De gemeenteraad:
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (DLB):
Artikel 41, 4°:
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
4° het oprichten van en het toetreden tot rechtspersonen en het beslissen tot oprichting van, deelname aan of vertegenwoordiging in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen.
Artikel 404:
§ 1. De projectvereniging beschikt uitsluitend over een raad van bestuur.
Alleen natuurlijke personen kunnen lid zijn van de raad van bestuur.
De deelnemers benoemen de leden van de raad van bestuur rechtstreeks. Elke deelnemer heeft slechts één afgevaardigde in de raad van bestuur, naast de afgevaardigde met raadgevende stem, vermeld in paragraaf 3.
Voor de gemeenten kunnen uitsluitend gemeenteraadsleden, burgemeesters of schepenen het mandaat als lid van de raad van bestuur vervullen.
Het voorzitterschap van de raad van bestuur wordt altijd toevertrouwd aan een bestuurder die een gemeente aangewezen heeft.
§ 2. De raad van bestuur, waarin alle deelnemende gemeenten vertegenwoordigd zijn en waarin iedere bestuurder beschikt over één stem, heeft uitsluitend de bevoegdheid om beslissingen te nemen die hem expliciet door de deelnemers zijn opgedragen. De raad van bestuur is in elk geval bevoegd voor het personeelsbeleid. De raad van bestuur kan het dagelijks personeelsbeheer, de bevoegdheid voor het aanstellen en het ontslaan van het personeel, alsook de sanctie- en tuchtbevoegdheid ten aanzien van het personeel toevertrouwen aan het personeelslid dat aan het hoofd staat van het personeel van de projectvereniging.
§ 3. Iedere gemeente wijst een afgevaardigde aan die deelneemt aan de vergaderingen van de raad van bestuur als lid met raadgevende stem. Die afgevaardigden zijn altijd raadsleden in de betrokken gemeenten, verkozen op een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen.
§ 4. De werkingsmodaliteiten van de raad van bestuur worden vastgesteld in een bij de statuten gevoegd huishoudelijk reglement dat gewijzigd kan worden bij eenvoudige beslissing van de raad van bestuur. De afgevaardigden, vermeld in paragraaf 3, tellen niet mee voor de berekening van een eventueel aanwezigheidsquorum.
§ 5. De controle op de financiële toestand wordt toevertrouwd aan een accountant die benoemd is door de raad van bestuur.
De raad van bestuur stelt de jaarrekeningen vast en legt ze, samen met een activiteitenverslag en het verslag van de accountant, voor aan de deelnemers die hun goedkeuring verlenen overeenkomstig de procedure bepaald in de statuten.
§ 6. Elke projectvereniging rapporteert aan de Vlaamse Regering over haar werking. De Vlaamse Regering bepaalt de inhoud, de periodiciteit en de wijze van rapportering. De rapportering heeft niet tot gevolg dat een termijn om toezicht uit te oefenen als vermeld in hoofdstuk 4 van deze titel een aanvang neemt.
Algemeen:
Afdeling 2. Projectvereniging, Hoofdstuk 3 DLB.
Statuten van de projectvereniging Erfgoed Brabantse Kouters (IOED), zoals goedgekeurd op de gemeenteraad van 27 oktober 2022.
Besluit van de gemeenteraad van 23 januari 2025 inzake "Projectvereniging Erfgoed Brabants Kouters (IOED) - Aanduiding van een effectief en een plaatsvervangend stemgerechtigd lid in de raad van bestuur - Aanduiding van een effectief en een plaatsvervangend lid met raadgevende stem in de raad van bestuur":
Karlijne VAN BREE werd aangeduid als stemgerechtigd lid in de raad van bestuur;
Bart LAEREMANS werd aangeduid als plaatsvervangend stemgerechtigd lid in de raad van bestuur;
Luca MATON werd aangeduid als raadgevend lid in de raad van bestuur en
Dirk MOENS werd aangeduid als plaatsvervangend raadgevend lid in de raad van bestuur.
Specifiek:
Context:
Gezien de meerwaarde van een intergemeentelijke samenwerking rond bouwkundig erfgoed, landschappelijk erfgoed en archeologie en de complementariteit met de werking van Regionaal Landschap Brabantse Kouters vzw (RLBK) heeft RLBK in 2019 het initiatief genomen om samen met 12 gemeenten in de Brabantse Kouters de oprichting van Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddiensten voor te bereiden.
Het voorstel tot oprichten van een projectvereniging ter bevordering van de intergemeentelijke samenwerking rond onroerend erfgoed in de Brabantse Kouters en toetreden van de gemeente in de respectievelijke projectvereniging werd goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 24 oktober 2019. Tijdens dezelfde zitting werd ook de opmaak van een aanvraagdossier voor erkenning als Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst (IOED) bij de Vlaamse Overheid goedgekeurd.
De beide projectverenigingen Brabantse Kouters Oost (gemeente Kraainem, Machelen, Steenokkerzeel, Wezembeek-Oppem, Zaventem en Zemst en de stad Vilvoorde) en Brabantse Kouters West (gemeenten Asse, Grimbergen, Meise, Merchtem en Wemmel) sloten een samenwerkingsovereenkomst af met Regionaal Landschap Brabantse Kouters vzw (RLBK) voor de uitvoering van de erfgoedwerking door RLBK. Een erkenning als IOED (en bijhorende Vlaamse financiering) werd tijdens de eerste aanvraagronde in 2020 nog niet verleend door de Vlaamse Overheid, maar op de vergadering van 16 november 2020 beslisten de raden van bestuur van beide projectverenigingen om:
en beperkte erfgoedwerking uit te bouwen in verhouding tot de financiële input vanuit de aangesloten gemeenten;
nauw samen te werken tussen de projectverenigingen Brabantse Kouters West en Brabantse Kouters Oost (gezamenlijke inhoudelijke werking, begroting, vergaderingen);
de volgende inhoudelijke speerpunten voor 2021-2022-2023 naar voor te schuiven:
Herinventarisatie en valorisatie van bouwkundige erfgoed op de Vlaamse Inventaris
De opmaak van een nieuw aanvraagdossier voor de erkenning als IOED in 2022
Ondersteuning gemeenten i.k.v. funerair erfgoed
Onderzoeken mogelijkheden tot samenwerken bij publiekswerking (bv. Open Monumentendag) en
RLBK de opdracht te geven een deeltijdse medewerker aan te werven om deze werking op te starten. Deze medewerker kwam in dienst van RLBK op 24 mei 2021.
In 2022 werd een traject doorlopen om de projectverenging Brabantse Kouters West te ontbinden en de betrokken gemeenten (Asse, Grimbergen, Meise, Merchtem en Wemmel) te laten toetreden tot de projectvereniging Brabantse Kouters Oost en deze om te dopen tot Erfgoed Brabantse Kouters. Bovendien werd ook beslist om vanuit de projectvereniging Erfgoed Brabantse Kouters een nieuwe erkenningsaanvraag als IOED bij de Vlaamse Overheid in te dienen. Dit werd formeel goedgekeurd op de gemeenteraad van 27 oktober 2022.
In de loop van 2023 ontving de projectvereniging Erfgoed Brabantse Kouters een Vlaamse erkenning als Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst (IOED), met bijhorende Vlaamse cofinanciering voor de jaren 2024, 2025 en 2026 op basis van de samenwerkingsovereenkomst die gesloten werd met Vlaanderen voor dezelfde periode.
In januari 2026 zal een nieuwe dossier bij Vlaanderen (Agentschap Onroerend Erfgoed) ingediend moeten worden voor de verdere subsidiëring van de IOED Erfgoed Brabantse Kouters. Een Samenwerkingsovereenkomst met het Agentschap Onroerend Erfgoed wordt dan vervolgens opgemaakt, dit keer voor de periode 2027-2032. Er zijn in dit verband ook enkele wijzigingen in het onroerende erfgoeddecreet en bijhorend besluit die geldig zullen zijn vanaf 2026. De belangrijkste wijziging is de verhoogde financiering van de IOED’s, dit zowel door de Vlaamse Overheid als de bijdragen vanuit de aangesloten gemeenten.
Feiten:
Conform artikel 401 van het DLB werd voor de projectvereniging een maximum termijn vastgesteld van 6 jaar. Deze termijn ving aan op het moment dat de akte ondertekend werd, met name op 6 januari 2020. Deze termijn loopt dus af op 5 januari 2026. Behoudens een verlenging vóór dit datum wordt de projectvereniging Erfgoed Brabantse Kouters dan ontbonden. Indien de IOED zijn dienstverlening aan de gemeenten wil verder zetten, dan moet de projectvereniging verlengd worden. Deze juridische structuur is immers de basis voor de erkenning en subsidiëring als IOED door de Vlaamse Overheid. De verlenging van de projectvereniging werd unaniem goedgekeurd op de bestuursvergadering van de projectvereniging op 6 mei 2025 (zie verslag in bijlage 3), maar dient ook formeel goedgekeurd te worden door de gemeenteraad van elke aangesloten gemeente en dit voor 31 augustus 2025.
2. Aanpassing statuten (zie bijlage 1)
In functie van de verplichte wijziging van de financiering conform de Vlaamse regelgeving en om de deelname van gemeenten aan de projectvereniging los te koppelen van de verplichte deelname aan het project IOED werden in hoofdzaak 2 wijzigingen doorgevoerd, die ook zo unaniem goedgekeurd werden op de bestuursvergadering van de projectvereniging op 6 mei 2025.
a) Actief en passief lidmaatschap
De statuten van de projectvereniging Erfgoed Brabantse Kouters zijn momenteel zo opgesteld dat een deelname aan de projectvereniging onlosmakelijk verbonden is aan een actieve deelname en bijdrage aan de werking van de IOED. Dit wil zeggen dat indien een gemeente in een volgende beleidsperiode niet meer wil deelnemen aan de werking van de IOED dit betekent dat de projectvereniging ontbonden moet worden en de IOED ophoudt met bestaan. Gezien het inherente risico dat hieraan verbonden is, waarbij de keuze van één gemeente kan leiden tot het wegvallen van de dienstverlening aan de andere gemeenten, is er nood aan een aanpassing van de statuten. De aanpassing maakt mogelijk dat er een onderscheid gemaakt kan worden tussen actieve leden die via een cofinanciering bijdragen aan de werking van de IOED en slapende leden die geen financiële bijdrage leveren. Hierbij hoort ook een aanpassing dat dan enkel actieve leden stemrecht hebben voor wat inhoudelijke en financiële beslissingen die betrekking hebben op de werking van de IOED.
b) Aangepaste financiële verdeelsleutel vanaf 1 januari 2027
De aanpassingen aan het onroerend erfgoeddecreet en -besluit houden een herziening in van de subsidieregeling voor IOED’s. Vanaf 2027 verhoogt de structurele Vlaamse subsidie naar 120.000 euro per IOED per jaar. Een bijkomende voorwaarde hierbij is dat de gemeenten die lid zijn samen gedurende de looptijd van de samenwerkingsovereenkomst, jaarlijks minstens hetzelfde bedrag (120.000 euro) bijdragen aan de werking van de IOED, bovenop de Vlaamse subsidie. De aanpassingen aan de statuten omvatten de nieuwe financiële regeling zodat de IOED vanaf 1 januari 2027 conform aan deze nieuwe Vlaamse regelgeving kan werken. De bijdragen voor de gemeente voor de periode 2027-2032 zijn opgenomen in de begrotingstabel voor de werking van de IOED (zie bijlage 2).
/
Gemeente Grimbergen is samen met 11 andere gemeenten in de Brabantse Kouters aangesloten bij de intergemeentelijke samenwerking (projectvereniging) ‘Erfgoed Brabantse Kouters’. Deze projectvereniging is sinds 2023 ook erkend als intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst (IOED) binnen het kader van het Vlaamse onroerend erfgoedbeleid.
Per e-mail van 20 mei 2025 vraagt PV IOED Erfgoed Brabantse Kouters in het kader van de verdere toekomst van de samenwerking om een aantal belangrijke beslissingen ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraden van de aangesloten gemeenten.
De Raad van Bestuur van de projectvereniging keurde deze voorstellen goed tijdens haar vergadering van 6 mei 2025 (verslag in bijlage 3).
Conform het decreet op het Lokaal Bestuur en de geldende statuten dienen deze beslissingen ook formeel bekrachtigd te worden door de gemeenteraden.
Het betreft concreet volgende punten:
de verlenging van de projectvereniging voor een nieuwe periode van zes jaar;
de wijziging van de statuten van de projectvereniging (voorgesteld en goedgekeurd door de Raad van Bestuur) en
de aanpassing van de financiële bijdragen van de gemeenten voor de periode 2027–2032.
Dit besluit is essentieel om de bestaande werking van de IOED Erfgoed Brabantse Kouters verder te zetten en de dienstverlening van de IOED voor de gemeente en de regio te behouden. Het draagt bij aan de realisatie van het gemeentelijk erfgoedbeleid. De bijkomende financiering zal in hoofdzaak ingezet worden om een bijkomende halftijdse expert bouwkundig erfgoed aan te werven die bovenop de bestaande dienstverlening advies en ondersteuning kan verlenen voor het beheer van het eigen erfgoedpatrimonium van de gemeente en de aanvragen van derden bij de gemeente voor wijzigingen aan erfgoedpatrimonium i.k.v. van omgevingsvergunningen.
Financiële consequenties
Dit besluit houdt een verhoging in van het financieel engagement van de gemeente vanaf 2027 conform de meerjarenbegroting voor de IOED in bijlage 2.
De meerjarige financiële verbintenis vanuit de gemeente zoals beschreven in artikel 20 van de statuten die geldig is tem. werkingsjaar 2026 werd reeds goedgekeurd op de vergadering van de gemeenteraad van 24 oktober 2019.
De gemeentebesturen cofinancieren de projectvereniging tem. 2026 via een jaarlijkse subsidie die bestaat uit een vast basisbedrag van 2.500 euro en een variabele bijdrage op basis van het aantal inwoners. Elk gemeentebestuur betaalt voor de variabele bijdrage 0,11 euro per inwoner. Het bevolkingscijfer wordt vastgesteld aan de hand van de jongste gepubliceerde officiële statistieken van de overheid. Het volledige subsidiebedrag wordt jaarlijks aangepast volgens de gezondheidsindex met als referentie de index op het moment van oprichting van de projectvereniging. De bijdragen worden jaarlijks aangepast op basis van de bevolkingscijfers volgens Statbel en geïndexeerd volgens de gezondheidsindex. De referentie voor indexering is de oprichtingsdatum van de IOED (gepland op 18 december 2019).
Om te kunnen voldoen aan het nieuwe Vlaamse subsidiereglement voor IOED’s zoals vooropgesteld in artikel 10.1.10. van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014, moet de gezamenlijke gemeentelijke bijdrage verhoogd worden tot deze gelijk is aan de verhoogde subsidie van Vlaanderen (€ 120.000). Er wordt aan de gemeentebesturen een verhoging van de cofinanciering van de projectvereniging gevraagd vanaf 2027. Deze bestaat uit een vast basisbedrag van 4.000 euro en een variabele bijdrage op basis van het aantal inwoners. Elk gemeentebestuur betaalt voor de variabele bijdrage 0,17 euro per inwoner. Het bevolkingscijfer wordt vastgesteld aan de hand van de jongste gepubliceerde officiële statistieken van de overheid. Het volledige subsidiebedrag wordt jaarlijks aangepast volgens de gezondheidsindex met als referentie de index op het moment van oprichting van de projectvereniging. De bijdragen worden jaarlijks aangepast op basis van de bevolkingscijfers volgens Statbel en geïndexeerd volgens de gezondheidsindex. De referentie voor indexering is de oprichtingsdatum van de IOED (6 januari 2020).
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om:
kennis te nemen van de e-mail en toelichtingsnota's van PV IOED Erfgoed Brabantse Kouters van 20 mei 2025;
de projectvereniging voor een nieuwe periode van zes jaar te verlengen en dit van 5 januari 2026 tem. 5 januari 2032;
de aanpassingen van de statuten van PV IOED Erfgoed Brabantse Kouters (voorgesteld en goedgekeurd door de Raad van Bestuur van 6 mei 2025) goed te keuren en
de aanpassing van de financiële bijdragen van de gemeenten voor de periode 2027–2032 te voorzien in de meerjarenbegroting.
Gaat over tot de eerste stemming inzake de goedkeuring van de verlenging van de projectvereniging IOED Erfgoed Brabantse Kouters voor een nieuwe periode van zes jaar en dit van 5 januari 2026 tem. 5 januari 2032:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Gaat over tot de tweede stemming inzake de goedkeuring van de aanpassingen in de statuten van PV IOED Erfgoed Brabantse Kouters, goedgekeurd door de raad van bestuur van 6 mei 2025:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
/
Artikel 1.
Kennis te nemen van de e-mail en de toelichtingsnota's van projectvereniging IOED Erfgoed Brabantse Kouters van 20 mei 2025, toegevoegd als bijlagen bij dit besluit.
Art. 2.
De projectvereniging IOED Erfgoed Brabantse Kouters voor een nieuwe periode van zes jaar te verlengen en dit van 5 januari 2026 tem. 5 januari 2032.
Art. 3.
De aanpassingen van de statuten van PV IOED Erfgoed Brabantse Kouters, goedgekeurd door de raad van bestuur van 6 mei 2025, goed te keuren.
Art. 4.
Kennis te nemen van de aanpassing van de financiële bijdragen van de gemeenten voor de periode 2027–2032 i.f.v. de werking van de IOED en dit te voorzien in de meerjarenbegroting.
Art. 5.
Een afschrift van dit besluit te bezorgen aan: