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 15 maart 2021 waarin kennis genomen werd van de brief van BESIX van 2 maart 2021. Dit dossier over te maken aan de dienst Aankoop en Facility om te onderzoeken in welke mate betaling verplicht is op basis van het bestek en de concrete beslissingen op het terrein alsook het standpunt van Aquafin op te vragen. In afwachting van dit onderzoek een aangetekend schrijven door de dienst Overheidsopdrachten te richten aan BESIX, waarbij de gemeente een voorbehoud maakt voor de betaling van deze kosten en het dossier zal onderzoeken (dossierstuk 2).

  • Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 14 juni 2021 waarin kennis genomen werd van de stand van zaken omtrent de door Besix ingediende schadeclaim inzake Strombeek Afkoppelingen fase 1 - projectnr 22.254 - Lot 1- van 5 maart 2021 en van de vraag tot wijziging van de prijsherzieningsclausule van 21 maart 2021 en waarbij kennis genomen werd van het antwoord van de gemeente van 29 maart 2021 op de aangetekende zendingen van Besix (dossierstuk 3).

  • Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 5 juli 2021 waarbij kennis genomen werd van het juridisch advies dat werd aangevraagd in verband met de aangetekende brieven van BESIX betreffende de schadeclaim COVID-19 en waarin het standpunt werd ingenomen om op basis van dit advies de schadeclaim te verwerpen. Er werd beslist het juridisch advies met betrekking tot de vraag tot wijziging van de prijsherzieningsformule van de firma Besix van 16 juni 2020 en 18 maart 2021 af te wachten alvorens hierover een beslissing te nemen en deze afzonderlijk van de schadeclaim te behandelen (dossierstuk 4).

  • Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 4 oktober 2021 waarbij kennis genomen werd van het juridisch advies inzake de vraag tot wijziging van de prijsherzieningsclausule van de firma Besix en waarin beslist werd niet in te gaan op de door de firma Besix ingediende aanvraag tot herziening van de prijsherzieningsformule / index om volgende redenen (dossierstuk 5): 

    • Besix toont niet of onvoldoende aan dat de prijsherzieningsformule gebrekkig zou zijn. Bovendien heeft Besix met het indienen van een offerte zonder voorbehoud hieromtrent de prijsherzieningsformule, met inbegrip van de ‘oude’ I-index, aanvaard.

    • Besix heeft niet binnen de termijn van 90 dagen, volgend op de betekening het proces-verbaal van voorlopige oplevering, een becijferd gerechtvaardigd verzoek ingediend.

  • Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 31 januari 2022 waarbij kennis genomen werd van het juridisch advies met betrekking tot het nemen van een gezamenlijk standpunt van beide bouwheren in verband met de schadeclaim en vraag aanpassing prijsherzieningsformule van BESIX inzake Strombeek Afkoppelingen fase 1 - projectnr 22.254 - Lot 1- van 21 maart 2021 en werd beslist om niet in te gaan op de schadeclaim en op de vraag tot wijziging van de prijsherzieningsformule. Er werd eveneens kennis genomen van de brieven die Aquafin naar Besix heeft verstuurd waaruit blijkt dat Aquafin niet ingaat op de vraag tot schadevergoeding noch op de herziening van de prijsherzieningsformule (dossierstuk 6).

  • Het besluit van het college van burgemeester van 4 april 2022 waarin kennis werd genomen van de stand van zaken van de ingediende schadeclaim ingevolge van COVID-19 voor de afkoppelingswerken in Strombeek fase 1 en waarbij goedkeuring gegeven werd om het officieel standpunt van Aquafin (als mede-opdrachtgever) op te vragen (dossierstuk 7).

  • Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 2 oktober 2023 waarbij kennis werd genomen van het officieel standpunt van Aquafin in verband met de dading voor de ingediende schadeclaims ingevolge van COVID-19 voor de opdracht voor afkoppelingswerken in Strombeek fase 1 en waarin beslist werd de goedkeuring van de dading voor te leggen aan de gemeenteraad (dossierstuk 8). 


Bijlagen:

  • Brief van 18 maart 2020 van Besix waarbij zij duiden op de mogelijke gevolgen voor de verdere uitvoering van de opdracht in het kader van Covid 19 (bijlage 1).

  • Brief van het bestuur van 16 april 2020 waarin gesteld werd niet te kunnen ingaan op de vraag van Besix om rekening te houden met eventuele bijkomende kosten, noch met de eventuele aanpassing van de uitvoeringstermijnen voor deze opdracht ingevolge van Covid 19 en om de uitkomst van het sectoraal akkoord af te wachten (bijlage 2) .

  • Kopie van de brief van Besix aan Aquafin van 16 juni 2020 waarin zij melding maken van de inadequate prijsherzieningsformule en waarin zij verzoeken tot uitstel van toepassing van de prijsherzieningsformule en hierover in overleg te gaan (bijlage 3).

  • Brief van 2 maart 2021 van Besix waarin zij de becijferde berekening van de geleden schade ingevolge van Covid 19 en de bijhorende schuldvordering aan het bestuur overmaken (bijlage 4).

  • Brief van 18 maart 2021 van Besix waarin zij vragen om de nieuwe materiaalindex "index I 2021" toe te passen voor deze opdracht en waarin zij het bestuur een becijfering bezorgen van deze index op de vorderingsstaten (bijlage 5) .

  • Brief van het bestuur van 29 maart 2021 van de ontvangstmelding van de schuldvordering en de berekening van de geleden schade door Besix (bijlage 6).

  • Brief van het bestuur van 8 juli 2021 aan Aquafin - standpuntbepaling schadeclaim (bijlage 7).

  • Brief van het bestuur van 17 februari 2022 waarin het bestuur de schadeclaims van Besix verwerpt (bijlage 8).

  • Brief van Besix van 16 maart 2022 waarin Besix aangeeft niet akkoord te zijn met de motivering voor verwerping van de schadeclaims (bijlage 9).

  • E-mail van Aquafin van 20 september 2023 waarin zij standpunt innemen betreffende de regeling tot dading die zij aanvaarden in verband met de Covid-19 schadeclaim van Besix voor de opdracht voor de afkoppelingswerken in Strombeek fase 1 en waarbij zij het akkoord van de gemeente Grimbergen vragen voor het aandeel van de gemeente ten bedrage van € 10.841,70 (bijlage 10).

  • Dadingsvoorstel van 18 september 2023, opgemaakt door Aquafin (bijlage 11).


Juridische nota's:

  • Juridische nota van GD&A advocaten van 7 juni 2021 in verband met de door de firma Besix ingediende schadeclaim (Advies 1).

  • Juridische nota van GD&A advocaten van 27 juli 2021 in verband met de door de firma Besix gevraagde toepassing van de nieuwe materiaalindex (Advies 2).

  • juridisch advies overgemaakt per e-mail op 10 december 2021 met betrekking tot het nemen van een gezamenlijk standpunt van beide bouwheren in verband met de schadeclaim (Advies 3).

De beslissing houdt rekening met volgende adviezen:

/

De beslissing kent volgende inhoudelijke verantwoording:

Korte historiek

Het bestuur ontving een schuldvordering van de firma Besix inzake Strombeek Afkoppelingen fase 1 (COVID-19).


Schadeclaim Besix

Op 15 maart 2021 nam het college van burgmeester en schepenen kennis van volgende schadeclaim van BESIX ingevolge van COVID-19 bij de uitvoering van de opdracht voor afkoppelingswerken in Strombeek (fase 1):

  • aandeel Aquafin   75,30 %      210.324,55 euro;
  • aandeel gemeente 24,70 %       68.990,92 euro.

 

Deze schadeclaim werd op 31 januari 2022 door het bestuur verworpen omwille van:

  • Het niet voldoen aan de gestelde indieningsvoorwaarden en
  • Het niet voldoen aan de toepassingsvoorwaarden (conform art. 38/9 KB uitvoering).

Op 16 maart 2022 ontving het bestuur een brief van de firma Besix waarin zij aangeven niet akkoord te gaan met de beslissing van het bestuur.


Vraag tot prijsherziening van Besix

Op 18 maart 2021 ontving het bestuur de vraag van de firma Besix om de gebrekkige prijsherzieningsformule recht te zetten voor de opdracht Strombeek afkoppelingswerken (fase 1).

Op 31 januari 2022 besliste het college van burgemeester en schepenen om niet in te gaan op deze vraag omwille van het niet voldoen aan de indieningsvoorwaarden.

 

Minnelijke regeling

Op 18 september 2023 ontving het bestuur een schrijven van Aquafin (Bijlage 1 + 2) waarin zij aangeven dat er intussen een minnelijke regeling werd uitgewerkt m.b.t. COVID die door Aquafin is bekomen in overleg met Vlawebo en Bouwunie en welke enkel van toepassing is op het aandeel van Aquafin conform de modaliteiten zoals hieronder bepaald:

  • Het betreft een allesomvattende procentuele vergoeding. De opdrachtnemer doet dus afstand van enige andere (schade)vergoedingen (incl. vertragingen, rendementsverliezen, verwijlintresten,..) met betrekking tot de Covid-pandemie voor de betrokken projecten.

  • De regeling wordt niet herzien bij eventuele toekomstige wetgeving of andere algemene regelingen. 

  • Afhankelijk van de tijdspanne en de inhoud van het bestek, gelden de volgende modaliteiten:

    1. Bij projecten die aanbesteed waren voor 18/3/2020 of nog in uitvoering waren na 18/3/2020, is bewijs van een tijdige schriftelijke melding van de opdrachtnemer noodzakelijk. Aquafin zal vrijwillig afstand doen van de andere vereisten zoals voorzien in de wetgeving overheidsopdrachten omtrent onvoorzienbare omstandigheden (zoals de vereiste van een minimum waarde van belangrijk nadeel en de vereiste dat er een detailberekening binnen de 90 kalenderdagen na voorlopige oplevering dient te zijn ingediend).
    2. Projecten waarbij in het bestek een bepaling werd opgenomen dat er geen rekening diende gehouden te worden met Covid bij de inschrijving. 
    3. Bij projecten waarbij in bestek is opgenomen dat er dient rekening gehouden te worden met Covid bij de inschrijving. 
    4. Voor projecten met aanbesteding na 18 maart 2020 en die niet onder bovenstaande punten 2 of 3 vallen is een bewijs van een schriftelijke melding van de opdrachtnemer noodzakelijk.
  • Er wordt een vergoeding betaald van 1,8% op de vorderingsstaten ten laste van Aquafin, incl. herziening, excl. btw. Voor werken in uitvoering van 18 maart 2020 tem. september 2021 (voor de vorderingsstaat van maart 2020 wordt er gerekend met 13/31e van het bedrag) en op basis van het bedrag zoals goedgekeurd conform proces-verbaal van verificatie.

  • De projecten per opdrachtnemer worden in 1 pakket behandeld. Er wordt een regeling getroffen per opdrachtnemer waarin alle projecten van die opdrachtnemer globaal bekeken en afgehandeld worden. De dadingen worden slechts ondertekend na akkoord voor alle projecten. Er zal evenwel een dading worden afgesloten per project. Een opdrachtnemer kan in het kader van dit globaal pakket voor alle projecten voor één of meerdere projecten een claim indienen op basis van een eigen becijfering, indien de opdrachtnemer niet akkoord kan gaan met de globale regeling. Aquafin zal ook in zo’n geval pas akkoord geven voor de projecten onder de regeling van 1,8% na akkoord over alle projecten. Indien Aquafin en de opdrachtnemer niet tot een akkoord komen voor alle projecten, herneemt Aquafin alle mogelijke rechten en zal Aquafin de COVID-vordering betwisten. Voor de projecten waar Aquafin bouwheer is, vraagt Aquafin eveneens het akkoord aan eventuele klanten en medeopdrachtgevers om mee te stappen in de dading.

 

Voorstel tot dading

In het kader hiervan bezorgde Aquafin het bestuur de gevorderde bedragen per opdrachtgever en een voorstel tot dading ter sluiting van alle rekeningen, zijnde:

  • Voor Aquafin: € 32.715,08;

  • Voor de gemeente: € 10.841,71.

 

Aquafin vraagt nu of gemeente Grimbergen deze dading kan aanvaarden. Indien de gemeente niet akkoord gaat, vragen zij naar het standpunt van het bestuur voor de verdere afhandeling van de claims.

Ontwerp van dadingsovereenkomst


DADING AANGAANDE PROJECT “Afkoppeling Strombeek – fase 1"

 

TUSSEN:

BESIX Infra NV, met maatschappelijke zetel te Steenwinkelstraat 640, 2627 Schelle, geregistreerd in het rechtspersonenregister van Ondernemingsrechtbank Antwerpen, Afdeling Antwerpen onder het ondernemingsnummer in de Kruispuntbank der Ondernemingen 0406.922.918

hierna opdrachtnemer genoemd

vertegenwoordigd door ir. Bart Verhulst, gedelegeerd bestuurder die verklaart voldoende te zijn gemachtigd;

 

EN

 

De NV AQUAFIN, met zetel te 2630 Aartselaar, Dijkstraat 8, geregistreerd in het rechtspersonenregister van Antwerpen onder het ondernemingsnummer in de Kruispuntbank der Ondernemingen 0440.691.388

Hierna AQUAFIN genoemd

vertegenwoordigd door de Geert Van Aerschot, Project Manager  en de heer Danny Baeten, Directeur Projectmanagement, die verklaren

voldoende te zijn gemachtigd;

 

EN

 

De Gemeente Grimbergen, met maatschappelijke zetel te Prinsenstraat 3, 1850 Grimbergen, geregistreerd in het rechtspersonenregister van Rechtspersonenregister in te vullen onder het ondernemingsnummer in de Kruispuntbank der Ondernemingen 0207.508.536

hierna opdrachtnemer genoemd

vertegenwoordigd door de mevrouw Muriel Van Schel, Algemeen Directeur en Bart Laeremans, Burgemeester  die verklaren voldoende te zijn gemachtigd;

 

De partijen vermeld onder punten (1) tot en met (3) hierboven worden elk hierna afzonderlijk een "Partij" en gezamenlijk de "Partijen" genoemd.


I. BEKNOPTE SAMENVATTING VAN DE FEITELIJKE VOORGAANDEN

1. Aquafin NV sloot met schrijven van 16/10/2017  het aannemingscontract (overheidsopdracht) “Project 22.254 Afkoppeling Strombeek – fase 1” met BESIX Infra NV door middel van een openbare procedure (hierna genoemd: “de Opdracht”).

2. BESIX Infra NV  heeft de haar toevertrouwde werken aangevat op 19/02/2018

3. Tijdens de uitvoering van de opdrachten, was er een wereldwijde COVID19-pandemie uitgebroken en dienden de diverse bevoegde overheden vanaf 18 maart 2020 talrijke overheidsmaatregelen te treffen in het kader van de bestrijding van de COVID-19 pandemie.  

4. De impact van de wereldwijde COVID-19-pandemie en de diverse overheidsmaatregelen om de pandemie in te dijken, konden voor sommige overheidsopdrachten beschouwd worden als een uitzonderlijke onvoorzienbare omstandigheid zowel in hoofde van de opdrachtgevers alsook in hoofde van de opdrachtnemers.

5. Daar de aanbesteding van deze Opdracht dateert van vóór 18/03/2020, kon de opdrachtnemer onmogelijk rekening hebben gehouden met de COVID-19 pandemie maatregelen en de impact hiervan. Hetzelfde geldt evenzeer voor de opdrachtgevers voor wat de opmaak van de opdrachtdocumenten betreft. De opdrachtnemer heeft tijdens de uitvoering een melding gedaan dat de opdrachtnemer een nadeel ondervindt ten gevolge van de COVID-19 pandemie.

6. De opdrachtnemer meent op basis van de reglementering betreffende de overheidsopdrachten, aanspraak te kunnen maken op een (schade)vergoeding voor de impact van COVID-19 en talrijke overheidsmaatregelen vanaf 18 maart 2020 in het kader van de bestrijding van de COVID-19 pandemie.

7. De opdrachtgevers betwisten dat een opdrachtnemer recht zou kunnen hebben op een (schade)vergoeding voor de gevolgen van de COVID-19-pandemie en de hiervoor vermelde overheidsmaatregelen op grond van de reglementering betreffende de overheidsopdrachten gelet op onder meer de uitzonderlijke onvoorzienbare omstandigheden die noch de opdrachtnemer, noch de opdrachtgevers konden voorzien en die meer bepaald voortkomen uit de talrijke overheidsmaatregelen.

8. In ondergeschikte orde menen de opdrachtgevers  dat er daarenboven geen duidelijke regels voor handen zijn die een evaluatie, begroting of beoordeling voor deze uitzonderlijke onvoorzienbare omstandigheden mogelijk maken.

9. De bevoegde overheden hebben tot op heden geen wetgeving uitgevaardigd die de gevolgen van deze pandemie voor overheidsopdrachten globaal regelt.

10. Er bleef dus tussen de Partijen een ernstige betwisting bestaan over de door de opdrachtnemer gevraagde (schade)vergoeding voor de impact van COVID-19 en talrijke overheidsmaatregelen vanaf 18 maart 2020 in het kader van de bestrijding van de COVID-19 pandemie met betrekking tot de uitgevoerde werken in dit project.

Voorgaande feiten zoals vermeld onder randnummers 1-10 vormen het “Geschil”.

11. Na onderhandelingen, hebben de Partijen besloten om een algehele minnelijke regeling van het Geschil te treffen en dit omwille van louter commerciële redenen en proceseconomische redenen. Op heden wensen de Partijen de onderhavige dading in de zin van het artikel 2044 e.v. oud Burgerlijk Wetboek (hierna genoemd de “Dading”) te sluiten teneinde, overeenkomstig de bepalingen van deze Dading en tenzij hieronder uitdrukkelijk anders bepaald, op definitieve, onherroepelijke en onvoorwaardelijke wijze en tot slot van alle rekeningen, het Geschil dat tussen hen is gerezen te beslechten en definitief te beëindigen op een wijze alsof er nooit een geschil is geweest.

 

WORDT TUSSEN PARTIJEN BIJ WIJZE VAN DADING OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:

ARTIKEL 1 – INTERPRETATIE EN DEFINITIES

1.1. De hoofdingen in deze Dading zijn enkel bedoeld om de leesbaarheid te vergemakkelijken. Zij definiëren of beperken geenszins de draagwijdte of de inhoud van de bepalingen waarop zij betrekking hebben en er mag geen enkele interpretatieve waarde worden aan verleend.

1.2.      In het meervoud gedefinieerde begrippen omvatten ook het enkelvoud en omgekeerd.


ARTIKEL 2 – VOORWERP VAN DE DADING

2.1. Onder de voorwaarden en overeenkomstig de modaliteiten van de Dading wensen de Partijen bij wijze van dading het Geschil dat tussen hen is gerezen te beslechten en definitief te beëindigen en dit omwille van louter commerciële en proceseconomische redenen. 

2.2.      De Partijen verbinden zich tot slot van alle rekeningen tot het volgende:

(i) In concretisering van artikel 38/9 van het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en zoals berekend conform tabel in bijlage 1, betaalt AQUAFIN aan de opdrachtnemer een forfaitair bedrag van 32.715,08, en betaalt Gemeente Grimbergen  aan de opdrachtnemer een forfaitair bedrag van € 10.841,71


(ii) De opdrachtnemer verbindt zich er toe om in het kader van dit project geen enige andere – bijkomende - (schade)vergoeding en/of termijnverlenging welke direct, indirect, deels of volledig betrekking heeft op de impact van de COVID-19 pandemie en/of talrijke overheidsmaatregelen vanaf 18 maart 2020 in het kader van de bestrijding van de COVID-19 pandemie, bij de opdrachtgevers te vorderen (zoals onder meer rendementsverliezen ten gevolge van vertraagde levering van materialen).

2.3. Door ondertekening van de Dading doen de Partijen ten aanzien van elkaar onherroepelijk, uitdrukkelijk en definitief afstand van alle mogelijke rechten, huidige en toekomstige eisen, gerechtelijke of buitengerechtelijke rechtsvorderingen van welke aard ook met betrekking tot het hoger weergegeven Geschil. Daaronder wordt onder meer begrepen de interesten.   

2.4. Deze regeling kan door geen van de partijen ingeroepen worden als precedent voor andere - zowel voor reeds uitgevoerde en in uitvoering zijnde als toekomstige - projecten ( overheidsopdrachten).


ARTIKEL 3 

3.1.  Elke Partij verbindt zich om onderhavige Dading te goeder trouw en zonder voorbehoud uit te voeren en Partijen komen overeen dat ingeval één der Partijen in gebreke zou blijven de door haar bij onderhavige overeenkomst aangegane verbintenissen na te komen, de andere Partij gerechtigd zal zijn de uitvoering van deze overeenkomst te vorderen evenals de vergoeding van alle gebeurlijk daardoor geleden schade.

3.2. De Partijen erkennen onderling en wederkerig toegevingen te hebben gedaan, zo ook dat zij de Dading te goeder trouw en zonder voorbehoud hebben aangegaan. De Partijen verklaren en bevestigen tevens dat, bij correcte uitvoering, de Dading onherroepelijk is en definitief een einde stelt aan het Geschil, zo ook toekomstige geschillen voorkomt die hun oorsprong vinden, dan wel zouden kunnen vinden in de kwestie van de betwisting waarvan hoger sprake. 

3.3.  De Dading vernietigt en vervangt bijgevolg elke vroegere mondelinge en/of schriftelijke overeenkomst, dading of verbintenis dienaangaande. De Partijen zijn het er derhalve over eens dat de dading alle gevolgen, zowel de tegenwoordige, de toekomstige, de bekende als de onbekende, definitief regelt en tot hun voldoening een einde stelt aan het Geschil.

3.4.  De Partijen beschouwen en aanvaarden alle bedingen die deel uitmaken van de Dading als duidelijk en begrijpelijk, zo ook als evenwichtig en voldoende bepaald, dan wel voldoende bepaalbaar qua voorwerp. De Partijen bevestigen tevens dat de tekst van dezelfde bedingen hun bedoeling correct weergeeft, hetgeen evenzeer betekent dat er geen discrepantie bestaat tussen hun werkelijke wil en de in de dading uitgedrukte wil


ARTIKEL 4 - DADING

4.1. De Dading geldt als dading in de zin van het artikel 2044 e.v. oud Burgerlijk Wetboek aangaande de wederzijdse huidige en toekomstige vorderingen van Partijen met betrekking tot het Geschil.

4.2. De Partijen verklaren afstand te doen van hun mogelijkheid om zich te beroepen op vergissingen in rechte of feitelijke vergissingen en op ieder verzuim betreffende het bestaan, de aard of de uitgebreidheid van hun rechten. De Partijen erkennen uitdrukkelijk dat zij volledige kennis en besef van alle feitelijke elementen van alle actuele of potentiële betwistingen hebben en dat zij in geen geval dwaling in rechte of in feite bij het afsluiten van deze Dading zullen inroepen.

4.3. Na ondertekening van onderhavige Dading kunnen Partijen in geen geval de ontbinding van de Dading vragen. Niettemin kan de Dading vernietigd worden, in de gevallen waarin bedrog of geweld heeft plaatsgehad.


ARTIKEL 5 – ALGEMENE BEPALINGEN

5.1.      Vertrouwelijkheid 

5.1.1. Elke Partij verbindt zich er onherroepelijk toe om deze Dading als absoluut vertrouwelijk te beschouwen en te behandelen.

5.1.2. Geen van de Partijen kan of mag op enige wijze gebruik maken van deze Dading, noch deze onder welke omstandigheden dan ook meedelen aan enige derde, behalve:

(i)         met het oog op de uitvoering ervan;

(ii)        in de hypothese waarin een Partij wettelijk of contractueel verplicht is de Dading in haar geheel of gedeeltelijk bekend te maken (met inbegrip van de situatie waarbij de commissaris of bedrijfsrevisor van een van de Partijen hierom verzoekt);

(iii)       mits voorafgaandelijke en schriftelijke toestemming van de andere Partij; of

(iv)       in het kader van een gerechtelijke of arbitrale procedure.

5.2.      Volledigheid

5.2.1. De Dading bevat alle afspraken en overeenkomsten tussen de Partijen met betrekking tot hun respectievelijke rechten en verplichtingen met betrekking tot het tussen Partijen bestaande Geschil.

5.2.2. De Dading vervangt alle eerdere mondelinge en/of schriftelijke verklaringen of afspraken en alle overeenkomsten tussen Partijen dienaangaande.

5.3.      Kosten

5.3.1. Elke Partij draagt zelf de kosten die zij heeft gemaakt voor de vrijwaring van haar rechten en vorderingen die het voorwerp van huidige Dading uitmaken en voor de totstandkoming en uitvoering van huidige Dading. In dit kader verklaren en erkennen Partijen dat elke Partij zijn eigen advocatenkosten draagt, alsook kosten voor elke andere interne en externe bijstand (waaronder doch niet beperkt tot eventuele technische bijstand).

5.4.      Ondertekeningsbevoegdheid – Rechtsgevolgen Dading

5.4.1. Iedere Partij die onderhavige Dading ondertekent, erkent en waarborgt dat hij over de vereiste bevoegdheid in rechte beschikt om de Dading te ondertekenen voor de Partij die hij vertegenwoordigt. 

5.4.2. De Dading treedt in werking na ondertekening door alle Partijen.

5.4.3. De Dading zal gevolgen hebben zowel ten aanzien van de Partijen, als ten aanzien van hun verbonden vennootschappen en entiteiten, vertegenwoordigers, rechtsopvolgers en rechthebbenden, ondeelbaar ten aanzien van elkaar. De Partijen verbinden zich er toe om de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit deze Dading ook te laten gelden ten aanzien van alle verbonden vennootschappen en entiteiten, rechtsopvolgers, vertegenwoordigers en rechthebbenden van de Partijen.

5.5.      Uitvoering Dading – goede trouw en loyaliteit

5.5.1. De Partijen geven een loyale uitvoering aan deze Dading en voeren de verplichtingen zoals vastgelegd in deze Dading te goeder trouw uit.

5.5.2. Het spoedig ondertekenen van de Dading kan als onderdeel van het te goeder trouw uitvoeren van deze Dading worden beschouwd.

5.6.      Bevoegde rechtbank, toepasselijk recht en bijlage

5.6.1. In geval van betwistingen met betrekking tot deze Dading en de uitvoering daarvan zullen de Partijen op ernstige wijze proberen om tot een redelijke minnelijke schikking te komen. Indien niettegenstaande dergelijke inspanningen geen minnelijke schikking kan worden bereikt, zullen alle betwistingen die zouden rijzen met betrekking tot de geldigheid, de uitvoering en/of de uitlegging van onderhavige Dading uitsluitend worden voorgelegd aan de bevoegde rechtbanken te Antwerpen.

5.6.2. Deze Dading wordt beheerst door en geïnterpreteerd overeenkomstig het Belgisch recht.

5.6.3. De hieronder vermelde bijlage maakt integraal deel uit van de Dading.

 

Aangezien deze overeenkomst digitaal wordt ondertekend, wordt in overeenstemming met artikel 8.20 BW, slechts één (digitaal) exemplaar van deze overeenkomst opgemaakt en waarvan elk van de partijen heeft erkend een schriftelijk exemplaar te hebben ontvangen.

 

“Gelieve er rekening mee te houden dat in de onderliggende gegevens van de digitale handtekening uw rijksregisternummer zichtbaar is. Door uw digitale handtekening te plaatsen verklaart u zich akkoord dat uw rijksregisternummer kenbaar is voor de ontvanger van het document”

 

Opgemaakt te 05/06/2023

 

Bijlage 1: berekening

Voor BESIX Infra NV                                                                                      

ir. Bart Verhulst, gedelegeerd bestuurder

 

 

Voor Gemeente Grimbergen

Muriel Van Schel                                                                   Bart Laeremans

Algemeen Directeur                                                               Burgemeester

 

 

Voor NV AQUAFIN

Geert Van Aerschot                                                               Danny Baeten,                                                                  

Project Manager                                                                   Directeur Projectmanagement

 

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de bovenstaande dading goed te keuren.

Bijkomende info:

/

Publieke stemming
Aanwezig: Peter PLESSERS, Bart LAEREMANS, Jelle DE WILDE, Kirsten HOEFS, Chantal LAUWERS, Trui OLBRECHTS, Philip ROOSEN, Karlijne VAN BREE, Jean-Paul WINDELEN, Manon BAS, Eddie BOELENS, William DE BOECK, Caroline DENIL, Linda DE PREE, Jean DEWIT, Isabel GAISBAUER, Tom GAUDAEN, Gilbert GOOSSENS, Brigitte JANSSENS, Katleen ORINX, Luk RAEKELBOOM, Patricia SEGERS, Chris SELLESLAGH, Vincent VAN ACHTER, Gerlant VAN BERLAER, Rudi VAN HOVE, Yves VERBERCK, Karin VERTONGEN, Patrick VERTONGEN, Elke WOUTERS, Muriel VAN SCHEL
Voorstanders: Bart LAEREMANS, Jelle DE WILDE, Kirsten HOEFS, Chantal LAUWERS, Trui OLBRECHTS, Philip ROOSEN, Karlijne VAN BREE, Jean-Paul WINDELEN, Manon BAS, Eddie BOELENS, William DE BOECK, Caroline DENIL, Linda DE PREE, Jean DEWIT, Isabel GAISBAUER, Tom GAUDAEN, Gilbert GOOSSENS, Brigitte JANSSENS, Katleen ORINX, Peter PLESSERS, Luk RAEKELBOOM, Patricia SEGERS, Chris SELLESLAGH, Vincent VAN ACHTER, Gerlant VAN BERLAER, Rudi VAN HOVE, Yves VERBERCK, Karin VERTONGEN, Patrick VERTONGEN, Elke WOUTERS
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
BESLUIT:

Enig artikel.

De dading, zoals uiteengezet in het besluit, goed te keuren.