Notulen  GEMEENTERAADSCOMMISSIE FINANCIËN

De volgende bepalingen zijn van toepassing inzake de bevoegdheid:

• Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 26 mei 2025 inzake het samenroepen van de gemeenteraadscommissie financiën op 23 juni 2025 om 20 uur (dossierstuk 1).

De beslissing kent volgende inhoudelijke verantwoording:

Jaarrekening 2024 van lokale politiezone Grimbergen dient door de gemeenteraad te worden vastgesteld.

Dit impliceert dat zowel de begrotingsrekening 2024, de balans op 31 december 2024 en de resultatenrekening over het dienstjaar 2024 goedgekeurd dienen te worden.

De officiële rekeningbestanden zijn toegevoegd als bijlage en maken integraal deel uit van deze beslissing.

 

Voorzitter Van Humbeeck opent de vergadering om 20u05 en verzoekt erom de besprekingen te beperken tot het louter financieel-technische aspect en zuiver beleidsmatige vragen tijdens de gemeenteraadszitting te stellen. Men engageert zich ertoe om een verslag van de commissie te bezorgen vòòr de gemeenteraadszitting van 26 juni aanstaande. In het verslag zal (in de mate van het mogelijke) tevens een antwoord terug te vinden zijn op eventuele vragen die niet tijdens de commissie zelf beantwoord konden worden.

*De informatie die niet tijdens de commissie gegeven kon worden, maar nadien werd opgezocht, is in blauwe tekst in het verslag verwerkt.

Teneinde de cijfers van de jaarrekening binnen een meerjarig perspectief te kunnen interpreteren, overloopt de bijzonder rekenplichtige enkele kerncijfers aan de hand van slides en grafieken.

 

Raadslid Maton informeert in welke mate het overschot op de gemeentelijke toelage alsnog aan de politiezone toekomt. De bijzonder rekenplichtige geeft aan dat vanuit het gemeentebestuur enkel het benodigde bedrag overgemaakt wordt en dat het saldo bijgevolg bij de gemeente blijft. In meergemeentezones is het vaak gebruikelijk dat de volledig voorziene toelage uitbetaald wordt en dat het overschot in een soort reservefonds van de politiezone wordt geboekt. Los van het operationele aspect is de werkwijze bij een eengemeentezone bijgevolg financieel voordeliger voor het gemeentebestuur.

Raadslid Boelens polst in welke mate de federale toelagen doorheen de jaren toenemen. De bijzonder rekenplichtige stelt dat de globale federale ontvangsten in principe wel stijgen, maar dat zich hier schommelingen kunnen voordoen. Het is immers zo dat er heel wat verschillende federale toelagen worden verstrekt; sommige ervan (zoals de basistoelage) stijgen wel, maar het verloop van andere toelagen (verkeersveiligheidsfonds) is minder voorspelbaar. Raadslid De Boeck verwijst naar artikel 33005/46548 waaruit blijkt dat de ontvangsten uit het verkeersveiligheidsfonds inderdaad lager zijn uitgevallen dan voorzien. Raadslid Gaisbauer informeert hoe de ontvangsten uit het verkeersveiligheidsfonds berekend worden. De korpschef verduidelijkt dat dit aan de hand van verschillende criteria berekend wordt, onder meer op basis van het aantal kilometer wegen op het grondgebied.

Raadslid Gaisbauer vraagt wat een curvometer is. De korpschef stelt dat dit een toestel is waarmee snelheid gemeten kan worden, onder meer bij steps.

Raadslid De Boeck merkt op dat op artikel 330/12513 (leveringen van gas) niets werd aangerekend. De bijzonder rekenplichtige verduidelijkt dat via VEB steeds één enkele factuur voor gas én elektriciteit wordt bekomen en dat dit inderdaad niet werd uitgesplitst bij de aanrekening. Dit wordt voor de toekomst rechtgezet.

Raadslid De Boeck informeert naar wat de ontvangst van meer dan €47.000 op artikel 330/16148 juist inhoudt. De bijzonder rekenplichtige verduidelijkt dat het een tussenkomst van de verzekeraar betreft naar aanleiding van een schadegeval van een voertuig.

Raadslid De Boeck informeert naar de herkomst van het bedrag van €74.108,42 op pagina 24 van de begrotingsrekening. De bijzonder rekenplichtige geeft mee dat dit de overdracht betreft van de gewone uitgaven uit de vorige dienstjaren, zoals terug te vinden op pagina 7 van het document.

Raadslid De Boeck merkt op dat de er in de balans nog steeds niets gewijzigd is op de post ‘Materiele vaste activa - gebouwen en hun gronden’ niettegenstaande hij hieromtrent eerder al een bemerking maakte. De bijzonder rekenplichtige geeft aan dat hier werk wordt van gemaakt en dit in de volgende jaarrekening geregulariseerd zal worden.

Raadslid De Boeck vraagt zich af of de politiezone aanzienlijke schulden aanhoudt bij de RSZ; op basis van het overzicht van de uitstaande schulden lijkt dat immers het geval te zijn. De bijzonder rekenplichtige geeft mee dat er geen schulden worden aangehouden, dat dit nagekeken zal worden en dat er in het verslag een toelichting zal worden bezorgd:

Rapport ‘detailopgave van de uitstaande schulden 31/12/24’ bevat een overzicht van de uitstaande schulden per crediteur (= per derde).

Het saldo van AR 45401 ‘Bijdragen aan de RSZ en aan andere organismen’ bedraagt in dit overzicht 5.060.289,88 euro (voor 11.380,95 euro gekoppeld aan derde ‘RSZ PROV. EN PLAATSEL. OVER’ en voor 5.048.908,93 euro gekoppeld aan derde ‘RSZ’).

Het volledige saldo van alle boekingen op AR 45401 ‘Bijdragen aan de RSZ en aan andere organismen’ (boekingen met en zonder derde), is terug te vinden in de proef- en saldibalans. AR 45401 heeft in de proef- en saldibalans een saldo van 519.096,52 euro. Dit is het saldo dat per 31/12/24 verschuldigd was aan RSZ-schuld en in januari 2025 is afgeboekt via de bank.

Het verschil van 4.541.193,36 euro (=5.060.289,88 euro – 519.096,52 euro) komt overeen met de boekingen op AR 45401 ‘Bijdragen aan de RSZ en aan andere organismen’ zonder koppeling met een derde. Deze koppeling zal nog voorzien worden zodat deze schulden weggeboekt kunnen worden.

De volgende bepalingen zijn van toepassing inzake de bevoegdheid:

• Artikels 37 en 38, 7° van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (DLB).

 

• Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad goedgekeurd in zitting van 28 februari 2019 en laatst gewijzigd op 24 april 2025:

Art. 34.

§ 1. De raad richt de volgende commissies op die zijn samengesteld uit raadsleden:

1° financiën;

2° mens;

3° ruimte en

4° verenigde commissie.

Deze commissies hebben als taak het voorbereiden van de besprekingen in de raadszittingen, het verlenen van advies en het formuleren van voorstellen over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht.

De commissies kunnen steeds deskundigen en belanghebbenden horen.

§2. De verenigde gemeenteraadscommissie is samengesteld uit alle leden van de gemeenteraad. Alle andere commissies zijn samengesteld uit 13 stemgerechtigde raadsleden. De voorzitter kan worden aangewezen onder de raadsleden die geen lid zijn van de commissie. In dat geval heeft de voorzitter geen stemrecht.

De mandaten van lid van iedere commissie worden volgens het stelsel D’Hondt evenredig verdeeld over de fracties waaruit de gemeenteraad is samengesteld. De evenredigheid vereist in ieder geval dat de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen steeds hoger is dan de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de andere fracties.

De raadsleden behoren tot de fracties zoals werd vastgesteld op de installatievergadering of bij vervanging of opvolging op een latere gemeenteraad.

§3. Elke fractie wijst de mandaten toe, die haar overeenkomstig de berekeningswijze van de evenredige vertegenwoordiging toekomen, door middel van een voordracht, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht voor elk van de kandidaat-commissieleden ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de leden van de fractie waarvan het kandidaat-commissielid deel van uitmaakt. Indien de fractie van het kandidaat-commissielid slechts uit twee verkozenen bestaat, volstaat de handtekening van één van hen. Niemand kan meer dan één akte ondertekenen per beschikbaar mandaat voor de fractie.

§4. Als de voorzitter van de gemeenteraad voordrachten ontvangt voor meer kandidaten dan er mandaten te begeven zijn voor een fractie, dan worden de mandaten toegewezen volgens de volgorde van voorkomen op de akte van voordracht.

§5. Als ten gevolge van de toepassing van de evenredige vertegenwoordiging een fractie niet vertegenwoordigd is in een commissie, kan de fractie een raadslid aanwijzen dat als lid met raadgevende stem in de commissie zetelt.

§ 6. Tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt een fractie geacht eenzelfde aantal leden in de commissies te behouden. Indien één of meerdere leden verklaren niet meer te behoren tot de fractie kan dit lid niet meer zetelen, noch als lid van deze fractie, noch als lid van een andere fractie. Niettemin behouden deze fracties het oorspronkelijke aantal leden in de commissie.

Raadsleden die op basis van artikel 12 DLB tijdelijk in de raad zetelen ter vervanging van een verhinderd raadslid, vervangen dat raadslid tijdens de periode van verhindering ook in de commissies waar het verhinderd lid normaal gezien zetelt.

§7. Elke commissie wordt voorgezeten door een raadslid. De leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen voorzitter zijn van een commissie. De gemeenteraad duidt de voorzitters van de commissies aan.

§8. De gemeenteraadscommissie wordt bijeengeroepen door de commissievoorzitter en dit op vraag van het college van burgemeester en schepenen, op dezelfde wijze als de raad bijeengeroepen wordt in artikel 2 van dit reglement. De stukken die bij de agenda horen, worden op dezelfde wijze bekend gemaakt aan de raadsleden.

Behalve in spoedeisende gevallen, geschiedt de bijeenroeping via e-notulen aan alle leden van de gemeenteraadscommissie (effectieve leden en leden die als waarnemer kunnen zitting hebben), ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering.

De oproeping vermeldt de agenda, dag, uur en plaats van de vergadering. Deze informatie wordt eveneens bekendgemaakt aan het publiek door publicatie op de gemeentelijke website raadpleegomgeving.

§9. De commissies vergaderen fysiek.

§10. De gemeenteraadscommissies kunnen geldig vergaderen, ongeacht het aantal aanwezige leden. Commissieleden kunnen zich tijdens een vergadering laten vervangen door raadsleden van dezelfde fractie.

§11. De gemeenteraadscommissievergaderingen zijn in principe openbaar onder dezelfde voorwaarden als voor de raad (zie artikels 5 en 6 van dit reglement).

De raadsleden kunnen, zonder stemrecht, de vergaderingen van de commissies waarvan zij geen deel uitmaken, bijwonen.

De leden van het college en de algemeen directeur kunnen als waarnemend lid de gemeenteraadscommissievergaderingen bijwonen.

§12. Vooraleer aan vergaderingen deel te nemen, tekenen de leden van elke gemeenteraadscommissie een aanwezigheidslijst, die aan de algemeen directeur wordt bezorgd.

 

Art. 35.

Alle leden van de gemeenteraadscommissie zijn stemgerechtigd, met uitsluiting van de waarnemende leden, de krachtens artikel 34, §7 aangestelde voorzitter, de deskundigen en de eventuele belanghebbenden.

De leden van de commissies stemmen, zoals in de gemeenteraad, nooit geheim, behalve in de gevallen zoals in artikel 22, §6 van dit reglement.

 

Art. 36.

Het ambt van secretaris van elke raadscommissie wordt waargenomen door één of meer personeelsleden van de gemeente, op voorstel van de algemeen directeur, aangewezen door het college van burgemeester en schepenen.

Een afschrift van het verslag wordt via e-Notulen gedeeld met de leden van de commissie en ook bekendgemaakt op de gemeentelijke website.

• Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 26 mei 2025 inzake het samenroepen van de gemeenteraadscommissie financiën op 23 juni 2025 om 20 uur (dossierstuk 1).

De beslissing kent volgende inhoudelijke verantwoording:

Nadat de rekeningen in overeenstemming zijn gebracht met de gegevens van de inventaris van al de bezittingen, rechten, vorderingen, schulden en verplichtingen, van welke aard ook, worden ze samengevat opgenomen in het ontwerp van de jaarrekening.

De jaarrekening bestaat uit een beleidsevaluatie, een financiële nota en een toelichting.

De jaarrekening wordt vastgesteld voor 30 juni van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft.

Vanaf boekjaar 2020 heeft de jaarrekening betrekking op gemeente en OCMW samen; het document is met andere woorden te beschouwen als een gecoördineerde jaarrekening van beide entiteiten. De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen elk over hun deel van de jaarrekening. Nadat de raden zo het beleidsrapport elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport, zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn, goed.

De jaarrekening over het financiële boekjaar 2024 sluit af met een beschikbaar budgettair resultaat van -8.414.820 euro.

De jaarrekening over het financiële boekjaar 2024 sluit af met een autofinancieringsmarge van 1.547.184 euro.

 

Het diensthoofd financiën, de adjunct-financieel directeur en de coördinator financiële planning lichten een powerpointpresentatie toe waarin de belangrijkste cijfers van gemeente en OCMW met betrekking tot 2024 vervat zitten. Voorafgaand wordt, vooral voor de nieuwe raadsleden, een toelichting gegeven over de werking en filosofie van de beleids- en beheerscyclus (BBC) en de structuur van de bijhorende schema’s.

Raadslid Maton polst naar de reden waarom er naast prioritair beleid zowel gelijkblijvend beleid als niet-prioritair beleid bestaat. Het diensthoofd financiën geeft mee dat onder gelijkblijvend beleid heel wat zaken geclusterd worden, terwijl bij niet-prioritair beleid toch nog een opdeling kan worden gemaakt naar kostenplaats. Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt voor wegenwerken, waardoor deze afzonderlijk gebudgetteerd kunnen worden.

Raadslid Boelens polst of de te betalen planlasten kaderen binnen het RUP Open Ruimte. Schepen Olbrechts bevestigt dit.

Raadslid De Boeck informeert op welke wijze de responsabiliseringsbijdrage berekend werd. Het diensthoofd financiën stelt dat dit gebeurt op basis van informatie die vanuit de federale pensioendienst bekomen wordt. Voorlopig wordt vanuit de Vlaamse overheid een tegemoetkoming van 50% voorzien.

Raadslid Boelens wenst te weten wat de beslissing om over te stappen naar Incovo en dit nadien, op basis van een gerechtelijke uitspraak, te moeten terugdraaien uiteindelijk gekost heeft. De financieel directeur stelt dat de dienstverlening die door Incovo aangeboden werd goedkoper uitviel, waardoor er voor de periode van samenwerking met Incovo zeker geen sprake was van bijkomende kosten. Raadslid Boelens refereert naar een inbreng van grond en naar advocatenkosten die verschuldigd waren. (De inbreng van grond heeft uiteindelijk niet plaatsgevonden, de gemeente betaalde advocatenbureau Arcas Law €28.200,35 voor de begeleiding bij de toetreding tot Incovo en betaalde, na een ongunstige uitspraak door de Raad van State, Intradura €54.322,81 aan gerechtelijke kosten terug). 

Raadslid Maton wenst te weten hoeveel er betaald werd aan consultancy en in welke mate dit bedrag afwijkt van het vorige dienstjaar (2023). De coördinator financiële planning geeft mee dat deze uitgave in 2024 €703.000 bedroeg (dit betreft enkel de consultancykosten die onder exploitatie-uitgaven worden geboekt; in een beperkt aantal gevallen wordt dit ook als investering geboekt, namelijk indien dit mee afgeschreven kan worden op een investeringsproject). In 2023 werd €873.000 besteed aan consultancy (exploitatie), wat betekent dat er in 2024 sprake was van een daling van €170.000.

Raadslid Vanbinst wenst te weten hoeveel er aan advocatenkosten werd uitgegeven. De coördinator financiële planning geeft aan dat dit voor het gemeentebestuur om een bedrag van €216.000 ging.

Raadslid Boelens vraagt welk deel van de kosten voor het uitbesteden van groenonderhoud (Den Diepen Boomgaard en Kiemkracht) betrekking heeft op loonkosten. De coördinator financiële planning geeft mee hier geen exact zicht op te hebben, maar stelt dat dit alleszins het grootste deel van de kost zal uitmaken. Raadslid Boelens vindt dit van belang omdat er op die manier een transfer van personeelskosten naar werkingskosten plaatsvindt, aangezien deze werken vroeger door eigen personeel werden uitgevoerd.

Raadslid Maton informeert naar de reden waarom de toelage aan Lago omwille van energiekosten zou zijn gestegen. De financieel directeur stelt dat Lago zich bij de uitbating van het zwembad baseerde op energiekosten die men in een financiele prognose had opgenomen. In 2022, 2023 en 2024 bleken de energiekosten evenwel merkelijk hoger uit te vallen dan voorzien. De gemeenteraad erkende deze hogere energiekosten als overmacht en besliste de helft van het surplus ten laste te nemen. Dit bedrag komt bovenop de werkingstoelage, maar vertoont wel een daling (energie-aandeel ten laste van de gemeente: 2022: €150.951,90, 2023: €61.212,16, 2024: €26.760,59).

Raadslid Vanbinst informeert met betrekking tot de uitbating van het zwembad naar de mogelijke impact van de installatie van zonnepanelen. Voorzitter Van Humbeeck geeft aan dat deze vraag geen betrekking heeft op de jaarrekening van 2024.

Raadslid Boelens informeert naar de oorzaak van de gedaalde energiekosten bij het OCMW. De financieel directeur geeft mee dat dit hoofdzakelijk aan de eenheidsprijzen te wijten is. De adjunct-financieel directeur verwijst ook naar de renovatie van de stookplaats.

Raadslid Gaisbauer polst of de stagairs in Ter Biest als personeelskost worden geboekt of als consultancy worden beschouwd. De adjunct-financieel directeur geeft mee dat dit personeelskosten betreft.

Raadslid Bourgeois informeert of de consultancy-uitgaven bij het OCMW voornamelijk betrekking hadden op maatschappelijk werkers. De adjunct-financieel directeur bevestigt dit en geeft mee dat de inzet van consultancy op de sociale dienst in 2024 helemaal werd stopgezet.

Raadslid De Boeck informeert naar de verhouding die er bestaat tussen de leeflonen die voor 55% en voor 100% gesubsidieerd worden. Schepen Olbrechts geeft mee dat er 331 dossiers zijn waarvan 55% wordt terugbetaald en slechts een vijftigtal waarbij er sprake is van een volledige tussenkomst.

Raadslid Bourgeois informeert of er bijgevolg voor elk leefloon een tussenkomst door de federale overheid plaatsvindt. Schepen Olbrechts bevestigt dit.

Raadslid Maton informeert in welke mate er in Grimbergen verhoudingsgewijs meer of minder leefloondossiers zijn dan andere gemeenten. De adjunct-financieel directeur geeft aan dat deze informatie nog niet in kaart werd gebracht. (Uit het laatst bekomen Financieel Profiel van Belfius, gebaseerd op jaarrekeningen van 2023, blijkt dat Grimbergen per inwoner €74 besteedt aan de toekenning van leefloon. In een cluster van vergelijkbare gemeenten, waarin Grimbergen wordt ondergebracht, bedraagt dit gemiddeld €69. Het gemiddelde in Vlaanderen en Vlaams-Brabant bedraagt respectievelijk €69 en €64 per inwoner.)

Raadslid De Boeck informeert of de vermelde ontvangst inzake aanvullende personenbelasting een bedrag van 12 maanden betreft (in 2023 ontving de lokale besturen uitzonderlijk immers 14 maanden). Het diensthoofd financiën bevestigt dit.

Raadslid De Boeck informeert in welke mate de controle van de kadastrale inkomens door de FOD Financiën ondertussen afgerond werd en wat hiervan de impact is. De financieel directeur geeft mee dat deze oefening inderdaad beëindigd werd en dat er een 800-tal woningen gecontroleerd werden; in het leeuwendeel van de gevallen werden de kadastrale inkomens naar boven herzien. De exacte impact werd vanuit de FOD Financiën evenwel niet afzonderlijk gecommuniceerd.

Raadslid Boelens vraagt naar de mogelijke impact van de rechtszaken die ingespannen worden tegen de belasting op economische bedrijvigheid. De financieel directeur geeft aan dat de gemeente mogelijks zal moeten overgaan tot een terugbetaling van om en bij de €500.000, aangezien de belastingplichtige in kwestie ondanks de ingediende bezwaren wel degelijk steeds de belasting betaalde. De tegenpartij werd in hoger beroep in het gelijk gesteld; het gemeentebestuur onderzoekt momenteel of het zinvol is om tegen deze uitspraak in cassatie te gaan. Raadslid Boelens informeert naar de identiteit van de belastingplichtige in kwestie. Voorzitter Van Humbeeck geeft aan dat de commissie ook bijgewoond wordt door personen die geen deel uitmaken van de gemeenteraad en dat het bijgevolg niet het juiste forum is om deze info openbaar te maken.

 

Raadslid Maton vraagt op welke manier de belasting op bouwen berekend wordt. Burgemeester Laeremans geeft mee dat er in het belastingreglement een tarief per kubieke meter werd bepaald. Raadslid Boelens stelt dat het gemeentebestuur zelf gemachtigd is om dit tarief te bepalen en verzoekt een vergelijking te bekomen van tarieven uit andere gemeenten.

Grimbergen:

De belasting voor woongebouwen wordt als volgt vastgesteld:
1. 0,70 euro per m³ voor de eerste 650 m³;
2. 1,20 euro per m³ voor het volume tussen 650 m³ en 850 m³;
3. 1,80 euro per m³ voor het volume tussen 850 m³ en 1000 m³;
4. 2,40 euro per m³ voor het volume vanaf 1000 m³.
Ingeval van uitbreiding van een gebouw is de belasting enkel voor het nieuw gedeelte verschuldigd.
De belasting voor gebouwen voor overwegend industriële, commerciële, ambachtelijke, sport, vrije tijd of amusementsdoeleinden wordt als volgt vastgesteld:
1. voor de gedeelten die dienst doen als fabriek, loods, serres of vergaarbak, wordt de te betalen belasting vastgesteld op 0,30 euro per kubieke meter;
2. voor de overige gedeelten wordt de belasting berekend zoals voor woongebouwen.

Tarieven van de bouwtaks in omliggende gemeentes:

• Meise: €0,60/m³
• Vilvoorde: €1,10/m³
• Wemmel: €1/m³
• Asse:
•  0 tem 1.000 m³ => €0,80/m³
• 1.001 tem 2.000 m³ => €1/m³
•  >5000 m³ => 0,06/m³
• Dilbeek:
• 0 tem 500 m³ => €0,85/m³
• Vanaf 501 m³ => €2,20/m³

 

Raadslid De Boeck verwijst naar de grote afwijking betreffende de ontvangsten uit de tweede verblijfsbelasting. Het diensthoofd financiën verduidelijkt dat dit een boekhoudtechnische afwijking betreft door de opstart van een nieuw pakket (CS Belastingen in de plaats van Winbel), maar bevestigt dat alle belastingen wel degelijke gevestigd werden.

Raadslid Vanbinst informeert in welke mate de tegemoetkoming voor de Open Ruimte verband houdt met de ontvangen schadeclaims inzake planlasten. De financieel directeur geeft mee dat dit hier helemaal los van staat. Het diensthoofd financiën stelt dat dit bedrag voor meerdere jaren vastgelegd werd en niet geoormerkt is, wat maakt dat het bestuur dit naar eigen goeddunken kan aanwenden.

Raadslid Boelens vraagt of hij het goed begrepen heeft dat de aanvullende dotatie uit het gemeentefonds in de loop van de komende jaren zou wegvallen. Het diensthoofd financiën stelt dat een deel ervan, zijnde de zogenaamde Elia-compensatie, vanaf 2027 mogelijk zou wegvallen.

Raadslid Boelens wenst voor het OCMW een gedetailleerd overzicht te bekomen van enerzijds de steunverlening in ruime zin en anderzijds de daartegenover staande subsidie-ontvangsten.

Tewerkstelling artikel 60§7: de uitgaven bedroegen €591.102,43 en de ontvangsten €441.067,38 (saldo = €150.035,05).

Energiearmoede : de uitgaven bedragen €96.715,52 en de subsidies €91.450,28.

Wat de andere steunverlening betreft: zie excel-bestand in bijlage.

Raadslid Bourgeois informeert voor welke categorieën er door de federale overheid 100% dan wel 55% van het leefloon wordt terugbetaald. Schepen De Meyer geeft mee dat enkel voor de Oekraïners een tussenkomst van 100% is voorzien.

Raadslid Bourgeois wenst te weten te komen hoeveel subsidie er bekomen werd voor het asielcentrum dat in het Bergdal werd ondergebracht. (Er wordt per asielzoeker op jaarbasis een bedrag van €350,63 voorzien.)

Raadslid De Boeck geeft aan de indruk te hebben dat de ontvangsten uit de belasting op opvang en transport van afvalwater (BOT) dalend zijn. De financieel directeur stelt dat dit niet zo is en dat in 2025 zelfs een stijging van 15% verwacht wordt.

 

Boekjaar	Algemene rekening omschrijving	Vorderingen
2020	BOT - opvang en transport afvalwater	€ 1.971.062,90
2021	BOT - opvang en transport afvalwater	€ 2.324.569,10
2022	BOT - opvang en transport afvalwater	€ 2.329.696,80
2023	BOT - opvang en transport afvalwater	€ 2.479.749,45
2024	BOT - opvang en transport afvalwater	€ 2.521.591,59

 

Raadslid De Boeck wenst te weten in welke mate er controle wordt uitgeoefend op de kortverblijfopnames die in Den Bogaet plaatsvinden. De ontvangsten zijn immers gedaald. De adjunct-financieel directeur stelt dat er sprake is van minder kortverblijfopnames en geeft mee dat er bij haar weten geen sprake is van controles.

De intake van de resident en de aanvraag tot facturatie gebeurt door de maatschappelijk werker van Ter Biest. De opnames kortverblijf in het WZC Den Bogaet worden steeds bekrachtigd door het vast bureau. Er is ook een tussenkomst van de zorgkas. Intern wordt wel gecontroleerd of de perioden bekrachtigd in het vast bureau wel effectief werden gefactureerd. Controleren of Den Bogaet het kortverblijf maximaal reserveert voor het OCMW gebeurt niet.

Raadslid Boelens vraagt wie de kosten draagt voor de aanleg van de individuele behandeling van afvalwater (kortweg IBA’s). De financieel directeur stelt dat het bestuur besliste om hiervan de volledige kost ten laste te nemen, zodat het bestuur er ook zelf kan voor instaan dat het verplichte periodieke onderhoud wordt uitgevoerd. Het bestuur ontvangt hiervoor ook een subsidie. Voorzitter Van Humbeeck stelt dat dit zorgt voor een gelijke behandeling ten aanzien van de inwoners die aangesloten zijn op de riolering. Raadslid Boelens stelt dat dit toch een behoorlijk dure maatregel betreft.

Raadslid Gaudaen informeert of onder de vermelde kosten inzake kunstgrasveld Ter Wilgen beide terreinen begrepen zijn. De coördinator financiële planning bevestigt dit en stelt dat ook alle aanverwante kosten, zoals de omheining, inbegrepen zijn.

Raadslid Maton vraagt zich af welke kosten er al gemaakt zijn voor het project van de zijvleugel. De coördinator financiële planning verduidelijkt dat dit architectenkosten betreft.

Raadslid Maton polst in welke mate de gemeente bijdraagt in de kosten voor het Landinrichtingsplan Oostelijk Maalbeekvallei. Raadslid Boelens bevestigt dit, stelt dat dit over meerdere jaren gespreid wordt en dat ook de VLM hiervoor 30% bijdraagt.

Raadslid Boelens informeert waarop de uitgave van €152.150 inzake Borrekesveld betrekking heeft. Schepen Olbrechts geeft mee dat het de speeltuin betreft.

Raadslid Boelens informeert of de vermelde inrichtingskost van 40.000 inzake de inrichting van het containerpark te Strombeek de enige verschuldigde kost was, of dat er aanvullend ook nog huurgeld verschuldigd is. De coördinator financiële planning bevestigt dat er wel degelijk een maandelijks huurbedrag wordt voldaan (€2.180 per maand).

Raadslid Le Roy informeert waarop de uitgaven voor Speelbroek betrekking hebben. De adjunct-financieel directeur verduidelijkt dat het de waarborg voor een LOI betreft.

Raadslid De Boeck wenst te weten aan welke rentevoeten het bedrag van €15.000.000 aan leningen werd opgenomen. Het diensthoofd financiën stelt dat €10.000.000 werd opgenomen aan 2,79% (vast), €3.000.000 aan 2,77% (herzienbaar) en €2.000.000 aan 3,83% (herzienbaar).

Raadslid De Boeck wenst te weten wat de opname van €15.000.000 op jaarbasis aan aflossingen betekent (aflossingstabellen in bijlage).

Raadslid De Boeck informeert naar het bedrag aan vaste termijnkredieten dat het bestuur op 31 december 2024 aanhield. Het diensthoofd financiën geeft mee dat deze info is terug te vinden in schema T4 (onder ‘financiële schulden op korte termijn’) en dat dit eind 2024 om een bedrag van €9.500.000 ging.

Raadslid De Boeck informeert hoe de toestand in 2025 verder geëvolueerd is. De financieel directeur verduidelijkt dat er ondertussen al voor €8.000.000 aan leningen werd opgenomen en dat voor meer dan €10.000.000 aan vaste termijnkredieten wordt aangehouden.

Raadslid Boelens wenst te weten hoeveel de uitstaande schulden op korte termijn bedroegen op 31 december van de voorbije jaren (2020: €1.100.000, 2021: €2.100.000, 2022: €3.500.046, 2023: €8.833.612, 2024: €9.500.000)

 

 

Raadslid Boelens informeert welk risico het bestuur loopt voor het aangaan van een borg ten gunste van Lago. De financieel directeur geeft mee dat het bestuur de door Lago aangegane leningen (waarvoor de borgstelling geldt) zal moeten terugbetalen indien Lago in gebreke blijft om dit te doen. Het is momenteel niet duidelijk in welke mate Lago deze leningen al is aangegaan.

Collegebeslissing 24 januari 2022:

De Grimbergen verklaart zich solidair borg te stellen tegenover KBC Bank NV wat betreft zowel het kapitaal als de intresten en de onkosten van het voormeld krediet en dit tot een maximumbedrag van 4.565.848 euro.

De borg kent en aanvaardt de voorwaarden van het krediet en de financiële toestand van de kredietnemer.

De borg gaat de verbintenis aan ten opzichte van KBC Bank NV het door deze laatste gevraagde bedrag tot maximaal het hierboven vermelde bedrag te storten ten laatste twee weken na ontvangst van een aangetekend schrijven tegen ontvangstbewijs waarin KBC Bank NV vraagt dit bedrag te storten op de daarin aangeduide rekening.

Bij gehele of gedeeltelijke laattijdige betaling van de door de borg verschuldigde bedragen, worden verwijlintresten – tegen de rentevoet van de marginale beleningsfaciliteit van de Europese Centrale Bank geldig op de laatste dag van de maand, voorafgaand aan deze waarin de vertraging optreedt, verhoogd met een marge van 1,5% - van rechtswege en zonder ingebrekestelling aangerekend en dit gedurende de periode van niet-betaling.

Raadslid De Boeck wenst te weten hoeveel probleemdossiers er momenteel zijn bij het terugvorderen van uitgevoerde afkoppelingswerken. (Er blijven voor deze aangelegenheid momenteel 14 facturen onbetaald.)

De volgende bepalingen zijn van toepassing inzake de bevoegdheid:

• Artikels 37 en 38, 7° van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (DLB).

 

• Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad goedgekeurd in zitting van 28 februari 2019 en laatst gewijzigd op 24 april 2025:

Art. 34.

§ 1. De raad richt de volgende commissies op die zijn samengesteld uit raadsleden:

1° financiën;

2° mens;

3° ruimte en

4° verenigde commissie.

Deze commissies hebben als taak het voorbereiden van de besprekingen in de raadszittingen, het verlenen van advies en het formuleren van voorstellen over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht.

De commissies kunnen steeds deskundigen en belanghebbenden horen.

§2. De verenigde gemeenteraadscommissie is samengesteld uit alle leden van de gemeenteraad. Alle andere commissies zijn samengesteld uit 13 stemgerechtigde raadsleden. De voorzitter kan worden aangewezen onder de raadsleden die geen lid zijn van de commissie. In dat geval heeft de voorzitter geen stemrecht.

De mandaten van lid van iedere commissie worden volgens het stelsel D’Hondt evenredig verdeeld over de fracties waaruit de gemeenteraad is samengesteld. De evenredigheid vereist in ieder geval dat de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen steeds hoger is dan de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de andere fracties.

De raadsleden behoren tot de fracties zoals werd vastgesteld op de installatievergadering of bij vervanging of opvolging op een latere gemeenteraad.

§3. Elke fractie wijst de mandaten toe, die haar overeenkomstig de berekeningswijze van de evenredige vertegenwoordiging toekomen, door middel van een voordracht, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht voor elk van de kandidaat-commissieleden ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de leden van de fractie waarvan het kandidaat-commissielid deel van uitmaakt. Indien de fractie van het kandidaat-commissielid slechts uit twee verkozenen bestaat, volstaat de handtekening van één van hen. Niemand kan meer dan één akte ondertekenen per beschikbaar mandaat voor de fractie.

§4. Als de voorzitter van de gemeenteraad voordrachten ontvangt voor meer kandidaten dan er mandaten te begeven zijn voor een fractie, dan worden de mandaten toegewezen volgens de volgorde van voorkomen op de akte van voordracht.

§5. Als ten gevolge van de toepassing van de evenredige vertegenwoordiging een fractie niet vertegenwoordigd is in een commissie, kan de fractie een raadslid aanwijzen dat als lid met raadgevende stem in de commissie zetelt.

§ 6. Tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt een fractie geacht eenzelfde aantal leden in de commissies te behouden. Indien één of meerdere leden verklaren niet meer te behoren tot de fractie kan dit lid niet meer zetelen, noch als lid van deze fractie, noch als lid van een andere fractie. Niettemin behouden deze fracties het oorspronkelijke aantal leden in de commissie.

Raadsleden die op basis van artikel 12 DLB tijdelijk in de raad zetelen ter vervanging van een verhinderd raadslid, vervangen dat raadslid tijdens de periode van verhindering ook in de commissies waar het verhinderd lid normaal gezien zetelt.

§7. Elke commissie wordt voorgezeten door een raadslid. De leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen voorzitter zijn van een commissie. De gemeenteraad duidt de voorzitters van de commissies aan.

§8. De gemeenteraadscommissie wordt bijeengeroepen door de commissievoorzitter en dit op vraag van het college van burgemeester en schepenen, op dezelfde wijze als de raad bijeengeroepen wordt in artikel 2 van dit reglement. De stukken die bij de agenda horen, worden op dezelfde wijze bekend gemaakt aan de raadsleden.

Behalve in spoedeisende gevallen, geschiedt de bijeenroeping via e-notulen aan alle leden van de gemeenteraadscommissie (effectieve leden en leden die als waarnemer kunnen zitting hebben), ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering.

De oproeping vermeldt de agenda, dag, uur en plaats van de vergadering. Deze informatie wordt eveneens bekendgemaakt aan het publiek door publicatie op de gemeentelijke website raadpleegomgeving.

§9. De commissies vergaderen fysiek.

§10. De gemeenteraadscommissies kunnen geldig vergaderen, ongeacht het aantal aanwezige leden. Commissieleden kunnen zich tijdens een vergadering laten vervangen door raadsleden van dezelfde fractie.

§11. De gemeenteraadscommissievergaderingen zijn in principe openbaar onder dezelfde voorwaarden als voor de raad (zie artikels 5 en 6 van dit reglement).

De raadsleden kunnen, zonder stemrecht, de vergaderingen van de commissies waarvan zij geen deel uitmaken, bijwonen.

De leden van het college en de algemeen directeur kunnen als waarnemend lid de gemeenteraadscommissievergaderingen bijwonen.

§12. Vooraleer aan vergaderingen deel te nemen, tekenen de leden van elke gemeenteraadscommissie een aanwezigheidslijst, die aan de algemeen directeur wordt bezorgd.

 

Art. 35.

Alle leden van de gemeenteraadscommissie zijn stemgerechtigd, met uitsluiting van de waarnemende leden, de krachtens artikel 34, §7 aangestelde voorzitter, de deskundigen en de eventuele belanghebbenden.

De leden van de commissies stemmen, zoals in de gemeenteraad, nooit geheim, behalve in de gevallen zoals in artikel 22, §6 van dit reglement.

 

Art. 36.

Het ambt van secretaris van elke raadscommissie wordt waargenomen door één of meer personeelsleden van de gemeente, op voorstel van de algemeen directeur, aangewezen door het college van burgemeester en schepenen.

Een afschrift van het verslag wordt via e-Notulen gedeeld met de leden van de commissie en ook bekendgemaakt op de gemeentelijke website.

• Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 26 mei 2025 inzake het samenroepen van de gemeenteraadscommissie financiën op 23 juni 2025 om 20 uur (dossierstuk 1).

De beslissing kent volgende inhoudelijke verantwoording:

De raad van bestuur dient zich uit te spreken over de vaststelling van de jaarrekening voor 30 juni van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft.

De jaarrekening over het financiële boekjaar 2024 sluit af met een beschikbaar budgettair resultaat van 387.988 euro.

De jaarrekening over het financiële boekjaar 2024 sluit af met een autofinancieringsmarge van 48.500 euro.

 

De coördinator financiële planning overloopt een powerpointpresentatie met de belangrijkste cijfers van het AGB met betrekking tot 2024.

Raadslid Boelens meent dat de uitbatingsrechten van de 4 cafetaria’s weinig opbrengen en wenst een detail te bekomen van de maandelijks gevorderde huurgelden.

De maandelijkse huurprijs 2025 voor de uitbating van de cafetaria bedraagt:

• Prinsenbos: € 1.493,35
• Humbeek: € 415,45
• Verbrande Brug: € 832,23
• Schietstand: € 252,68

 

Voorzitter Van Humbeeck dankt de aanwezigen, inzonderheid de vertegenwoordigers van de financiële dienst voor het geleverde werk, en sluit de vergadering om 22u35.