De voorzitter opent de zitting op 21/09/2021 om 20:00.
Waarnemend lid Trui OLBRECHTS werd aangeduid door effectief lid Bart VAN HUMBEECK om hem te vervangen en treedt bijgevolg op als effectief lid in deze vergadering.
Aanwezige deskundigen:
Axel RIJPERS - studiebureau D+A voor agendapunt omtrent "RUP Beigemveld"
Joris THIJS - intercommunale Haviland voor agendapunt omtrent "RUP Reconversie Douwe Egberts"
ALGEMEEN:
SPECIFIEK:
Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur 22 december 2017.
Artikel 2.2.21, §6 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009:
De gemeenteraad stelt binnen honderdtachtig dagen na het einde van het openbaar onderzoek het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan definitief vast.
De bevoegde diensten voor milieueffectrapportage en veiligheidsrapportage beoordelen voorafgaand aan de definitieve vaststelling van het ruimtelijk uitvoeringsplan de kwaliteit van het planmilieueffectrapport respectievelijk ruimtelijk veiligheidsrapport. Ze toetsen aan de scopingnota en aan de gegevens die vereist zijn conform artikel 4.2.8, § 1bis, respectievelijk artikel 4.4.3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, en ze houden rekening met de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde adviezen, opmerkingen en bezwaren.
Bij de definitieve vaststelling van het plan kunnen ten opzichte van het voorlopig vastgestelde plan alleen wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren en opmerkingen, of uit de adviezen, uitgebracht door de aangewezen diensten en overheden, of uit het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening.
De definitieve vaststelling van het plan kan echter geen betrekking hebben op delen van het grondgebied die niet opgenomen zijn in het voorlopig vastgestelde plan.
Op gemotiveerd verzoek van het college van burgemeester en schepenen beslist de gemeenteraad over een verlenging met zestig dagen van de termijn waarin het plan moet worden vastgesteld.
De gemeente besliste om een ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken voor het woonuitbreidingsgebied “Beigemveld”. Gelet op de omzendbrief RO/2002/03 werd beslist om voorafgaandelijk een woonbehoeftestudie op te maken waarvan de definitieve versie op 24 juni 2016 door de gemeenteraad werd goedgekeurd.
Rekening houdende met deze woonbehoeftestudie werd beslist de opmaak van het RUP Beigemveld te starten.
Het ruimtelijk uitvoeringsplan werd voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad op 31 augustus 2017.
Het ruimtelijk uitvoeringsplan werd definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 26 april 2018.
De definitieve goedkeuring van het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Beigemveld door de gemeenteraad werd evenwel vernietigd door de Raad van State.
Na ontvangst van het Arrest van de Raad van State door GD&A Advocaten op 28 januari 2021 had de gemeente 180 dagen de tijd om het ruimtelijk uitvoeringsplan opnieuw definitief vast te stellen. De gemeenteraad besliste deze termijn te verlengen met 60 dagen, conform de VCRO, waardoor de uiterlijke beslissingsdatum 25 september 2021 is.
Over het voorlopig vastgesteld ruimtelijk uitvoeringsplan werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 3 oktober 2017 t.e.m. 1 december 2017, conform de bepalingen van de VCRO.
De opmerkingen en bezwaren die werden ingediend tijdens het openbaar onderzoek werden, tezamen met de uitgebrachte adviezen, gebundeld door de Gecoro en tijdig aan het college van burgemeester en schepenen bezorgd.
Het advies van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant van 16 november 2017 is gunstig.
Zoals de VCRO bepaalt heeft de Gecoro gemotiveerd advies uitgebracht op 19 februari 2018 en dit tijdig aan de gemeenteraad bezorgd, op 20 februari 2018.
De gemeenteraad kan het voorlopig vastgesteld ruimtelijk uitvoeringsplan aanpassen aan de resultaten van het openbaar onderzoek dat erover gehouden werd en aan de ontvangen adviezen. Het plangebied kan niet uitgebreid worden.
De Raad van State oordeelde dat de gemeenteraad in haar beslissing van 26 april 2018 geen rekening hield met de eerder door haar vastgestelde problemen m.b.t. de breedte van de Kruipstraat en de afwezigheid van voet- en fietspaden en hierdoor het zorgvuldigheids- en rechtszekerheidsbeginsel schond.
Mobiliteit werd tevens herhaaldelijk als knelpunt aangeduid in de bezwaarschriften die werden ingediend over het voorlopig vastgesteld ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het college van burgemeester en schepenen liet i.k.v. deze problematiek een mobiliteitsstudie opmaken voor het projectgebied. Zodoende worden de eventuele aanpassingen aan het ruimtelijk uitvoeringsplan naar aanleiding van de uitgebrachte adviezen, opmerkingen en bezwaren, onderbouwd door een expertenstudie.
Over deze mobiliteitsstudie werd een openbaar onderzoek georganiseerd dat parallel verliep aan een openbaar onderzoek over de zaak van de wegen van de verkavelingsaanvraag voor het zuidelijk gedeelte van het projectgebied waarvan de vergunning eerder ook door de Raad van State en Raad voor Vergunningsbetwistingen werd vernietigd. Deze verkavelingsaanvraag heeft het PRIAK als wettelijk kader, niet het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De gemeenteraad nam op 26 augustus 2021 een gunstige beslissing over de zaak van de wegen van deze verkavelingsaanvraag waarbij mobiliteitsmaatregelen als voorwaarde werden geformuleerd, o.a. de verbreding van de Kruipstraat en het aanleggen van voetpaden. Deze mobiliteitsmaatregelen werden gebaseerd op de mobiliteitsstudie en resultaten van het openbaar onderzoek over deze studie.
Het college van burgemeester en schepenen gaf D+A Consult nv de opdracht het voorlopig vastgesteld ruimtelijk uitvoeringsplan "Beigemveld" voor te bereiden voor definitieve vaststelling, rekening houdende met de resultaten van het openbaar onderzoek en de adviezen.
De Gecoro stelt in haar advies van 19 februari 2018 dat de menging van de procedures als RUP, PRIAK en verkaveling dubbelzinnigheid schept over het project en adviseert om de verkavelingsaanvraag negatief te adviezen of (voorlopig) uit te stellen zodat het RUP dan duidelijke randvoorwaarden voor de verkaveling kan aangeven. Verder wijst de Gecoro erop dat projectontwikkelaar Matexi op de hoogte is van het feit dat er een RUP wordt opgemaakt en dat de verkavelingsaanvraag dan ook binnen het RUP moet passen. Bovendien moet het RUP samenlopen/hangen met het RUP Open Ruimte. Het project is gelegen in een ruime zone van structuurloze verkavelingen en moet belangrijke bindende functie vervullen. Hierbij verwijst de Gecoro in het bijzonder naar het inplannen van gemeenschapsvoorzieningen (vooral voor kinderen) en naar het bieden van een alternatief qua vormgeving tegenover de klassieke verkavelingen. De commissie suggereert, om een degelijke inplanting te waarborgen, om een extern, gespecialiseerd studiebureau in te schakelen. De eerste fase van uitvoering moet voldoende ruim zijn en zeker de centrale groene zone bevatten. Nog volgens de commissie is er een grotere variatie van woonvormen nodig. Tot slot wenste de Gecoro een mobiliteitsstudie die het lussensysteem zou onderzoeken met verschillende ontsluitingsopties.
De VCRO biedt de mogelijkheid om op basis van een PRIAK een verkavelingsvergunning af te leveren. Het ruimtelijk uitvoeringsplan hoeft niet aangepast te worden aan de opmerking van de Gecoro hieromtrent.
Het RUP Herbestemming Open Ruimte werd reeds definitief vastgesteld. Het RUP Beigemveld hoeft niet aangepast te worden aan de opmerking van de Gecoro hieromtrent.
Het inrichten van gemeenschapsvoorzieningen is toegelaten volgens de voorgestelde voorschriften van het RUP Beigemveld. Naar aanleiding van het advies van de Gecoro werd door D+A Consult nv voorgesteld om in de toelichting van artikel 5.2 “Bestemming” expliciet de wens op te nemen dat het projectgebied een (sociale) bindende functie vervult.
Het ruimtelijk uitvoeringsplan werd opgemaakt door D+A Consult nv, een studiebureau gespecialiseerd in ruimtelijke ordening. De voorschriften bevatten voldoende garanties (inrichtingsplan, V/T, G/T, bouwdiepte, indicatieve groene aders, maximale groene en samenhangende inrichting van de publieke buitenruimte, centrale groenzone,…) om een degelijke inplanting en vormgeving te waarborgen. Het RUP laat ook reeds verschillende woontypologieën en –vormen toe in de stedenbouwkundige voorschriften. Een verplichting wordt niet opgenomen in de aangepaste voorschriften van D+A Consult nv. Zo'n verplichting zou namelijk erg beperkend zijn want houdt in dat in het masterplan voor het plangebied verplicht andere woonvormen opgenomen moeten worden, zelfs als er geen partners en geïnteresseerden gevonden zouden worden.
Wat betreft de suggestie van de Gecoro in de behandeling van de bezwaren om aangepaste verkeersmaatregelen te onderzoeken en indien nodig vast te leggen, in het bijzonder voor de Kruipstraat, wordt verwezen naar het gemeenteraadsbesluit van 26 augustus 2021, zoals opgenomen in de mer-screening van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De mobiliteitsgegevens en –maatregelen die nodig werden geacht om op te nemen op planniveau werden verwerkt in het ruimtelijk uitvoeringsplan. In het bijzonder de opdeling van het plangebied in kwadranten met elk een eigen ontsluiting op het omliggend wegennetwerk wordt opgenomen. Verder wordt ook een maximale woondichtheid vastgelegd voor het gehele projectgebied. Hiermee werd rekening gehouden bij het inschatten van de mobiliteitseffecten. Het team MER oordeelde op basis van deze informatie dat geen aanzienlijke effecten te verwachten vallen en een plan-MER niet dient opgemaakt te worden.
Voor het overige zal aan de gemeenteraad voorgesteld worden zich aan te sluiten bij het advies van de Gecoro en de behandeling van de bezwaren.
Schepen Bart LAEREMANS geeft een intro over de lopende procedures over het project Beigemveld (verkavelingsaanvraag en ruimtelijk uitvoeringsplan).
Deskundige Axel RIJPERS geeft een presentatie over het RUP Beigemveld waarbij de aanpassingen t.o.v. de voorlopig vastgestelde tekst worden geduid.
Schepen Bart LAEREMANS bedankt het studiebureau. Hij haalt aan dat de gepresenteerde voorschriften verder worden toegelicht in een aparte nota die geraadpleegd kan worden als voorbereiding voor de gemeenteraad.
Voorzitter Rudi VAN HOVE opent de vragenronde.
Gemeenteraadslid Kirsten HOEFS bedankt voor de overzichtelijke aanduiding van de wijzigingen. Ze vraagt zich af of er ook uitspraak wordt gedaan over de woondichtheid buiten het projectgebied in het ruimtelijk uitvoeringsplan. Een tweede opmerking betreft de toevoeging over de gemeenschapsvoorzieningen. Zijn er ook gemeenschapsvoorzieningen die geen sociaal bindende functie hebben?
Deskundige Axel RIJPERS antwoordt dat deze woonranden onder art. 4 in de voorschriften vallen en hier geen maximale woondichtheid werd bepaald. De vermelding van de sociaal bindende functie van de gemeenschapsvoorzieningen werd toegevoegd om dit nog extra te benadrukken.
Gemeenteraadslid Eddie BOELENS bedankt ook voor de presentatie. Hij heeft enkele vragen/bedenkingen:
- Zijn fractie geeft nog steeds de voorkeur aan een nieuw RUP dan een aanpassing van het RUP dat vernietigd werd.
- Schepen Bart Laeremans vermeldde in zijn intro het risico dat er "achter het net gevist zou worden". Wat wordt hiermee bedoeld?
- Zijn er garanties m.b.t. de realisatie van de gemeenschapsvoorzieningen? Kan bijvoorbeeld een aanvraag geweigerd worden als er geen gemeenschapsvoorzieningen zijn opgenomen in de aanvraag?
Schepen Bart LAEREMANS duidt dat de snelle opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan belangrijk is omdat anders enkel het PRIAK als basis dient voor de tweede verkavelingsfase die in principe al over enkele maanden zou ingediend kunnen worden als de verkavelaar die zou willen. Wat betreft de gemeenschapsvoorzieningen deelt de schepen mee dat ontwikkelaar Matexi een ruimte voorziet voor een kinderdagverblijf en mee zoekt naar een uitbater.
Gemeenteraadslid Eddie BOELENS werpt op dat de plannen voor de verkaveling al klaar zijn en er dus toch niet uit maakt of het RUP traag dan wel snel opgemaakt wordt.
Schepen Bart LAEREMANS stelt dat dit niet het geval is. Zo kan een kwalitatieve, aaneengesloten centrale parkzone afgedwongen worden via het ruimtelijk uitvoeringsplan. Bovendien kan er zo een maximale woondichtheid bepaald worden. Nu is er geen maximale woondichtheid en stuurt de provincie in het PRIAK zelfs aan op meer dan 22,5 wo/ha. Tot slot kan het zijn dat indien een verkavelingsvergunning afgeleverd wordt, deze opnieuw vernietigd wordt en bij een nieuwe aanvraag een RUP dan wel belangrijk is.
Gemeenteraadslid Gerlant VAN BERLAER bedankt eveneens voor de duidelijke weergave van de aanpassingen. Het gemeenteraadslid is bekommerd over de mobiliteit rond het projectgebied, specifiek wat betreft de verkeersveiligheid van zwakke weggebruikers. Steppers belanden bijvoorbeeld steeds vaker op de spoeddienst omdat het verkeer nog niet aangepast is aan dit steeds populairder vervoersmiddel. Hij vraagt zich ook af of er genoeg op de verbinding met het openbaar vervoer wordt ingezet. Kunnen de bushaltes aangeduid worden?
Deskundige Axel RIJPERS toont de bushaltes op de kaart.
Schepen Bart LAEREMANS overloopt de aanwezige bushaltes in de omgeving en welke aanpassingen aan het busnet nu reeds gekend zijn (wegvallen halte ten oosten van projectgebied).
Gemeenteraadslid Gerlant VAN BERLAER stuurt erop aan dat de modal shift hard gemaakt moet worden en de nabijheid van openbaar vervoer dus van belang is. Dit dient opgevolgd te worden.
Schepen Bart LAEREMANS verduidelijkt dat rond het projectgebied een zone 30 wordt ingesteld, alsook een fietsstraat naar de Keienberglaan. Bovendien worden er extra voetpaden aangelegd. Dit alles moet een vlotte en veilige verbinding met de bushaltes in de omgeving en het busstation in het centrum van de gemeente bewerkstelligen.
Gemeenteraadslid Gerlant VAN BERLAER is tevreden met de zone 30. De voorgestelde signalisatie (verkeersborden) rond het projectgebied is moeilijk te volgen voor jonge kinderen die deze kennis nog niet hebben. Het raadslid schat dat er bijna 100 kinderen in het projectgebied zullen wonen en pleit daarom voor "visuele en structurele maatregelen" bij de overgang van trage weg in het gebied naar gedeelde weg buiten het gebied. Bij een snelheid van 30 km/u zijn de letsels minder zwaar maar de overgang van trage weg naar gedeelde weg met auto's blijft zorgen baren.
Schepen Bart LAEREMANS deelt de bezorgdheid omtrent verkeersveiligheid in Grimbergen. De reeks voorgestelde maatregelen zal eventueel nog aangepast en/of aangevuld worden als de mobiliteit in de volledige gemeente onder de loep wordt genomen bij de herziening van het mobiliteitsplan.
Gemeenteraadslid Gerlant VAN BERLAER vraagt waar ieder kwadrant ontsluit.
Deskundige Axel RIJPERS en schepen Bart LAEREMANS overlopen de ontsluitingsroutes en het aantal woningen die ontsluiten per route.
Gemeenteraadslid Kirsten HOEFS verwijst naar de goedkeuring van de zaak van de wegen. Toen werden ook water en klimaat besproken. Kan gezegd worden welke elementen hiervan weerhouden werden? Kunnen deze elementen opgenomen worden in het ruimtelijk uitvoeringsplan?
Deskundige Axel RIJPERS verduidelijkt dat in de algemene voorschriften verwezen wordt naar de hogere wetgeving, wat op planningsniveau voldoende is omdat voorschriften lang meegaan en dus voldoende breed opgevat moeten zijn om toekomstige technische innovaties niet uit te sluiten.
Gemeenteraadslid Kirsten HOEFS vraagt zich af of een RUP wel zo lang meegaat tegenwoordig.
Schepen Bart LAEREMANS meent dat er veel meer dan wettelijk vereist is opgenomen in de voorschriften, zoals de buffering met vertraagde afvoer en de vraag om waterdoorlatende verharding te realiseren. De buffering met vertraagde afvoer wordt in het projectvoorstel gerealiseerd d.m.v. een systeem van grachten. Dit is een nieuw systeem in Grimbergen. De schepen herinnert zich ook nog dat raadslid Hoefs om groendaken gevraagd had. Dit zal niet opgelegd worden in het RUP omdat dit in de toekomst misschien niet meer toegepast zal worden als er zonnepanelen gelegd worden. Waar er groendaken mogelijk zijn in fase 2 zal bekeken worden. Zo lenen de meergezinswoningen zich hier wel toe, denkt de schepen.
Voorzitter Rudi VAN HOVE bedankt het studiebureau en sluit het agendapunt af.
Schepen Bart LAEREMANS bedankt eveneens het studiebureau.
Artikel 1.
Kennis te nemen van de resultaten van het openbaar onderzoek over het voorlopig vastgesteld RUP Beigemveld dat liep van 3 oktober tot en met 1 december 2017.
Art. 2
Kennis te nemen van de adviezen over het voorlopig vastgesteld RUP Beigemveld, inclusief het advies van de Gecoro.
Art. 3
Kennis te nemen van het voorstel tot aanpassing van het RUP Beigemveld (toelichtingsnota, stedenbouwkundige voorschriften, grafisch plan, plan feitelijk-juridische toestand).
In september van 2016 kondigde de directie van de fabriek Douwe Egberts de sluiting aan. Douwe Egberts is sinds 1973 gelegen aan het knooppunt Strombeek-Bever van de R0 met de A12.
De gemeente wenst, na de volledige herlokalisatie van de activiteiten van Douwe Egberts, een reconversie van de site mogelijk te maken. Een werkbare reconversie is enkel mogelijk na het wijzigen van het bestemmingsplan dat destijds op maat van de activiteiten van Douwe Egberts is geschreven. Het geldend plan voor de zone betreft het bijzonder plan van aanleg (BPA) 'Potaerde'. Dit bestemmingsplan werd goedgekeurd bij ministerieel besluit d.d. 17 januari 2000 en herzien bij ministerieel besluit. d.d. 12 februari 2003. De opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) biedt een oplossing om een reconversie naar hedendaagse normen toe te laten.
Op 3 juli 2018 gunde de gemeente de opdracht aan Intercommunale Haviland via een "in-house opdracht".
Op 16 april 2018 ging het schepencollege akkoord met de samenstelling van het planteam, keurde ze de startnota en procesnota goed en besliste ze om - conform de procedure tot opmaak van een RUP - de publieke raadpleging en adviesvraag over de startnota en procesnota op te starten.
Tijdens die adviesronde in juni/juli 2018 bleek dat verscheidene adviesinstanties niet akkoord konden gaan met de opzet van het RUP.
Het Departement Omgeving stelde na de eerste adviesronde een studiebureau aan om de mogelijkheden van de site te onderzoeken in samenspraak met de verschillende partijen (gemeente, ontwikkelaar, adviesinstanties).
Bij afloop van deze opdracht ontving de gemeente op 25 februari 2020 ook een bijkomend advies van Vlaio.
Op 30 maart 2020 nam het schepencollege kennis van de eindbundel van deze studieopdracht waarin enkele scenario's met een verschillende bebouwingsgraad, verhardingsgraad, functie-verhouding,... worden vergeleken en waarbij enkele ontwikkelingsprincipes naar voren worden geschoven.
Op 6 juli 2020 besloot het college om bij de verdere opstelling van het RUP rekening te houden met volgende uitgangspunten (indicatief):
Enig artikel.
Kennis te nemen van de scopingnota RUP Reconversie Douwe Egberts.
In 1936 keurde de gemeenteraad in Grimbergen het eerste gemeentelijke bouwreglement goed. In de daaropvolgende decennia volgden nog verschillende aanvullende reglementen over o.a. parkeren, regen- en afvalwaterafvoer, het vellen van bomen,... In 2014 besliste het toenmalig schepencollege om deze reglementen te herzien en te bundelen in een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening.
Op 12 juni 2017 werd deze gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van Grimbergen definitief vastgesteld in de gemeenteraad. Ze ging van kracht in oktober 2017.
Een stedenbouwkundige verordening heeft als doel om de ruimtelijke aspecten van een gemeente te sturen. De voorschriften van de verordening geven weer wat de gemeente (niet limitatief) beschouwt als bepalend voor "de goede ruimtelijke ordening". De verordening omvat aanvullingen op (hogere) wetgeving voor bijvoorbeeld de inrichting van het openbaar domein, het plaatsen of aanbrengen van publiciteit, de inplanting en het volume van woningen, groenaanleg en verhardingen, woonkwaliteit, parkeernormen,... op haar grondgebied.
Op 23 december 2019 besliste het schepencollege om de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening te herzien.
De bepalingen die een stedenbouwkundige verordening kan omvatten en de te volgen procedure worden omschreven in Hoofdstuk III van de VCRO.
Deze procedure voor het wijzigen van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening omvat volgende officiële stappen:
Verscheidene van de procedurestappen kunnen gelijktijdig plaatsvinden (advies hogere overheid, openbaar onderzoek, mer-ontheffing).
De gemeenteraad keurde op 27 mei 2021 de gewijzigde gemeentelijke stedenbouwkundige verordening voorlopig goed.
Over deze tekst werd een openbaar onderzoek gehouden van 5 juli 2021 tot en met 3 augustus 2021.
Er werden geen opmerkingen ingediend. Wel werd telefonisch de vraag gesteld of de gewijzigde verordening overgangsbepalingen omvat voor lopende projecten.
In de tussentijd werd inhoudelijk advies gevraagd aan het Departement Omgeving, de provincie Vlaams-Brabant en de Gecoro van Grimbergen, en werd de mer-screeningsnota voor advies overgemaakt aan het Departement Omgeving, de provincie Vlaams-Brabant, het Agentschap Onroerend Erfgoed, het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, het Agentschap Wegen en Verkeer, de Vlaamse Waterweg en het Directoraat-Generaal Luchtvaart van de FOD Mobiliteit.
De dienst Omgevingsbeleid behandelde de ontvangen adviezen in samenspraak met de dienst Vergunningen en schepen Bart Laeremans.
De dienst Omgevingsbeleid paste de tekst van de wijziging van gemeentelijke stedenbouwkundige verordening aan op basis van de behandeling van de adviezen en de resultaten van het openbaar onderzoek.
Het college van burgemeester en schepenen keurde een aangepaste tekst goed op 16 augustus 2021.
Het dossier werd overgemaakt aan het team MER. Op 8 september 2021 verzonden zij de beslissing dat de opmaak van een plan-MER niet noodzakelijk is.
Aan de gemeenteraad zal worden gevraagd de wijziging van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening definitief goed te keuren.
Schepen Bart LAEREMANS geeft een toelichting over de reeds doorlopen procedure om de verordening te wijzigen en geeft enkele voorbeelden van wijzigingen.
Raadslid Gilbert GOOSSENS vraagt of werkelijk alle nieuwe passages zijn aangeduid, zoals bijvoorbeeld over het zorgwonen.
Deskundige Ellen VAN MULDERS verduidelijkt dat enkel de tekst die gewijzigd is t.o.v. van de voorlopige vaststelling werd aangeduid in kleur. De bepaling over het zorgwonen stond toen al in de tekst en werd dus niet in kleur aangeduid.
Raadslid Eddie BOELENS stelt dat er weinig aanpassingen zijn aangebracht t.o.v. de voorlopige vaststelling. Hij is ontgoocheld in het hoofdstuk duurzaamheid dat veel uitgebreider kon, in het bijzonder wat betreft de kleine projecten. Het klimaat- en energiepact dat ondertekend zal worden veronderstelt een ambitieuzere houding. Verder meent hij dat er weinig bezwaren werden ingediend omdat burgers veronderstellen dat hun opmerkingen sowieso niet worden meegenomen. Het raadslid
Schepen Bart LAEREMANS antwoordt dat er - behoudens een vraag omtrent overgangsbepalingen - geen bezwaren werden ingediend. Dit komt omdat de tekst reeds uitgebreid besproken is en bijvoorbeeld met veel opmerkingen van de Gecoro werd rekening gehouden. Alle adviezen en opmerkingen zijn overwogen. Wat betreft de opmerking over de duurzaamheidsbepalingen merkt de schepen op dat het bestuur niet te betuttelend wou zijn. Er zal ervaring opgedaan worden met het nieuwe hoofdstuk en over enkele jaren kan de verordening daaraan aangepast worden. Deze aanpak houdt ook rekening met de hoge werklast bij de diensten door het steeds groter wordend aantal [vergunnings]aanvragen. De schepen wijst er ook op dat het bestuur het burgemeestersconvenant zal ondertekenen.
Raadslid Kirsten HOEFS betreurt eveneens dat nagenoeg geen suggesties van de eerdere besprekingen werden meegenomen, bijvoorbeeld wat betreft de parkeernormen (voor crèches), de vrijstelling van parkeerplaatsen,...
Voorzitter Rudi VAN HOVE bedankt alle aanwezigen en sluit de vergadering af.
Enig artikel.
Kennis te nemen van het finale voorstel tot wijziging van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening.
Namens GEMEENTERAADSCOMMISSIE OMGEVING,
Ellen VAN MULDERS
waarnemend secretaris gemeenteraadscommissie omgeving
Rudi VAN HOVE
voorzitter gemeenteraadscommissie omgeving