De voorzitter opent de zitting op 22/05/2025 om 19:03.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen van de vergadering van 24 april 2025 goed.
Artikel 78 Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (DLB):
De raad voor maatschappelijk welzijn kan bij reglement zijn bevoegdheden overdragen aan het vast bureau.
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het vast bureau worden toevertrouwd:
1° de bevoegdheden die aan de raad voor maatschappelijk welzijn zijn toegewezen, vermeld in afdeling 1 en 2 van dit hoofdstuk, en de bevoegdheid tot overdracht, vermeld in het eerste lid.
Artikel 18 tot en met 39, met uitzondering van artikel 29, § 1 en § 5, artikel 36, 37 en 38, eerste lid, 7°, zijn van toepassing op de raad voor maatschappelijk welzijn, met dien verstande dat in die bepalingen de volgende woorden worden gelezen als volgt:
2° "gemeenteraad" als "raad voor maatschappelijk welzijn".
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op. De agenda bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld. De voorzitter is verplicht de gemeenteraad bijeen te roepen op verzoek van een derde van de zittinghebbende leden of van het college van burgemeester en schepenen.
De voorzitter is ook verplicht de gemeenteraad bijeen te roepen op verzoek van een vijfde van de zittinghebbende leden als zes weken na de datum van de vorige gemeenteraad de gemeenteraadsleden nog niet bijeengeroepen zijn. De periode van zes weken wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus.
Bij een verplichte bijeenroeping als vermeld in het tweede en het derde lid roept de voorzitter de gemeenteraad bijeen op de aangewezen dag en het aangewezen uur en met de voorgestelde agenda. Daarvoor bezorgen de gemeenteraadsleden en het college van burgemeester en schepenen voor elk punt op de agenda hun voorstel van beslissing met een toelichting aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de gemeenteraad.
De algemeen directeur woont de vergaderingen van de gemeenteraad bij en is verantwoordelijk voor het opstellen en het bewaren van de notulen en het zittingsverslag ervan.
De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad worden, na goedkeuring, ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
De bepalingen, vermeld in het eerste en tweede lid, zijn van toepassing op het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, met dien verstande dat "gemeenteraad" wordt gelezen als "raad voor maatschappelijk welzijn".
De notulen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat is gegeven aan de punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen. Ze maken melding van alle beslissingen en het resultaat van de stemmingen. Behalve bij geheime stemming, vermelden de notulen hoe elk lid gestemd heeft. Van die laatste verplichting kan worden afgeweken voor beslissingen die genomen zijn met unanimiteit.
De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden. De gemeenteraad kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.
Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 28 in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.
De bepalingen, vermeld in het eerste tot en met het derde lid, zijn van toepassing op het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, met dien verstande dat "gemeenteraad" wordt gelezen als "raad voor maatschappelijk welzijn".
/
/
/
Enig artikel.
De notulen van de vergadering van 24 april 2025 goed te keuren.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het ontslag van mevrouw Britt JOHN als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst van de fractie Groen+Vooruit en stelt vast dat de kandidaat-opvolger, volgens de akte van voordracht van 25 november 2024, de heer Rudy ROMEYNS is.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de geloofsbrieven van de kandidaat-opvolger en keurt deze goed.
Artikels 87 e.v. Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (DLB).
ALGEMEEN
Artikel 92 DLB
De leden en kandidaat-opvolgers van het bijzonder comité voor de sociale dienst worden schriftelijk voorgedragen door de verkozenen voor de gemeenteraad.
Uiterlijk acht dagen voor de installatievergadering van de gemeenteraad bezorgen de verkozenen de voordrachtsakten voor de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst, vermeld in het eerste lid, aan de algemeen directeur. De algemeen directeur bezorgt een afschrift van de akten aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De voordrachtsakte voldoet aan de volgende voorwaarden:
1° de voordrachtsakte vermeldt de naam, de voornamen, de geboortedatum, het beroep, het rijksregisternummer en de hoofdverblijfplaats van de kandidaat-leden;
2° de voordrachtsakte vermeldt de naam, de voornaam en het rijksregisternummer van de verkozenen op de lijsten die de voordracht doen;
3° de voordrachtsakte is voor akkoord ondertekend door de kandidaat-leden;
4° de voordrachtsakte is ondertekend door de meerderheid van de verkozenen van dezelfde lijst of groep van lijsten die aan de lokale verkiezingen hebben deelgenomen, of, als de voorgedragen kandidaat deelgenomen heeft aan de lokale verkiezingen, door de meerderheid van de verkozenen van dezelfde lijst of groep van lijsten die aan de lokale verkiezingen hebben deelgenomen. Het aantal handtekeningen wordt berekend na de schrapping van de ongeldige handtekeningen, vermeld in het zevende lid. Als een lijst of groep van lijsten maar twee verkozenen telt, volstaat de handtekening van een van hen;
5° tenzij het gaat om een lijst of groep van lijsten waaraan maar een zetel in het bijzonder comité voor de sociale dienst is toegewezen, vermeldt de voordrachtsakte kandidaat-leden van verschillend geslacht;
6° de voordrachtsakte vermeldt niet meer kandidaat-leden dan het aantal dat aan de lijst of groep van lijsten is toegewezen overeenkomstig artikel 91.
De voordrachtsakte kan de naam, de voornamen, de geboortedatum, het beroep, het rijksregisternummer en de hoofdverblijfplaats van een of meer opvolgers van een kandidaat-lid vermelden. In voorkomend geval ondertekenen de kandidaat-opvolgers voor akkoord hun voordracht. Dezelfde persoon kan opvolger zijn van twee of meer kandidaat-leden die op dezelfde akte zijn voorgedragen. Dezelfde persoon kan ook kandidaat-lid en kandidaat-opvolger zijn.
De voordrachtsakte vermeldt in voorkomend geval voor elk kandidaat-lid de kandidaat-opvolgers in de volgorde waarin die zijn voorbestemd om het lid te vervangen.
De voordrachtsakte kan ook de einddatum van het mandaat van een kandidaat-lid of van een kandidaatopvolger vermelden. De opvolger moet ook voldoen aan de voorwaarden voor de ondertekening, vermeld in het derde lid. In voorkomend geval is het lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst bij het bereiken van de einddatum van het mandaat van rechtswege ontslagnemend en wordt hij van rechtswege opgevolgd door de persoon die in de voordrachtsakte als opvolger is vermeld. Als het mandaat eindigt voor de einddatum, vermeld in de akte, neemt de opvolger vervroegd het mandaat op.
Niemand kan meer dan één akte van voordracht ondertekenen. Overtreding van dat verbod wordt bestraft overeenkomstig artikel 7, § 2.
Artikel 96 DLB
§ 1. De verkozen leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst van wie de geloofsbrieven door de raad voor maatschappelijk welzijn zijn goedgekeurd, leggen, voor ze hun mandaat aanvaarden, de volgende eed af in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen.".
In geval van algehele vernieuwing van het bijzonder comité voor de sociale dienst vindt de eedaflegging plaats tijdens de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn aansluitend op de installatievergadering van de gemeenteraad. Die eedaflegging vindt plaats in openbare vergadering.
Elke andere eedaflegging gebeurt alleen ten overstaan van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en in aanwezigheid van de algemeen directeur. Daarvan wordt een proces-verbaal opgemaakt dat ondertekend wordt door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en door de algemeen directeur en dat aan de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst wordt bezorgd.
Als de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn de eed niet afneemt van de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst op de vergadering, vermeld in het tweede lid, of, bij vervanging van een lid, na de installatievergadering uiterlijk vóór de eerstvolgende vergadering van het bijzonder comité voor de sociale dienst, wordt de eed afgenomen door diegene die de voorzitter vervangt overeenkomstig artikel 7, § 5, tweede lid. In voorkomend geval noteert de algemeen directeur de vervanging van de voorzitter in de notulen van de vergadering, en wordt het proces-verbaal ondertekend door degene die de eed heeft afgenomen.
§ 2. De verkozen leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst die aanwezig zijn op de vergadering, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, en die de eed niet afleggen, worden geacht afstand te hebben gedaan van hun mandaat.
§ 3. De verkozen leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst die niet aanwezig zijn op de vergadering, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, en die, nadat ze daarvoor uitdrukkelijk zijn opgeroepen, zonder geldige reden afwezig zijn op de eerste daaropvolgende vergadering, worden geacht afstand te hebben gedaan van hun mandaat.
§ 4. Een verkozen lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst dat zich zonder geldige reden niet aanmeldt bij de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn voor de eedaflegging, vermeld in paragraaf 1, derde lid, na daarvoor te zijn uitgenodigd, wordt geacht afstand te hebben gedaan van zijn mandaat.
SPECIFIEK
Akte van voordracht van het bijzonder comité voor de sociale dienst van de fractie Groen+Vooruit van 25 november 2024 (in bijlage).
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 5 december 2024 waarbij mevrouw Britt JOHN, wonende Mierendonkstraat 14 1850 Grimbergen, geïnstalleerd werd als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst (in bijlage).
Besluit van het vast bureau van 12 mei 2025 inzake "Ontslag lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst - Fractie Groen+Vooruit - Kennisname".
/
Per e-mail van 22 april 2025, gericht aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn (bezorgd op 22 april 2025 aan de algemeen directeur), laat mevrouw Britt JOHN weten dat ze haar ontslag indient als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst (BCSD).
Hierdoor is het ontslag definitief.
In de akte van voordracht van 25 november 2024 werd de heer Rudy ROMEYNS aangeduid als opvolger. Hij liet per e-mails van 29 april en 6 mei 2025 weten dat hij het mandaat zal opnemen en dat hij de dienst Politiek-administratieve Ondersteuning mandateert om de geloofsbrieven op te vragen.
De geloofsbrieven van het kandidaat-lid moeten goedgekeurd worden door de raad voor maatschappelijk welzijn.
Na de eedaflegging in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, in bijzijn van de algemeen directeur, kan het nieuwe lid zijn mandaat opnemen.
Aangezien het om een vrijwillig ontslag gaat waar geen onverenigbaarheid mee gemoeid is, blijft de betrokkene, mevrouw Britt JOHN, haar mandaat uitoefenen tot de eedaflegging van haar opvolger.
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt in dit kader voorgesteld om:
Vanaf de eedaflegging van dhr. ROMEYNS zijn de leden van het BCSD dus als volgt:
Partij | Voornaam | Naam | |
Vernieuwing | Lid | Johan | GELDHOF |
Vernieuwing | Lid | Veerle | DE SMEDT |
N-VA | Lid | Jean-Paul | WINDELEN |
Groen+Vooruit | Lid | Rudy |
ROMEYNS |
Groen+Vooruit | Lid | Joris | ROBBERECHTS |
SamenGrootGrimbergen | Lid | Frederik | DE PAUW |
cd&v MAX | Lid | Steven | DE PRINS |
Open VLD | Lid | Louis | DE SMEDT |
N-VA | Voorzitter, lid RMW | Ewoud | DE MEYER |
Artikel 1.
Kennis te nemen van het ontslag van mevrouw Britt JOHN van 22 april 2025 als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Art. 2.
Kennis te nemen dat de heer Rudy ROMEYNS als eerste kandidaat-opvolger werd voorgedragen in de akte van voordracht van 25 november 2024 van de fractie Groen+Vooruit.
Art. 3.
De geloofsbrieven van de kandidaat-opvolger goed te keuren.
Art. 4.
Vast te stellen dat na de eedaflegging in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, in bijzijn van de algemeen directeur, de heer Rudy ROMEYNS zijn mandaat als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst kan opnemen.
De raad voor maatschappelijk welzijn duidt Trui OLBRECHTS als vaste vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP Prolocus aan.
Artikels 78, tweede lid, 5° en 432, eerste lid, van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
Algemeen:
Artikel 78, tweede lid, 5° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 (DLB).
Toetreding:
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 april 2022 over de toetreding tot OFP Prolocus.
Statuten:
Statuten van OFP PROLOCUS, voor het laatst gewijzigd door de algemene vergadering op 17 december 2021.
Specifiek:.
/
Door de nieuwe samenstelling van de raad voor maatschappelijk welzijn na de raadsverkiezingen van 13 oktober 2024 moet het OCMW opnieuw haar vertegenwoordigers aanduiden.
OFP Prolocus vraagt per e-mail van 23 april 2025 om deze afgevaardigden aan te duiden en meldt dat er een algemene vergadering zal doorgaan op 17 juni 2025 om 14.30 uur in Concertgebouw Brugge.
Het OCMW moet een vaste en (eventueel) een plaatsvervangende vertegenwoordiger aanduiden in de algemene vergadering van OFP Prolocus voor de volledige legislatuur.
De vaste vertegenwoordiger kan tegelijkertijd meerdere entiteiten vertegenwoordigen, bijvoorbeeld zowel het gemeentebestuur, het OCMW, als een AGB.
De vertegenwoordiger hoeft geen mandataris te zijn. In de statuten van OFP Prolocus is sprake van ‘bestuurders, leden van het directiecomité of werknemers’. Het OFP laat het aan het oordeel van de besturen wie daaronder wordt verstaan.
Indien het bestuur naast een vaste vertegenwoordiger ook een plaatsvervanger heeft aangeduid, kan deze aan de vergadering deelnemen indien de vaste vertegenwoordiger belet zou zijn. Het bestuur is echter niet verplicht een plaatsvervanger aan te duiden.
De vaste vertegenwoordiger kan tevens een volmacht geven aan een vaste vertegenwoordiger van een ander bestuur. Dit bestuur dient echter tot dezelfde groep van leden te behoren.
Grosso modo gaat dit om leden van:
Bij twijfel over die groepen kan men contact nemen met het fonds op info@ofpprolocus.be. Het volmachtsformulier kan gebruikt worden dat voorzien is op www.ofpprolocus.be, onder het tabblad algemene vergadering.
De aangeduide vertegenwoordiger ontvangt nadien een uitnodiging voor de algemene vergadering van 17 juni 2025 om 14.30 uur in Concertgebouw Brugge.
In de zitting van 5 mei 2025 besliste het vast bureau om mevrouw Trui OLBRECHTS als effectieve vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP Prolocus voor te dragen. Er werd geen plaatsvervangende vertegenwoordiger voorgedragen.
Gaat over tot de geheime stemming voor de aanduiding van een vaste vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP Prolocus, waaruit blijkt dat:
De agenda van de Algemene Vergadering, noch een formele stellingname daarover, dient vooraf voorgelegd aan (bijv.) de gemeenteraad. Het OFP is immers niet onderworpen aan de wetgeving op de intergemeentelijke samenwerking waarin dit is voorzien.
Artikel 1.
Trui OLBRECHTS aan te duiden als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP Prolocus.
Art. 2.
Een afschrift van dit besluit te bezorgen aan:
De raad voor maatschappelijk welzijn nam kennis van de mondelinge vragen door de raadsleden op de zitting gesteld en verwijst voor de inhoud ervan naar het zittingsverslag, te vinden op de gemeentelijke website.
De raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.
De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt het beleid van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en kan daarvoor algemene regels vaststellen.
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt de reglementen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vast. Die kunnen betrekking hebben op het beleid van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en op het inwendige bestuur ervan.
De raad voor maatschappelijk welzijn kan bij reglement zijn bevoegdheden overdragen aan het vast bureau.
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het vast bureau worden toevertrouwd:
1° de bevoegdheden die aan de raad voor maatschappelijk welzijn zijn toegewezen, vermeld in afdeling 1 en 2 van dit hoofdstuk, en de bevoegdheid tot overdracht, vermeld in het eerste lid.
Artikel 18 tot en met 39, met uitzondering van artikel 29, § 1 en § 5, artikel 36, 37 en 38, eerste lid, 7°, zijn van toepassing op de raad voor maatschappelijk welzijn, met dien verstande dat in die bepalingen de volgende woorden worden gelezen als volgt:
1° "de gemeente" als "het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn";
2° "gemeenteraad" als "raad voor maatschappelijk welzijn";
3° "gemeenteraadslid" als "lid van de raad voor maatschappelijk welzijn";
4° "gemeenteraadsleden" als "leden van de raad voor maatschappelijk welzijn";
5° "college van burgemeester en schepenen" als "vast bureau";
6° "burgemeester" als "voorzitter van het vast bureau";
7° "schepen" als "lid van het vast bureau";
8° "gemeentelijke bestuursorganen" als "bestuursorganen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn";
9° "een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap" als "de verenigingen of vennootschappen, vermeld in deel 3, titel 4";
10° "artikel 16" als "artikel 71 juncto artikel 16";
11° "artikel 50, vijfde lid" als "artikel 83, vijfde lid".
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.
(...)
De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden. De gemeenteraad kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.
Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 28 in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.
De bepalingen, vermeld in het eerste tot en met het derde lid, zijn van toepassing op het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, met dien verstande dat "gemeenteraad" wordt gelezen als "raad voor maatschappelijk welzijn".
/
/
/
Enig artikel.
Kennis te nemen van de mondelinge vragen door de raadsleden ter zitting gesteld en voor de inhoud ervan te verwijzen naar het zittingsverslag, te vinden op de gemeentelijke website.
De voorzitter sluit de zitting op 23/05/2025 om 00:24.
Namens RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN,
Muriel VAN SCHEL
algemeen directeur
Daan VERTONGEN
voorzitter raad voor maatschappelijk welzijn