Terug
Gepubliceerd op 26/09/2025

Besluit  RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

do 28/08/2025 - 19:30

Aanpassing dagelijks bestuur en visum - Actualisatie - Goedkeuring

Aanwezig: Daan VERTONGEN, voorzitter raad voor maatschappelijk welzijn
Bart LAEREMANS, burgemeester
Ewoud DE MEYER, Jelle DE WILDE, Kirsten HOEFS, Chantal LAUWERS, Trui OLBRECHTS, Philip ROOSEN, Karlijne VAN BREE, schepenen
Manon BAS, Eddie BOELENS, Nicolas BOURGEOIS, Randy BUELENS, Ann DAAMEN, William DE BOECK, Soufian FAROUK, Isabel GAISBAUER, Tom GAUDAEN, Dieter GOOVAERTS, Britt JOHN, Katrien LE ROY, Katleen ORINX, Erkut OVALI, Wim ROBBERECHTS, Patricia SEGERS, Laurent VANBINST, Eliane VANCRAENENBROECK, Bart VAN HUMBEECK, Karin VERTONGEN, gemeenteraadsleden
Muriel VAN SCHEL, algemeen directeur
Verontschuldigd: Luca MATON, Dirk MOENS, Ann SELLESLAGH, gemeenteraadsleden
Afwezig: Gerlant VAN BERLAER, gemeenteraadslid

De raad voor maatschappelijk welzijn delegeert de bevoegdheden voor het voeren van overheidsopdrachten aan het vast bureau naar analogie met de gemeente. Voor beide organisaties wordt de procedure voor het verlenen van het visum eveneens gelijkgesteld.

De volgende bepalingen zijn van toepassing inzake de bevoegdheid:
  • Artikel 78, 9 Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (DLB):

De raad voor maatschappelijk welzijn kan bij reglement zijn bevoegdheden overdragen aan het vast bureau.

De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het vast bureau worden toevertrouwd:

9° het vaststellen van wat onder het begrip ‘dagelijks bestuur’ moet worden ver­staan.

10° het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voor­waarden van overheidsopdrachten, tenzij:

a) de opdracht past binnen het begrip ‘dagelijks bestuur’, vermeld in punt 9°, waarvoor het vast bureau bevoegd is;

b) de raad de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor die overheidsopdracht nominatief aan het vast bureau heeft toevertrouwd;


  • Art. 84 DLB:

§1. Het vast bureau bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de raad voor maatschappelijk welzijn voor.

Het vast bureau voert de besluiten van de raad voor maatschappelijk welzijn uit.

§2. Het vast bureau oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd over­eenkomstig artikel 78 van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen.

§3. Het vast bureau is bevoegd voor:

1° de daden van beheer over de inrichtingen en eigendommen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, in voorkomend geval binnen de door de raad voor maatschappelijk welzijn vastgestelde algemene regels;

2° het aanstellen en het ontslaan van het personeel, alsook de sanctie- en tucht­bevoegdheid ten aanzien van het personeel, onder voorbehoud van de be­voegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn, vermeld in artikel 78, tweede lid, 7°, en de gevallen waarin die bevoegdheid door of krachtens de wet of het decreet aan de raad voor maatschappelijk welzijn is opgedragen;

3° het financiële beheer, onder voorbehoud van de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn;

4° het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van over­heidsopdrachten;

5° de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheids­opdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip ‘dagelijks bestuur’, vermeld in artikel 78, tweede lid, 9°;

6° de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheids­opdrachten voor de opdrachten waarvoor de raad voor maatschappelijk wel­zijn dat nominatief aan het vast bureau heeft toevertrouwd;

7° de beslissingen die een wet, een decreet of een uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan het vast bureau voorbehoudt;

8° de daden van beschikking:

a) over roerende goederen, met uitzondering van het aangaan van de dadin­gen;

b) over verhuring, concessie, pacht, jacht- en visrechten van meer dan negen jaar, behalve het vaststellen van de contractvoorwaarden waarvoor de raad voor maatschappelijk welzijn bevoegd blijft;

9° het vertegenwoordigen van het openbaar centrum voor maatschappelijk wel­zijn in gerechtelijke en buitengerechtelijke gevallen en de beslissingen over het in rechte optreden namens het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, onder voorbehoud van artikel 297, §2;

10° het afsluiten van een afsprakennota als vermeld in artikel 171, §2.

De beslissing wordt genomen op grond van:
  • DLB.

  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.

  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten in klassieke sectoren.

 

  • Besluit van de gemeenteraad van 30 augustus 2018 houdende aanpassing dagelijks bestuur en visum.

  • Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 februari 2019 - Aanpassing dagelijks bestuur en visum.
 
  • Besluit van het vast bureau van 30 juni 2025 - Aanpassing dagelijks bestuur en visum - Actualisatie - Principiële goedkeuring.
De beslissing houdt rekening met volgende adviezen:

/

De beslissing kent volgende inhoudelijke verantwoording :

Op 28 februari 2019 stelde de raad voor maatschappelijk welzijn vast wat onder het begrip `dagelijks bestuur' moet worden verstaan.

Dit besluit dient aangevuld te worden i.k.v. dossiers aanwerving artikel 60, §7 OCMW-wet.

Verder dient de regeling herzien te worden gelet op de pensionering m.i.v. 1 oktober 2025 van de adjunct-financieel directeur.

Bijkomende info:

/

Amendement

/

Publieke stemming
Aanwezig: Daan VERTONGEN, Bart LAEREMANS, Ewoud DE MEYER, Jelle DE WILDE, Kirsten HOEFS, Chantal LAUWERS, Trui OLBRECHTS, Philip ROOSEN, Karlijne VAN BREE, Manon BAS, Eddie BOELENS, Nicolas BOURGEOIS, Randy BUELENS, Ann DAAMEN, William DE BOECK, Soufian FAROUK, Isabel GAISBAUER, Tom GAUDAEN, Dieter GOOVAERTS, Britt JOHN, Katrien LE ROY, Katleen ORINX, Erkut OVALI, Wim ROBBERECHTS, Patricia SEGERS, Laurent VANBINST, Eliane VANCRAENENBROECK, Bart VAN HUMBEECK, Karin VERTONGEN, Muriel VAN SCHEL
Voorstanders: Bart LAEREMANS, Ewoud DE MEYER, Jelle DE WILDE, Kirsten HOEFS, Chantal LAUWERS, Trui OLBRECHTS, Philip ROOSEN, Karlijne VAN BREE, Manon BAS, Eddie BOELENS, Nicolas BOURGEOIS, Randy BUELENS, Ann DAAMEN, William DE BOECK, Soufian FAROUK, Isabel GAISBAUER, Tom GAUDAEN, Dieter GOOVAERTS, Britt JOHN, Katrien LE ROY, Katleen ORINX, Erkut OVALI, Wim ROBBERECHTS, Patricia SEGERS, Laurent VANBINST, Eliane VANCRAENENBROECK, Bart VAN HUMBEECK, Daan VERTONGEN, Karin VERTONGEN
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
BESLUIT

Artikel 1.

De uitgaven van het exploitatiebudget behoren tot het dagelijks bestuur. Het vast bureau kan voor deze uitgaven derhalve de wijze van gunnen en de voorwaarden bepalen voor opdrachten voor levering van goederen, werken en diensten.

 

Art. 2.

De uitgaven van het investeringsbudget die overeenkomstig de wetgeving overheidsopdrachten tot stand kunnen komen via het systeem van de aanvaarde factuur behoren tot het dagelijks bestuur. Het vast bureau kan voor deze uitgaven derhalve de wijze van gunnen en de voorwaarden bepalen voor opdrachten voor levering van goederen, werken en diensten.

 

Art. 3.

§1. Voorafgaand aan het nemen van beslissingen met budgettaire en financiële impact staat de financieel directeur in voor de krediet- en wetmatigheidscontrole. De voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom zijn onderworpen aan een voorafgaand visum, voordat enige verbintenis kan worden aangegaan.

§2. Bij elke visumaanvraag wordt aan de financieel directeur een dossier ter beschikking gesteld dat alle documenten en stukken bevat die nuttig en nodig zijn voor het verlenen van een visum. Indien de financieel directeur oordeelt dat het dossier onvolledig is, deelt hij dit mee aan de betrokken dienst.

§3. Het visum kan gunstig of ongunstig zijn. In geval het visum ongunstig is of er voorwaarden aan gekoppeld worden, wordt dit door de financieel directeur gemotiveerd.

§4. Het visum van de financieel directeur wordt opgenomen als considerans in de notulen van de beslissing en wordt door de aanvragende dienst aan het dossier voor het college van burgemeester en schepenen / vast bureau of voor de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn toegevoegd.

§5. De financieel directeur verleent zijn visum en uitspraak binnen een termijn van vijf werkdagen na ontvangst van het volledige dossier betreffende de aanvraag. Deze termijn is maximum éénmaal verlengbaar. Het verstrijken van deze termijn heeft tot gevolg dat het voorafgaand visum wordt geacht ongunstig te zijn tot op het moment dat er door de financieel directeur alsnog een gunstig voorafgaand visum wordt gegeven.

§6. Er is geen visum nodig voor:

  • een verbintenis waarvan het bedrag binnen de perken valt van een opdracht die overeenkomstig de wetgeving overheidsopdrachten tot stand zou kunnen komen via het systeem van de aanvaarde factuur;

  • dotaties en nominatief in het budget opgenomen subsidies;

  • schulduitgaven die voortvloeien uit regelmatig aangegane verbintenissen, zoals aflossingen en intresten van lening- en leasingcontracten;

  • aanstellingen waarvan de duur niet meer bedraagt dan één jaar, waarbij:

    • contracten van onbepaalde duur worden gelijkgesteld met aanstellingen van meer dan één jaar;

    • bij opeenvolgende contracten voor dezelfde functie de totale duur in aanmerking wordt genomen en

  • de aanstellingen i.k.v. artikel 60, § 7 OCMW-wet.

§7. Bij afwezigheid kan de financieel directeur voor het verlenen van een visum een ander personeelslid aanstellen onder zijn verantwoordelijkheid.


Art. 4.

Tem. 30 september 2025 de voorafgaandelijke de krediet- en wetmatigheidscontrole voor de uitgaven van het OCMW te delegeren naar de adjunct-financieel directeur.


Art. 5.

Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 februari 2019 houdende de vaststelling van een nieuwe regeling inzake dagelijks bestuur en visumplicht op te heffen.