Terug
Gepubliceerd op 29/09/2023

Besluit  GEMEENTERAAD

do 31/08/2023 - 19:00

Procedure Raad van State inzake verzoek tot schorsing en vernietiging van 2 besluiten van het schepencollege van 18 januari 2021 en 2 gemeenteraadsbesluiten van 28 januari 2021 ingediend door OV Intradura - Arrest 256.844 van 20 juni 2023 - Kennisname

Aanwezig: Peter PLESSERS, voorzitter gemeenteraad
Bart LAEREMANS, burgemeester
Jelle DE WILDE, Kirsten HOEFS, Chantal LAUWERS, Trui OLBRECHTS, Philip ROOSEN, Karlijne VAN BREE, Jean-Paul WINDELEN, schepenen
Manon BAS, Eddie BOELENS, William DE BOECK, Caroline DENIL, Linda DE PREE, Jean DEWIT, Isabel GAISBAUER, Tom GAUDAEN, Gilbert GOOSSENS, Brigitte JANSSENS, Katrien LE ROY, Luk RAEKELBOOM, Patricia SEGERS, Chris SELLESLAGH, Vincent VAN ACHTER, Rudi VAN HOVE, Bart VAN HUMBEECK, Yves VERBERCK, Karin VERTONGEN, Patrick VERTONGEN, Elke WOUTERS, gemeenteraadsleden
Muriel VAN SCHEL, algemeen directeur
Verontschuldigd: Karima MOKHTAR, Katleen ORINX, gemeenteraadsleden
Afwezig: Gerlant VAN BERLAER, gemeenteraadslid

De gemeenteraad neemt kennis van het arrest van de Raad van State met nr. 256.844 van 20 juni 2023, inzake het verzoek tot schorsing en vernietiging van 2 besluiten van het schepencollege van 18 januari 2021 en 2 gemeenteraadsbesluiten van 28 januari 2021 ingediend door OV Intradura, waarbij de Raad van State:

1. de beslissing van de gemeenteraad van de gemeente Grimbergen van 28 januari 2021, eensdeels, tot intrekking van de beslissing van de gemeenteraad van 25 februari 2016 met betrekking tot de goedkeuring van de overeenkomst met Haviland Intercommunale en, anderdeels, tot wijziging van de gemeenteraadsbeslissing van 23 maart 2017 met betrekking tot de toetreding tot de opdrachthoudende vereniging Intradura, en

2. de beslissing van de gemeenteraad van de gemeente Grimbergen van 28 januari 2021 tot gedeeltelijke toetreding tot de opdrachthoudende vereniging Incovo met beheersoverdracht voor de afvalactiviteiten “opruimen van sluikstort op openbaar domein en de handhaving daarvan” en “beheer en exploitatie van het recyclagepark”,

vernietigt;

3. het beroep tot nietigverklaring voor het overige verwerpt;

4. definitief tot aan de datum van de betekening van dit arrest, de gevolgen van de gemeenteraadsbeslissing van 28 januari 2021 tot intrekking van de gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2016 en tot wijziging van de gemeenteraadsbeslissing van 23 maart 2017, evenals de gevolgen van de gemeenteraadsbeslissing van 28 januari 2021 tot gedeeltelijke toetreding tot, en beheersoverdracht aan, de opdrachthoudende vereniging Incovo in zoverre die beslissing betrekking heeft op de afvalactiviteit “beheer en exploitatie van het recyclagepark” en

voorlopig, vanaf de datum van de betekening van dit arrest tot 1 december 2023, de gevolgen van de gemeenteraadsbeslissing van 28 januari 2021 tot intrekking van de gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2016 en tot wijziging van de gemeenteraadsbeslissing van 23 maart 2017, evenals de gevolgen van de gemeenteraadsbeslissing van 28 januari 2021 tot gedeeltelijke toetreding tot, en beheersoverdracht aan, de opdrachthoudende vereniging Incovo in zoverre die beslissing betrekking heeft op de afvalactiviteit “beheer en exploitatie van het recyclagepark”,

handhaaft en

5. veroordeelt de verwerende partij, zijnde de gemeente Grimbergen, tot betaling van de kosten van de vordering tot schorsing en het beroep tot nietigverklaring, begroot op een rolrecht van 400 euro, op een bijdrage van 40 euro en op een rechtsplegingsvergoeding van 924 euro.

De volgende bepalingen zijn van toepassing inzake de bevoegdheid:
Artikel 284  Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (DLB)
 
§ 1. De algemeen directeur vermeldt de intrekking van een besluit, de vernietiging of de niet-goedkeuring van een besluit door een toezichthoudende overheid in de notulen van de gemeenteraad of van het college van burgemeester en schepenen.
 
De algemeen directeur brengt de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen daarvan op de hoogte op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen.
De beslissing wordt genomen op grond van:

ALGEMEEN

  • OUD Artikel 422 DLB: Tijdens de bij de oprichting van een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging vastgestelde duur die, onder voorbehoud van artikel 424, niet meer mag bedragen dan achttien jaar, is geen uittreding mogelijk.

 

  • NIEUWE WETGEVING vanaf 8 april 2023:

Artikel 420. (8 april 2023)

De toetreding van een gemeente of de uitbreiding van haar aansluiting bij een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging is afhankelijk van een beslissing van de gemeenteraad die daarvoor wordt genomen op basis van een onderzoek, in voorkomend geval op basis van een vergelijkend onderzoek als er zich verschillende beheersvormen reëel aanbieden.

Bij de toetreding tot een opdrachthoudende vereniging kan de gemeenteraad beslissen niet aan te sluiten voor specifieke activiteiten of opdrachten. In voorkomend geval wordt deze beslissing vermeld in de beslissing tot toetreding. Bij het ontbreken van een dergelijke beslissing wordt de gemeente geacht aangesloten te zijn voor alle activiteiten en opdrachten van de vereniging.

Bij de uitbreiding van het doelstellingenkader van de opdrachthoudende vereniging kan de gemeenteraad beslissen om niet aan te sluiten voor de nieuwe activiteiten en opdrachten. In voorkomend geval wordt deze beslissing vermeld in de beslissing over de goedkeuring van de statutenwijziging tot uitbreiding van het doelstellingenkader. Bij het ontbreken van een dergelijke beslissing wordt de gemeente geacht aangesloten te zijn voor alle activiteiten en opdrachten van de vereniging.

De toetredingsbeslissing van een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging wordt genomen door de algemene vergadering. De toetredingsbeslissing van een projectvereniging wordt genomen door de raad van bestuur.

Alle toetredingen worden aanvaard door de algemene vergadering van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging.

Artikel 421. (1 januari 2019)

De verbodsbepaling, vermeld in artikel 419, over de periode van oprichting van een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging geldt voor iedere toetredingsbeslissing op grond van het voorgaande artikel.
Aan een toetreding of uitbreiding van aansluiting kan geen terugwerkende kracht worden verleend.

Artikel 422. (8 april 2023)

Tijdens de duur die bij de oprichting van een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging is vastgesteld en die, onder voorbehoud van artikel 424, niet meer mag bedragen dan achttien jaar, is een beslissing tot gehele of gedeeltelijke uittreding van een deelnemer alleen mogelijk als drie vierde van het aantal deelnemende gemeenten vóór de algemene vergadering waarop over de uittreding wordt beslist, daarmee instemt. Voor die beslissing is een drievierdemeerderheid van het aantal stemmen vereist van het geheel van de geldig uitgebrachte stemmen en van de geldig uitgebrachte stemmen van de vertegenwoordigde gemeenten. De deelnemer die uittreedt, vergoedt de schade die zijn uittreding berokkent aan de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging en aan de andere deelnemers. In het geval van een gedeeltelijke uittreding vermeldt de desbetreffende beslissing de activiteiten of opdrachten waarvoor de deelnemer beslist om uit te treden.

Binnen de opdrachthoudende verenigingen die overeenkomstig artikel 4.1.1 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, zijn aangewezen als distributienetbeheerder of die een opdracht hebben verkregen die een onderdeel vormt van het beheer van de waterketen zoals bedoeld in het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending, is uittreding ten gevolge van een gebiedsuitwisseling evenwel mogelijk als de gemeente en de betrokken opdrachthoudende verenigingen daarmee instemmen en afspraken hebben over de modaliteiten voor de uitvoering ervan.

Een deelnemer kan door de algemene vergadering worden uitgesloten op de wijze die is bepaald in de statuten wegens behoorlijk vastgestelde niet-naleving van de verbintenissen ten opzichte van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging.

In afwijking van het eerste lid kan een nieuwe gemeente als vermeld in artikel 343, 2°, waarin dezelfde activiteit van gemeentelijk belang als vermeld in artikel 389 aan verschillende dienstverlenende of opdrachthoudende verenigingen is toevertrouwd, beslissen om die activiteit, voor haar gehele grondgebied, toe te vertrouwen aan één daarvan, op voorwaarde dat een gewone meerderheid van de andere deelnemende gemeenten daarmee instemt. De gemeente die uittreedt, vergoedt de schade die haar uittreding berokkent aan de dienstverlenende of opdrachthoudende verenigingen en aan de andere vennoten.
Een nieuwe gemeente kan onder de voorwaarden, vermeld in het vierde lid, beslissen om volledig of gedeeltelijk uit te treden om de activiteiten voor haar hele grondgebied in eigen beheer te nemen.

Artikel 423. (8 april 2023)

Na afloop van de statutair bepaalde duur of in geval van enige vorm van herstructurering, zoals bedoeld in boek 12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, in een periode van drie jaren voorafgaand aan de statutair bepaalde einddatum, kan de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging opeenvolgende keren verlengd worden voor een termijn die telkens niet langer mag zijn dan achttien jaar.

Op verzoek van de gewone meerderheid van het totale aantal deelnemers en op voorwaarde dat het verzoek gedragen wordt door een drievierdemeerderheid van het aantal deelnemende gemeenten, kan de laatste algemene vergadering vóór het verstrijken van de duur of, in het geval van enige vorm van herstructurering zoals bedoeld in boek 12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, de algemene vergadering die over de herstructurering beslist, tot de verlenging beslissen met een drievierdemeerderheid van het aantal stemmen. De gemeenteraadsbeslissingen die daarvoor worden genomen, worden bij het verslag van de algemene vergadering gevoegd en zijn gebaseerd op een onderzoek, in voorkomend geval op basis van een vergelijkend onderzoek als er zich verschillende beheersvormen reëel aanbieden.

Uiterlijk negentig dagen voor de algemene vergadering die beslist over de verlenging wordt de agenda door de raad van bestuur aan alle deelnemers toegezonden.

De deelnemers die niet willen verlengen, kunnen daartoe niet verplicht worden en houden op deel uit te maken van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging op het einde van het jaar waarin de algemene vergadering tot de verlenging heeft beslist. Vooraf leggen ze hun beslissing daartoe voor, die wordt gevoegd bij het verslag van de algemene vergadering. Ze leven de door hen aangegane contractuele verbintenissen na, maar zijn voor het overige geen schadevergoeding verschuldigd. Artikel 425, vierde en vijfde lid, zijn op hen van toepassing.

Deelnemers die nalaten over de verlenging te beslissen of hun beslissing mee te delen, worden geacht verder deel uit te maken van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging.

Artikel 424. (1 januari 2019)

Als de duur van een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging verstrijkt in de loop van het jaar waarin de verkiezingen voor een algehele vernieuwing van de gemeenteraden worden georganiseerd, wordt over de verlenging pas beslist in het daaropvolgende jaar, zowel door de betrokken gemeenteraden als door de eerste algemene vergadering in de loop van dat jaar. Zolang wordt de oorspronkelijke duur verlengd.

 

  • Richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen.

 

SPECIFIEK

  • De besluiten van de gemeenteraad van 28 januari 2021 houdende:

  1. De intrekking van het besluit van de gemeenteraad van 25 februari 2016 - Wijziging besluit van de gemeenteraad van 23 maart 2017 - Goedkeuring.

  2. Gedeeltelijke toetreding voor de activiteiten 'sluikstortbeleid' en 'beheer recyclageparken' - Goedkeuring.

  • Het besluit van de gemeenteraad van 19 december 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025.

  • Het besluit van de gemeenteraad van 23 maart 2017 betreffende de oprichting van Intradura.

  • Het besluit van de gemeenteraad van 25 februari 2016 betreffende de overeenkomst tussen de gemeente en Haviland.

 

GERECHTELIJKE PROCEDURE

  • Verzoekschrift van opdrachthoudende vereniging Intradura van 22 april 2021, ingekomen op 21 mei 2021, waarbij een beroep tot schorsing en nietigverklaring bij de Raad van State wordt ingediend tegen (zie bijlage):

  • twee besluiten van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente GRIMBERGEN van 18 januari 2021 houdende:

  1. "De intrekking van het besluit van de gemeenteraad van 25 februari 2016 - Wijziging besluit van de gemeenteraad van 23 maart 2017 - Goedkeuring";

  2. "Gedeeltelijke toetreding voor de activiteiten 'sluikstortbeleid' en 'beheer recyclageparken' - Goedkeuring" en

  • twee gemeenteraadsbesluiten van de gemeente GRIMBERGEN dd. 28 januari 2021 houdende:

  1. "De intrekking van het besluit van de gemeenteraad van 25 februari 2016 - Wijziging besluit van de gemeenteraad van 23 maart 2017 - Goedkeuring";

  2. "Gedeeltelijke toetreding voor de activiteiten 'sluikstortbeleid' en 'beheer recyclageparken' - Goedkeuring".

De beslissing kent volgende inhoudelijke verantwoording:
  • Gemeenteraad 2017

Bij gemeenteraadsbesluit van 23 maart 2017 gebeurde een beheersoverdracht  inzake “preventie en duurzaamheid” aan Intradura.

Bij dezelfde beslissing van 23 maart 2017 werd tevens de bevoegdheid “uitbating van de gemeentelijke recyclageparken” overgedragen aan Intradura.

 

  • Gemeenteraad 2021

Op 28 januari 2021 besliste de gemeenteraad tot intrekking van het besluit van de gemeenteraad van 25 februari 2016 en wijziging besluit van de gemeenteraad van 23 maart 2017, alsook tot gedeeltelijke toetreding voor de activiteiten 'sluikstortbeleid' en 'beheer recyclageparken' bij Incovo.

 

Intradura/Haviland ging hiermee niet akkoord en tekende beroep aan bij de Raad van State (kort geding + ten gronde).

 

  • Arrest ten gronde  Raad van State 20 juni 2023

1) beheersoverdracht 2017 inzake “preventie en duurzaamheid”

De Raad van State oordeelt dat: 

a) onder deze beheersoverdracht vallen de preventieve campagnes inzake sluikstorten en de daarbij horende communicatie. De preventie inzake sluikstorten mocht dus niet aan Incovo worden opgedragen.

b) onder deze beheersoverdracht valt niet het aspect van het opruimen en de monitoring van deze opruiming en handhaving. De handhaving en opruiming van de sluikstort kan weldegelijk worden toevertrouwd aan een derde.


2) beheersoverdracht uitbating van de gemeentelijke recyclageparken

De Raad van State oordeelt dat de uittreding betreffende dat deelaspect niet mogelijk is.

De gedeeltelijke toetreding tot Incovo op dat vlak doet daaraan tekort, en werd vernietigd door de Raad van State zij het met behoud van de rechtsgevolgen voor het verleden, en tijdelijk behoud voor de toekomst tot 1 december 2023.


De gedeeltelijke toetreding tot Incovo voor de exploitatie van het containerpark is ongedaan gemaakt door het arrest zelf vanaf 1 december 2023. Ingevolge het arrest van de Raad van State van 20 juni 2023 keert de bevoegdheid inzake de exploitatie van de gemeentelijke containerparken terug naar Intradura aan wie het oorspronkelijk werd opgedragen bij gemeenteraadsbeslissing van 23 maart 2017.

 

Raadslid Eddie BOELENS noemt dit een pijnlijk vervolg van ondoordachte, overhaaste en geïmproviseerde beslissingen. De toenmalige meerderheid heeft zowel door de fracties Groen als door CD&V en Vooruit een uitvoerige verwittiging gekregen over de juridische gevolgen van het besluit om het sluikstortbeleid en het beheer van de recyclageparken over te dragen aan Incovo. Omdat de fracties geen gehoor kregen voor hun argumentatie op 28 januari 2021 hebben zij gezamenlijk een klacht ingediend bij de Provincie en het Vlaams ministerie van Binnenlands Bestuur en bij het Agentschap Binnenlands Bestuur. Ook Intradura heeft bezwaar tegen het besluit gemaakt.

De uitdaging is nu om voor 31 december 2023 een oplossing te vinden met Intradura voor de preventieve campagnes inzake sluikstorten en de daarbij behorende communicatie, en voor de toekomstige uitbating van de recyclageparken. Dat de handhaving en opruiming van sluikstort bij Incovo blijft liggen, zal de onderhandelingen niet vergemakkelijken. Bovendien heeft de gemeente gezichtsverlies geleden bij (de leden van) Intradura. De fractie Groen betreurt het dat het gemeentebestuur geen rekening heeft gehouden met de opmerkingen die destijds door de oppositie zijn gemaakt.

Van de fractie van CD&V hoort de fractie Groen graag welke demarches zij bij de onderhandelingen ter vervanging van de fractie Open VLD heeft ondernomen om juridische fouten van de afgelopen jaren te herstellen.

Aan de gehele meerderheid vraagt de fractie Groen welke gevolgen de nietigverklaring van de Raad van State heeft voor de reeds gemaakte afspraken met Incovo, over het halve lidmaatschap en over de financiële engagementen die ermee gepaard gaan. Ook hoort de fractie graag hoe het staat met de overdracht van de gronden van het recyclagepark aan de Humbeeksesteenweg. Destijds werd afgesproken dat een deel van de vergoeding voor Incovo eruit bestond dat zij deze gronden toegewezen kregen. Verder wil de fractie weten hoe het staat met de afspraken over zwerfvuil en sluikstortbeleid en hoe Incovo en zijn leden reageren op de nietigverklaring.

Voorts vraagt de fractie Groen om het volledige overzicht van kosten als gevolg van de beslissing die op 28 januari 2021 werd genomen, welke gevolgen de nietigverklaring hebben voor de gemaakte afspraken over zwerfvuil- en sluikstortbeleid en op het functioneren van het recyclagepark van Grimbergen vanaf 1 januari 2024. Tot slot vraagt de fractie wat de gevolgen zijn voor de inwoners van Strombeek-Bever. Waar kunnen zij vanaf 2024 terecht met hun afval?

 

Raadslid Bart VAN HUMBEECK beantwoordt de vraag die aan de fractie CD&V werd gesteld. De fractie CD&V heeft destijds bezwaar ingediend, waarvan het resultaat inmiddels bekend is. Dit was in 2022 geen issue meer toen de fractie CD&V onderhandelde over het gemeentebestuur.

 

Raadslid Jean DEWIT begrijpt de bekommernis van de fractie Groen waar het gaat om huisvuilophaling en een groene verwerking ervan, maar hij vraagt zich af wat de implicatie is voor de mensen die overgedragen zijn geweest en waarschijnlijk terug in een andere rechtspositie terecht gaan komen. Ten overstaan van het personeel vindt hij dat een belangrijk aspect, waarvoor onvoldoende aandacht is.

 

Burgemeester Bart LAEREMANS stelt dat het gemeentebestuur een dossier heeft geërfd, dat niet was afgewerkt. De vrees dat men voor het recyclagepark naar Wemmel moest, heeft het bestuur genoopt om in beweging te komen. Over het halve lidmaatschap zegt hij dat dit volgens hem ongedaan is gemaakt door het arrest. Grimbergen is geen lid meer van Incovo. Er heeft ook geen overdracht van grond plaatsgevonden, omdat men de uitspraak van de Raad van State heeft afgewacht. Met Incovo en Intradura zijn de afgelopen maanden verschillende gesprekken gevoerd. De gemeente onderhandelt over een goede oplossing en enkele overgangsmaatregelen. Alle partijen streven naar een constructieve oplossing. Details hierover kan hij niet geven, omdat de onderhandelingen nog gaande zijn.

 

Raadslid Eddie BOELENS wil terugkomen op enkele uitspraken over de overdracht van de grond. In de notulen van de gemeenteraad staat dat de eigendom van de grond voor € 400.000 wordt overgedragen aan Incovo en dat bij de toetreding tot Incovo een kwart van het kapitaal gestort moest worden voor het lidmaatschap, namelijk € 118.000. Hij vraagt bevestiging dat de gronden niet zijn overgedragen aan Incovo. De burgemeester benadrukt graag dat het vorige gemeentebestuur het dossier niet had afgerond. De fractie Groen heeft destijds echter duidelijk uitgelegd waarom er nog geen akkoord ondertekend was. Dat was omdat er meningsverschillen waren over de tarifering. Ook waren er nog problemen met de overdracht van personeel. Het besluit om Intradura in te zetten, is genomen op basis van een grondige vergelijking. De fractie Groen heeft echter altijd gesteld dat deze beslissing voorbarig was en gebaseerd op juridisch drijfzand. Dat de problemen een gevolg zijn van een incompleet dossier van de vorige coalitie klopt niet. De fractie Groen blijft bij de stelling dat het dossier een blamage is voor de gemeente Grimbergen en dat een aantal leden van Intradura daar ook zo over denken. De fractie wil zo snel mogelijk een overzicht van de kosten die de gemeente heeft gemaakt voor dit dossier en van de verwachte kosten voor de schadeloosstelling van Intradura voor gederfde inkomsten.

 

Burgemeester Bart LAEREMANS neemt nota van de vragen en zal deze later laten beantwoorden. Hij bevestigt dat de gronden niet overgedragen zijn. Dat het besluit was gebaseerd op juridisch drijfzand is nu gebleken door de Raad van State. Daar heeft de fractie Groen een punt.

 

Raadslid Chris SELLESLAGH is het hiermee eens. De fractie Open VLD heeft het volste vertrouwen in Incovo en Intradura om correct te handelen, zodat de Grimbergenaar niet de dupe wordt.

 

Raadslid Eddie BOELENS zou graag een antwoord krijgen op de vraag wat de gevolgen zullen zijn voor de inwoners van Strombeek-Bever. Hij gaat ervan uit dat zij niet meer naar het recyclagepark van Koningslo kunnen gaan.

 

Burgemeester Bart LAEREMANS antwoordt dat er nog onderhandeld wordt over de overgangstermijnen. Het schepencollege heeft er het volste vertrouwen in dat dit werkbare termijnen zullen zijn. Details kan hij echter nog niet geven. Voorlopig kunnen inwoners nog gewoon bij Koningslo terecht.

 

Raadslid Eddie BOELENS reageert dat er op 31 december 2023 een werkbare oplossing moet zijn.

 

Burgemeester Bart LAEREMANS zegt dat dit niet noodzakelijk is, omdat de continuïteit van de dienstverlening wordt gegarandeerd totdat er een oplossing is.

BESLUIT:

Enig artikel.

Kennis te nemen van het arrest van de Raad van State, als bijlage gevoegd, met nr. 256.844 van 20 juni 2023, inzake het verzoek tot schorsing en vernietiging van 2 besluiten van het schepencollege van 18 januari 2021 en 2 gemeenteraadsbesluiten van 28 januari 2021 ingediend door OV Intradura, waarbij de Raad van State:

1. de beslissing van de gemeenteraad van de gemeente Grimbergen van 28 januari 2021, eensdeels, tot intrekking van de beslissing van de gemeenteraad van 25 februari 2016 met betrekking tot de goedkeuring van de overeenkomst met Haviland Intercommunale en, anderdeels, tot wijziging van de gemeenteraadsbeslissing van 23 maart 2017 met betrekking tot de toetreding tot de opdrachthoudende vereniging Intradura, en

2. de beslissing van de gemeenteraad van de gemeente Grimbergen van 28 januari 2021 tot gedeeltelijke toetreding tot de opdrachthoudende vereniging Incovo met beheersoverdracht voor de afvalactiviteiten “opruimen van sluikstort op openbaar domein en de handhaving daarvan” en “beheer en exploitatie van het recyclagepark”, vernietigt;

3. het beroep tot nietigverklaring voor het overige verwerpt;

4. definitief tot aan de datum van de betekening van dit arrest, de gevolgen van de gemeenteraadsbeslissing van 28 januari 2021 tot intrekking van de gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2016 en tot wijziging van de gemeenteraadsbeslissing van 23 maart 2017, evenals de gevolgen van de gemeenteraadsbeslissing van 28 januari 2021 tot gedeeltelijke toetreding tot, en beheersoverdracht aan, de opdrachthoudende vereniging Incovo in zoverre die beslissing betrekking heeft op de afvalactiviteit “beheer en exploitatie van het recyclagepark” en voorlopig, vanaf de datum van de betekening van dit arrest tot 1 december 2023, de gevolgen van de gemeenteraadsbeslissing van 28 januari 2021 tot intrekking van de gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2016 en tot wijziging van de gemeenteraadsbeslissing van 23 maart 2017, evenals de gevolgen van de gemeenteraadsbeslissing van 28 januari 2021 tot gedeeltelijke toetreding tot, en beheersoverdracht aan, de opdrachthoudende vereniging Incovo in zoverre die beslissing betrekking heeft op de afvalactiviteit “beheer en exploitatie van het recyclagepark”, handhaaft en

5. veroordeelt de verwerende partij, zijnde de gemeente Grimbergen, tot betaling van de kosten van de vordering tot schorsing en het beroep tot nietigverklaring, begroot op een rolrecht van 400 euro, op een bijdrage van 40 euro en op een rechtsplegingsvergoeding van 924 euro.